Transcript Ga naar PDF

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING
Beleidsregels 2015
Baarn, 17 december 2014
2014
Inhoud
Inleiding
5
1 Het financieel toezicht 6
1.1
Toezichtproces
9
1.2
Risicoselectie
11
1.3
Signaalgericht toezicht
11
1.4
Systeemgericht toezicht
12
1.5
Beoordelingen
12
1.6
Interventies financieel toezicht
13
1.7
Handhavingsmaatregelen
16
2 Zes domeinen van financieel toezicht Kwaliteit financiële verantwoording
21
2.2
Behoud van maatschappelijk gebonden vermogen
23
2.3
Kwaliteit risicobeheer/interne governance/soft control
24
2.4
Liquiditeit en financiering
25
2.5
Solvabiliteit
29
2.6
Draagkracht vermogen op basis van voorgenomen beleid
31
3 Sanering 32
3.1
Saneringsproces en betrokkenen
33
3.2
Voorbereiden sanering
35
3.3
Saneringsaanvraag
36
3.4
Uitwerken sanering
37
3.5
Uitvoering sanering
39
3.6
Handhavingsmaatregelen
40
4 Adviestaken 2
21
2.1
Centraal Fonds Volkshuisvesting
42
5 Projectsteun 43
5.1
Doelgroep reguliere projectsteun
44
5.2
De aanvraag reguliere projectsteun
44
5.3
Projectplan
45
5.4
Beoordelingscriteria
45
5.5
Aard en omvang reguliere projectsteun
46
5.6
Aan de projectsteun te verbinden verplichtingen
47
5.7
Eindafrekening bijzondere projectsteun
48
5.8
Handhavingsmaatregelen
49
6 Bijdrageheffing 50
6.1
Bepaling van het bedrag bij heffing saneringssteun
50
6.2
Bepaling van het bedrag bij heffing projectsteun
51
6.3
Procedure rond vaststelling en betaling van de bijdrage
51
6.4
Kwijtschelding
52
7 Openbaarheid 54
Bijlagen 1
Bepaling VHV en risico in verslagjaar 2014 en prognosejaren 2015 - 2019
58
2
Convenant CFV - WSW
69
3
Aanvullend convenant CFV - WSW
72
4
Bestuursreglement Centraal Fonds Volkshuisvesting 74
5
Handleiding saneringsplan
82
Beleidsregels 2015
3
4
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Inleiding
De huidige wettelijke grondslag voor de
Die nieuwe visie op toezicht, die CFV in
werkzaamheden en de positie van het
2013 vaststelde, vormt de leidraad voor
Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) is
de wijze waarop CFV zijn taken uitvoert en
gebaseerd op de artikelen 71 tot en met 73
is ook gebruikt bij het formuleren van de
van de Woningwet. Daarin zijn de taken, de
beleidsregels 2015.
bestuurlijke inrichting, de middelen en de
bevoegdheden van CFV en het ministerieel
Hoofdstuk 1 gaat over het financieel toezicht
toezicht op CFV geregeld.
en het toezichtproces. Hoofdstuk 2 gaat in
op de zes domeinen waarop CFV financieel
In de Woningwet is aangegeven dat op
toezicht houdt. Hoofdstuk 3 behandelt de
onderdelen nadere regels gesteld worden bij
saneringstaak die CFV sinds zijn oprichting
algemene maatregel van bestuur. Deze zijn
in 1988 uitoefent. De adviestaken van CFV
verwoord in het Besluit Centraal Fonds voor
zijn uitgewerkt in hoofdstuk 4. Hoofdstuk
de Volkshuisvesting (BCFV, voor het laatst
5 gaat over de steunmaatregelen bij
gewijzigd Stb. 2008, 239). In dat besluit
volkshuisvestelijke projecten (reguliere en
zijn enkele belangrijke begripsbepalingen
bijzondere projectsteun) en hoofdstuk 6 over
opgenomen. Daarnaast bevat het BCFV
de bijdrageheffing. In hoofdstuk 7 wordt
nadere regels met betrekking tot het
vanwege het belang ervan apart aandacht
verstrekken van subsidie door CFV, de
besteed aan transparantie en openbaarheid
sanering- en projectsteun en de heffing van
van toezichtinformatie. De beleidsmatige
bijdragen van corporaties aan CFV. Ook wordt
uitwerking van het sanctie-instrumentarium
het financieel toezicht dat CFV uitoefent op
en hoe met andere toezichthouders en
woningcorporaties en de inhoud van de door
actoren wordt samengewerkt, is bij de
CFV op te stellen beleidsregels in het BCFV
betreffende hoofdstukken ondergebracht.
nader geregeld.
Een aantal zaken is niet in het BCFV zelf
geregeld. Voor deze onderwerpen dient CFV
jaarlijks beleidsregels vast te stellen. Hetgeen
minimaal in de beleidsregels moet worden
behandeld, staat beschreven in de artikelen 6
en 7 van het BCFV. Naast de lijst uit het BCFV
staat het CFV vrij om andere onderwerpen op
te nemen in de beleidsregels.
Beleidsregels 2015
5
1
Het financieel toezicht
WETTELIJK KADER
Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV)
De huidige wettelijke grondslag voor
bewaakt vanuit het publieke belang en
de werkzaamheden en de positie van
door onafhankelijk toezicht, de financiële
CFV zijn gebaseerd op artikelen 71-73
continuïteit van woningcorporaties zodat
van de Woningwet. Daarin zijn de
corporaties duurzaam in de volkshuisvesting
taken, de bestuurlijke inrichting, de
kunnen functioneren. Financieel toezicht
middelen en de bevoegdheden van CFV
vloeit voort uit de publieke taak van
en het ministerieel toezicht op CFV
corporaties. Het ontbreken van de tucht
geregeld.
van de markt voor corporaties is een extra
In de Woningwet is aangegeven dat
motief voor financieel toezicht. Het dient
op onderdelen nadere regels gesteld
als tegenwicht tegen het ontbreken van
worden bij algemene maatregel
reguliere ‘checks and balances’ in een
van bestuur. Deze zijn verwoord in
commerciële markt en de ongewenste
het Besluit Centraal Fonds voor de
effecten die het zekerheidsstelsel met zich
Volkshuisvesting (BCFV, voor het
meebrengt. Het financieel toezicht van
laatst gewijzigd Stb. 2008, 239).
