Economische Vooruitzichten Wereldeconomie

Download Report

Transcript Economische Vooruitzichten Wereldeconomie

Economische
Vooruitzichten Wereldeconomie
April 2014
De zwakke conjunctuurdata van de voorbije maanden zijn allicht
niet meer dan een tijdelijke groeipauze. De koude Amerikaanse
winter speelde daarbij een rol. De kwetsbaarste economie blijft
de eurozone, met een oncomfortabel lage inflatie. Ondertussen
creëert de stimulering van de Japanse binnenlandse vraag een bijkomende groeipool voor de wereldeconomie. De recente crisis in
de opkomende economieën is wat geluwd, maar de schokgolven
van de Oekraïne-crisis kunnen nog roet in het eten gooien.
•Amerikaanse conjunctuur laat barre winter achter zich
•Hervormingen eurozone nog lang niet voltooid
•Lage inflatie eurozone baart zorgen
•Bank of England in moeilijk parket
• Japanse Abenomics zorgt voor stevige groei binnenlandse vraag
•China zet verdere stappen naar financiële liberalisering
•Oekraïne bron van onzekerheid
Algemeen perspectief
Azië - Latijns-Amerika
Economische omgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Japan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
• Conjunctuuroptimisme krijgt domper
• Consument zet zich schrap
China . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Amerika
• Einde van een zekerheid
Verenigde Staten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
• Winterblues doet uitkijken naar economische lente
Ontluikende markten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
• Kalmering
Tabellen
Europa
Eurozone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Groei - Inflatie - Rentes en Wisselkoersen . . . . . . 13
• Conjunctuurhemel klaart op
Verenigd Koninkrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
• Bank of England bereidt exit(s) voor
Centraal-Europa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
• Positieve dynamiek intact
Onze publicaties zijn online beschikbaar, via
www.kbc.be/economischevooruitzichten/.
U kunt ze ook gratis ontvangen per e-mail.
Surf naar www.kbc.be/sb/e-nieuwsbrieven en
registreer uw gegevens.
Verantwoordelijke uitgever: Dieter Guffens, Havenlaan 2, B-1080 Brussel, (32) (0)2 429.62.87
([email protected])
Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, Global Services, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel,
E-mail: [email protected]
Deze publicatie komt tot stand op de afdeling Economic Research van KBC Groep. Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit
zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie
zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van 6
april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.
Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 24 maart 2014, tenzij anders vermeld. De
1
beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 25 maart 2014.
Economische Vooruitzichten
Algemeen perspectief
Economische omgeving
Conjunctuuroptimisme krijgt domper
Intact
De opwaartse trend van de wereldconjunctuur, die de voorbije maanden wat
aan bloedarmoede leed, lijkt nog altijd
intact. Nadat onder meer de barre winter in de VS voor een terugval van de
economische activiteit had gezorgd, stabiliseerde het producentenvertrouwen in
de verwerkende nijverheid in februari.
Ook de werkgelegenheidscreatie in die
maand viel beter mee dan gevreesd.
Ondertussen zette in Europa de conjunctuurherleving zich voort. Het groeitempo
van de eurozone ligt weliswaar een stuk
onder dat van de VS, maar is niettemin
vrij robuust. De start van de verbeterende
trend van het producenten- en consumentenvertrouwen dateert immers al van
de tweede helft van 2012. Goed nieuws
blijft ondertussen ook uit Japan komen.
Het ‘Abenomics’-beleid blijft de groei van
de binnenlandse vraag, en de particuliere
consumptie in het bijzonder, stimuleren.
Zozeer zelfs dat het traditionele externeoverschotland Japan een tekort op de
lopende rekening kreeg en er van een
krapte op de arbeidsmarkt sprake is.
Domper
In vergelijking met eind 2013 heeft het
conjunctuuroptimisme wel een zekere
domper gekregen. Dat wordt vooral
zichtbaar in de tienjaarse obligatierentes van de VS en Duitsland, die nu
zo’n 40 basispunten lager liggen dan
eind 2013. Daar zijn een aantal redenen
voor. Vooreerst waren er de weersgerelateerde zwakke data in de VS, die de
waarschijnlijkheid van een spoedige verkrappingscyclus door de Fed verkleinde.
Daarnaast veroorzaakte de start van de
‘tapering’ door de Fed een uitstroom
van internationaal kapitaal uit opkomende economieën. Vooral landen met
bestaande economische onevenwichtigheden hadden daaronder te lijden. Nadat
echter voldoende duidelijk werd dat de
start van de ‘tapering’ een weerspiegeling is van de fundamentele gezondheid
van de Amerikaanse economie en niet
automatisch een nakende renteverhoging impliceert, keerde een zekere rust
terug. Die maakte dan op haar beurt
weer plaats voor een grote risicoaversie
als gevolg van de Krimcrisis. De vlucht
naar kwaliteitsobligaties stuurde de referentie-obligatierentes naar het huidige
lage peil.
Van de grote ontwikkelde economieën is
de eurozone allicht het kwetsbaarst voor
dergelijke externe schokken. We ver-
Inflatie eurozone laagste van zijn peers
(verwerkende nijverheid, standaardafwijking van LT-gemiddelde)
(jaarwijziging in %)
1,5
6
1
5
0,5
4
0
3
-0,5
2
-1
1
-1,5
0
-2
-2,5
-1
-3
-2
De oorzaak van de lage Europese inflatie
ligt in de nog altijd lopende schuldafbouw en gezondmaking van de financiële sector, die in de eurozone slechts
traag op gang kwamen. Dat is een gelijkenis met het Japan van de eerste helft
van de jaren 90, zij het niet in dezelfde
mate. Het contrast met de VS, die wel
snel en kordaat daarvan werk maakten,
springt in het oog. Terwijl in de eurozone
de uitstaande kredietverlening aan de
private sector in januari 3% lager lag
dan een jaar eerder, was die in de VS op
Kwetsbaar
Wereldwijd producentenvertrouwen laat vrieskou achter zich
-3,5
2005
wachten dat in 2014 de reële bbp-groei
in de eurozone (1,2%) de laagste zal zijn
van grote economieën (VS +2,7%, het
VK +2,5% en Japan +1,6%). Het is allicht
geen toeval dat ook de inflatie in de
eurozone uit de band springt. Terwijl in
de VS, het VK en Japan de inflatie op een
relatief ‘normaal’ peil ligt (respectievelijk
1,2%, 1,9% en 1,4%), is de inflatie in de
eurozone slechts half zo hoog (0,7%).
Dat komt doordat enkel in de eurozone
de monetaire omgeving almaar krapper
wordt. De groei van de geldhoeveelheid
in de reële economie bedroeg in januari
slechts 1,2% terwijl ook de wisselkoers
van de euro langzaam maar zeker stijgt.
