Moet de overheid het AOW-gat repareren, of is het zo erg niet?

Download Report

Transcript Moet de overheid het AOW-gat repareren, of is het zo erg niet?

Zes vragen over AOW-gat
Moet de overheid het AOW-gat repareren, of is het zo erg niet?
Daarna komt de AOW, vaak
aangevuld met een
pensioenregeling.
Demonstranten protesteren op 21
november 2009 in Rotterdam tegen de
verhoging van de pensioenleeftijd naar
67 jaar.
Foto Arie Kievit
AMSTERDAM
Het is asociaal om mensen die
vervroegd met pensioen zijn
gegaan voor hun AOW-gat te laten
opdraaien, vinden de vakbonden.
De overheid denkt daar anders
over.
VAN ONZE VERSLAGGEEFSTER NANDA
TROOST
Twintig vakbonden en
belangengroepen eisen vandaag bij
de rechter dat de staat het AOWgat repareert van tienduizenden
mensen die met vroegpensioen zijn
of - met ontslagvergoeding - zijn
ontslagen. Doordat we langer
moeten doorwerken, lopen zij
bedragen mis die kunnen oplopen
tot ruim 27 duizend euro per jaar. In
vakbondstermen 'asociaal beleid
van een onbetrouwbare overheid',
zoals Gijs van Dijk van de FNV het
zegt. Maar er is een
overgangsregeling, betoogt de
overheid, en de verhoging van de
pensioenleeftijd staat al sinds 1999
op de agenda.
Sinds 2013 wordt de
pensioenleeftijd echter verhoogd.
Zo moeten we met ingang van dit
jaar doorwerken tot 65 jaar en twee
maanden. In 2018 wordt dat 66 jaar
en in 2021 tot 67 jaar. Daarna
wordt de AOW-leeftijd gekoppeld
aan de levensverwachting.
Maar de vroegpensioenregelingen
zijn daaraan niet aangepast. Wie
met de vut is, krijgt dit jaar te
maken met een AOW-gat: twee
maanden die moeten worden
overbrugd tot de eerste AOW wordt
uitbetaald. Dat scheelt een
alleenstaande twee keer zijn AOW
van 1.150 euro bruto. Wie in 2021
twee jaar moet overbruggen zou
daardoor nu ruim 27 duizend euro
mislopen.
Eerder stoppen met werken? In de
aanloop naar het verhogen van de
waarover de rechter zich vandaag
buigt?
Het gaat om enkele tienduizenden
mensen met vooral zware
beroepen. Militairen,
brandweerlieden, ambulance-,
politie- en justitiepersoneel, maar
ook buschauffeurs en
stratenmakers. Door met 55 of 60
te stoppen met werken kunnen ze
toch gezond de eindstreep halen, is
de gedachte. Maar het gaat ook
ouderen aan die vóór 2013 door
een reorganisatie op straat zijn
komen te staan. Ze moeten nu
langer doen met de
ontslagvergoeding waarmee ze het
tot aan hun pensioen dachten uit te
houden.
Is er dan geen
vroegpensioenregelingen toch
compensatieregeling?
afgeschaft?
daaraan?
Voor wie vóór zijn 65ste is gestopt
met werken waren er allerlei
vroegpensioenregelingen zoals de
vut (vervroegde uittreding), het
functioneel leeftijdsontslag en het
prepensioen. Die uitkeringen
houden op als iemand 65 wordt.
Er zijn inmiddels allerlei financiële
prikkels die het zowel voor
werkgevers als voor werknemers
financieel aantrekkelijk maken om
ouderen actief te houden op de
arbeidsmarkt. Werkbonus,
premiekorting, mobiliteitsbonus,
© de Volkskrant
Hoe groot is dan het probleem
AOW-leeftijd zijn de
Dat betoogt de advocaat namens
de staat ook. De meeste
werknemers kunnen niet meer met
de vut. Die regelingen zijn
verdwenen omdat door de
vergrijzing en ontgroening de
sociale zekerheid en zorg anders
onbetaalbaar worden. De
beroepsbevolking wordt kleiner en
niet alleen neemt het aantal
AOW'ers snel toe, we worden ook
ouder. Alleen door langer door te
werken blijft de AOW, ook voor
toekomstige generaties,
betaalbaar.
Een AOW-gat, hoe kom je
heffingskorting... En dat werkt.
Werknemers gaan steeds later met
pensioen. In 2013 lag het
gemiddelde op 63,9 jaar, ruim drie