CFV is gebaseerd op een zestal principes
In dat besluit zijn nadere regels
namelijk: risicogericht, professioneel,
opgenomen over het financieel
slagvaardig, transparant, samenwerkend en
toezicht, de verstrekking van sanering-
onafhankelijk. Door goed toezicht wil CFV
en projectsteun en de heffing van
risico’s eerder signaleren en sneller acteren
bijdragen van corporaties aan CFV.
om op die manier financiële problemen
Ook wordt de inhoud van de door CFV
zoveel mogelijk te voorkomen.
op te stellen beleidsregels in het BCFV
nader geregeld.
In het financiële toezicht beoordeelt CFV
Ten aanzien van het financieel
de financiële continuïteit van de corporatie
toezicht is in het BCFV opgenomen:
in brede zin. CFV kijkt daarbij naar zes
♦Rapportage over de financiële
toezichtdomeinen, te weten kwaliteit van
situatie van individuele corporaties
informatie, kwaliteit van risicobeheer,
(voor 1 november)
behoud maatschappelijk gebonden
♦Rapportage over de sector als geheel
(voor 1 december)
♦In de beleidsregels zijn de criteria
opgenomen die CFV gebruikt bij het
financieel toezicht
6
Centraal Fonds Volkshuisvesting
vermogen, liquiditeit en financiering,
solvabiliteit en draagkracht vermogen in
relatie tot activiteiten.
VERVOLG WETTELIJK KADER
CFV maakt in het financieel toezicht
risicogericht keuzes en stelt vanuit vereisten
In het Besluit beheer sociale-
van effectiviteit en efficiëntie prioriteiten
huursector (Bbsh) is de adviesrol van
gebaseerd op het risicoprofiel van individuele
CFV verankerd inzake toelating (art.
corporaties en van de sector als geheel.
5), statutenwijzigingen (art. 9), fusies
Risicogericht betekent dat alle corporaties
(art. 10b) en ministeriële aanwijzingen
onder toezicht staan, maar dat op basis van
(art. 41). De adviestaak van CFV op
het risicoprofiel wordt bepaald bij welke
andere terreinen is gebaseerd op
corporaties onderzoek nodig is, wat daarbij
ministeriële circulaires.
in het bijzonder de aandachtsgebieden zijn
en welke interventies vervolgens worden
De MG-circulaires van de minister
opgelegd. CFV ziet toezicht als een continu
voor W&R gaan over woonbeleid en
proces, waarbij toezicht steeds gebruik maakt
hebben betrekking op nieuwe wet- en
van alle beschikbare informatie en signalen.
regelgeving en beleidsregels.
Hierbij worden ook toezichtbevindingen uit
voorgaande jaren betrokken en informatie
CFV is een zelfstandig bestuursorgaan
van de Inspectie voor Leefomgeving en
(ZBO) dat valt onder het ministerie
Transport (ILT) en het Waarborgfonds
van Binnenlandse Zaken en
Sociale Woningbouw (WSW) waar CFV
Koninkrijkrelaties (BZK). Dit betekent
informatieprotocollen mee heeft afgesloten.
dat CFV een publiekrechtelijke
Naast het beoordelen is het monitoren van de
rechtspersoon is die als organisatie
opgelegde interventies ook onderdeel van het
zijn taken zelfstandig uitvoert.
toezichtproces.
Om de risico’s die van invloed zijn op het
voortbestaan van corporaties in beeld te
krijgen, heeft CFV een risicodetectiesysteem
ontwikkeld. Op basis van evaluatie en nieuwe
ontwikkelingen die van invloed zijn op het
risicoprofiel van de sector of individuele
corporaties, is het denkbaar dat voor 2015
enkele signaalpunten vervallen en vervangen
worden door nieuwe signaalpunten. De
signaalpunten publiceert CFV in het voorjaar
op de website.
Beleidsregels 2015
7
De signaalpunten tezamen vormen een
Door deze samenwerking in de uitvraag
dashboard. Met behulp van dit dashboard
van de gegevens wordt een reductie van
en eventueel aanvullend onderzoek, stelt
de administratieve lasten bij corporaties
CFV uiteindelijk voor 1 november van elk
gerealiseerd. De opvraag bestaat uit:
jaar een oordeel op over de financiële
♦ J aarverslag en jaarrekening;
positie van iedere corporatie. Dit oordeel
♦ V olkshuisvestingsverslag;
wordt vastgelegd in een toezichtbrief.
♦ D e prognose gegevens zoals opgenomen
De toezichtbrieven worden na hoor- en
wederhoor openbaar gemaakt door plaatsing
op de website van CFV onder Corporaties.
in de dPi (de prospectieve informatie) en
de dVi (verantwoordingsinformatie);
♦ D e voorgeschreven accountantsverklaring,
Vanwege het maatschappelijke doel
-mededelingen en -rapportages, zoals
van woningcorporaties hecht CFV groot
aangegeven in het Bbsh en daarbij
belang aan het openbaar maken van zijn
behorende bijdragen I tot en met IV.
beoordelingen en informatie opdat ‘checks
and balances’ door stakeholders kunnen
De stukken moeten jaarlijks vóór 1 februari
plaatsvinden. CFV stelt dat gegevens
en 1 juli ontvangen zijn. Het bestuur van de
in beginsel openbaar zijn maar toetst
corporatie is verantwoordelijk voor tijdige en
zorgvuldig of sprake is van (bedrijfs-)
kwalitatief correcte aanlevering. De stukken
vertrouwelijke informatie.
dienen aangeleverd te worden bij CorpoData.
Naast individuele oordelen rapporteert
CorpoData is verantwoordelijk voor
CFV ook over de sector als geheel. Naar
ontvangst, rappel, (kwaliteits-)controle en
aanleiding van nieuwe ontwikkelingen
verwerking van de gevraagde gegevens.
die het risicoprofiel van de sector raken,
De corporaties zijn verantwoordelijk voor
kunnen ook themaonderzoeken worden
de kwaliteit van hun gegevens. Als de
uitgevoerd. Daarnaast adviseert CFV over
gegevens niet op tijd zijn of de kwaliteit van
financiële aspecten van nieuwe toelatingen,
de gegevens onvoldoende is, kan CFV een
fusies, investeringen in het buitenland en
handhavingsmaatregel opleggen.
meldingsplichtige verkoop aan beleggers.