Ter vergelijking: in Japan groeit die geldhoeveelheid met 3,2% en in de VS zelfs
met 6,3%.
06
07
08
09
10
11
12
13
14
-3
2005
06
07
Eurozone
VS
2
08
09
10
11
VK
Japan
12
13
14
Reële bbp-groei
2013
2014
2015
2,1
2,8
3,1
Noord-Amerika
1,8
2,6
2,9
Latijns-Amerika
2,8
3,2
3,6
0,6
1,8
2,2
Amerika
Europa
Eurozone
Centraal-Europa
-0,4
1,2
1,7
1,0
2,2
2,7
5,2
5,5
5,5
Japan
1,5
1,6
1,3
Azië excl. Japan
5,9
6,3
6,3
China
7,7
7,5
7,0
India
3,8
5,1
6,3
Azië
Wereld
2,9
Olieprijs (Brent per vat in USD, einde jaar)
110
datzelfde ogenblik met 7% gegroeid.
Een stap in de goede richting om dat
probleem aan te pakken is de doorlichting van de Europese banksector door
de ECB in de loop van dit jaar.
Naast de ondermaatse groei van de kredietverlening is een te sterke wisselkoers
van de euro een tweede belangrijke risico voor de Europese conjunctuur en lage
inflatie. Dat herinnert aan de Japanse
ervaring na de val van Lehman in 2008.
Bij de start van de financieel-economi-
sche crisis deed de Bank
of Japan als enige grote
centrale bank niet mee
aan de diverse ronden
van geldcreatie. Daardoor
apprecieerde de Japanse
yen ten opzichte van de
dollar met 34% tussen
september 2008 en de
komst van Abenomics. De
sterke yen woog op de
Japanse groei en zorgde
voor een stevige deflatoire druk.
De Europese Centrale
Bank bevindt zich nu in
een soortgelijke, maar
98
95
niet zo extreme situatie.
De monetaire basis groeit
maand na maand gestaag in de VS en
Japan (die in het VK blijft relatief stabiel),
terwijl die in de eurozone daalt. Dat is
een van de redenen voor de gestage
versterking van de wisselkoers van de
euro. Als die versterking zich voortzet,
zal ze een neerwaartse druk op de
Europese inflatie blijven uitoefenen. De
ECB zal dan vroeg of laat een aankoopprogramma moeten starten. Ze kan haar
beleidsrente van 0,25% immers niet
meer betekenisvol verlagen. De aankoop
van financiële activa, zoals overheids3,7
3,9
Kredietgroei in de eurozone ondermaats
(uitstaande kredieten aan niet-financiële ondernemingen, jaarwijziging in %)
obligaties, kan dan een gepaste manier
zijn om de geldgroei met “vers gedrukt”
geld op te krikken, de euro te verzwakken en de inflatie opnieuw dichter naar
haar inflatiedoelstelling van net geen
2% te tillen.
Evenwichtiger
Ondanks de relatieve kwetsbaarheid van
de Europese conjunctuur blijft het conjuncturele glas halfvol. Vooral het feit
dat de groei van de wereldeconomie
nu in toenemende mate stoelt op de
binnenlandse vraag, en dus verscheidene groeipolen kent, stemt optimistisch.
Bovendien is met de afbouw van de
grote externe onevenwichtigheden van
de VS, China en Japan een belangrijk
risico voor de duurzaamheid van de economische groei afgenomen. Zonder een
nieuwe negatieve schok is de dynamiek
van de wereldeconomie allicht sterk
genoeg om de hoge werkloosheid en
onderbenutte productiecapaciteiten die
de recessie van 2009 veroorzaakte, eindelijk betekenisvol af te bouwen.
Dieter Guffens
[email protected]
[email protected]
Appreciatie Japanse yen tijdens Grote Recessie afschrikkend
voorbeeld voor eurozone
(JPY per USD)
25
115
20
110
15
105
10
100
5
95
0
90
-5
85
-10
80
-15
75
-20
-25
1999
2001
Eurozone
VS
03
05
07
09
11
70
13
2008
09
10
11
12
13
14
3
Economische Vooruitzichten
Amerika
Verenigde Staten
Winterblues doet uitkijken naar economische lente
De VS zette in het vierde kwartaal van
2013 haar economisch herstel gestaag
voort. Hoewel het Amerikaanse reële
bbp met 2,4% op jaarbasis trager groeide dan in het derde kwartaal, lag dit percentage in het verlengde van de cijfers
uit de eerste helft van 2013. Opnieuw
lag de consumptie aan de basis van
het herstel, terwijl het aandeel van de
investeringen er licht op achteruitging.
Overheidsuitgaven waren, voornamelijk
onder invloed van de overheidsshutdown in oktober, verantwoordelijk voor
het aftoppen van de kwartaalgroei met
1 procentpunt.
Terwijl de volatiele component van de
voorraden maar liefst 1,5 procentpunt
van de groei in het derde kwartaal
van 2013 voor zijn rekening nam, verdween die bijdrage in het niets gedurende het daaropvolgende kwartaal. Een
nieuwe voorraadcyclus kan beginnen
wegen op de groei, wanneer producenten starten met de afbouw van hun
bestaande voorraden. We verwachten
dat het zware winterweer eveneens een
nadelige impact zal hebben gehad op
de groeicijfers in het eerste kwartaal van
2014. Economische indicatoren zoals het
producentenvertrouwen wijzen alvast in
die richting.
Weer als spelbreker
De indicatoren met betrekking tot het
producentenvertrouwen in de VS schetsten een gemengd beeld voor de maand
februari, mogelijk door toedoen van de
strenge winter. In de dienstensector nam
de economische activiteit toe, zij het aan
het laagste tempo sinds begin 2010. De
verwerkende nijverheid vertoonde een
versneld herstel van de economische
activiteit in vergelijking met januari. Toch
stellen we een krimp in de productie
vast, na 17 maanden van onafgebroken
groei. De weersfactor wordt hier met de
vinger gewezen als zijnde verantwoordelijk voor onderbrekingen in de toevoerketens, waardoor er een tekort aan
onderdelen ontstond en de productie
vertragingen opliep. Tenzij er sprake is
van meer structurele gevolgen, verwachten we dat met het einde van de winter
het producentenvertrouwen zich verder
zal herstellen.
Ook de groei van de kleinhandelsverkopen kreeg in de eerste helft van februari
af te rekenen met de naweeën van het
barre winterweer. De cijfers lieten uiteindelijk een bescheiden herstel optekenen,
dankzij een heropleving in de tweede
helft van de maand. Deze inhaalbeweging stemt tot optimisme omtrent de
Groei blijft consumptiegedreven
verkoopcijfers met de komst van de
lente. Voor het eerste kwartaal gaan
we er wel nog van uit dat de consumptiegroei een tijdelijke terugval zal kennen, maar ook hier verwachten we een
herstel gedurende de daaropvolgende
kwartalen.
