Voorbereidende opgaven – Kerstvakantiecursus

Download Report

Transcript Voorbereidende opgaven – Kerstvakantiecursus

Voorbereidende opgaven – Examencursus
Tips:
•
•
•
•
1
Maak de volgende opgaven het liefst voorin in één van de A4-schriften die je
gaat gebruiken tijdens de cursus.
Als een som niet lukt, werk hem dan uit tot waar je kunt en laat het voor de rest
rusten.
Uiteraard mag je Binas en een rekenmachine gebruiken.
Opgave 7 is alleen bedoeld voor leerlingen van de Examencursus. Als je de
Stoomcursus volgt, hoef je die opgave niet te maken.
Stofeigenschappen
Vul de tabel in door de volgende opdrachten uit te voeren:
1.
2.
3.
4.
Maak een schets van het rooster van de stof.
Geef aan wat voor type binding de stof bevat en geef aan of deze sterk, matig of
zwak is.
Geef aan of de stof een hoog of laag kookpunt heeft en waarom.
Geef een voorbeeld van iedere soort stof.
Rooster
Metalen
Moleculaire stoffen
Zouten
Metaalrooster
Molecuulrooster
Ionrooster
In molecuul:
Bindingen
1)
Tussen moleculen:
2)
3)
Kookpunt
Oplosbaarheid
Nooit
Soort zoekt soort
Hydrofiel & hydrofiel
(Polair, H-brug)
Hydrofoob &
hydrofoob
(Apolair)
Alleen in water
(Binas 45A)
Voorbeeld
Scheikunde vwo voorbereidende opgaven
1
© SSL 2015
Voorbereidende opgaven – Examencursus
2
Wat moet de waarde van x zijn in de volgende formules?
Laat steeds zien hoe je aan je antwoord komt, door de formules over te nemen en de
ladingen van de ionen aan te geven. Let op: soms zijn er meerdere mogelijkheden.
3
a.
Na(OH)x
b.
CuxO
c.
Ca(NH4)2(PO4)Fx
d.
FexAl4(SO4)3(OH)12 (2 mogelijkheden)
Deze opgave gaat over de volgende reactie:
2 Na + 3 N2 → 2 NaN3
4
a.
Hoeveel mol N2 kan maximaal reageren met 2,0 mol Na?
b.
Hoeveel gram N2 kan maximaal reageren met 2,0 gram Na?
c.
Hoeveel liter N2 kan maximaal reageren met 2,0 gram Na (298 K, p = p0)?
HCl is een zuur. Als je het oplost in water, reageert HCl met H2O.
a.
Schrijf de reactievergelijking op.
In Binas-tabel 49 kun je vinden dat HCl een sterk zuur is.
Stel, we lossen 0,5 mol HCl op in 2,0 liter water.
5
b.
Wat wordt dan de pH?
c.
Is de pH hetzelfde als je 0,5 mol HF oplost in 2,0 liter water? Zo nee, is deze hoger of
lager? Leg je antwoord uit (zonder extra berekening).
Als chloorgas wordt toegevoegd aan vast natrium treedt er een redoxreactie op. Chloorgas
is hierbij de oxidator en natrium de reductor. Geef de reactievergelijking van de volledige
redoxreactie van chloorgas en vast natrium. Maak voor deze opgave gebruik van Binastabel 48.
Tip: schrijf eerst beide halfreacties op.
6
De stof 2-chloorpropaanzuur kan reageren met de stof ethanol.
a.
Geef beide stoffen weer in structuurformules. Schrijf hierbij alle H’tjes helemaal uit.
b.
Als je deze stoffen bij elkaar voegt treedt er een veresteringsreactie op waarbij de
zuurgroep reageert met de alcoholgroep. Geef deze reactie.
Scheikunde vwo voorbereidende opgaven
2
© SSL 2015
Voorbereidende opgaven – Examencursus
7
(Maak deze opgave niet als je de Stoomcursus volgt)
Maak bij deze opgave gebruik van de tabellen 67 en 70 van Binas.
Op de coderende streng van een bepaald DNA-molecuul bevindt zich het codon TTC. Dit
codon codeert voor een bepaald aminozuur.
a.
Geef de naam van dat aminozuur. Leg uit hoe je aan je antwoord komt.
Eiwitten bestaan uit een lange keten van aminozuren. In een stukje van een bepaald eiwit
zitten de aminozuren serine en cysteïne aan elkaar gekoppeld.
Dit fragment wordt weergegeven als ~ Ser – Cys ~.
b.
Geef dit fragment in structuurformule weer. Laat ook zien hoe dit fragment aan de
rest van het eiwitmolecuul vast zit.
Scheikunde vwo voorbereidende opgaven
3
© SSL 2015