NPB-inzet politie-CAO 2015 - Nederlandse Politiebond.nl

Download Report

Transcript NPB-inzet politie-CAO 2015 - Nederlandse Politiebond.nl

CGOP
CAO
22 december 2014
CGOP ink 1081 CAO
NPB-inzet
politie-CAO 2015
Inleiding
De NPB streeft naar een politie-CAO die voornamelijk bestaat uit afspraken die op korte
termijn uit te voeren zijn en doelen die op afzienbare termijn te realiseren zijn. In het
afgelopen decennium zijn te veel mooie plannen in politie-CAO’s vastgelegd en vervolgens
jarenlang op de plank blijven liggen. Ook nu nog liggen talrijke veelbelovende afspraken te
wachten op uitvoering.
Deze gang van zaken is de collega’s op de werkvloer niet ontgaan. Zij heeft de status van het
CAO-overleg en het vertrouwen in de onderhandelingspartners geschaad. Het lijkt ons in het
algemeen belang om de politiemedewerkers te laten zien dat de werkgever en de bonden ook
spijkers met koppen kunnen slaan. Wij gaan voor een relatief klein aantal afspraken die
vervolgens binnen een jaar worden uitgevoerd en tot tastbare resultaten leiden.
De inzet van de NPB bij de komende CAO-onderhandelingen is op dinsdag 28 oktober
vastgesteld door de vertegenwoordigers van de NPB-leden in de bondsraad. Dat gebeurde
mede op basis van de uitkomsten van een digitale ledenpeiling via de NPBwebsite www.politiebond.nl tussen half juli en begin september 2014. Die leverde 1.988
reacties op, waaronder 1.784 reacties van NPB-leden (90 procent). Daarnaast hebben in
augustus en september in tien NPB-afdelingen informele rondetafelsessies over de gewenste
CAO-inzet
plaatsgevonden, waarbij telkens minstens één NPB-bestuurder aanwezig was.
Looptijd
De NPB is bij het opstellen van zijn inzet uitgegaan van een CAO met een looptijd van een
jaar. Mocht tijdens de onderhandelingen blijken dat een langere looptijd onvermijdelijk of
wenselijk is, dan kan dat tot wijzigingen in de inzet van de NPB leiden.
1. Beloning
a. Salarisverhoging
De salarissen van de politiemedewerkers hebben de afgelopen vier jaar (2011-2014) ‘op de
nullijn gestaan’. Een dwangbevel van de regering: er was sprake van een economische crisis
en ook de politiesector moest zijn steentje bijdragen aan het wegwerken van het daardoor
hoog opgelopen begrotingstekort. De salarissen van politiemensen hebben daardoor flink aan
koopkracht ingeboet. De percentages verschillen enigszins afhankelijk van welke index je
1
raadpleegt, maar volgens de Consumentenprijsindex is ons geld in die periode toch al gauw
zo’n acht à negen procent minder waard geworden.
De NPB vindt het hoog tijd dat de werkgever de draad van de inflatiecorrectie weer oppakt.
Wij vinden op dat punt het kabinet en met name minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem
aan onze zijde. Die liet op Prinsjesdag al weten dat wat hem betreft de ambtenaren in 2015 in
aanmerking kwamen voor een loonsverhoging die de inflatie volledig goedmaakte. De
verwachte inflatie was 1,25 procent en dat zou dan dus ook de loonsverhoging worden.
Dit is een politieke keuze waar de NPB zich niet in kan vinden. Zodra de overheid door
economische tegenspoed in serieuze financiële moeilijkheden komt is een van de eerste
reddingsboeien waar ze naar grijpt het bevriezen van de ambtenarensalarissen. Gaat het
vervolgens weer wat beter met de economie en dus met de overheidsfinanciën, dan wordt
doodleuk weggekeken van het ontstane gat in de huishoudboekjes van het personeel.
De NPB vindt dat de overheid de (politie)ambtenaren moet belonen voor hun bereidwillige
bijdrage aan het op orde krijgen van de overheidsfinanciën. Zij verdienen een loonsverhoging
die niet alleen de inflatie in 2015 goedmaakt maar ook een deel van het koopkrachtverlies in
de jaren 2011-2014. Het is goed om daarbij te beseffen dat de inflatie in de jaren 2011, 2012
en 2013 veel hoger was dan de verwachte inflatie in 2015. Ook in dat opzicht is de door
minister Dijsselbloem genoemde loonruimte dus relatief goedkoop te noemen.