Voorzichtig optimisme in
arbeidsmarkt
Sinds Janet Yellen tijdens haar eerste
publieke optreden als Fed-voorzitter het
belang van een lage inflatie en een
bredere verbetering in de arbeidsmarkt
onderstreepte in de bepaling van het
‘taper’-tempo, gaat de aandacht des
te meer naar de maandelijkse arbeidsmarktindicatoren. Voor februari was
het rapport vrij gunstig en verrassend
genoeg had het winterweer slechts een
beperkte negatieve impact. Zo werden
er meer jobs in de privésector gecreëerd in februari (175 000 banen) dan in
december 2013 en januari 2014 (respectievelijk 84 000 en 129 000 banen), hoewel dat aantal nog lang niet het niveau
van de eerste elf maanden van 2013
heeft bereikt. Het gemiddelde uurloon
kende een sterkere stijging (0,4% t.o.v.
0,2% in januari 2014), maar dit cijfer
moet worden genuanceerd aangezien
ook hier de weersfactor een impact had.
Producentenvertrouwen schetst gemengd beeld
(bijdragen tot reële bbp-groei, in procentpunten)
(ISM > 50 is expansie; ISM < 50 is contractie)
8
65
6
60
4
55
2
0
50
-2
45
-4
40
-6
35
-8
-10
2009
10
11
Private consumptie
Overheidsconsumptie
Investeringen
4
12
Netto-uitvoer
Voorraden
Reële bbp-groei
30
2007
13
08
09
10
ISM verwerkende nijverheid
ISM dienstensector
ISM Verwerkende nijverheid
ISM Dienstensector
11
12
13
Vooruitzichten VS
2013
2014
2015
druk op de lonen en bijgevolg in een toename
1,9
2,7
3,0
Reële bbp-groei
van de inflatie. De dyna1,5
1,6
2,1
Inflatie
miek achter de stijgende
werkloosheidsgraad voor
+12m
24-03-2014
+3m
+6m
februari zendt dus enig0,25
0,25
0,25
0,25
Beleidsrente
zins een positief signaal
uit, daar een terugkeer
2,77
3,00
3,20
3,60
Tienjaarsrente
naar de arbeidsmarkt op
1,38
1,35
1,33
1,25
USD per EUR
een optimistische houding wijst wat de banenHet weer bleek niet zozeer de jobcreatie
vooruitzichten betreft.
te hebben beïnvloed, wel was er een
negatief effect op het aantal gewerkte
‘Taper’-tempo
uren. In het geval van vaste maand- of
weeklonen verhoogt dat het gemidMet het stijgen van de werkloosheidsdelde uurloon, zonder een toename in
graad en een inflatie die waarschijnlijk
de koopkracht te realiseren.
nog geruime tijd onder de 2,5% zal
blijven, daalt voor de Fed de druk om
De werkloosheidsgraad kende op het
tijdens de eerstvolgende bijeenkomsten
eerste gezicht een minder gunstige ontde tapering te versnellen en het verhowikkeling: die steeg van 6,6% naar
gen van haar beleidsrente te vervroe6,7%. Er is echter geen reden tot paniek.
gen. Dat het bereiken van één van de
De stijging is voornamelijk te wijten
drempelwaarden voor werkloosheid of
aan een toename in de participatieinflatie echter niet automatisch leidt tot
graad. De participatiegraad in de VS
een stijging van de beleidsrente maar
kent historische laagtes als gevolg van
een verdere evaluatie van de gezondheid
het groot aantal ‘ontmoedigden’ die
van de arbeidsmarkt zal initiëren, doet
hun actieve zoektocht naar een job
stemmen rijzen om over te schakelen
hebben gestaakt. Er heerste recentelijk
naar een ‘qualitative guidance’. Door
dan ook ongerustheid in de markt dat
expliciet afstand te nemen van de voorer krapte in het arbeidsaanbod dreigde,
opgestelde drempelwaarden probeerde
hetgeen zou resulteren in een opwaartse
de Fed op haar vergadering in maart
Werkloosheid stijgt door terugkeer naar arbeidsmarkt
67
400
66,5
350
66
250
65
6
5
64,5
200
64
150
63,5
4
63
3
62,5
2
2005
300
65,5
7
(in duizendtallen)
10
8
06
07
08
09
10
11
12
13
Werkloosheidsgraad (in %, linkse schaal)
Participatiegraad (in %, rechtse schaal)
Fed-drempel (in %, linkse schaal)
Werkloosheidsgraad (in %,Fed
linkeras)
streefwaarde (in %, linkeras)
Activiteitsgraad (in %, rechteras)
14
Stephanie Smet
[email protected]
Banencreatie neemt weer toe
11
9
onzekerheid met betrekking tot het toekomstig Fed-beleid weg te nemen. De
markt dient immers gerust gesteld te
worden dat er geen plotse stijging van
de rente kan optreden als de werkloosheid sterk daalt en het inflatiecijfer toch
onder controle blijft.
100
50
0
62
2012
13
14
Totale economie
Private sector
5
Economische Vooruitzichten
Europa
Eurozone
Conjunctuurhemel klaart op
De conjunctuurhemel boven de eurozone
klaart op. Economische data wijzen op
een breder gedragen herstel. Lage inflatie en krimpende kredietverlening blijven
echter zorgen baren en kunnen de ECB
tot verdere actie dwingen. De felgeplaagde perifere eurolanden hijsen zich
intussen geleidelijk uit het moeras. Toch is
er nog veel werk aan de winkel, want de
hervormingsagenda is verre van voltooid.
Frankrijk (0,3%) en Italië (0,1%) lijken
dan weer een deel van dat exportgeleid herstel te missen. Daarnaast zijn
het vooral de niet-eurolanden die tot
de sterkste groeiers van de EU behoren: Zweden (1,7%), het VK (0,7%) en
Centraal-Europa behaalden duidelijk
hogere groeicijfers. De depreciatie van
hun munten gaf hun exportsector een
duwtje in de rug.
Herstel in de breedte
Het herstel wordt echter niet alleen meer
door de export gedragen. Er zijn duidelijke tekenen van een herleving van de
binnenlandse vraag. De bedrijfsinvesteringscyclus komt geleidelijk op gang. De
industriële capaciteitsbezettingsgraad zit
vrij dicht bij zijn historisch gemiddelde.
