werkblad spelling f/v s/z
Download
Report
Transcript werkblad spelling f/v s/z
werkblad spelling regel 1, 2 , 3
1.
f/v
s/z
-f -s
feest
slim
zes
fiets
smoes
eens
fles
snel
vals
friet
spin
smoes
fluit
slaap
fles
vaak
zes
leef
veel
ziek
geef
vier
zwaar
zeef
vies
zwart
proef
vliegt
zegt
zoef
2. Vul de f of v in. Schrijf het woord over op de lijn.
_erkeer
_eest
_alk
_abriek
______________
______________
______________
______________
_ornuis
_erband
_amboos
_eter
______________
______________
______________
______________
werkblad spelling regel 1, 2 , 3
3. Vul de s of z in. Schrijf het woord over op de lijn.
_wijn
______________
_lak
______________
_waan
______________
_akdoek
______________
_noep
______________
_laapzak
______________
_meerpoets
______________
_aklamp
______________
4. Kies een s of een z woord en maak daar een zit mee.
s of z woord
schrijf hieronder je zin
5. Zoek de fout. In ieder rijtje staat een fout woord. Kleur dit vakje en schrijf het woord goed op in het onderste vakje.
bof
dof
draf
fles
flink
faag
vaak
het fee
veel
het vet
slaap
de slee
zwaan
swart
de zweep
slank
de zpin
het stuur
de zoon
de zalf
zelfs
de zorg
het vuil
de vuist
twaalv
vaag