De economie trekt weer enigszins aan en dat is volgens het kabinet in ieder geval deels het
gevolg van zijn ‘hervormingsbeleid’. Een beleid dat vooral wordt betaald door bezuinigingen
op overheidsvoorzieningen en lastenverzwaringen voor de burgers. Daarbij wordt ervoor
gewaakt – aldus het kabinet – dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
De NPB vraagt zich af wat daar in de praktijk van terecht komt. Wij hebben in ieder geval het
gevoel dat het geen kwaad kan dit principe ook van toepassing te verklaren op de gewenste
loonsverhoging voor het politiepersoneel. Met andere woorden: wij willen een loonstijging
die uiting geeft aan solidariteit tussen collega’s in sociaal-economisch (nog altijd) gure tijden.
Met het oog op de ingrijpende bezuinigingen en lastenverzwaringen van dit kabinet zet de
NPB dan ook in op een loonsverhoging waardoor de medewerkers in de lagere schalen er
meer op vooruit gaan dan de medewerkers in de hogere schalen. De manier om dat te doen is
kiezen voor een vast bedrag, zoals ook gebeurd is in de CAO voor gemeenteambtenaren.
De NPB wil vanaf 1 januari 2015 voor alle medewerkers
een salarisverhoging van € 100 bruto per maand.
b. Reorganisatietoeslag
De overgang van regiopolitie naar nationale politie duurt veel langer dan verwacht. Ook voor
de personele reorganisatie bleek een veel langere aanloop nodig dan gepland. Het gevolg is
dat het personeel al jaren zijn werk doet in een bijzonder onrustige organisatie, waarin
2
voortdurend van alles verandert: functies, collega’s, afdelingen, werkplekken, werkwijzen.
Tegelijkertijd is het een organisatie die ‘op slot’ zit en waarin loopbaanstappen moeilijk te
maken zijn. Door het uitblijven van duidelijkheid over de structuur van het korps (met name
op het gebied van de ondersteuning) en over de aanpak van de personele reorganisatie voelen
veel collega’s zich al jaren onzeker over hun toekomst binnen de politie.
Toch blijft iedereen zijn uiterste best doen om zoveel mogelijk politiewerk zo goed mogelijk
gedaan te krijgen – zeker dat deel van het werk waar de samenleving acuut behoefte aan
heeft. Volgens de NPB is het hoog tijd dat de werkgever deze onwankelbare inzet en
loyaliteit in turbulente tijden een keer beloont met een financieel blijk van waardering.
De NPB wil voor alle medewerkers een eenmalige
reorganisatietoelage van € 350, uit te betalen in juni 2015.
c. Onregelmatigheidstoeslag (OT)
Nederlandse politiemensen die onregelmatig werken ontvangen daarvoor sinds jaar en dag
een ondermaatse vergoeding vergeleken bij soortgelijke toeslagen in andere sectoren. De
NPB probeert deze onterechte achterstand bij elke CAO-ronde opnieuw weggewerkt te
krijgen, maar heel overtuigend is dat tot op heden niet gelukt.
Onze laatste poging leidde tot twee afspraken in de politie-CAO 2012/2014. Ten eerste de
afspraak dat de OT zou worden verhoogd met de opbrengst van de afschaffing van de
afbouwtoelage nachtdienstontheffing. Ten tweede de afspraak dat daarvoor ook de opbrengst
van de afschaffing van de verschuivingstoelage zou worden gebruikt.
‘Over het tempo waarin en de wijze waarop zullen nadere afspraken worden gemaakt,’ aldus
de CAO-tekst. De werkgever heeft op dat punt de afgelopen drie jaar geen enkel initiatief
genomen en de NPB heeft niet het idee dat daar binnenkort verandering in komt. Het
afschaffen van de verschuivingstoelage zou pas gebeuren als de inzetplanning aanzienlijk
verbeterd was en er dus minder verschuivingen plaatsvonden. Ook op dat punt heeft de
werkgever de afgelopen drie jaar niet of nauwelijks enig initiatief getoond.
De NPB stelt vast dat het blijkbaar niet verstandig is over het verhogen van de
onregelmatigheidstoeslag al te procedurele of voorwaardelijke afspraken te maken. Daarom
gaan wij dit keer recht op ons doel af met een bijzonder duidelijke eis op OT-gebied.
