werkblad eind d-t

Download Report

Transcript werkblad eind d-t

Werkblad spelling (eind –d/-t)
naam: ______________________
leg de spellingregel van de plaat hiernaast uit:
noem 3 voorbeeld woorden:
1. _________________________
2. _________________________
3. _________________________
1. Vul een d of een t in
ach___
be___
broo__
fees__
naal__
ra__
sta___
har__
kran__
hoe__
paar__
kas__
2. Vul een d of een t in:
1. De hon__ liep acher mij aan.
2. Ik ga in ba__
3. Mijn moeder gaat naar de mark__ .
4. Ik eet elke dag frui__ .
5. Het klee__ was vies.
6. Hij was echt het diks__.
7. Wij zaten in de hu__.
8. Het is erg gla__ buiten.
9. Ik doe mijn han__ in het water.
10. Die meneer heeft een baar__
3. Kleur het vakje met het foute woord.
1.
het bloed
het geld
het liet
het hert
2.
zuit
rond
krijt
oost
3.
kort
maat
kwaat
kaart
4.
glad
land
veld
kwijd
5.
blood
beeld
kind
moord
6.
hooft
mond
rond
gezond
7.
jeugd
hand
veld
vuisd
8.
blind
friet
huit
maart
4. Verzin 6 woorden met aan het eind een d en 6 woorden met aan het
eind een t.
Zet ze in de goede rij. Probeer woorden te verzinnen die je op dit werkblad nog
niet tegengekomen bent.
woorden met een d aan het eind
hand
woorden met een t aan het eind
kant