Aan het bestuur en Directie van Palier

Download Report

Transcript Aan het bestuur en Directie van Palier

Vereniging Vrienden van Drugvrije Programma’s
Secretariaat: Sonoystraat 14, 2581 VL, Den Haag
Aan Bestuur en Directie van Palier
Mevrouw M. Verschuure
De heer B.E.A. van der Hoorn
Monsterseweg 93
2553RJ Den Haag
Den Haag, 22 januari 2014
Betreft: recente bezuinigingsmaatregelen
Geachte mevrouw Verschuure, heer van der Hoorn,,
Het bestuur en leden van de Vereniging van Drugvrije Programma’s VVDP maken zich zorgen over de recente
wijzigingen in het behandelaanbod van zowel Brijder Verslavingszorg als Palier.
Het betreft de wijzigingen in de behandeling van verslaafde ouders en kinderen in Project 4 en de sluiting van de
langdurige behandeling van de drugvrije kliniek van Palier, vh. S.O.V. in Ossendrecht.
Wij realiseren ons dat de GGz zich gecommitteerd heeft aan grote veranderingen, met name een enorme reductie
(30%) in het aantal bedden. We realiseren ons ook dat van het totale aantal bedden sommige categorieën (zoals
gesloten opnamebedden en een fors aantal woonbedden) vrijwel niet te ambulantiseren zijn.
Desondanks willen wij wijzen op de bijzondere plaats die voortgezette residentiële behandeling (vooral maar niet
alleen met het therapeutische gemeenschaps (TG) model) voor ernstig en langdurig (drug)verslaafden in het palet
inneemt.
Het TG model is in de jaren zestig ontstaan, juist voor de bovengenoemde groep en heeft zich wereldwijd
ontwikkeld en ruimschoots bewezen als evidence based en kosten-effectieve behandelvorm.
In veel landen is de therapeutische gemeenschap het dominante therapiemodel voor de behandeling van
drugsverslaafden. Zo zijn er op dit moment meer da 120 TG’s in Spanje, en meer dan 6o in Polen en Italië.
De conclusie van een publicatie in 2013 van Vanderplasschen, van een analyse van 16 onderzoeken waarin
therapeutische gemeenschappen met andere behandelmethoden waren vergeleken, was: “Two out of three studies
showed signifcantly better substance use and legal outcomes among TC participants and five studies found
superior employment and psychological functioning. Length of stay in treatment and participation in subsequent
aftercare were consistent predictors of recovery status.”
Dit bevestigt de eerdere bevindingen van onderzoek in Nederland, dat de lengte van het verblijf therapeutische
gemeenschap bepalend is voor het succes van de behandeling.
In het follow-up onderzoek van Kooyman naar het succes van de Emiliehoeve (1992) was twee jaar na ontslag het
succes percentage (geen druggebruik, geen problemen met alcohol en geen criminaliteit) gekoppeld aan de
verblijfsduur als volgt: tot 1 maand: 0%, 1 maand tot een half jaar: 10%, een half jaar tot een jaar 30%, langer dan
een jaar 70%. Tien jaar later vond Chris van der Meer vrijwel dezelfde percentages bij de Emiliehoeve. Alleen
voor degenen die de volledige behandeling, inclusief het re-entry programma, hadden voltooid vond hij een
percentage van 85%; Kooyman vond 10 jaar eerder een percentage van 82 %.
Internationaal onderzoek toont aan dat de behandeling in een therapeutische gemeenschap kosten-effectief is. De
Noorse econoom John Berg (2002) stelde dat investeren in TG behandeling een
winst door besparing aan kosten oplevert van 200%.
James Pitts en Rawdy Yates (2010) concluderen in een artikel over de kosten baten van de behandeling in TG’s:
treatment interventions of this kind can deliver significant savings to society even where no behaviour change is
assumed and only time in treatment is measured against pre-treatment behaviour.
Internationale onderzoeken naar kosten-baten ondersteunen de eerder uitgevoerde kosten-baten analyse van Chris
van der Meer (2002). Bij deze analyse bleek, dat de behandeling op de Emiliehoeve aan geschatte baten
€. 3.960.000,- per jaar opleverde. Bij Triple-Ex was dit €. 3.900.000,Na aftrek van de totale kosten van de behandeling van alle per jaar opgenomen verslaafden bleek dit een besparing
op te leveren (door een afname van medische, justitiële en sociale kosten na ontslag) door de behandeling op de
Emiliehoeve van 2,41 miljoen euro per jaar. Voor Triple-Ex was dat 2.5 miljoen euro per jaar.