Na bijna zeven jaar van economische crisis zijn heel wat vervangingsinvesteringen
nodig. Toch wachten bedrijven voorlopig
op gunstigere signalen vooraleer zij hun
ruime cashpositie aanspreken en zich aan
uitbreidingsinvesteringen wagen.
Het economisch herstel van de eurozone
wordt steeds breder gedragen. Het dieptepunt van de huidige conjunctuurcyclus
werd al bereikt in het laatste kwartaal
van 2012, maar het herstel verliep tot
nu toe tergend traag. Dat is normaal
in het geval van een gecombineerde
economische én financiële crisis. Toch
hebben zowat alle landen de recessie intussen achter zich gelaten. Het
valt hierbij op dat economieën met de
grootste openheidsgraad (export plus
import als percentage van het bbp)
het sterkst profiteren van het wereldwijde conjunctuurherstel. Dit was in het
vierde kwartaal het geval in Duitsland
(kwartaal-op-kwartaalgroei van 0,4%),
België (0,5%) en Nederland (0,7%), waar
de netto-uitvoer een solide groeimotor
blijft. Meer gesloten economieën zoals
Het Europese consumentenvertrouwen
zit al meer dan een jaar in de lift. We zien
heel wat redenen voor dat optimisme.
De werkloosheidsgraad is gestabiliseerd
rond de 12%, het begrotingsbeleid is
zowat groeineutraal na jaren van zware
saneringen, de lagere (energie-)prijzen
geven de consumenten meer koopkracht
Open economieën pikken extra graantje mee van herstel
(verhouding bbp-groei en openheidsgraad (% export + import /bbp))
Openheidsgraad in % bbp
Hervormingen werpen
vruchten af…
Vooral de euforie in de europeriferie
springt in het oog. Spanje en Italië konden twee jaar recessie van zich afschudden, de rentevoeten daalden tot historische laagteniveaus en ratingagentschap Moody’s verhoogde de ratings
van Spanje en Ierland. Zelfs voor staatsobligaties van Portugal en Griekenland
bestaat een zekere appetijt. Het hoogtepunt van de eurocrisis ligt dus achter
ons. Het is maar de vraag of de landen
nu niet te snel op hun lauweren gaan
rusten. Het adagium “never let a good
crisis go to waste” is zeker van toepassing. Tot op zekere hoogte hebben de
eurolanden werk gemaakt van hervormingen. De concurrentiekracht – gemeten volgens loonkosten per eenheid product – is fors verbeterd in Ierland, Spanje
en Griekenland. De grote tekorten op
de lopende rekening en handelsbalans
zijn gecorrigeerd naar overschotten, die
volgens een studie van de Europese
Commissie grotendeels blijvend van aard
Kapitaalsinvesteringen trekken terug aan na ‘lange winter’
(investeringscomponent van het bbp, piek Q1 2008 = 100)
105
1,90
Nederland
1,50
Bulgarije
1,30
100
Litouwen
Tsjechië
Slovenië
Oostenrijk
1,10
Ierland
Hongarije
België
1,70
95
90
Letland
85
Duitsland
0,90
80
0,70 Italië
Spanje
0,50
Frankrijk
0,0
en het verbeterde financiële klimaat
ondersteunt traditioneel het economisch
optimisme. Recent vertaalde zich dit al in
een sterkere groei van de kleinhandelsverkopen.
0,2
0,4
0,6
0,8
Gemiddelde bbp-groei H2 2013
75
1,0
1,2
1,4
70
2006
07
08
Duitsland
Frankrijk
Nederland
6
09
10
11
VK
België
12
13
Vooruitzichten eurozone
2013
Reële bbp-groei
Inflatie
2014
2015
-0,4
1,2
1,7
1,3
0,9
1,3
24-03-2014
+3m
+6m
+12m
Beleidsrente
0,25
0,25
0,25
0,25
Tienjaarsrente Duitsland
1,64
1,80
2,00
2,30
zijn. De arbeidsmarkthervormingen werpen hun eerste vruchten af, getuige de
recente krimp van het werklozenleger.
schuldgraden van zowel
de publieke als privésector als een zwaard van
Damocles boven de hele
eurozone hangen. Dat
alles doet vermoeden dat
zowel de reële groei als
de kredietvraag nog een
tijdje aan de zwakke kant
zullen blijven.
Neveneffecten
De lage groei van de binnenlandse vraag
en inflatie zijn deels te wijten aan de
hervormingen. Bovendien zouden ingrijpende concurrentiekrachtverbeteringen
in Frankrijk en Italië, samen 40% van
de eurozone, tot verdere neerwaartse
prijsdruk leiden. Daardoor kan het deflatiespook – tegenwoordig nooit veraf
in de eurozone - terug opdoemen. De
ECB hield in maart zijn zwaar geschut
achter de hand, maar zal bij heroplevende deflatievrees niet aan de zijlijn
toekijken. Voorlopig schuift de ECB de
hete aardappel wat door. De banksector
ondergaat dit jaar een doorlichting van
zijn balans en stresstesten, die met zogenoemde “zombiebanken” – ondergekapitaliseerde banken die amper nieuwe
kredieten geven – moeten afrekenen.
Daarnaast wees Draghi meermaals op de
…maar zijn niet voltooid
Toch is de eurozone nog geen land van
melk en honing. In Frankrijk en Italië
valt er weinig concurrentiekrachtverbetering te bespeuren. De sterkere euro
heeft zelfs tot een verslechtering geleid.
Van arbeidsmarkthervormingen kwam
de voorbije twee jaar weinig terecht, wat
mee verklaart waarom net daar de werkloosheid nog stijgt. Italië kreeg begin
maart een ‘rode kaart’ van de Commissie
voor zijn gebrek aan daadkracht, een
duidelijk signaal aan de nieuwe regering Renzi. Zonder arbeidsmarkthervormingen en liberaliseringen stevent Italië
af op een nieuw verloren decennium.
Hetzelfde geldt – in mindere mate – voor
Frankrijk. Daarnaast blijven ook de hoge
Begrotingsbeleid opnieuw quasi-neutraal in eurozone
300
1,4
250
1,2
200
1
150
0,8
100
0,6
50
0,4
0
0,2
-50
11
12
13
14
De Europese verkiezingen van eind mei
kunnen een belangrijke katalysator voor
hervormingen zijn. De voorbije maanden
was de Commissie vrij mild voor ontsporingen op begrotingsvlak of gemakzucht tegenover arbeidsmarkthervormingen. Een nieuw parlement en sterkere
Commissie met pro-Europese voorzitter
kunnen hier verandering in brengen.
