BIPVS_19 Apparaatvoorschrift infraroodthermometers t.b.v.

Download Report

Transcript BIPVS_19 Apparaatvoorschrift infraroodthermometers t.b.v.

titel
Apparaatvoorschrift infraroodthermometers t.b.v. werkzaamheden op de BIPwerkplekken
code
BIPVS_19
Versie
01
1
Goedkeuring
datum
19-02-2015
versie 01
ingangsdatum 19-02-2015
pag. 1 van 5
Wijzigingen ten opzichte van vorige versie
Nieuw voorschrift.
Onderwerp
Dit voorschrift beschrijft de voorwaarden, de werkwijze en de verantwoordelijkheden
betreffende de controle en het gebruik van de infraroodthermometers welke worden
gebruikt bij importcontroles van dierlijke producten in de BIP.
NB 1:
Metingen verricht met een infraroodthermometer dienen ter screening. De
resultaten worden als formeel gemeten waarden vastgelegd indien deze meting
afdoende is.
Er wordt met een infraroodthermometer geen kerntemperatuur gemeten. Het meten van de
oppervlaktetemperatuur van het onverpakte product met de infraroodthermometer is van
minimaal dezelfde waarde (kerntemperatuur is in het algemeen lager dan de
oppervlaktetemperatuur). Omdat met de infraroodthermometer wordt gemeten wordt
rekening gehouden met een mogelijke afwijking. Blijft de gevonden waarde binnen de
marges zoals hieronder aangeduid en betreft het een toegestane waarde (inclusief de
marge) dan wordt de gevonden waarde vastgelegd. Betreft de gevonden waarde (inclusief
de marge) een niet toegestane waarde dan wordt opnieuw gemeten met de
steekthermometer. Het resultaat van deze meting is geldig. Maatregelen worden dus
uitsluitend genomen op basis van de gekalibreerde steekthermometer
Als blijkt dat de gemeten waarde van de infraroodthermometer meer dan ± 1°C afwijkt dan
de gemeten waarde van de steekthermometer dan wordt de infraroodthermometer buiten
gebruik gesteld en wordt er direct opnieuw gekalibreerd.
2
Principe
Deze procedure is van toepassing voor alle buitengrens inspectieposten.
De infraroodthermometers worden gekalibreerd door het productveiligheidslaboratorium
van de NVWA in Zwijndrecht.
3
Begrippen
•
Thermoblok instelbare warmtebron, waarmee de controle wordt uitgevoerd.
•
Referentie thermometer precisie thermometer, gekalibreerd op basis van ITS90.
•
Infrarood thermometer, een thermometer die de temperatuur van een oppervlakte
van een product meet zonder dat daarbij producten hoeven te worden aangeraakt of
verpakkingen te worden aangebroken.
Bron: NVWA. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via intranet beschikbaar
titel
Apparaatvoorschrift infraroodthermometers t.b.v. werkzaamheden op de BIPwerkplekken
code
BIPVS_19
4
Benodigdheden
4.1
Hulpmiddelen
versie 01
ingangsdatum 19-02-2015
pag. 2 van 5
•
Controleoverzicht voor BIP-infraroodthermometers.
•
Sticker met de tekst: “BUITEN GEBRUIK NIET GEKALIBREERD”
•
Sticker met de tekst: : GEKALIBREERD d.d.(+ datum), geldig tot d.d (+ datum)
•
Apparaatlogboek
5
Werkwijze
5.1
Bediening en onderhoud
Raadpleeg de bedieningshandleiding van het apparaat voor bediening en onderhoud van de
infraroodthermometers.
5.2
Controle
5.2.1
Controlefrequentie
Alle infraroodthermometers die op de afdeling import worden gebruikt, worden minimaal
twee keer per jaar gecontroleerd in twee temperatuurgebieden.
5.2.2
Maximaal acceptabele afwijking
De maximale afwijking ten aanzien van de referentiethermometer bij controle door het
productveiligheidslaboratorium is ± 2°C conform voorschrift fabrikant.
5.2.3
Maximaal acceptabele afwijking bij gebruik
Omdat een verschil in gemeten temperaturen tussen de gecontroleerde thermometer en de
infraroodthermometer goed verklaarbaar is (er kunnen grote verschillen optreden tussen de
kerntemperatuur en de oppervlakte temperatuur) is een maximale acceptabele afwijking bij
gebruik niet vast te leggen. Met de beschreven controle wordt een indicatie gegeven van de
mogelijke afwijking van de infraroodthermometer bij gebruik. Blijkt in de praktijk uit
metingen tussen de infraroodthermometer en de steekthermometer van de controleur dat
de afwijking hinderlijk groot is, dan dient de infrarood te worden gecontroleerd en
eventueel buiten gebruik te worden gesteld.
5.3
Uitvoering
De onderstaande tekst van deze paragraaf kan op details afwijken door verschil in
apparatuur. Uitgangspunt is echter dat de infraroodthermometers aantoonbaar
gecontroleerd worden voor het temperatuurbereik van [-20 C, +7 C].
De controle wordt uitgevoerd op de volgende temperaturen: -20 C en +7 C.
Bron: NVWA. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via intranet beschikbaar
titel
Apparaatvoorschrift infraroodthermometers t.b.v. werkzaamheden op de BIPwerkplekken
code
BIPVS_19
5.3.1
versie 01
ingangsdatum 19-02-2015
pag. 3 van 5
Aanvraag controle
De apparaatbeheerder vraagt tijdig, voor het verloop van de controles, een nieuwe controle
aan bij het NVWA productveiligheidslaboratorium in Zwijndrecht via het mailadres:
