Transcript Zelf een liedje maken. Soms loop je rond met een wijsje in je hoofd

Zelf een liedje maken.
Soms loop je rond met een wijsje in je hoofd. Hoe leuk is het
wanneer je daar zelf een liedje op kunt maken. Maar waar moet je
beginnen. Oei dat is nog helemaal niet zo gemakkelijk. Misschien kan
het onderstaande je dan een beetje helpen.
Start.
- Een lied moet over één ding gaan
- Kies een thema of iets leuks waar je het graag over wilt hebben.
- Welke woorden komen in je op wanneer je aan het thema of
iets wat je hebt gekozen denkt.
- Goed nadenken of alle woorden die je bedenkt geschikt zijn
voor het thema.
- De belangrijkste boodschap van het liedje zit in het refrein en
wordt herhaald.
Hoe kies je een thema.
 Wat vind je leuk?
Kies een thema wat je goed kent. Daar weet je namelijk al heel
veel over.
 Wat vind je belangrijk?
Is er iets dat jij zo belangrijk vindt dat je het aan iedereen wilt
vertellen.
 Vrolijk of serieus?
Wil je een vrolijk liedje maken of juist iets heel serieus. Daar
moet je wel rekening mee houden wanneer je een thema kiest.
Houd het kort.
Maak je thema niet te ingewikkeld. Hoe korter je kunt zeggen
waarover het liedje gaat, hoe beter.
 Vraag aan je vrienden.
Weet je echt niet waarover jouw liedje zou moeten gaan? Vraag
dan aan je vrienden of klasgenoten welk thema ze bij jou vinden
passen.
 Woorden
Heb je een thema gekozen? Schrijf dan in een woordweb alles
op waar je bij dat thema aan denkt. Dat mag van alles zijn wat
je ziet, hoort, voelt of denkt bij het thema. Niet alleen losse
woorden, je mag ook hele zinnen opschrijven.
Rijmen.
Ieder liedje heeft een rijmschema. Daaraan kun je zien welke zinnen
er op elkaar rijmen. Het rijmschema AABB betekent dat de eerste
twee zinnen op elkaar rijmen en de derde en de vierde zin op elkaar
rijmen. ABAB is ook een rijmschema. Dan rijmen de eerste en de
derde zin op elkaar en de tweede en de vierde zin.
Kun je er maar niet opkomen wat er rijmt op een woord? Bedenk dan
of je het ook anders kunt zeggen. Er rijmt bijvoorbeeld niet zoveel op
“liedje, maar er rijmen wel veel woorden op “song”.
Heb je een zin waar niets op rijmt? Zet e woorden in de zin dan in een
andere volgorde. Dan staat er een ander woord achteraan en rijmt
misschien we. In plaats van “Ik lust echt geen spruitjes” kun je ook
zeggen “Spruitjes lust ik echt niet”. Dan zeg je hetzelfde, maar kun je
andere woorden op de zin laten rijmen.
Stappenplan :
 Download het songbedje of speel zelf een melodietje op je
instrument, luister goed. Wat komt er in je op?
 Bespreek met iemand anders het thema van het lied. Wat voel
je? Wat voor beelden zie je? Wat voor woorden komen
spontaan in je op? ( vul deze in op je woordweb)
 Wat zijn de belangrijkste zinnen of woorden? Kun je hiermee
een refrein schrijven?
 Kun je als je een refrein hebt ook coupletten schrijven?
 Kijk kritisch naar je tekst als deze af is. Waar gaat het over? Wat
wil je eigenlijk zeggen? Staan er ook dingen in die hier niets
mee te maken hebben? Zo ja…schrap die dan.
 Vind jij het liedje oké dan is het altijd goed.
Wat is belangrijk voor de jury:
 Het liedje moet makkelijk mee te zingen zijn.
 Het liedje moet in je hoofd blijven zitten.
 Het liedje doet iets met je.