Het Europees institutioneel kader en de
bankenunie moet verder worden uitgebouwd. Arbeidsmarkthervormingen
en begrotingsdiscipline afdwingen is
noodzakelijk om het groeipotentieel van
Europa op lange termijn te ontsluiten en
zo de welvaart voor toekomstige generaties te vrijwaren. De sociaaleconomische
crisis heeft echter diepe wonden nagelaten. Het risico bestaat dan ook dat eurosceptische partijen een belangrijk deel
van de zitjes verwerven. Het zou zonde
zijn indien het Europese integratieproject
hierdoor een terugslag krijgt.
Siegfried Top
[email protected]
(driemaands voortschrijdend gemiddelde, verandering aantal werklozen)
1,6
2010
Europa kiest
Negatieve werkloosheidstrend lijkt gekeerd
(verbetering structureel begrotingssaldo in % van het bbp)
0
verantwoordelijkheid van overheden om
hun besparingen niet terug te schroeven, structurele hervormingen door te
voeren en het Europese huis verder op
orde te brengen.
-100
12
13
Jul-2011
GIIPS (*)
Duitsland
BelgiëEurozone
Frankrijk
14
(*) GIIPS: Griekenland, Italië, Ierland, Portugal en Spanje
7
Economische Vooruitzichten
Europa
Verenigd Koninkrijk
Bank of England bereidt exit(s) voor
De Britse economie zet zijn stevige
groeispurt ondanks de kletsnatte winter
voort. Het herstel is bovendien duurzamer geworden. De Bank of England
houdt er rekening mee dat ze binnenkort
op de monetaire rem zal moeten staan,
maar heeft voorlopig nog schrik om als
eerste grote centrale bank het feestje af
te breken. Intussen nadert ook het referendum over Schotse onafhankelijkheid.
Duurzaam herstel
Het VK zit in een krachtige herstelfase,
met drie opeenvolgende kwartalen van
rond de 3% kwartaalgroei op jaarbasis. Aanvankelijk was er scepsis over de
duurzaamheid van dit herstel, omdat het
vooral toe te wijzen was aan toenemende
gezinsconsumptie en het overheidsgedreven herstel van de woningmarkt. Volgens
nieuwe cijfers is het groeiplaatje echter evenwichtiger, met ook een stevige
versnelling van de bedrijfsinvesteringen.
Vertrouwensindicatoren geven aan dat
deze trend zich dit jaar allicht zal voortzetten, hoewel het eerste kwartaal wat vertekend is door de zware overstromingen.
Eerste renteverhoging op radar
De Bank of England zit wat verveeld met
het vele positieve economische nieuws.
2013
2014
2015
Vooruitzichten VK
Sinds midden 2013 hanteerde ze een beleid van
1,8
2,5
2,2
forward guidance met Reële bbp-groei
2,6
2,3
2,1
Inflatie
een aantal doelstellingen,
waaronder de werkloos+12m
24-03-2014
+3m
+6m
heidsgraad.
Enigszins
0,50
0,50
0,50
0,75
Beleidsrente
verrassend daalde deze
sindsdien fors. De drempel Tienjaarsrente
2,76
3,00
3,20
3,60
van 7% wordt wellicht de GBP per EUR
0,83
0,82
0,81
0,80
komende maanden door1,65
1,65
1,64
1,56
USD per GBP
broken. De Bank dreigde
zo achter de feiten aan
te hollen en schrapte intussen de werkber. De discussie woedt nu of het voor
loosheidsgraad als drempel. Gouverneur
Schotland wel zo’n goed idee is op eigen
Carney gaf aan dat ze nu focust op de
benen te staan. De omvang van de Schotse
onderbenutte capaciteit in de economie,
economie, met een bbp van 160 miljard
waardoor de Bank nog enige tijd groei
euro voor 5 miljoen inwoners, is nauwelijks
boven potentieel zal tolereren vooraleer
1/10e van het VK. De Schotten zijn vrij
ze de rente zal optrekken. Daarnaast wil
eenzijdig afhankelijk van de olieproductie
ze een hogere loongroei (2,5% jaar-op– de verdeelsleutel met het rest-VK is een
jaar) zien dan nu het geval is (0,9%). De
punt van discussie - en van de financibeperkte inflatiedruk (1,9%) geeft de Bank
ële sector, die 1200% van het Schots bbp
nog enkele kwartalen respijt om de exit uit
uitmaakt. Schotland zou bovendien niet
het uiterst soepele beleid voor te bereiden.
automatisch lid van de EU blijven en moet
zich beraden over een munt: het pond, een
Brexit of Scexit?
eigen munt, of de euro? De Ierse ervaring
leert dat ook Schotland zijn eigen weg kan
Een andere kopzorg van de Britse beleidsgaan, maar dat dit niet noodzakelijk van
makers zijn de twee referenda die op
een leien dakje zal lopen. Opiniepeilingen
de agenda staan. Het referendum over
geven aan dat de Schotten voorlopig nog
het EU-lidmaatschap schuift de regering
niet warm lopen voor zo’n avontuur.
Cameron voor zich uit. Dat over Schotse
Siegfried Top
onafhankelijkheid is gepland voor [email protected]
Miraculeus snel herstel arbeidsmarkt sinds midden 2013
Voorstanders Schotse onafhankelijkheid winnen wat terrein,
maar op ruime achterstand
(antwoord op vraag: wil u een onafhankelijk Schotland, in %)
1800
60
1600
55
1400
50
1200
45
1000
40
800
35
600
400
30
200
25
0
2005
06
07
08
09
10
11
Nieuwe vacatures (driemaands gemiddelde, in ‘000)
Werkloosheidsuitkeringsaanvragen (in ‘000)
12
13
14
20
Jan-2013
Apr-13
Jul-13
Okt-13
Ja
Neen
Bron: UK Polling report, SNP, TNS, Yougov, Sunday Times, Ipsos-Mori
8
Jan-14
Economische Vooruitzichten
Europa
Centraal-Europa
Positieve dynamiek intact
Cyclisch herstel
In het zog van het gradueel herstel
van de eurozone wint ook de conjunctuur in Centraal-Europa aan kracht. In
nagenoeg alle landen in de regio nam
de economische activiteit in het vierde
kwartaal toe ten opzichte van het derde
kwartaal, al was de reële bbp-groei in
de meeste gevallen nog steeds relatief matig. Zo was de reële bbp-groei
in het vierde kwartaal op jaarbasis in
Slowakije en Bulgarije respectievelijk
1,6% en 1,3%, nog steeds aanzienlijk
lager dan de groeitempo’s van voor de
Grote Recessie. Het meest opmerkelijke
groeicijfer vinden we in Tsjechië waar
de economische activiteit in het vierde
kwartaal toenam met maar liefst 7,9%
op jaarbasis. We moeten dat cijfer evenwel met enige voorzichtigheid interpreteren. Enerzijds is het bemoedigend
dat de Tsjechische economie nu al drie
kwartalen op rij groeit wat op een duurzame herstelbeweging wijst. Anderzijds
mogen we niet te veel gewicht aan dit
ene cijfer hechten. De Tsjechische bbpcijfers worden gekenmerkt door een
hoge mate van volatiliteit, voornamelijk
ten gevolge van sterke schommelingen
in de voorraadcomponent. Bovendien
traden op 1 januari 2014 een aantal
nieuwe belastingen en accijnzen in wer-
king wat consumenten er wellicht toe
heeft aangezet een deel van hun consumptie te vervroegen. Toch behoort de
langstdurende Tsjechische recessie, met
zes opeenvolgende krimpkwartalen startend met het vierde kwartaal van 2011
en eindigend met het eerste kwartaal
van 2013, definitief tot het verleden.