De NPB wil dat met ingang van 1 januari 2015
de OT-bedragen met € 2 per uur worden verhoogd.
d. Piketvergoeding
3
De onregelmatigheidstoeslag bij de politie houdt niet over, maar de piketvergoeding van € 1
per uur is natuurlijk al helemaal niet van deze tijd. De NPB probeert ook hierin al jarenlang
verbetering te krijgen. Onze laatste poging leidde tot de volgende afspraak in de politie-CAO
2012/2014: de werkgever zou proberen het aantal piketdiensten in 2013 te beperken en met
de opbrengst daarvan zou dan vanaf 1 maart 2014 de piketvergoeding worden verhoogd.
Ook van deze afspraak moet de NPB achteraf constateren dat hij blijkbaar te procedureel en
te voorwaardelijk was om van de werkgever iets gedaan te krijgen. Vandaar dat wij dit keer
ook wat betreft de piketvergoeding maar liever recht op ons doel af gaan.
De NPB wil dat de piketvergoeding
met ingang van 1 januari 2015
verhoogd wordt tot € 4 per uur.
De NPB wil bij grootschalige inzet zoals de Nuclear Security Summit
een plaatsgebonden piketvergoeding van € 6 per uur, ook vanaf 2015.
e. Verschuivingsvergoeding
Het belangrijkste doel van de invoeren van de verschuivingsvergoeding is nooit het
verzachten van roosterongemak geweest. De NPB zag haar vooral als een stimulans voor de
werkgever om zijn planning te verbeteren en het aantal lastminute-verschuivingen te
verminderen. Om die stimulans nog wat te vergroten – na al die jaren is het aantal
verschuivingen nog altijd ongewenst hoog – wil de NPB een herziening van de afspraak dat
de eerste acht uur niet meetellen bij het vergoeden van het aantal verschuivingsuren.
De NPB wil dat vanaf 2015 alle verschuivingsuren
voor een vergoeding in aanmerking komen.
f. Reiskostenvergoeding
In 2015 zal de reiskostenvergoeding voor politieambtenaren zijn opgehoogd tot € 0,18 per
kilometer. De fiscus staat een belastingvrije vergoeding van maximaal € 0,19 toe. De NPB
vindt het redelijk dat de werkgever deze mogelijkheid maximaal gaat gebruiken, mede gezien
de toenemende reisbewegingen als gevolg van de reorganisatie.
De NPB wil dat vanaf 1 januari 2015
de reiskostenvergoeding wordt
verhoogd tot € 0,19 per kilometer.
g. 45-jarig ambtsjubileum
Door de verhoging van de AOW-leeftijd en het verlagen van de pensioenopbouw zullen veel
politiemedewerkers langer blijven doorwerken. Nu heeft iemand aanspraak op een gratificatie
4
bij een ambtsjubileum van 12,5, 25, 40 of 50 jaar. De NPB stelt voor aan deze regeling een
45-jarig ambtsjubileum toe te voegen en daardoor een extra blijk van waardering in het leven
te roepen voor trouwe dienst. Daarbij moet een korte onderbreking van het werken bij de
politie niet afgestraft worden: eerdere dienstjaren moeten gewoon meetellen voor het totaal.
De NPB wil dat aan artikel 75 van het Barp een 45-jarig
ambtsjubileum toegevoegd wordt. Heeft iemand
tussentijds een periode buiten de politie gewerkt, dan
tellen voor zijn hoeveelheid politiedienstjaren zowel de
jaren voor als de jaren na de onderbreking mee.
2. Combinatie werk/privé
a. Telewerken
In de vorige CAO is afgesproken dat Het Nieuwe Werken geleidelijk zou worden ingevoerd
binnen de politie. De eerste stap zou zijn de ‘ondersteuning van vrijwillig thuiswerken’. De
afgelopen jaren is duidelijk geworden dat de toegezegde ‘procesafspraken’ erop neerkomen
dat de werkgever pas na het voltooien van de personele reorganisatie wil gaan nadenken over
de ruimte voor het invoeren van telewerken binnen het korps.
De NPB vindt het bedenkelijk dat ook de CAO-afspraak over dit onderwerp door de
werkgever dus willens en wetens op de lange baan wordt geschoven. Dat wringt des te meer
omdat met de personele reorganisatie voor de deur een daadkrachtige invoering van het
telewerken voor veel collega’s in de ondersteuning het verschil kan uitmaken tussen wel of
geen toekomst binnen de (nationale) politie.