Voor specifieke onderwerpen is het mogelijk
Ook kan CFV de minister financieel adviseren
dat CorpoData, op verzoek van CFV,
wanneer de minister voornemens is een
aanvullende gegevens opvraagt. Die kunnen
handhavingsmaatregel op te leggen.
gericht zijn op alle corporaties of een deel
van de corporaties. Daarnaast kan CFV in het
Om de toezichttaak goed uit te kunnen
kader van onderzoek aanvullende informatie
voeren, worden jaarlijks prognose- en
opvragen bij één of meerdere corporaties.
verantwoordingsgegevens bij corporaties
opgevraagd via CorpoData. Dat is een
Toezicht is een continu proces. Dit betekent
samenwerkingsverband tussen WSW,
dat CFV verwacht dat zowel bestuur als
ILT en CFV om de gegevensopvraag zo
raad van commissarissen (RvC), CFV direct
gestructureerd en efficiënt mogelijk te laten
informeren zodra veranderingen voordoen,
verlopen.
die wezenlijk afwijken van de eerder
toegezonden verantwoordingsdocumenten
en – in het bijzonder – de prognosegegevens.
8
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Bestuur en RvC zijn verplicht om onder
Daarom behoudt CFV zich uitdrukkelijk
andere de volgende zaken, direct te melden
het databankrecht voor ten aanzien van de
aan CFV:
volgende databanken:
♦ E en aanzienlijk hoger investeringsvolume
♦ D e dPi-database, gevormd op basis van de
in de eerste twee prognosejaren dan in de
gegevensopvraging ex art. 25b Bbsh, voor
dPi is aangegeven;
wat betreft de gegevens die specifiek zijn
♦ D usdanige wijzigingen in de financiële
bestemd voor CFV;
positie van de corporatie, waardoor zij de
♦ D e dVi-database, gevormd op basis van
kernactiviteiten niet meer of niet meer in
de gegevensopvraging ex art. 26, vijfde
zijn geheel kan uitvoeren;
lid Bbsh, voor wat betreft de gegevens die
♦ L iquiditeits- of solvabiliteitsproblemen
in de corporatie of in een rechtspersoon
specifiek zijn bestemd voor CFV;
♦ D e derivatendatabase, gevormd op
of vennootschap waar de corporatie mee
basis van periodieke gegevensopvraging
verbonden is;
derivaten.
♦ F inanciële risico’s als gevolg van
schendingen of mogelijke schendingen
Behoudens de in of krachtens de
van integriteit binnen de corporatie;
Databankwet gestelde uitzonderingen,
♦ C onflicten tussen de RvC en het bestuur
mag het opvragen of hergebruiken van
van de corporatie of het bestuur van een
deze databanken of van een substantieel
rechtspersoon of vennootschap met welke
deel van de inhoud, evenals het herhaald
een verbinding bestaat;
en systematisch opvragen of hergebruiken
♦ A fboekingen/afwaarderingen die leiden
van niet-substantiële delen van deze
tot een serieuze aantasting van de
databanken ten behoeve van commerciële
financiële positie van de corporatie;
doeleinden, in enige vorm of op enige wijze,
♦ S trategische koerswijzigingen c.q.
heroriëntatie van de corporatie.
niet plaatsvinden zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van CFV.
Databank en databankrecht
In de volgende paragrafen van dit hoofdstuk
Na de informatieopvraging worden twee
wordt het toezichtproces uitgewerkt.
databanken ontwikkeld, de dPi en dVi, waarin
Hoofdstuk 2 gaat in op de inhoudelijke
als gevolg van bewerkingen en controles, de
uitwerking van de zes toezichtdomeinen.
betrouwbaarheid en de vergelijkbaarheid
van de gegevens gewaarborgd zijn. Verder
1.1 Toezichtproces
ontwikkelt CFV een databank ten behoeve
van een periodieke derivatenopvraag voor de
Het financieel toezichtproces richt zich
uitvoering van stresstesten derivaten.
met name op zaken waar CFV op korte dan
wel middellange termijn risico’s ziet die
De Databankwet bepaalt dat CFV niet van
de continuïteit van de corporatie in gevaar
rechtswege het databankrecht heeft. CFV kan
kunnen brengen. Toezicht is een continue
dit recht verkrijgen door hier een voorbehoud
cyclus van zien, begrijpen, interveniëren en
op te maken.
monitoren. Het toezicht is nooit af, maar is
een dynamisch beoordelingsproces.
Beleidsregels 2015
9
Zien
gesprekken met de corporatie om te komen
Meest basic is het continu verzamelen
tot een goede beoordeling. Bij corporaties
en ontvangen van informatie om een
met een grote complexiteit zal bovendien
zo betrouwbaar mogelijk en integraal
een ’on site’-benadering worden gehanteerd,
beeld te verkrijgen van de corporatie in
waarin de corporatie de toezichthouder moet
perspectief van zijn activiteiten en de
overtuigen in hoeverre de corporatie ’in
daarmee samenhangende risico‘s: het ‘zien’.
control‘ is.
Corporaties leveren informatie aan via de
dPi/dVi, maar daarnaast wordt voortdurend
Interveniëren
informatie ontvangen vanuit andere
Wanneer op basis van de signalen en
bronnen, zoals monitoring maatregelen
het onderzoek de omvang van de risico’s
en verbeterplannen, gevoerde gesprekken
zodanig wordt ingeschat dat de financiële
met de corporatie, andere toezicht
continuïteit op kortere of middelange termijn
activiteiten (bijvoorbeeld derivaten), andere
in gevaar is of kan komen, intervenieert
toezichthouders (bijvoorbeeld ILT) en WSW.