Monetair beleid werkt
ondersteunend
We verwachten dat de positieve dynamiek dit jaar verder aanhoudt, geruggesteund door een accomoderend monetair beleid. De bijzonder zwakke inflatoire dynamiek biedt hier immers ruimte
voor. In navolging van de ECB bevinden
de beleidsrentes van regionale centrale
banken zich op historisch lage niveaus.
In Polen bedraagt de beleidsrente 2,50%
en uit de beleidsverklaring van de centrale bank blijkt dat de rentevoeten op
zijn minst tot het einde van het derde
kwartaal op de huidige lage niveaus zullen blijven. De Hongaarse centrale bank
verlaagde haar beleidsrente ondertussen
al 20 maanden op rij tot actueel 2,60%.
Aangezien de beleidsrente in Tsjechië
al op 0,05% ligt sinds november 2012
opteerde de centrale bank voor wisselkoersinterventies. Sinds december vorig
jaar hanteert de centrale bank een pla-
Groeidynamiek intact
7
8
6
6
5
4
4
2
3
0
2
-2
1
-4
0
Q3 2012
Q4 2012
Q1 2013
Slowakije
Hongarije
Polen
Q2 2013
Q3 2013
Q4 2013
Terwijl met het herstel in de eurozone
de handelspartners in het westen eindelijk in betere doen zijn rommelt het nu
aan de oostflank. De Turkse economie
worstelt met haar afhankelijkheid van
externe financiering en de centrale bank
zag zich genoodzaakt haar beleidsrente
fors op te trekken. Daarnaast is er het
schaakspel rond Oekraïne wat vooral op
de Russische economie weegt. De meeste Centraal-Europese landen zijn echter
voornamelijk ingebed in West-Europese
productieketens. Zo is Polen met een
gecombineerd aandeel van 8 % van zijn
totale uitvoer bestemd voor Rusland en
Oekraïne één van de meest kwetsbare
landen. Dit illustreert dat de handelsbanden relatief klein zijn en dat het besmettingsgevaar al bij al beperkt is.
Dieter Franceus
[email protected]
(jaarwijziging, in %)
10
Tsjechië
Donderwolken aan de
oostflank
Lage inflatie schept monetaire speelruimte
(kwartaalgroei op jaarbasis, in %)
-6
fondkoers van 27 CZK per EUR waarbij
ze desnoods ongelimiteerd kronen verkoopt om die te handhaven.
Bulgarije
-1
2009
10
11
12
13
14
TsjechiëHongarije
Slowakije
Polen
9
Economische Vooruitzichten
Azië - Latijns-Amerika
Japan
Consument zet zich schrap
Solide binnenlandse vraag
De tweede jaarhelft van 2013 was van
minder allooi dan de eerste jaarhelft
voor de Japanse economie. In het derde
kwartaal was de reële bbp-groei 0,9%
op jaarbasis en volgens een voorlopige schatting voor het vierde kwartaal
daalde de economische groei zelfs tot
0,7% op jaarbasis. Dat was ruimschoots
onder de verwachtingen. In beide kwartalen was dit vooral te wijten aan de
teleurstellende prestatie van de nettouitvoer. De wisselkoersdepreciatie sinds
april 2013 heeft voorlopig niet geleid tot
een substantiële stijging van de uitvoer
terwijl de invoer fors is toegenomen
als gevolg van een beleid dat de binnenlandse vraag sterk stimuleert. Het is
ondertussen al bijna drie jaar geleden
dat Japan nog een handelsoverschot op
maandbasis realiseerde, terwijl dit jarenlang net een karakteristiek kenmerk was
van de economie. Met een recordtekort
op de handelsbalans in januari zet die
trend zich ook in het begin van 2014
voorlopig voort.
De keerzijde van deze medaille is evenwel de zeer solide binnenlandse vraag.
De investeringscyclus wordt ondersteund
door de lage rentes en ook het budgettair beleid werkt nog accomoderend.
2013
2014
2015
Vooruitzichten Japan
De motor van de Japanse
economie op dit moment
1,5
1,6
1,3
is echter de consument. Reële bbp-groei
0,4
2,3
1,8
Inflatie
Hierbij is het voornamelijk
het segment van de duur+12m
24-03-2014
+3m
+6m
zame goederen dat een
0,10
0,10
0,10
0,10
sterke groei kent. Japanse Beleidsrente
consumenten proberen Tienjaarsrente
0,62
0,60
0,70
0,90
zo alsnog de btw-verho- JPY per USD
102,48 106,00 108,00
110,00
ging van 5% naar 8%
141,11
143,10
143,64
137,50
JPY per EUR
te ontlopen die ingaat in
april. Hierdoor zal de private consumptie, en bij uitbreiding de
nominale lonen geven blijk van een
reële bbp-groei in het eerste kwartaal
bijzonder sterke rigiditeit ondanks tekebijzonder stevig zijn om in het tweede
nen van krapte op de arbeidsmarkt. De
kwartaal een sterke terugval te kennen.
daaruit resulterende negatieve evolutie
van de reële lonen dreigt op termijn
Monetair duwtje in de rug
dan ook de private consumptie te fnuiken. De Japanse centrale bank heeft
De agressieve monetaire politiek en de
al meermaals haar onvrede geuit over
daaruit resulterende wisselkoersverhet achterwege blijven van substantiële
zwakking sorteert alvast het gewenste
loonstijgingen. We verwachten daarom
effect op het prijspeil. De algemene
dat het monetaire beleid binnenkort nog
inflatie in januari bedroeg 1,4% op
expansiever wordt en dat de conjunctuur
jaarbasis en ook de kerninflatie (excluop die wijze nog een extra duwtje in de
sief voeding en energie) is ondertussen
rug krijgt.