[email protected]
5.3.2
Vervoer thermometers
De apparaatbeheerder van de thermometers verzamelt de te controleren thermometers om
ze te versturen naar het productveiligheidslaboratorium in Zwijndrecht.
5.3.3
Controleren
Het productveiligheidslaboratorium voert de metingen uit ten behoeve van de controle van
de infraroodthermometers conform NVWA05-02. De metingen worden opgenomen in een
meetrapport die na afronding verstuurd wordt naar de apparaatbeheerder.
5.3.4
Vervoer thermometers
Na de terugmelding van het productveiligheidslaboratorium aan de apparaatbeheerder dat
de controle is afgerond, zorgt de apparaatbeheerder ervoor dat de thermometers weer
vervoerd worden van het productveiligheidslaboratorium naar de desbetreffende BIP.
5.3.5
Beoordeling meetrapporten.
Om verschillende redenen is gekozen om geen echte kalibratie met de infrarood
thermometers uit te voeren:
•
Infraroodthermometers worden gebruikt om snel te beoordelen of producten die
gekoeld/bevroren bewaard dienen te worden voldoen aan wettelijke grenswaarden. Feitelijke
temperatuurmetingen waarop eventueel maatregelen genomen kunnen worden dienen
uitsluitend met de steekthermometer uitgevoerd te worden.
•
Een kalibratie wordt uitgevoerd met het oog op het beschreven gebruik
(oppervlaktetemperatuurmeting).
•
De afstand tussen gemeten oppervlak en infrarood thermometer kan een rol spelen met de
meet nauwkeurigheid.
•
Het resultaat van de meting met de infraroodthermometer wordt door verschillende factoren
in de omgeving beïnvloed, bijv. licht en omgevingstemperatuur. Hierdoor is nooit aan te
geven of de gemeten temperatuur exact juist is of een afwijking heeft.
6
Verantwoordelijkheden
6.1
Apparaatbeheerder
•
De apparaatbeheerder van de BIP maakt een afspraak met het
productveiligheidslaboratorium via [email protected]
om de controle aan te
melden.
•
Beheert de apparatuur zoals beschreven in NVWA05 paragraaf 3.3
Bron: NVWA. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via intranet beschikbaar
titel
Apparaatvoorschrift infraroodthermometers t.b.v. werkzaamheden op de BIPwerkplekken
code
BIPVS_19
•
versie 01
ingangsdatum 19-02-2015
pag. 4 van 5
Transport naar en van het productveiligheidslaboratorium van thermometers via
het monstertransport NVWA.
•
Als een apparaat gekalibreerd moet worden onder andere omstandigheden dan in
deze procedure staat, dan dient de apparaatbeheerder dat duidelijk aan te geven.
•
Verwerkt en beoordeeld de controlewaarden in het logboek.
•
Geeft aan of de controlewaarden wel of niet voldoen en noteert de eventuele actie
in het logboek.
•
6.2
Voorziet gekalibreerde apparatuur van een controlesticker.
Medewerkers PRV Zwijndrecht die controleren
•
Ze zijn aantoonbaar bevoegd voor het uitvoeren van controles.
•
Ze versturen alleen de controlegegevens zonder aanbevelingen naar de
apparaatbeheerders.
•
Ze zijn verantwoordelijk voor een juiste en actuele controlestatus van de
referentiethermometer.
6.3
Gebruikers van de infraroodthermometers
De gebruikers van de thermometers zijn zelf verantwoordelijk voor:
•
Het melden van storingen van de apparatuur aan de apparaatbeheerder,
•
Het tijdig aanleveren van de apparatuur voor controle,
•
Het uitvoeren van eventuele corrigerende acties die volgen uit een overschrijding
van de toegestane afwijking.
7
Diversen
Productsheet Infrarood thermometer, model 8889
productsheet IR
8889
8
Registratie en archivering
8.1
Registratie
De apparaatbeheerder registreert de beoordelingen van de infraroodthermometers in het
logboek.
8.2
Archivering
De meetrapporten zoals voorzien door het productveiligheidslaboratorium worden door de
apparaatbeheerder na beoordeling centraal gearchiveerd in het logboek.
Bron: NVWA. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via intranet beschikbaar
titel
Apparaatvoorschrift infraroodthermometers t.b.v. werkzaamheden op de BIPwerkplekken
code
BIPVS_19
9
versie 01
ingangsdatum 19-02-2015
pag. 5 van 5
Arbo, milieu en veiligheid
Zie ook de NVWA intranetpagina over ARBO. In dit dossier vind je ARBO informatie en
voorschriften over Arbo.
Wettelijke temperatuur
Toegestane
afwijking bij
gebruik van de
infraroodthermo
meter
Temperatuur Roodvlees
Gekoeld
Maximum + 7°C voor karkassen en delen
Geen
ervan
Bevroren
Maximum + 3°C voor slachtafval
Geen
Maximum – 18°C
1°C
Temperatuur Pluimveevlees
Gekoeld
Maximum + 4°C
Geen
Bevroren
Maximum – 12°C
1°C
diepgevroren
Maximum - 18°C
1°C
Temperatuur Visserijproducten
Gekoeld
Verse of ontdooide visserijproducten en
Geen
producten van gekookte en gekoelde
schaal- en weekdieren:
Temperatuur van smeltend ijs
Bevroren
Ingevroren visserijproducten: (met
4°C
uitzondering van ingevroren vis in pekel)
Maximum – 18°C
Voor het overige dient de tabel opgenomen in BPR 20 te worden gevolgd.
Bron: NVWA. Ongeregistreerde kopie. Een actuele versie is via intranet beschikbaar