CFV. Afhankelijk van de problematiek wordt
via een toezichtbrief vastgelegd welk type
Begrijpen
interventie (maatregel, verbeterplan of
Vanuit de ontvangen informatie worden
herstelplan) CFV noodzakelijk vindt en op
corporaties voortdurend integraal
welk toezichtdomein dit betrekking heeft. In
beoordeeld. Dat begint met het ‘begrijpen’
de toezichtbrief worden de risico’s benoemd
van de activiteiten in samenhang met de
en de opgelegde maatregelen vastgelegd.
financiële positie en de risico’s. Het toezicht
Wanneer een interventie wordt opgelegd,
vindt risicogericht plaats waarbij via een
wordt dit ook altijd toegelicht en besproken
dashboard per toezichtdomein signalen zijn
met het bestuur en eventueel met de RvC van
opgenomen. Die signalen geven aan of er
de corporatie. Vervolgens is de corporatie
een kans is dat zaken niet goed zitten bij de
aan zet om de noodzakelijke verbeteringen te
betreffende corporatie. De signaalpunten zijn
gaan doorvoeren.
te vinden op de website van CFV. Daarnaast
10
wordt in dit proces ook gesteund op eerdere
Monitoren
beoordelingen en daaruit voortvloeiende
CFV volgt de acties nauwgezet die de
maatregelen alsmede op ontvangen
corporatie onderneemt om tot herstel
informatie uit andere bronnen. Wanneer CFV
te komen. Via periodieke rapportages en
op basis van de beoordeling (onderzoek) van
gesprekken wordt de voortgang vastgesteld.
de toezichtdomeinen met de op dat moment
Wanneer na het uitbrengen van de
beschikbare informatie geen reden heeft om
toezichtbrief nieuwe feiten of verhoogde
te veronderstellen dat de risico’s op korte of
risico’s worden geconstateerd, kan dat
middellange termijn de continuïteit van de
reden zijn om -na nieuwe beoordeling- de
corporaties in gevaar kunnen brengen, zal
intensiteit van toezicht aan te passen
dat als zodanig worden verwoord.
op basis van de voortgang van genomen
Het beoordelen van corporaties vindt primair
maatregelen door de corporatie.
plaats in de vorm van een bureauonderzoek,
Onderneemt de corporatie onvoldoende
maar wordt -afhankelijk van de signalen
actie om tot effectuering te komen van de
en risico’s- uitgebreid en verdiept met
maatregelen danwel voert de corporatie
Centraal Fonds Volkshuisvesting
maatregelen uit die het risico eerder
Risico’s die grote gevolgen kunnen
vergroten dan verkleinen dan overweegt CFV
hebben op de sector als geheel zijn een
handhavingsmaatregelen op te leggen.
belangrijk criterium voor de indeling naar
toezichtaanpak. Ernstige problemen bij
Het toezichtproces
grote corporaties hebben invloed op het
zekerheidsstelsel. Om die reden geldt voor
grote corporaties een aparte aanpak.
Alle andere corporaties worden met
behulp van signaalgericht toezicht
beoordeeld. De beoordeling begint met
een (geautomatiseerde) analyse van
de door de corporaties aangeleverde
verantwoordings- en prognosegegevens (dVi
en dPi niet alleen de meest recente maar
ook eerdere verantwoordingsinformatie
wordt gebruikt, alsook statusinformatie uit
de meest recente afgeronde beoordeling
met daaraan verbonden maatregelen). Per
corporatie wordt een dashboard opgesteld
met signaalpunten die alle toezichtdomeinen
bestrijken. Voor alle signaalpunten worden
1.2 Risicoselectie
criteria vastgesteld (zie Normen en Bronnen
beoordelingsmethodiek).
Toezichtcapaciteit en -expertise is
schaars. Daarom moeten er keuzes worden
Een corporatie wordt geselecteerd
gemaakt. Dit gebeurt door alle corporaties
voor (nader) onderzoek, wanneer zij
voorafgaand aan de risicoanalyse, in te
afwijkend scoort op (een combinatie van)
delen naar toezichtaanpak: grote corporaties
signaalpunten. Hierbij kan overigens de
(systeemgericht toezicht) en de rest van
status uit een eerdere ronde reden zijn voor
de corporaties (signaalgericht toezicht).
een onderzoek.
Indien er aanleiding voor is, kunnen
ook andere corporaties systeemgericht
1.3 Signaalgericht toezicht
worden onderzocht. De indeling wordt
jaarlijks geactualiseerd en bij tussentijdse
De aangeslagen signaleringspunten van het
ontwikkelingen (onder andere sterke
dashboard zijn het startpunt voor onderzoek
groei van een corporatie) wordt eveneens
door een toezichthouder, naast de punten
beoordeeld of een bijstelling van de indeling
die uit de laatste beoordeling nog zijn blijven
nodig is.
staan.
Het onderzoek van de signaleringspunten is
er allereerst op gericht om de overschrijding
van de grenswaarden te duiden en te
verklaren.
Beleidsregels 2015
11
Hierbij worden de signaleringspunten niet
geïsoleerd beoordeeld, maar in samenhang.
Hiertoe zal veelal nadere informatie bij
♦ I s er sprake van een toereikend
risicobeheer?
♦ I s er sprake van voldoende kwaliteit van
de corporatie worden opgevraagd, zullen
interne en externe (verantwoordings-)
gesprekken plaatsvinden en zonodig toezicht
informatie, zodat wanneer nodig tijdig
on site. Vervolgens ligt de vraag voor hoe na
deze analyse de risico’s worden ingeschat die
kan worden bijgestuurd?
♦ I s er sprake van evaluatie en beoordeling
reden waren voor de signalering. Ten slotte
in het kader van de publieke taak, het
richt het onderzoek zich op de beoordeling
publiek belang?
van de mogelijke continuïteitsrisico’s en op
de maatregelen die deze risico’s mitigeren.
1.5 Beoordelingen
1.4 Systeemgericht toezicht
Toezicht is een continu proces. Het is echter
van belang dat dit proces een ijkpunt kent.
Systeemgericht toezicht is niet beperkt tot
Daarom brengt CFV jaarlijks een toezichtbrief
de signaleringspunten van het dashboard.
uit. Deze brief wordt standaard ook naar
Systeemgericht toezicht richt zich op
de RvC verzonden. In de toezichtbrief geeft
corporaties waar gezien de omvang van
de toezichthouder een reflectie op de
de activiteiten toezicht nodig is op het
uitkomsten van het beoordelingsproces.
samenhangend stelsel van strategie, cultuur,
Uiterlijk 1 november brengt CFV per
bedrijfsmodel en interne beheersing. De
corporatie een toezichtbrief uit. In bijzondere
kernvraag hierbij is: heeft de corporatie de
gevallen kan CFV hiervan afwijken. Wanneer
interne beheersing, in het bijzonder met
een corporatie in gebreke blijft met het
betrekking tot financiële risico’s, toereikend
aanleveren van gegevens, zal de toezichtbrief
ingericht (opzet, bestaan en werking). Hierbij
noodgedwongen een beperkter karakter
wordt ook on site onderzoek gedaan, waarbij
hebben, omdat CFV dan geen integraal
de aanpak onderdeel kan zijn van een agenda
oordeel kan hebben over de financiële
zodat er door het hele jaar momenten
positie van de corporatie. De nadruk zal dan
kunnen zijn waarop dit wordt opgepakt. De
liggen op maatregelen zonder een preciese
bestuurder zal hierbij de toezichthouder
uitspraak over de financiële beoordeling.
moeten overtuigen dat hij/zij ‘in control’ is.
