Lees de nota over het doelgroepenbeleid

Download Report

Transcript Lees de nota over het doelgroepenbeleid

Nieuw Vlaams doelgroepenbeleid zet in op vermindering loonlasten en kwalitatieve elementen
De Vlaamse Regering keurde onlangs de grote lijnen goed van een nieuw doelgroepenbeleid. Voor drie doelgroepen (jongeren, ouderen en personen met een arbeidshandicap)
komt er een doelgroepkorting. Daarnaast wil de regering ook werk maken van meer kwalitatieve maatregelen. Over beide luiken zal nog overleg plaatsvinden met de sociale
partners in de SERV. In deze bijdrage gaan we dieper in op een beleid dat vanaf 1 januari
2016 van kracht zou moeten zijn.
Vooraf toch even situeren: naar aanleiding van de zesde staatshervorming worden heel wat bevoegdheden van het federale naar het regionale niveau overgeheveld. Ook heel wat arbeidsmarktbevoegdheden horen daarbij, onder meer het doelgroepenbeleid, een lappendeken aan maatregelen met als
doel om de aanwerving en retentie van bepaalde doelgroepen te stimuleren via de verlaging van de
loonlasten (vermindering van werkgeversbijdragen).
Doelgroepkortingen
Een eerste luik van het Vlaams doelgroepenbeleid zal bestaan uit drie doelgroepkortingen. Het gaat
om een serieuze vereenvoudiging ten opzichte van het bestaande federale beleid. Een eerste doelgroep zijn de laag- en middengeschoolde jongeren, jonger dan 25 jaar en met een loon lager
dan 2300 euro bruto. Ondernemingen die jongeren uit deze doelgroep aanwerven, zullen gedurende
drie jaar genieten van een verlaging van de RSZ-bijdrage. Deze RSZ-korting daalt wel naarmate de
jongere langer in dienst is.
Oudere werknemers vormen de tweede doelgroep. Vanaf de leeftijd van 55 jaar wordt een doelgroepkorting voorzien bij aanwerving (brutoloon van maximum 4500 euro). Voor de groep van 60jarigen zal deze korting hoger zijn dan voor de groep van 55 tot 59-jarigen. Ook hier daalt de RSZkorting, om na drie jaar op een minimum RSZ-korting te eindigen die voor deze doelgroep verderloopt in functie van het in dienst houden van oudere werknemers.
Personen met een arbeidshandicap vormen de laatste doelgroep. Voor hen verandert er weinig.
De bestaande VOP-premie (Vlaamse ondersteuningspremie) blijft behouden. Belangrijke uitbreiding is
wel dat ook personen met een psychosociale problematiek die doorstromen vanuit de sociale naar de
reguliere economie, een VOP kunnen krijgen.
Naast deze drie doelgroepkortingen blijven de sectorale kortingen (in de bagger- en sleepvaartsector,
voor onthaalouders, kunstenaars en huishoudpersoneel) behouden. Er wordt ook een werkhervattingstoeslag voorzien voor werkzoekenden die aan de slag gaan met een laag inkomen. Op deze manier wordt het verschil tussen de uitkering en het loon groter. Deze werkhervattingstoeslag zal wel
tijdelijk zijn.
Kwalitatieve maatregelen
Het nieuwe Vlaamse kader voorziet geen doelgroepkorting voor langdurig werkzoekenden. Wel wil de
Vlaamse Regering een kader voor werkervaring creëren waarin deze langdurig werkzoekenden werkervaring kunnen opdoen. In dit kader zullen ook de maatregelen PWA, artikel 60 en 61 en een deel
van de gesco’s worden geïntegreerd. Daarnaast zal ook meer werk worden gemaakt van werkplekleren, opleiding op de werkvloer, begeleiding op de werkvloer, jobcoaching, … in de reguliere sector.
De invulling van deze kwalitatieve maatregelen vormt in de komende maanden het onderwerp van
gesprek tussen de sociale partners onderling en met de Vlaamse Regering.
Beoordeling Vlaams ACV
De doelgroepkortingen voor jongeren, ouderen en arbeidsgehandicapten spelen in op reële drempels
die deze groepen ervaren om aan het werk te gaan. Ze zijn een goede zaak. Maar louter werken, is
voor deze doelgroepen onvoldoende. Zij hebben ook nood aan extra opleiding, coaching, werkbaar
werk, … Hun doelgroepkorting zou dus gekoppeld moeten worden aan inspanningen op het vlak van
opleiding, coaching, werkbaar werk, … De Vlaamse Regering is hier jammer genoeg blind voor. Wat
stelt het Vlaams ACV voor? Voorzie een doelgroepkorting voor twee (of één) jaar die een onderneming sowieso krijgt bij aanwerving, en beloon deze onderneming met één (of twee) extra jaar RSZkorting wanneer inspanningen gebeuren op het vlak van opleiding en vorming, coaching, werkbaar
werk, … Op deze manier stimuleer je niet enkel de aanwerving, maar werk je ook aan de duurzaamheid van de tewerkstelling. Voor het Vlaams ACV is dit evenwicht tussen loonlastenverlagingen en
het werken aan duurzaam werk via opleiding, coaching, werkbaar werk, … van cruciaal belang.
In tegenstelling tot de drie doelgroepkortingen werd het kwalitatieve luik eerder beperkt ingevuld
door de Vlaamse Regering. Het Vlaams ACV eist echter voldoende middelen om dit kwalitatieve luik
te kunnen uitbouwen. Onder meer voor een nieuw systeem van werkervaring waarin langdurig
werkzoekenden voldoende gemotiveerd worden om een werkervaringstraject te volgen. Het Vlaams
ACV pleit ervoor om voor een groot deel van zo’n traject te werken met werknemersstatuten. Belangrijk is ook dat mensen na hun werkervaringstraject zoveel mogelijk aan de slag kunnen (blijven)
als werknemer. Wellicht zal hier in veel gevallen meer nodig zijn dan de opgedane werkervaring.
Daarom moet ook nagedacht worden over een activering van de werkloosheidsuitkering zodat ondernemingen gestimuleerd worden om personen na een werkervaringstraject in dienst te nemen. De
sociale partners in de SERV stellen alvast dat ze de techniek van activering van de werkloosheidsuitkering ook in de toekomst willen behouden.
Een groep die niet gevat wordt in de voorstellen van de Vlaamse Regering rond het doelgroepenbeleid zijn de personen van allochtone origine. Het gaat hier nochtans om een groep die het heel moeilijk heeft op de Vlaamse arbeidsmarkt. In combinatie met de besparingen die de Vlaamse Regering
dit jaar doorvoert in het EAD-beleid (beleid rond evenredige arbeidsdeelname en diversiteit) en met
de hervormingen die hier op til staan, belooft dit alvast weinig goeds voor de tewerkstellingskansen
van deze groep!
Tot slot nog dit: vanaf 2017 zou de Vlaamse Regering 125 miljoen euro extra voorzien voor loonlastenverlagingen. Dit bedrag werd vastgelegd als regionale bijdrage aan het federale competitiviteitsen tewerkstellingspact, afgesloten in de vorige legislatuur. Voor het Vlaams ACV is de inzet van deze
middelen alvast ontegensprekelijk gekoppeld aan de middelen die de regering vrijmaakt om naast
loonlastenverlagingen voor bedrijven ook inspanningen en stimulansen te voorzien voor werkzoekenden en werknemers. Een evenwichtig verhaal, daar staan/gaan wij voor!