De NPB wil dat de werkgever in 2015 de mogelijkheden
voor telewerken binnen de politie structureel uitbouwt.
b. Dagrooster eerder vaststellen
Politiemensen zullen langer gemotiveerd hun werk blijven doen als ze daarnaast een
bevredigend sociaal leven kunnen leiden. Een privéleven dat het mogelijk maakt voldoende
tot rust te komen en aandacht te geven aan familie en vrienden. Een belangrijke voorwaarde
daarvoor is een zo hoog mogelijke zekerheid over een eenmaal vastgesteld werkrooster.
Volgens de NPB is er bij de politie nog altijd sprake van een onnodige ‘onrust in de roosters’,
die niet zozeer veroorzaakt wordt door de onverwachte noodzaak om extra mensen in te
zetten, maar door een tekortschietende organisatie. Wij vinden het hoog tijd worden dat de
werkgever die verantwoordelijkheid serieus oppakt. De NPB wil dat daarbij om te beginnen
een nieuwe standaard wordt ingevoerd voor het definitief vaststellen van de roosters dan nu
het geval is. Op die manier komt een eind aan een praktijk die het personeel al jarenlang het
leven zuur maakt als het gaat om een optimale afstemming van werk en privéleven.
De NPB wil dat het dagrooster voortaan
zeven dagen van tevoren in plaats van vier
dagen van tevoren wordt vastgesteld.
5
c. Pilot zelfroosteren
Ook van groot belang voor een motiverende inroostering is de ruimte die werknemers krijgen
om actief bij te dragen aan een optimale afstemming van hun inzet op bepaalde fasen of
gebeurtenissen in hun privéleven. Die mogelijkheid zou bijvoorbeeld geboden kunnen
worden door een vorm van zelfroostering. Op meerdere plaatsen binnen de politieorganisatie
is daar al ervaring mee opgedaan – en blijkbaar tot algemene tevredenheid. De NPB dringt er
dan ook op aan deze aanpak zo snel mogelijk om te zetten in landelijk beleid.
De NPB wil dat de werkgever een proefproject
met zelfroosteren start, gebaseerd op de ervaringen
die daarmee in het land inmiddels al zijn opgedaan.
3. Veiligheid
a. Sporten en trainen in werkverband
De NPB wil meer mogelijkheden voor trainen en sporten in werkverband. Dat is volgens ons
een effectieve manier om het hoofd te bieden aan een belangrijk veiligheidsrisico: het verlies
aan onderlinge vertrouwdheid en bekendheid op de werkvloer door de toegenomen
flexibilisering van de inzet (= het niet meer werken in vaste teams).
De NPB wil dat leidinggevenden de professionele ruimte
krijgen om hun teamleden groepsactiviteiten te bieden,
bijvoorbeeld samen sporten. Dit draagt ook bij aan
levensfasebewust personeelsbeleid.
b. Extra uren om te trainen of te studeren (‘leerrugzakje’)
De NPB dringt al sinds jaar en dag bij de werkgever aan op het verruimen van het aantal
trainingsuren per jaar. Het huidige officiële aantal van 32 is wat ons betreft te weinig om de
weerbaarheid van de collega’s – een cruciaal onderdeel van hun veiligheid – optimaal te
waarborgen. Tot een verhoging van het officiële aantal trainingsuren heeft dat tot op heden
niet geleid, maar wel bleek de werkgever in 2011/2012 bereid een aantal extra uren
beschikbaar te stellen voor persoonlijke ontwikkeling in de vorm van studie of training.
Met ingang van 31 december is die tijdelijke regeling komen te vervallen. De NPB wil graag
dat het zogenaamde ‘leerrugzakje’ vanaf 2015 structureel beschikbaar wordt gesteld.
De NPB wil dat de werkgever ook in 2015 en daarna
extra uren beschikbaar stelt die medewerkers kunnen
inzetten voor studie of trainen (‘leerrugzakje’).
4. Gezondheid
Werken bij de politie kun je alleen maar gemotiveerd blijven doen als je van begin af aan je
fysieke en geestelijke gezondheid in acht neemt. Die krijgen het van tijd tot tijd namelijk
zwaar te verduren: politiewerk is veelzijdig, intensief, riskant en onregelmatig. Daar moet je
6
goed op voorbereid zijn en ook achteraf verstandig mee omgaan. Dat geldt zowel voor
executieve medewerkers als voor collega’s met een ondersteunende functie.