Vanwege het niet integraal kunnen
beoordelen, is niet te bepalen wat de risico’s
Bij systeemgericht toezicht wordt onder
precies zijn. Zolang een dergelijke situatie
andere het volgende vastgesteld:
duurt, kan CFV de handhavingsmaatregel
♦ Is er sprake van een duidelijke sturing
opleggen dat de corporatie bepaalde
(missie, visie, strategisch beleid en
rechtshandelingen ter preventieve
operationele doelen)?
goedkeuring aan CFV moet voorleggen.
♦ I s er sprake van een transparante
12
organisatie en intern toezicht
Als na het uitbrengen van de toezichtbrief
(zowel in organisatiestructuur als
nieuwe feiten voordoen, kan dat reden zijn
cultuur, waaronder leiderschap en
voor aanpassing van de beoordeling en het
besluitvormingsprocessen)?
opleggen van (nieuwe) interventies.
Centraal Fonds Volkshuisvesting
De beoordeling is risicogericht. Dit betekent
♦ De corporatie is geselecteerd op basis
dat als de financiële positie niet als
van risicosignalen. Na onderzoek van de
onvoldoende wordt beoordeeld (in termen
toezichthouder wordt vastgesteld dat er
van vermogen en liquiditeitsratio’s), er
indicaties zijn tot het doen van een verder
geen indicaties zijn van aantasting van
strekkende interventie. De corporatie
maatschappelijk gebonden vermogen, de
herkent zich niet in het oordeel van CFV
risicobeheersing geen aanleiding geeft tot
en/of geeft aan niet de ernst van de
zorg en de verantwoording niet onvoldoende
situatie te willen inzien, of is onvoldoende
is, een beoordeling volgt die aangeeft dat
in staat/bereid om uitvoering te
er geen continuïteitsrisico’s van betekenis
geven aan de door CFV opgelegde
worden voorzien en dat CFV geen aanleiding
herstelmaatregelen en/of de financiële
ziet tot interventie.
situatie is zeer urgent. In deze situaties
wordt de corporatie onder verscherpt
De volgende oordelen zijn mogelijk:
toezicht geplaatst. De corporatie moet
♦ D e corporatie is niet geselecteerd op
een herstelplan opstellen. Wanneer
basis van de risicosignalen en geeft geen
het herstel daadwerkelijk optreed en
aanleiding tot interventies;
er voldoende uitzicht is op financiële
♦ D e corporatie is geselecteerd op basis van
continuïteit, wordt het verscherpt
de risicosignalen. Na onderzoek van de
toezicht teruggebracht naar regulier
toezichthouder wordt vastgesteld dat er
toezicht.
geen indicaties zijn die tot een interventie
leiden;
1.6 Interventies financieel toezicht
♦ D e corporatie is geselecteerd op basis
van de risicosignalen. Na onderzoek van
In de interventieladder, opgenomen aan het
de toezichthouder wordt vastgesteld dat
eind van deze paragraaf, wordt een koppeling
er indicaties zijn tot het doen van een
gelegd tussen de interventies en de indeling
interventie. Wanneer de corporatie op één
van het financieel toezicht in drie fasen:
specifiek onderdeel de performance moet
regulier toezicht, verscherpt toezicht en
verbeteren, kan volstaan worden met het
sanering. Iedere corporatie bevindt zich op
opleggen van een maatregel;
elk moment in een bepaalde toezichtfase.
♦ D e corporatie is geselecteerd op basis
De toezichtfase bepaalt ook of er (vanuit een
van risicosignalen. Na onderzoek van de
eerdere beoordeling) monitoring plaatsvindt
toezichthouder wordt vastgesteld dat er
op de realisatie van afspraken of dat er
indicaties zijn tot het doen van een verder
monitoring moet gaan plaatsvinden op grond
strekkende interventie. In deze situaties
van de nieuwe beoordeling. De toezichtbrief
wordt een verbeterplan opgelegd dat
zal hierbij een verbinding leggen met
moet leiden tot de realisering van een
hetgeen in de eerdere brief als agenda is
door CFV omschreven einddoel. In het
neergelegd en vastleggen in hoeverre de
verbeterplan moet de corporatie aangeven
agenda naar behoren is afgehandeld.
op welke manier dit doel gerealiseerd zal
worden;
Beleidsregels 2015
13
Dit zal mede van belang zijn voor de bepaling
♦ De corporatie is niet voornemens een
van de toezichtfase op grond van de laatste
beleidswijziging door te voeren in relatie
beoordelingsronde. Bij monitoring zullen
tot de geconstateerde risico’s of zet
gesprekken met bestuur en RvC plaatsvinden.
daartoe niet de juiste stappen in het
juiste tempo;
Corporaties dienen hun maatregelen
♦ De corporatie is niet bereid
en verbeteracties in te bedden in hun
om medewerking te verlenen
reguliere planning en controlcyclus.
aan informatieverzoeken of
Daarnaast houdt de corporatie conform de
monitoringsafspraken de toezichthouder
toezichtactiviteiten van CFV;
♦ De kwaliteit van de aangeleverde
op de hoogte van de voortgang van de
informatie richting CFV is bij voortduring
ingezette maatregelen. Belangrijk element
onvoldoende;
in de monitoring is of corporaties plannen
♦ C FV heeft ernstige zorgen of twijfels
aanleveren die van voldoende kwaliteit zijn.
over het functioneren van de governance
De interventies uit het regulier toezicht
binnen de corporatie (inclusief de rol van
kunnen ook ingezet worden bij verscherpt
toezicht. Differentiatie naar intensiteit wordt
RvT/RvC);
♦ C FV heeft vermoedens of kennis van
onder meer bepaald door het risicoprofiel.
onrechtmatig handelen of van schending
Bij een corporatie met een hoog risicoprofiel
van de integriteit.
zal de intensiteit van de interventie en de
frequentie toenemen.
