Transcript info over rekentoetsen

Heeft uw kind wat extra oefening nodig mbt rekenen en wilt u met
uw kind aan de slag met de sommetjes?
Let dan even op het volgende:
In de komende periode (tot 13 maart) komt de volgende rekenstof aan de orde.
Optellen en aftrekken over het tiental
(94-6=.. 26+8=.)
Optellen en aftrekken met 10 en 20 (60+20=. 80-10=.)
Tafel van 2, 3, 5 en 10
Blokken tellen in een doos (ook de blokken tellen die je niet
ziet!)
Hoe betaal je? Teken het geld €35→ 3 briefjes van 10, 1
muntje van 2
Optellen en aftrekken met 30 en 40 (35+30=. 48-40=.)
Handig uitrekenen van tafels
(je weet:10x3=30 dan is 9x3→30-3=27,
je weet 2x5=10 dan is 4x5→ 2x10=20, het dubbele)
Minimum *
Minimum *
Minimum *
Project
Project
Basis**
Basis**
Bij het optellen en aftrekken over het tiental rekenen de kinderen eerst naar het
eerstvolgende tiental toe.
Dus 26+8 wordt als volgt uitgerekend→ 26+4=30 en 30+4=34
94-6
→ 94-4=90 en 90-2=88
Deze stof wordt getoetst op 13 en 16 maart.
Minimumtoets*: Bij de minimumtoets is het de bedoeling dat het overgrote deel van
de leerlingen deze toets goed maakt. De toets wordt voldoende gemaakt als 80%
van de antwoorden goed zijn. Kinderen die geen voldoende scoren, moeten op korte
termijn de doelen zien te behalen anders lopen ze het risico de aansluiting met de
groep te gaan missen.
Project- en basistoetsen **: Deze toetsen zijn bedoeld om de voortgang in de nieuwe
leerstof te toetsen. Wat wordt al beheerst en wat moet de komende weken, als dit
onderwerp weer terug komt, nog wat extra aandacht krijgen? Bij de project- en
basistoetsen ligt de norm op 60% is voldoende.
Tempotoetsen: Eenvoudige erbij- en eraf sommen onder de 20 en de tafels van 2-34-5 en 10 worden in groep 4 geautomatiseerd (de goede uitkomst moet binnen 4 sec.
gegeven kunnen worden). Hiervoor is het belangrijk regelmatig te oefenen.
Heeft u vragen over deze informatie?
Loop dan na school gerust even binnen bij de leerkracht!