De NPB vindt dat de werkgever een aantal voorzieningen zou moeten aanbieden om
medewerkers te ondersteunen bij het op peil houden van hun gezondheid en het tijdig
signaleren van medische problemen die met het werk samenhangen.
a. Vrijwillige preventieve check-up
De NPB roept zijn leden sinds jaar en dag op om elkaar goed in de gaten te houden en aan de
bel te trekken als het vermoeden ontstaat dat een collega fysieke of psychische problemen
begint te krijgen. De praktijk wijst echter uit dat de sociale controle op de werkvloer in veel
gevallen onvoldoende is om tot tijdig ingrijpen te leiden. Vandaar dat de NPB bij de
werkgever aandringt op een aanvullende laagdrempelige voorziening.
De NPB wil dat de werkgever periodiek een preventief
medisch onderzoek gaat aanbieden waar medewerkers op
basis van vrijwilligheid gebruik van kunnen maken.
b. Nachtdiensten en gezonde voeding
De NPB is drie jaar geleden begonnen zijn leden door middel van herhaalde
informatiecampagnes en workshops te wijzen op het belang van de juiste voeding tijdens het
draaien van nachtdiensten. Daardoor kunnen namelijk een hoop negatieve effecten van het
onregelmatig werken op gezondheid, alertheid en herstelvermogen worden afgezwakt. De
NPB zou graag zien dat een dergelijke informatievoorziening standaard onderdeel wordt van
het korpsbeleid, zodat alle collega’s daarvan kunnen profiteren.
De NPB wil dat de werkgever de medewerkers voorlichting gaat aanbieden
over de gevolgen van nachtarbeid op gezondheid en functioneren en over de
mogelijkheden om die effecten door verantwoorde voeding tegen te gaan.
5. Loopbaanperspectief/levensfasebewust personeelsbeleid
a. Vroegpensioen
In 2005 zijn voor het laatst CAO-afspraken gemaakt over de mogelijkheden van
politieambtenaren om met vroegpensioen te gaan. Kort gezegd is toen een regeling
afgesproken waardoor executieve collega’s maximaal vijf jaar voor de AOW-gerechtigde
leeftijd konden stoppen met werken en ATH-collega’s maximaal vier jaar. Door een reeks
politieke besluiten (verhoging AOW/pensioenleeftijd, afschaffing levensloopregeling) is deze
VPL-regeling de laatste jaren in toenemende mate onder druk komen te staan. Ten eerste heb
je aan vijf jaar VPL-kapitaal niet langer genoeg om vanaf je 60-ste te kunnen stoppen met
werken. Ten tweede is het bij elkaar sparen van dat kapitaal sowieso niet meer mogelijk,
omdat de overheid de belastingvrije ruimte daarvoor drastisch heeft teruggeschroefd.
7
De NPB wil dat de werkgever erkent dat aan de bestaande vroegpensioenregeling voor
politieambtenaren een gemeenschappelijk inzicht ten grondslag lag: politiewerk is een hoogrisicoberoep dat onvermijdelijk gepaard gaat met geestelijke en lichamelijke slijtage. Om die
reden heeft het historisch gezien zelden of nooit ter discussie gestaan dat politiemensen de
mogelijkheid moesten hebben om eerder met werken te stoppen dan andere ambtenaren –
zeker de uitvoerende collega’s met voldoende ‘zware jaren’ op hun naam. Tientallen jaren
lang is het stoppen met werken vanaf 60 jaar voor deze mensen zelfs verplicht geweest. Dat
werd zowel in hun eigen belang geacht als in het belang van hun collega’s en de burgers.
De NPB wil dan ook dat de werkgever zich politiek sterk maakt voor een nieuwe
vroegpensioenregeling voor de politie, die wat betreft het aantal jaren en de mate van
inkomensbehoud gelijkwaardig is aan de afspraken uit 2005. De NPB wil de uitwerking van
het pensioenakkoord voor het ABP 2015 voor de politiesector hierbij betrekken.