Het criterium ‘financiële continuïteit
is in gevaar’ wordt door CFV breed
Regulier toezicht
geïnterpreteerd. De continuïteit kan
Bij regulier toezicht is de financiële
in gevaar komen door liquïditeits- of
continuïteit van de corporatie niet in
solvabiliteitsproblemen, maar ook door
gevaar. Wel kunnen er risico’s zijn die voor
verliezen die het maatschappelijke gebonden
CFV aanleiding zijn tot het opleggen van
vermogen substantieel aantasten.
interventies. CFV kan bijvoorbeeld oordelen
dat een corporatie maatregelen moet nemen
Indien CFV een corporatie onder verscherpt
om te komen tot een betere risicobeheersing.
toezicht plaatst, zal CFV altijd een gesprek
CFV kan ook een verbeterplan opleggen.
voeren met de RvC en bestuur.
De uitvoering van maatregelen en
Bij verscherpt toezicht zal CFV de corporatie
verbeterplannen wordt door CFV gemonitord.
aanzetten tot het maken van een herstelplan.
CFV zal SMART formuleren aan welke
14
Verscherpt toezicht
doelstellingen het herstelplan moet
Bij de overgang van regulier naar verscherpt
voldoen. Ook het herstelplan moet SMART
toezicht worden onderstaande criteria
geformuleerd worden. Als CFV akkoord gaat
gehanteerd. De opsomming is niet limitatief.
met het herstelplan, wordt de uitvoering
♦ De financiële continuiteit is in gevaar:
periodiek gemonitord. De te stellen eisen
het risico op continuïteitsproblemen op
aan het herstelplan en de frequentie van
korte dan wel middellange termijn is
monitoring verschillen afhankelijk van de
zodanig groot, dat correctie dringend en
aard en omvang van de problematiek.
noodzakelijk is;
Doorgaans zal de corporatie meewerken.
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Er zijn echter situaties denkbaar dat een
Fase
Interventies
Ad hoc nadere inlichtingen (met of zonder accountants-
beschikt over voldoende expertise om de
verklaring)
beoogde eindsituatie te bereiken. In dat
Periodieke gegevensopvraging
geval zal CFV -gelet op de noodzaak en
Gesprek met bestuurder
urgentie van herstelmaatregelen- overgaan
Gesprek met controller
tot het geven van een aanwijzing waarin de
Gesprek met RvT/RvC
geëigende maatregelen worden verplicht.
Informatie uitwisseling met andere toezichthouders of WSW
Ook de aanstelling van een externe
Periodieke rapportageplicht (monitoring)
toezichthouder of onder bewindstelling van
Specifieke aanvullende informatie gericht op verbeteren
bestuur en/of RvT/RvC door de minister is
geconstateerde onvolkomenheden
mogelijk.
Het verscherpt toezicht wordt beëindigd als
het gewenste herstel bereikt is. Het kan ook
Regulier toezicht
corporatie niet wil meewerken of niet
Het geven van (bestuurs)verklaringen door de corporatie
met door CFV verlangde do’s en dont’s (vetorecht op rechtshandelingen van corporatie bij tekortschieten gegevensverstrekking)
eindigen door het indienen van een aanvraag
Opleggen maatregel tot maken en uitvoeren van een
tot sanering (indien dat aan de orde is),
verbeterplan (bij gebrek aan medewerking kan CFV een
door het aangaan van een fusie, door het
aanwijzing geven)
beëindigen van de status van toegelaten
Geven van een aanwijzing
instelling en door intrekking van de toelating.
Aanstellen van extern toezichthouder (passief of actief )
CFV zal bij het opheffen van verscherpt
Opleggen last onder dwangsom indien de corporatie
toezicht een evaluatiegesprek voeren met de
in strijd handelt met een gegeven aanwijzing of met de
corporatie.
maatregel dat een extern toezichthouder (passief of actief )
is aangesteld
Opleggen maatregel tot maken en uitvoeren van een
De saneringsfase is gericht op het financieel
herstelplan (bij gebrek aan medewerking kan CFV een
gezond maken van een corporatie, zodanig
aanwijzing geven)
dat de corporatie weer in aanmerking komt
Geven van een aanwijzing
voor borging door WSW. Voor dit traject
Publicatie van de plaatsing onder verscherpt toezicht
staan in principe dezelfde interventie-
Het entameren van een aansprakelijkstelling van de
instrumenten ter beschikking als bij het
veroorzaker(s) van wanbeleid
verscherpt toezicht, met het verschil dat
CFV in de saneringsfase geldelijke steun
kan bieden en daaraan voorwaarden en
verplichtingen kan verbinden.
Verscherpt toezicht
Sanering
Benoemen externe toezichthouder (passief of actief )
Opleggen last onder dwangsom indien de corporatie
in strijd handelt met een gegeven aanwijzing of met de
maatregel dat een extern toezichthouder (passief of actief )
is aangesteld
Fasen van toezicht
De rechtbank kan op verzoek van de minister de corporatie
In het toezicht zijn drie fasen te
onder bewind stellen
identificeren die oplopen in intensiteit van
De minister kan de toelating intrekken
toezichtaandacht en in de zwaarte van
Vetorecht op rechtshandelingen van corporaties als de
interventies. De in het schema opgenomen
risico’s op discontinuïteitsproblemen op korte dan wel
interventies zijn niet limitatief.
middellange termijn te groot worden geacht
Beleidsregels 2015
15
1.7 Handhavingsmaatregelen
Omdat de mandatering van
handhavingsmaatregelen zeer recentelijk
CFV heeft in het kader van het
heeft plaatsgevonden, zal CFV het beleid
financieel toezicht de volgende
ten aanzien van deze bevoegdheden nader
handhavingsmaatregelen:
uitwerken. Dit uitgewerkte beleid wordt
♦ H et bepalen dat bepaalde
geplaatst op de website van CFV.