gestegen tot 0,6%. De positieve inflatieverwachtingen bewijzen dat Japanners
vertrouwen hebben in het vermogen
van de Japanse centrale bank om de
economie structureel uit haar deflatoire
spiraal te halen. Toch baart de looneDieter Franceus
volutie enigszins zorgen. De Japanse
[email protected]
Solide binnenlandse vraag
Eindelijk positieve inflatie
(kwartaalgroeibijdragen op jaarbasis, in %)
(jaarwijziging in %)
15
3
2
10
1
5
0
0
-1
-5
-10
-2
2011
12
Private consumptie
Overheidsconsumptie
Investeringen
10
-3
2008
13
Netto-uitvoer
Voorraden
Reële bbp-groei
09
10
11
Totale inflatie
Inflatie excl. voeding en energie
12
13
14
Economische Vooruitzichten
Azië - Latijns-Amerika
China
Einde van een zekerheid
Plotse wisselkoersdepreciatie
De wisselkoers is altijd al een belangrijk beleidsinstrument geweest voor de
Chinese overheid. Toen de wereldeconomie in het najaar van 2008 wegzonk in de
Grote Recessie koppelde de Chinese centrale bank de munt aan de USD. Samen
met een forse kredietimpuls behoedde
dit de Chinese economie van een te forse
groeivertraging. Toen de tijd daar rijp
voor was in 2010 hernam de RMB haar
appreciërende trend. Dit paste immers
in de noodzakelijke herbalanceringsoefening waar China voor staat, met een
verschuiving van investerings- en uitvoergeleide groei naar een groei die gedragen wordt door de private consumptie.
Bedrijven en investeerders beschouwden
het graduele versterken van de munt snel
als een vaststaand gegeven en speelden
hier handig op in. Aan deze zekerheid
kwam in de tweede helft van februari
een einde toen de RMB plots de andere
kant uit bewoog. Hiermee wou de centrale bank wellicht het signaal geven dat
de eenzijdige appreciatie van de munt
niet als een certitude mag beschouwd
worden en dat marktkrachten in de
toekomst een grotere rol zullen spelen
in de muntpolitiek. In dat kader past ook
de beslissing om vanaf midden maart de
schommelingsmarge van de renminbi ten
Vooruitzichten China
opzichte van de dollar te
verdubbelen tot 2%.
2013
2014
2015
Reële bbp-groei
7,7
7,5
7,0
Bovendien biedt deze wis- Inflatie
selkoersverzwakking welkom soelaas aan de sputterende uitvoersector. De Beleidsrente
Chinese economie is dui- Tienjaarsrente
delijk aan het afkoelen.
RMB per USD
Het producentenvertrouwen zit al een tijdje in een
dalende lijn wat bevestigd wordt door
de verzwakking in de industriële productie en de kleinhandelsverkopen. Tegen
deze achtergrond is de groeidoelstelling
die het Nationaal Volkscongres in maart
naar voor schoof ambitieus. Net zoals in
2013 wordt de lat op 7,5% gelegd. Met
een gerealiseerde reële bbp-groei van
7,7% werd deze doelstelling in 2013 nipt
gehaald en een herhaling van dit scenario dit jaar wordt uitdagend.
2,6
3,1
3,0
De hervormingsoperatie beperkt zich niet
tot de wisselkoerspolitiek. De Chinese
overheid probeert ook grip te krijgen
op de financiële sector. Om de Chinese
banken het belang van gezond liquiditeitsbeheer duidelijk te maken, weigerde
de centrale bank bijvoorbeeld in de zomer
2013 gedurende enkele dagen voldoende
+6m
+12m
6,00
6,00
6,00
6,00
4,49
4,50
4,50
4,50
6,19
6,02
5,98
5,90
Dieter Franceus
[email protected]
Flukse wisselkoersdepreciatie
(50 is neutraal)
(RMB per USD)
56
6,25
54
6,2
52
6,15
50
6,1
48
6,05
46
Mrt-2012
2013
Producentenvertrouwen verwerkende nijverheid
Producentenvertrouwen output
Producentenvertrouwen nieuwe uitvoerbestellingen
+3m
liquiditeiten ter beschikking te stellen,
met een forse tijdelijke opsprong van de
interbancaire rente tot gevolg. Als tweede voorbeeld stond de overheid begin
maart toe dat een zonnepanelenbedrijf in
wanbetaling ging. Dat doorprikte de illusie van investeerders dat de Chinese overheid impliciet garant stond voor terugbetaling en maakte hen duidelijk dat rendement hand in hand gaat met risico. Het
is een kenmerk van een goed geoliede
markteconomie dat minder performante
of overbodige bedrijven plaats ruimen
en zo productiecapaciteit vrijmaken die
elders effectiever kan worden ingezet. Op
middellange termijn is die ontwikkeling
toe te juichen. Toch zal moeten blijken of
er bij deze financiële liberaliseringsgolf en
het aan banden leggen van het schaduwbankieren geen lijken uit de kast vallen.
Risico heeft een prijs
Voorlopende indicatoren wijzen op conjunctuurverflauwing
24-03-2014
6
Mrt-2013
2014
Mei-13
Jul-13
Sep-13
Nov-13
Jan-14
Mrt-14
11
Economische Vooruitzichten
Azië - Latijns-Amerika
Ontluikende markten
Kalmering
De voorbije weken is de crisis van de
opkomende economieën opnieuw wat
gekalmeerd. In de meeste gevallen stabiliseerden de betrokken munten en obligatierentes, en waren er geen verdere
forse verkrappingen van het monetaire
beleid nodig. De aanleiding voor die crisis die begin dit jaar de kop op stak, was
de toenemende marktverwachting van
een ommekeer in het rentebeleid van
de Amerikaanse Fed. Vooral opkomende
economieën die sowieso al kampten
met macro-economische onevenwichtigheden, zoals te grote externe tekorten, kwamen in de problemen door het
wegvloeien van internationale liquiditeit
richting de VS en Europa.
Wereldwijde cyclus
Ondertussen bleek dat die soep niet zo
heet werd gegeten als opgediend. De
reeks van zwakkere Amerikaanse conjunctuurindicatoren, vooral een gevolg
van de koude winter, dempte de vrees
voor een snel begin van een opwaartse rentecyclus. Tegelijkertijd wezen de
jongste vertrouwensindicatoren en het
arbeidsmarktrapport van februari erop
dat het conjunctuurdipje allicht maar
tijdelijk is een dus geen bedreiging voor
de wereldconjunctuur vormt.
Landenspecifieke risico’s op
de voorgrond
Nu het systemische risico voorlopig weer
naar de achtergrond is verschoven, treden de landenspecifieke risico’s opnieuw
op de voorgrond. Een aantal van die problemen zijn niet nieuw. In Turkije bijvoorbeeld blijft de politieke situatie onstabiel,
met lokale verkiezingen eind maart en
de belangrijke presidentsverkiezingen in
de zomer. Onder meer de voortzetting
van het economische hervormingsbeleid zijn hierbij de inzet. Ondertussen
blijft de Turkse economie kampen met
een extern tekort, dat veroorzaakt werd
door een inefficiënte beleidsmix van een
te soepel budgettair en monetair beleid.
