Transcript Werkblad 1

Schrijf je eigen kerstkaart!
Instructievel stappenplan
Jouw kerstkaart bestaat uit twee kanten. Op de voorkant staat een afbeelding in
kerstsfeer. Deze afbeelding mag je straks inkleuren en versieren! Je gaat nu eerst
de achterkant van de kaart schrijven. Hieronder staat hoe je dat aanpakt.
Bij deze opdracht gebruik je werkblad 1 en werkblad 2.
1
Aanhef
De aanhef is de eerste zin van jouw kaart. In de eerste zin
begroet je de persoon aan wie jij de kaart stuurt. De aanhef
wordt altijd gevolgd door een komma. Bijvoorbeeld:
Lieve Luuk,
Beste Luuk,
Hallo Luuk,
b. Vraag
Als je in je boodschap ook vragen stelt, is de kans groter
dat je een kaartje terug krijgt! Stel vragen zoals:
Mag ik in de kerstvakantie bij jou komen logeren?
Sneeuwt het bij jullie ook?
Kom je met kerst bij ons eten?
Ga naar stap 2b van het stappenplan op werkblad 2.
Ga naar stap 1 van het stappenplan op werkblad 2.
Boodschap
De boodschap volgt meteen na de aanhef. In de boodschap schrijf jij je bericht naar de ontvanger van jouw kaart.
De boodschap kan uit verschillende onderdelen bestaan.
a. Vertel
In de boodschap schrijf je wat je graag wilt vertellen.
Begin je boodschap bijvoorbeeld met:
Ik stuur je een kaartje omdat …
Ik heb bijna kerstvakantie!
In de vakantie ga ik ….
Ga naar stap 2a van het stappenplan op werkblad 2.
POSTNL_Werkblad 1 V3.indd 1
Naam ontvanger
Straat en huisnummer
Luuk Post
Postlaan 1
1234 NL Posterije
Postcode en woonplaats
c. Wens
De boodschap op een kerstkaart eindigt meestal met
een kerstwens. Denk na over een wens voor de persoon
aan wie jij de kaart stuurt. Bijvoorbeeld:
2
Werkblad 1
Ik wens je een hele fijne kerstvakantie toe!
Ik hoop dat je een hele grote sneeuwpop kunt maken
deze kerst!
Ga naar stap 2c van het stappenplan op werkblad 2.
3
Afsluiting
De afsluiting is de laatste zin van jouw kaart. In de laatste
zin zeg je gedag tegen de persoon aan wie je de kaart
stuurt. Dit kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld:
Veel liefs van …
Groetjes van …
Dikke knuffel van …
Vrolijke kerstgroeten van …
Ga naar stap 3 van het stappenplan op werkblad 2.
4
Adres
Het adres van de persoon aan wie je de kaart stuurt, komt
ook op de kaart. Het adres is nodig om te zorgen dat jouw
kaart goed wordt bezorgd!
Let op! Een postcode bestaat altijd uit vier cijfers en twee hoofdletters.
Officieel hoort er tussen de vier cijfers en de twee letters één spatie.
Tussen de letters en de plaatsnaam komen twee spaties.
Ga naar stap 4 van het stappenplan op werkblad 2.
5
Postzegel
Op de echte kaart is een postzegel geplakt. Hiermee
betaal je voor de verzending van je kaart. In december
zijn er speciale Decemberzegels met mooie, feestelijke
plaatjes. Decemberzegels zijn goedkoper dan gewone
postzegels en kunnen speciaal voor kerstkaarten
worden gebruikt!
Ga naar stap 5 van het stappenplan op werkblad 2.
14-11-14 11:06