kwart jaar hoger dan in 2011.
donderdag 16 januari 2014
Zeker wel. Voor wie nu met
vroegpensioen is, is er een
overbruggingsuitkering op
bijstandsniveau. Maar daaraan zijn
inkomenseisen gesteld. Om voor
de regeling in aanmerking te
komen mag iemand niet meer dan
ongeveer 3.000 euro bruto
verdienen, of 4.500 voor
samenwonenden. Daarnaast mag
men slechts een beperkte
hoeveelheid spaargeld hebben.
Wie na 1 januari 2013 is gestopt
met werken heeft inmiddels
voldoende gelegenheid gehad om
desgewenst een spaarpotje aan te
leggen, vindt de overheid. De
pensioenleeftijd gaat weliswaar
versneld omhoog, er wordt al lang
genoeg over gediscussieerd.
Maar de vakbonden vragen de
rechter ook om een principiële
uitspraak: mag de overheid wel aan
Pagina 25 (1)
de AOW komen? Ook al gaat het
om een toekomstige uitkering, de
AOW is eigendom van het individu,
vinden ze. De overheid werpt tegen
dat niet alleen het algemeen belang
voorgaat. Hoe zou zij beleid
kunnen maken als er niets mag
worden veranderd?
Met z'n twintigen naar de rechter.
Maken de vakbonden een kans?
Ja, vinden de vakcentrales CNV,
FNV en MHP natuurlijk, en nee is
het even voorspelbare antwoord
van de tegenpartij. Maar er schuilt
een addertje onder het gras. De
vraag is of de bonden wel naar de
rechter kúnnen stappen. Wie
klachten heeft over zijn AOW moet
daarvoor als individu bij de Sociale
Verzekeringsbank zijn. Toch vinden
de vakbonden dat ze partij zijn,
omdat zij nieuwe afspraken moeten
proberen te maken in cao's en
onderhandelen over sociale
plannen.
Terug aan het werk dan maar...
Dat is makkelijker gezegd dan
gedaan. Brandweerlieden hebben
vergeefs gevraagd om terug in
dienst te komen. Niet alleen waren
er geen vacatures, ook moeten ze
worden gekeurd. Het is de vraag of
ze daar doorheen zouden komen.
De overheid stuurt ook nog steeds
ambtenaren met vroegpensioen.
Gevangenispersoneel bijvoorbeeld
wordt op z'n 60ste 'eervol'
ontslagen. Ook militairen vliegen er
op grond van hun leeftijd uit.
pensioen. De gemiddelde
pensioenleeftijd liep vorig jaar
verder op tot 63,9 jaar. Dat is 0,3
jaar hoger dan in 2012.
Werknemers zijn sinds 2006 elk
jaar iets later met pensioen
gegaan. Dat blijkt uit woensdag
gepubliceerde cijfers van het
Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS).
Vorig jaar gingen in totaal 73
duizend werknemers met pensioen.
Inmiddels is bijna de helft van de
pensioengangers 65 jaar of ouder.
Het aandeel werknemers dat
tussen 60 en de 65 jaar met
pensioen gaat, neemt de laatste
jaren sterk af: van 70 procent in
2008 tot 46 procentin 2013. In dat
jaar was 48 procent op het moment
van pensionering 65 jaar of ouder.
Deze groep is hiermee voor het
eerst groter dan de groep die
tussen 60 en 65 jaar met pensioen
gaat.
Van 2000 tot en met 2006 was de
gemiddelde pensioenleeftijd nog 61
jaar. Vanaf 2007 nam die jaarlijks
toe door de invoering van
regelgeving die langer doorwerken
moet stimuleren. Hierdoor gingen
steeds minder werknemers op
jongere leeftijd met pensioen. Het
aandeel pensioengangers jonger
dan 60 jaar daalde van 28 procent
in 2006 tot 6 procent in 2013.
De oplossing ligt in de cao. Met de
Nederlandse Spoorwegen zijn
nieuwe afspraken gemaakt over
machinisten die er op grond van
hun leeftijd uit moeten. De NS heeft
inmiddels een intern
uitzendbureautje opgericht voor
oud-medewerkers met een AOWgat. Ze kunnen een paar dagen per
maand komen werken om
maximaal 500 euro per maand bij
te verdienen.
Steeds later met pensioen
Werknemers gaan steeds later met
© de Volkskrant
donderdag 16 januari 2014
Pagina 25 (2)