Als je kind niet lekker in zijn vel zit TSG.
Download
Report
Transcript Als je kind niet lekker in zijn vel zit TSG.
Als je kind niet lekker in
zijn vel zit
Rolf Tebbens
Mindfit
1
Middelbare schooltijd
• Puberteit (10-14 jaar)
• Adolescentie (14-24 jaar)
2
3
dokter Scheamroodt:
• veranderingen in de puberteit
4
5
Puberteit
•
•
•
•
•
•
Grote lichamelijke veranderingen
Geslachtelijke rijping
Hormonen: prikkeling emotionele brein
Emoties bepalen gedrag
Verstand op lager pitje
Functie: vergroten overlevingskans
6
Typisch
pubergedrag
• Heftige stemmingswisselingen
• Snel gestrest en opgewonden
• Impulsief gedrag
• Weten zelf niet waarom ze zo doen
• Experimenteren
• Afzetten tegen volwassenen
• Contact met vrienden belangrijk
• Autonomie: baas over zichzelf willen zijn
7
Opwinding
8
Stress
9
De winterjas
10
Adolescentie
•
•
•
•
•
•
Uitrijpen van de hersenen
Met name prefrontale cortex
Eigen identiteit ontwikkelen
Durven onderscheiden
Relaties, seksualiteit
Keuzes over toekomst (school, werk)
11
Je durven onderscheiden
12
Naast veranderingen
Rugzakje met ervaringen
Positief en negatief
Negatief:
Problemen in het gezin
echtscheiding
ziekte/psychiatrie/verslaving
ruzies
kindermishandeling
ouders die teveel verwachten m.b.t. het leren
13
Negatieve ervaringen
Idee niet begrepen te worden
Gepest, geen aansluiting
Worstelen met seksualiteit
Verlies van dierbaren
Verlies door suïcide
14
Krijgen alle jongeren hierdoor problemen?
Nee, afhankelijk van:
Erfelijkheid
Probleemoplossingsvaardigheden
Stressgevoeligheid
Compensatie in positieve dingen
Positief zelfbeeld, zelfvertrouwen
Steun uit de omgeving
15
Complicerende factoren
Denken dat ze de enige zijn
Problemen groter maken dan ze zijn
Schamen zich
Emoties uiten is moeilijk
Zich beter voordoen bij vrienden (internet)
Praten met volwassenen liever niet
Daardoor vaak alleen met hun problemen
16
Problemen die kunnen
optreden
•
•
•
•
•
Depressie
Angsten
Eetproblemen
Zich storten op het schoolwerk
Zichzelf beschadigen
17
Probleem vaak onschuldig,
normaal, tijdelijk
Ernstig indien:
• Veel klachten
• Gedurende langere tijd, meerdere
weken/maanden
• Jongere daar veel last van heeft
• Andere dingen eronder lijden
– school
– vrienden
– thuis
18
Depressie
Af en toe een dip is normaal
Stemmingsprobleem: somber of geagiteerd
Nergens zin in
Geen energie, snel moe
Problemen met slapen en eten
Veel piekeren
Waardeloos of schuldig voelen
Terugtrekken uit contact
Bezig zijn met de dood
19
Angsten in puberteit/adolescentie
Sociale angst: erg verlegen
Scheidingsangst: rond 12 jaar
Faalangst; angst om fouten te maken
Dwanggedachten of –handelingen
Overal over piekeren, zorgen maken
Specifieke vrees
Paniekstoornis, hyperventilatie
PTSS: na traumatische ervaring
20
Bij angsten zie je:
Gedachten: er gaat iets vreselijk gebeuren,
piekeren
Lichamelijk: trillen, zweten, hartkloppingen
Gedrag: vermijden van de situatie, huilen,
opstandig
21
Pubers/adolescenten erg onzeker
op zoek naar houvast/controle
Gedrag wat eerst voor controle zorgt
maar op lange termijn voor verslaving,
gezondheidsproblemen en schoolverzuim.
Meer bij meiden.