Ook andere conflicten in de opkomende economieën zijn niet verdwenen.
Zo duren de sociale onrusten in het
belangrijke Opec-land Venezuela voort,
en is er ook geen oplossing in zicht
voor de politieke impasse in Thailand.
Het meest in het oog springende conflict was de voorbije weken echter de
escalatie van de crisis in Oekraïne. Een
finaliteit van de ontwikkelingen is nog
niet in zicht. Afgezien van de politieke
gevolgen had de grote onzekerheid ook
gevolgen voor de financiële markten. De
obligatierentes van de ‘veilige havens’
Aandeel van Oekraïne en Rusland in totale CentraalEuropese uitvoer
VS en Duitsland daalden verder en staan
nu zowat 40 basispunten onder hun peil
van eind december. De toegenomen
risico-aversie kwam ook tot uiting in
dalende aandelenbeurzen en, daarmee
samenhangend, met een oplopende
koersvolatiliteit.
Het meest waarschijnlijke scenario na
het referendum op de Krim over toetreding tot Rusland is een reeks van
politieke en diplomatieke sancties door
de VS en de EU. Alhoewel de handelsbanden voor goederen met Rusland
beperkt zijn, lijken grootschalige economische sancties onder Duitse druk
onwaarschijnlijk. Een stopzetten van de
gasinvoer uit Rusland is al helemaal niet
aan de orde. Het feit dat een groot deel
van het gas dat bestemd is voor de EU
precies via Oekraïne wordt getransporteerd, illustreert wel de onberekenbare
economische risico’s van dit politiekmilitaire conflict.
Dieter Guffens
[email protected]
Oekraïense hryvnia lijdt onder Krim-crisis
(UAH per USD)
(2012, in %)
6
11
5
10,5
4
10
3
9,5
2
9
1
8,5
0
Polen
Oekraïne
Rusland
12
Tsjechië
8
Jan-2012
Hongarije
Jul-12
Jan-13
Jul-12
Jan-14
Economische Vooruitzichten
Reële bbp-groei
2014
VS
Eurozone
België
Duitsland
Ierland
VK
Zweden
Noorwegen
Zwitserland
Slowakije
Polen
Tsjechië
Hongarije
Bulgarije
Rusland
Turkije
Japan
China
Australië
NIeuw-Zeeland
Canada
2,7
1,2
1,2
1,9
2,1
2,5
2,5
2,7
2,1
2,0
2,8
1,5
2,0
1,8
1,6
1,2
1,6
7,5
2,8
3,0
2,0
2015
3,0
1,7
1,6
2,1
3,0
2,2
3,3
2,6
2,2
2,0
3,4
2,5
1,8
2,5
1,8
3,8
1,3
7,0
2,9
2,8
2,3
Tabellen
Inflatie
2014
1,6
0,9
0,9
1,4
0,9
2,3
0,9
1,9
1,1
1,0
1,5
1,0
1,2
0,8
5,7
7,5
2,3
3,1
2,8
2,0
1,5
Beleidsrentes
2015
2,1
1,3
1,4
1,4
1,5
2,1
1,8
1,9
1,1
1,7
2,1
2,0
3,0
2,7
4,8
6,3
1,8
3,0
2,5
2,3
1,9
24-03-2014
VS
Eurozone
VK
Zweden
Noorwegen
Zwitserland
Polen
Tsjechië
Hongarije
Roemenië
Rusland
Turkije
Japan
China
Australië
Nieuw-Zeeland
Canada
0,25
0,25
0,50
0,75
1,50
0,13
2,50
0,05
2,60(*)
3,50
7,00
10,00
0,10
6,00
2,50
2,50
1,00
+3m
+6m
+12m
0,25
0,25
0,50
0,75
1,50
0,13
2,50
0,05
2,50
3,50
7,00
10,00
0,10
6,00
2,50
3,00
1,00
0,25
0,25
0,50
0,75
1,50
0,13
2,50
0,05
2,50
3,50
7,00
10,00
0,10
6,00
2,50
3,25
1,00
0,25
0,25
0,75
0,75
1,75
0,13
3,00
0,05
3,25
3,50
7,00
10,00
0,10
6,00
2,75
3,75
1,00
(*) 25-03-2014
Wisselkoersen
24-03-2014
+3m
+6m
Tienjaarsrentes
+12m
USD per EUR
1,38
1,35
1,33
1,25
GBP per EUR
SEK per EUR
NOK per EUR
CHF per EUR
PLN per EUR
CZK per EUR
HUF per EUR
RON per EUR
BGN per EUR
RUB per EUR
TRY per EUR
JPY per EUR
RMB per USD
USD per AUD
USD per NZD
CAD per USD
0,83
8,87
8,35
1,22
4,20
27,45
313,07
4,48
1,96
49,74
3,09
141,11
6,19
0,91
0,85
1,12
0,82
8,80
8,20
1,25
4,15
27,40
318,00
4,50
1,96
51,00
3,10
143,10
6,02
0,88
0,82
1,12
0,81
8,80
8,00
1,27
4,12
27,20
308,00
4,55
1,96
51,50
3,00
143,64
5,98
0,87
0,82
1,12
0,80
8,80
7,80
1,30
4,05
27,00
300,00
4,60
1,96
52,00
2,90
137,50
5,90
0,86
0,78
1,14
24-03-2014
VS
Duitsland
België
Ierland
VK
Zweden
Noorwegen
Zwitserland
Slowakije
Polen
Tsjechië
Hongarije
Bulgarije
Rusland
Turkije
Japan
China
Australië
Nieuw-Zeeland
Canada
2,77
1,64
2,27
3,07
2,76
2,22
3,07
1,02
2,23
4,28
2,22
5,77
3,51
9,35
10,99
0,62
4,49
4,17
4,63
2,49
+3m
+6m
+12m
3,00
1,80
2,50
3,10
3,00
2,30
3,00
1,20
2,60
4,30
2,45
6,00
3,60
9,00
11,00
0,60
4,50
4,40
4,80
2,80
3,20
2,00
2,60
3,20
3,20
2,50
3,20
1,40
2,90
4,50
2,65
6,00
3,70
9,00
10,50
0,70
4,50
4,45
5,00
3,00
3,60
2,30
2,90
3,40
3,60
2,80
3,40
1,70
3,10
4,70
2,90
5,50
4,00
8,50
10,25
0,90
4,50
4,70
5,10
3,30
13