Voor gedetineerde drugverslaafden zijn in laatste jaren in een toenemend aantal landen therapeutische
gemeenschappen in gevangenissen opgericht. Dit vond naar voorbeeld van de TG’s in gevangenissen in de
Verenigde Staten en Engeland onder andere plaats in Italië, Spanje en Griekenland.
Amerikaans onderzoek van behadeling van drugsverslaafden in TG’s in gevangenissen gevold door behandeling
in TG’s na ontslag uit de gevangenis toonde een aanzienlijke afname aan van recidieven.
Zo werd door Wexler (2002) in een follow-up onderzoek, vijf jaar na ontslag uit de gevangenis, bij de groep die in
een TG in de gevangenis en daarna na ontslag in een TG was behandeld, een recidivepercentage gevonden van
42 %, terwijl dat bij de controlegroep (die ook voor behandeling had gekozen, maar deze niet kreeg aangeboden)
85% was.
Deze uitkomsten ondersteunen de resultaten van eerdere follow-up onderzoek van Chris van der Meer (2002) In
dit onderzoek werd in een twee jaar follow-up na behandeling in de TG Triple-Ex, waar voornamelijk exgedetineerden warden opgenomen een aanzienlijk afname van het percentage delicten gevonden vergeleken met
dat van voor de opname: drugs dealen : van 92% naar 8 %, diefstal en inbreken: van 55% naar 36%,
geweldsmisdrijf: van 49 % naar 14 %. In hetzelfde onderzoek bleek, dat 41 % van alle opgenomen cliënten in de
twee jaar na ontslag geen drugs had gebruikt.
De sluiting van de drugvrije langdurige behandeling van drugsverslaafden in de Ossendrecht (v,m. S.O.V.)
waarvoor een continue wachtlijst bestaat betekent, dat door het ontbreken van deze modaliteit in het
behandelpakket een groep kwetsbare (veel overlast en criminaliteit veroorzakende) cliënten het laatste redmiddel
tot duurzame abstinentie wordt ontnomen.
Het doel van de behandeling in Ossendrecht is vergelijkbaar met dat van de therapeutische gemeenschappen,
namelijk om cliënten in de therapie te leren weer op eigen benen te staan. Van kostenpost naar kostverdiener.
De behandeling in Ossendrecht richt zich op dezelfde cliënten als de TG Triple-Ex: verslaafden met een crimineel
verleden, die de behandeling beginnen vanuit een bijzonder ongunstige startsituaties (detentie, dakloosheid).
We ondersteunen het streven om de zorg goedkoper te maken en waar mogelijk ambulant aan te bieden, maar
willen erop wijzen, dat voor deze doelgroep een langdurige opname een noodzaak om te voorkomen. dat zij in een
ambulant nazorgprogramma snel terugvallen in het oude gedrag met alle maatschappelijke kosten en overlast die
dit met zich mee zal brengen, nog afgezien van de persoonlijke drama’s.
Het sluiten van de zestig bedden tellende drugvrije kliniek in Ossendrecht betekent date in de regio Brabant en
Rotterdam geen enkele langdurige behandeling gericht op een bestaan zonder drug overblijft voor de doelgroep
problematische verslaafden met doorgaans een justitieverleden.
Naast de sluiting van het programma in Ossendrecht is de wijziging in het aanbod van de behandeling van
Project 4 van een langdurig programma, waarbij de ouders samen met de kinderen tijdens de behandeling in een in
(gedeelte van) een eigen woning verblijven, in een kortdurend klinische opname in een verslavingskliniek is naar
onze mening een zorgelijke ontwikkeling. Het lijkt moeilijk voorspelbaar dat in een milieu, dat in niets lijkt op een
normale opvoed- en woonomgeving de situatie in drie maanden zodanig is verbeterd dat verantwoord ontslag
mogelijk is.
Wij zijn bereid om, liefst samen met u, op te trekken richting financiers en beleidsmakers om ook hen te
overtuigen van nut en noodzaak van langdurige residentiële behandeling ernstig en langdurig verslaafden met een
justitie achtergrond.
Het bestuur zou graag op een zo kort mogelijke termijn een gesprek met u hebben waarbij u de in uw visie
noodzakelijke wijzigingen in het behandelaanbod zou kunt toelichten en wij op constructieve wijze haalbare
alternatieven met u kunnen bespreken.
Namens het bestuur van de Vereniging van Vrienden van Drugvrije Programma’s
Met vriendelijke groet,
Drs. L.C.M. van Eendenburg, secretaris
cc. de raad van Bestuur van de Parnassia Groep
Willem van der Zee (manager Forensische Poliklinek Palier Rotterdam)
Chris van der Meer, psychiater Palier