TOOLBOX - Oilinmotion

Download Report

Transcript TOOLBOX - Oilinmotion

NUMMER
TOOLBOX
Juli 2014
16
Er worden verschillende audits uitgevoerd en er
worden meldingen gedaan door verschillende
personen. Maar wat gebeurd er met deze
gegevens? Al deze gegevens worden verwerkt
om zo de algemene prestaties te kunnen
vormen van de firma. In vakjargon worden deze
prestaties ook wel KPI’s genoemd.
KPI
Kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) zijn
variabelen om prestaties van ondernemingen te
analyseren. Via deze indicatoren kan Argos
afleiden of de organisatie op koers ligt om de
doelstellingen te behalen.
Elke indicator is een objectief kenmerk van
bijvoorbeeld een proces, situatie of actie. Zo kun
je de temperatuur uitgedrukt in graden Celsius
of het aantal uren zon, zien als indicatoren van
het weer, of het aantal km per uur als indicator
van de rijsnelheid.
Indicatoren worden gedefinieerd op het
operationele niveau (operationele indicatoren)
en het niveau van de veiligheidsresultaten
(resultaatindicatoren).
Argos neemt op beide niveaus acties om zo de
prestaties te meten.
Operationele niveau
Om de indicatoren van het
operationele
niveau
te
bepalen
worden
audits
uitgevoerd. Zo zijn er de
HSEQ-audits op het vlak
van Operations en op het
vlak van Maintenance &
Projects.
HSEQ audit Operations
Per terminal wordt per jaar tweemaal een
HSEQ-audit uitgevoerd. Deze audits worden
uitgevoerd door de afdeling HSEQ.
HSEQ audit Maintenance & Projects
Tijdens het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden of projecten kan ad hoc of op
verzoek van bijvoorbeeld Maintenance &
Projects of Operations een HSEQ-audit worden
uitgevoerd. Degene die deze audits uitvoert kan
verschillen.
Verslaglegging
Van iedere uitgevoerde audit wordt een verslag
opgemaakt die wordt besproken en nagekeken
door de verschillende personen die betrokken
zijn geweest bij de audit.
Het niveau van de veiligheidsresultaten
De resultaatindicatoren worden bepaald door de
meldingen van afwijkingen in Qino. Hierbij wordt
de volgende onderverdeling aangehouden:
 Veiligheid 1: Letselincidenten en incidenten
welke
binnen
de
Seveso-/BRZOregelgeving als zwaar ongeval worden
ingedeeld.
 Veiligheid 2: Incidenten waarbij geen letsel
is ontstaan en incidenten met materiële
schade.
 Milieu: Ongecontroleerde emissie van
product en/of damp naar land, water en
lucht.
 Gevaarlijke situaties: Situaties die zouden
kunnen leiden tot een incident met letsel,
met materiële schade of met milieuschade.
 Overtredingen: Overtredingen van het
terreinreglement of PBM-beleid, etc.
Via de weekrapportages wordt de gehele
terminalorganisatie op de hoogte gesteld van de
veiligheidsresultaten.
Basisrisicofactoren
Het is noodzakelijk om de onderliggende
oorzaken van mogelijke onvolkomenheden van
de audits en veiligheidsresultaten in een vroeg
stadium te ontdekken en risicoreducerende
maatregelen daarop af te stemmen. Om inzicht
te krijgen in deze onderliggende oorzaken wordt
gebruik gemaakt van de volgende zogenaamde
“Basis Risico Factoren”.
1 Ontwerp
De wijze waarop materieel is ontworpen en
componenten zijn samengesteld kunnen
operaties moeizaam doen verlopen of
oneigenlijk gebruik in de hand werken.
2 Materiaal en middelen
De kwaliteit, conditie beschikbaarheid en
actuele versus verwachte levensduur van
materialen
gereedschappen
en
componenten.
3 Procedures
Het al dan niet voorhanden zijn van
nauwkeurige, relevante en begrijpelijke
regelgeving
(richtlijnen,
procedures,
instructies, handelingen), die ook werkelijk
worden gekend en gebruikt.
4 Omgevingsfactoren
De omstandigheden waaronder mensen
werken. Dit zijn enerzijds de fysieke (werk)
omstandigheden zoals hitte, kou, lawaai,
duisternis en anderzijds de medisch,
psychisch en sociaal bepaalde factoren
zoals ziekte, misbruik, verslaving, attitudes
en sfeer.
NUMMER
TOOLBOX
Juli 2014
16
5
Orde en netheid
Orde en netheid op en van de
werkomgeving; het beschikbaar zijn van
faciliteiten voor opruimen en schoonmaken
en de uitvoering hiervan.
6 Training en opleiding
Het verstrekken van de juiste training aan
diegenen die dit daadwerkelijk nodig
hebben en het geven van gelegenheid
ervaring op te doen.
7 Strijdige doelstellingen
De
strijdigheid
van
verschillende
doelstellingen, bijvoorbeeld ten aanzien van
productie,
veiligheid,
planning
en
economische belangen. Ook conflicten
tussen de doelstellingen van individuen,
groepen en organisaties.
8 Communicatie
Gebrekkige communicatie; de doelgroep is
bekend maar het 'verzonden' bericht bereikt
deze doelgroep te laat of helemaal niet of
wordt verkeerd geïnterpreteerd.
9 Organisatie
Fouten in de organisatiecultuur met
betrekking tot verantwoordelijkheden en
bevoegdheden. Dit kan te maken hebben
met: coördinatie, supervisie en de
mogelijkheden voor terugkoppeling.
10 Onderhoud
De effectiviteit van de onderhoudsstrategie
met
betrekking
tot
planning,
beschikbaarheid van mensen en middelen
en vormen van onderhoud.
11 Beschermingsmiddelen en – methode
Onvolkomenheden met betrekking tot
detectie,
waarschuwing,
herstel,
ontsnapping en evacuatie, alsmede het
gebruik van beschermingsmiddelen en het
voorbereid zijn op noodsituaties.
Als voor elke afwijking en veiligheidsresultaat de
basisrisicofactor (BRF) wordt bepaald kan er
een trendanalyse worden opgemaakt. Hiermee
worden de ontwikkelingen in kaart gebracht en
indien
noodzakelijk
het
beleid
worden
aangepast.
Voor 2014 hebben we volgende resultaten in
kaart gebracht.
Resultaten 2014
In onderstaande afbeelding zijn de resultaten
van de HSEQ-audits Operations weergegeven.
Dit zijn de resultaten van januari 2014 tot
augustus 2014
Uit deze afbeelding is o.a. af te leiden dat 45%
van alle afwijkingen gerelateerd zijn aan de
risico’s met betrekking tot materiaal en
middelen.
Om deze reden is Argos volop bezig met het
vormgeven en implementeren van een
onderhoudsmanagementbeleid.
In onderstaande afbeelding zijn de resultaten
van de HSEQ-audits Maintenance & Projects
weergegeven.
Uit deze afbeelding is o.a. af te leiden dat 72%
van de afwijkingen gerelateerd zijn aan
operationele procedures.
De risicoreducerende maatregelen die Argos
hiervoor neemt is het periodiek (her)beoordelen
van procedures en werkinstructies en het
doorvoeren van wijzigingen waar nodig.
Daarnaast worden nieuwe werkinstructies
implementeerd
wanneer
er
nog
geen
voorhanden zijn.
Toekennen auditscores
Er wordt een score toegekend aan hetgeen
geaudit wordt. Aan de hand van deze score
wordt nagegaan welke positieve- of negatieve
trend op het operationele niveau waarneembaar
is.
Op dit moment is er een positieve trend vast te
stellen, zie onderstaande afbeelding.
NUMMER
TOOLBOX
Juli 2014
16