De NPB wil een nieuwe vroegpensioenregeling
voor politieambtenaren die qua tijdsduur en
inkomensbehoud gelijkwaardig is aan de tien
jaar geleden afgesproken voorziening.
b. Adviesgesprek vroegpensioen
De werkgever is momenteel niet in staat om de medewerkers te vertellen welke
mogelijkheden ze hebben om gebruik te maken van vroegpensioenvoorzieningen zoals
levensloop en ABP Keuzepensioen. Medewerkers hebben die informatie wel nodig om zich
op hun vroegpensioen te kunnen voorbereiden en een keuze op dat gebied te kunnen maken.
De NPB wil dat de werkgever medewerkers na hun 55-ste
minstens twee keer een adviesgesprek aanbiedt over hun
vroegpensioenmogelijkheden.
c. AOW-gerechtigde leeftijd
In meerdere rechtspositionele regelingen wordt nog altijd een eindleeftijd van 65 jaar
genoemd. Denk aan de bovenwettelijke WW-uitkering en de FLO. Tot 2013 sloten de
regelingen daardoor naadloos aan op de AOW-gerechtigde leeftijd. Sindsdien wordt die
leeftijd echter jaarlijks verhoogd met als einddoel 67 jaar.
In een aantal procedures heeft de Commissie voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat
door deze ontwikkelingen de regelingen in feite een willekeurig en daardoor verboden
onderscheid maken op grond van leeftijd. De NPB wil dat de werkgever zich deze oordelen
aantrekt en de einddata van de betreffende regelingen aanpast.
De NPB wil dat in alle rechtspositionele regelingen
die bedoeld zijn om door te lopen tot aan de AOWgerechtigde leeftijd de concreet genoemde leeftijd
van 65 jaar wordt vervangen door de algemene
aanduiding de AOW-gerechtigde leeftijd.
8
d. Besteding opleidingsbudget
Veel NPB-leden klagen over de moeite die het kost om van de werkgever budget toegekend
te krijgen voor het volgen van een opleiding. Dit belemmert doorstroommogelijkheden en
demotiveert. Bekend is ook dat voor leidinggevenden wel opleidingen beschikbaar worden
gesteld. Om een goede doorstroom te bevorderen lijkt het dan ook wenselijk dat in een
richtlijn duidelijk wordt vastgelegd hoe het opleidingsbudget moet worden besteed.
De NPB wil dat voortaan tachtig procent van
het opleidingsbudget wordt toegekend aan
personeel op de werkvloer.
De NPB wil dat het opleidingsbudget gebruikt wordt
om eigen mensen geschikt te maken voor bepaalde
functies in plaats van daarvoor externen te werven.
e. Duurzame inzetbaarheid
In 2011 heeft een gezamenlijke werkgroep van de werkgever en de bonden een
beleidsrapport uitgebracht over de beste manieren om duurzame inzetbaarheid van het
politiepersoneel te bevorderen. Met het uitvoeren van de aanbevelingen in dat rapport moet
echter nog steeds begonnen worden. De NPB stelt voor de koe alsnog bij de horens te vatten
en een duidelijk startpunt af te spreken voor het omzetten van woorden in daden.
De NPB wil dat werkgevers en bonden in juni 2015
officieel starten met de uitvoering van het rapport
‘Duurzame inzetbaarheid: een leven lang werken’.
f. Leerrugzakje
Zie punt b. onder Veiligheid.
g. IBT-training met leeftijdgenoten
Veel senioren hebben moeite met het qua leeftijd gemengde karakter van de huidige IBT. Ze
zouden liever niet trainen samen met jongeren, maar alleen met generatiegenoten. Dat laatste
zou hun motivatie een behoorlijke impuls geven. De NPB vindt dat de werkgever deze
mogelijkheid tot landelijk beleid zou moeten maken, zeker gezien het succes van de hier en
daar genomen initiatieven op dit gebied.
De NPB wil dat de werkgever IBT met leeftijdgenoten
mogelijk maakt waar dat nog niet het geval is, in
navolging van de al bestaande initiatieven op dat gebied.
9
6. Overig
Derde WW-jaar
De WW wordt vanaf 1 januari 2016 in stappen verkort van maximaal drie jaar naar twee jaar.
In de Stichting van de Arbeid is afgesproken dat het derde WW-jaar gerepareerd zal worden
op de CAO-overlegtafels. Uitgangspunt is daarbij onder andere een volledige reparatie tot het
huidige WW-niveau. Voor de bovenwettelijke WW bij de politie zal het uitgangspunt moeten
zijn dat het niveau van de WW en bovenwettelijke WW niet aangetast wordt.
10