rechtshandelingen ter preventieve
goedkeuring moeten worden voorgelegd;
CFV zal bij het opleggen van een
♦ H et geven van een aanwijzing;
handhavingsmaatregel toetsen
♦ H et aanstellen van een passief
aan de algemene beginselen van
toezichthouder;
♦ H et aanstellen van een actief
toezichthouder;
♦ H et opleggen van een last onder
dwangsom.
behoorlijk bestuur, zoals bijvoorbeeld
het zorgvuldigheidsbeginsel, het
proportionaliteitsbeginsel en het
effectiviteitsbeginsel. Dit brengt onder
andere mee dat CFV een corporatie zal horen
voordat wordt overgegaan tot het opleggen
De eerste maatregel heeft CFV op grond van
van een handhavingsmaatregel. Tevens zal
de Woningwet en de daarop gebaseerde
CFV informatie uitwisselen met ILT en nauw
AmvB’s, te weten de artikelen 5 van het BCFV
samenwerken waar de aandachtsvelden van
en 31 van het Bbsh.
het volkshuisvestelijke en het financiële
De overige vier maatregelen heeft de
toezicht samenlopen. Daartoe worden
minister gemandateerd aan CFV. De minister
in voorkomende gevallen gegevens
heeft in zijn brief van 2 december 2013
uitgewisseld en wordt de toezichtaanpak,
(Kamerstukken II 2013-2014, 29 453, nr.
waaronder ook valt het opleggen van een
338) over het inrichten van het toezicht
handhavingsmaatregel, afgestemd.
op woningcorporaties het belang van een
tweede lid en 105 van de Woningwet tot het
Het bepalen dat bepaalde
rechtshandelingen vooraf ter
preventieve goedkeuring moeten worden
voorgelegd
geven van een aanwijzing, het voorafgaand
Op grond van art. 31 van het Bbsh en art. 5
goedkeuren van bepaalde handelingen
van het BCFV dienen corporaties uiterlijk
(aanstellen passief toezichthouder), het
1 februari en 1 juli de omschreven stukken
aanstellen van een actief toezichthouder en
bij CFV in te leveren. Voor CFV is van belang
het opleggen van een last onder dwangsom
dat corporaties de informatie die zij op grond
gemandateerd aan CFV. Hieronder wordt
van het Bbsh en BCFV dienen te verstrekken
ingegaan op bovengenoemde bevoegdheden
daadwerkelijk en tijdig indienen. Deze
van CFV. Het mandaatbesluit is op 4
informatie wordt gebruikt ten behoeve van
september 2014 in werking getreden (Stcrt.
het toezicht op en het kunnen beoordelen
2014, nr. 25 239 ).
van corporaties. De wetgever heeft CFV
slagvaardig financieel toezicht onderstreept.
In verband daarmee heeft de minister zijn
bevoegdheden op grond van de artikelen 70d,
daarom opgedragen om, als corporaties de
benodigde bescheiden en informatie niet
tijdig indienen, onverwijld aan corporaties
16
Centraal Fonds Volkshuisvesting
een termijn van ten hoogste vier weken te
verricht, totdat de benodigde bescheiden en
stellen om dat alsnog te doen.
informatie alsnog worden ingediend.
Het gaat om de gegevens bedoeld in art.
CFV beseft dat het treffen van een dergelijke
25a e.v. en 30 Bbsh (Bijlage I, II en IV van
maatregel, als ingrijpend moet worden
het Bbsh en de accountantsmededeling op
beschouwd. Toepassing ervan zal daarom
grond van Bijlage III Bbsh). CFV stelt, nadat
zorgvuldig, proportioneel en effectief
de gestelde termijn van twee weken in de
moeten zijn. De vraag óf een dergelijke
door CorpoData verstuurde rappelbrief is
maatregel wordt getroffen en zo ja, welke
verstreken, een termijn van twee weken
rechtshandelingen aan voorafgaande
aan corporaties die de dPi en dVi niet tijdig
instemming van CFV worden onderworpen,
hebben ingediend. Voor de gevallen waarin
is sterk afhankelijk van de specifieke
de indiening van de bescheiden en informatie
omstandigheden van het geval en zal dus ook
dan nog steeds achterwege blijft, is CFV
dan pas definitief bepaald kunnen worden.
de bevoegdheid gegeven te bepalen dat
Dat neemt niet weg dat enkele algemene
bepaalde rechtshandelingen uitsluitend
afwegingscriteria wel degelijk zijn te
na goedkeuring van CFV mogen worden
bepalen.
Bij de overweging om tot oplegging van de
Artikel 5, lid 4, BCFV en artikel 31, lid
maatregel over te gaan, kunnen onder andere
3, Bbsh bepalen dat CFV kan bepalen
de volgende criteria een rol spelen:
dat bepaalde rechtshandelingen ter
♦ K an de corporatie aantonen dat de
preventieve goedkeuring aan CFV
termijnoverschrijding buiten de schuld
moeten worden voorgelegd, indien de
van de corporatie of door overmacht is
toegelaten instelling de ontbrekende
ontstaan?
bescheiden niet verstrekt binnen de
gestelde termijn krachtens het tweede
lid van het Bbsh respectievelijk vierde
lid van het BCFV.
♦ B etreft het een corporatie die een herstelof verbeterplan moet indienen en/of die
wordt gemonitord?
♦ I s de termijnoverschrijding (overwegend)
een gevolg van bestuurlijke patstelling of
bestuurlijke onenigheid?
♦ I s in eerdere jaren een maatregel
opgelegd als gevolg van niet tijdige
indiening van de dPi en/of dVi-gegevens?
♦ I s de corporatie geselecteerd voor nader
onderzoek, omdat het risicoprofiel van
zo‘n corporatie groter is?
♦ W at is de aard van het ontbrekende stuk/
de ontbrekende stukken?
Beleidsregels 2015
17
Na de afweging of toepassing van een
In beginsel worden de volgende
maatregel noodzakelijk is, dient bepaald te
rechtshandelingen verboden zonder
worden welke inhoud de maatregel heeft. De
voorafgaande goedkeuring van CFV:
volgende criteria zullen onder andere worden
♦ H et aangaan van financiële verplichtingen
betrokken bij de afweging omtrent welke
voor (nieuw)bouwactiviteiten en iedere
rechtshandelingen worden onderworpen aan
aan- en verkooptransactie met een
preventieve goedkeuring:
financiële omvang groter dan de in de
♦ H et betreffen rechtshandelingen die
staffel genoemde bedragen.