Voor het niveau van veiligheidsresultaten
Als we de resultaten van 2014 tot op heden
bekijken op het niveau van veiligheidsresultaten
hebben we deze in kaart gebracht volgens de
gekende onderverdeling.

V1: Veiligheid
Bij milieu gerapporteerde incidenten zijn 81%
van deze incidenten problemen met materiaal
en middelen (lekken van flenzen en
koppelingen).
Ook zijn er milieu incidenten (7%) ontstaan door
het niet volgen van procedures

Hieruit leiden we af dat de meeste incidenten
betrekking hebben met de omgevingsfactoren
zoals stormschade.
Het incident met basis risico factor ontwerp komt
voort uit een incident waarbij er geen kraan is
geplaatst bij een loskade.
Bij BRF doelstellingen is er geen medling
geweest van een snede in een vinger

V2: Veiligheid
GS: Gevaarlijke Situatie
Bij
gevaarlijke
situaties
is
er
meer
verscheidenheid maar de hoofdbrok is bij
gevaarlijke situaties de doelstellingen (28%) die
niet gevolgd worden. Een voorbeeld hier is het
niet gebruiken van aardingskabel.
21% van de meldingen hebben betrekking op
het niet volgen van de procedures.
15% van de gevaarlijke situaties zijn technische
elementen.

Uit de analyse van de V2 incidenten kunnen we
afleiden dat 47% van de incidenten niet volgens
de BRF gecategoriseerd kan worden dit gaat
over de aanrijdingen van chauffeurs op de
structuren van Argos.
Ook hier zijn 33% van de incidenten te wijten
aan omgevingsfactoren.
M: Milieu
O: Overtredingen
Als we de overtredingen bekijken zien we vooral
dat het probleem ligt bij het volgen van de
procedures en tegenstrijdige doelstellingen.