22
Eetproblemen
•
•
•
•
•
•
•
•
Niet eten of vreetbuien
Braken of laxeren
Veel bezig met gewicht/afvallen
Vertekend lichaamsbeeld
Geobsedeerd raken door voeding
Doen alsof je wel voldoende eet
Eerder bij meiden met negatief zelfbeeld
Gevoelig voor opmerkingen
Risico: je krijgt een eetstoornis
23
Workaholic
• Je storten op het schoolwerk
• Teveel tijd erin stoppen
• Sport, contacten verwaarlozen
• Onvoldoende rusten
• Nooit tevreden zijn met het resultaat
Risico: je krijgt een burn-out
24
Jezelf beschadigen
•
•
•
•
•
Snijden in arm, been, buik
Branden, haren uitrekken, middelen
Fysieke pijn beter te verdragen
Meestal verborgen
Geeft ontspanning door endorfines
Risico:
je raakt eraan verslaafd
littekens, infecties
andere oplossingen niet zien
25
De aap uit de mouw
26
Meestal niet bedoeld om aandacht te
trekken
Meesten verstoppen het juist
Niet bedoeld om suïcide te plegen
Wel om spanning te verminderen
Nare gevoelens weg te drukken
Om erger te voorkomen
27
Is niet normaal
Vaak ernstige dingen meegemaakt
Kunnen hier moeilijk over praten
Manier van communiceren met omgeving
Manier om aan te geven dat het niet goed
gaat
Manier om het zelf op te lossen
Ouders weten het vaak niet
28
Hoe te reageren op
zelfbeschadiging
• Rustig, maar betrokken
• Compliment dat ze erover vertelt
• Niet over oordelen
• Niet eisen dat het stopt, heeft dat nodig
• Ouders moeten dit wel weten
• Risico’s aangeven
• Zelf andere manieren laten bedenken
• Motiveren voor verdere hulp
29
Hoe te reageren als
het is om interessant te doen:
Checken of dat echt zo is
Laten het juist graag zien
Wijzen op risico’s
Wijzen op gevolgen voor omgeving
(besmetting)
Eisen dat het stopt
Op normale manier aandacht vragen/geven
30
Voorkomen van
problemen
wat kun je doen:
Werken aan zelfvertrouwen
3 complimenten per dag
Leren praten over gevoelens en problemen
Hierin het goede voorbeeld geven
Jongere serieus nemen
Ruimte geven, maar ook begrenzen
Structuur, duidelijkheid
31
Voorkomen van
problemen (2)
Rustige, liefdevolle, veilige omgeving
Fouten maken mag (moet)
Heb realistische verwachtingen
Zie opvoeding als een spel
Humor is erg belangrijk
Nodig kind uit te komen bij problemen
Kind kan altijd op je terug vallen
32
Als er al
problemen zijn
Neem het probleem serieus
Probeer ook gerust te stellen
Probeer in gesprek te komen
Geef een compliment als dat lukt
Luisteren is belangrijker dan praten
Geef geen ongevraagde adviezen
Oordeel niet
33
Als er al
problemen zijn (2)
Doe geen dingen achter de rug van de jongere om
Beloof geen geheimhouding
Geef aan wat je kunt bieden en wat niet
Welke oplossingen ziet de jongere zelf?
Laat hem/ haar dit uitproberen
Motiveer hem/haar voor andere hulp
Vraag wat hij/zij van het gesprek vond
34
Wat ik al uw kinderen toewens
Dat ze tegenslagen kunnen overwinnen
Zichzelf volledig kunnen ontplooien
Sterk en gelukkig zijn
Zichzelf durven zijn
Zichzelf goed genoeg vinden
Positief in het leven staan
Goede relaties hebben
Gabriella’s song uit ‘As it is in heaven’
35
Vragen voor discussie in groepjes
Wat herkent u van de veranderingen in de
puberteit bij uw eigen kind/leerling?
Wat doet u zelf om problemen bij uw
kind/leerling te voorkomen?
Wat werkt wel en niet als uw kind/leerling
een van de genoemde problemen heeft?
36