‘substantieel’ de financiële positie van de
Naast een eventuele maatregel zal de
corporatie raken;
corporatie een verbeterplan dienen
♦ R echtshandelingen die door de corporatie
verricht moeten worden ter voldoening
welke maatregelen door de corporatie
aan (op het moment van het opleggen
genomen worden om in de toekomst wel
van de maatregel) lopende verplichtingen
tijdig de gevraagde gegevens te kunnen
jegens derden, vallen niet onder de
aanleveren. Indien een corporatie geen
maatregel;
maatregel opgelegd krijgt, wordt een
♦ B ij de keuze van rechtshandelingen die
nieuwe termijn gesteld. Indien deze
onderworpen worden aan preventieve
termijn wederom niet gehaald wordt,
goedkeuring door CFV wordt, waar
volgt alsnog een handhavingsmaatregel.
mogelijk en relevant, rekening gehouden
De handhavingsmaatregel vervalt van
met directe belangen van derden.
rechtswege zodra alle bescheiden binnen
Voor invulling van de term ‘substantieel‘
wordt in beginsel de volgende staffel
gehanteerd:
Aantal vhe
Rechtshandelingen boven
onderstaande bedragen
moeten worden voorgelegd
18
aan te leveren waarin zij uiteen zet
< 500
€ 50.000,-
501-1500
€ 100.000,-
1501 - 5.000
€ 250.000,-
5.001- 20.000
€ 500.000,-
20.001 - 50.000
€ 1.000.000,-
> 50.001
€ 5.000.000,-
Centraal Fonds Volkshuisvesting
zijn.
Artikel 70d, lid 2, bepaalt dat bij of krachtens AMvB omtrent het toezicht nadere
voorschriften worden gegeven. Daarbij kan worden bepaald dat in de bij die maatregel
aangegeven gevallen: a. Onze minister een toegelaten instelling een aanwijzing kan geven
om een of meer handelingen te verrichten of na te laten; b. een toegelaten instelling
bepaalde handelingen slechts kan verrichten na voorafgaande goedkeuring en c. ten
behoeve van door een toegelaten instelling te verrichten handelingen een plan wordt
opgesteld door een door onze minister aan te wijzen persoon of instantie. In de artikelen
41 en 43 Bbsh is dit nader uitgewerkt.
In het mandaatbesluit is geregeld dat CFV
Het aanstellen van een passief
toezichthouder
een aanwijzing kan opleggen. CFV kan een
CFV kan in het belang van de
aanwijzing opleggen indien dat in het belang
volkshuisvesting bepalen dat een corporatie
van de volkshuisvesting is. Het belang van
bepaalde handelingen slechts kan verrichten
de volkshuisvesting omvat onder andere
met de voorafgaande instemming van een
het voeren van een zodanig financieel
of meer door hem aangewezen personen of
beleid en beheer, dat het voortbestaan
instanties, dan wel met zijn voorafgaande
van de corporatie in financieel opzicht is
instemming. CFV zal een tijdvak bepalen
gewaarborgd en het batige saldi uitsluitend
waarin deze eis geldt en zal bepalen voor
kan bestemmen voor werkzaamheden
welke handelingen deze eis geldt. CFV brengt
op het gebied van de volkshuisvesting.
de kosten van de werkzaamheden van de
Het gaat hierbij dus om handelingen of
personen of instanties in rekening bij de
nalatigheden van corporaties die in strijd
corporatie en zal dit vermelden in het besluit.
Het geven van een aanwijzing
zijn met letter, doel of strekking van de
zal CFV de verplichting opgeleggen dat
Het aanstellen van een actief
toezichthouder
het handelen in strijd met het belang van
In het mandaatbesluit is geregeld dat CFV
de volkshuisvesting wordt opgeheven of
een actief toezichthouder kan benoemen
dat voorgenomen handelen in strijd met
indien een corporatie een aanwijzing van
het belang van de volkshuisvesting wordt
CFV niet opvolgt waarin de corporatie
nagelaten. CFV zal in de aanwijzing een
de verplichting is opgelegd dat bepaalde
termijn opnemen waarbinnen daaraan moet
handelingen niet kunnen worden verricht
zijn voldaan. Verder zal de aanwijzing de
zonder dat voorafgaand daaraan een
gevolgen vermelden die CFV verbindt aan
schriftelijk plan is opgesteld. Alvorens CFV
het niet voldoen aan de aanwijzing. Bij een
hiertoe overgaat, stelt CFV de corporatie in
besluit om een aanwijzing te geven zal CFV
de gelegenheid om binnen een door CFV te
de situatie van de volkshuisvesting betrekken
bepalen termijn aannemelijk te maken dat
in de gemeenten waar de corporatie feitelijk
de corporatie binnen een redelijke termijn
werkzaam is. CFV kan een of meer gemeenten
zal voldoen aan de aanwijzing. CFV brengt
in de gelegenheid stellen om hun zienswijze
de kosten van de werkzaamheden van deze
kenbaar te maken. Van de aanwijzing zal CFV
personen of instanties in rekening bij de
mededeling doen in de Staatscourant.
corporatie en zal dit vermelden in het besluit.
regelgeving hieromtrent. In de aanwijzing
Beleidsregels 2015
19
In artikel 105 van de
Woningwet staat dat de minister
aan een toegelaten instelling die in
strijd handelt met een maatregel als
bedoeld in artikel 70d, tweede lid,
tweede volzin, onderdeel a, b, of c, een
last onder dwangsom kan opleggen.
Het opleggen van een last onder
dwangsom
CFV kan op grond van het mandaatbesluit
aan een corporatie een last onder dwangsom
opleggen indien een corporatie:
♦ in strijd handelt met een aanwijzing;
♦ i n strijd handelt met de maatregel dat
een corporatie bepaalde handelingen
slechts kan verrichten na voorafgaande
goedkeuring;
♦ o f in strijd handelt met de maatregel dat
ten behoeve van door een corporatie te
verrichten handelingen een plan wordt
opgesteld door een door CFV aan te wijzen
persoon of instantie.
De last onder dwangsom omschrijft de
te nemen herstelmaatregelen. Tevens
wordt er een termijn gesteld gedurende
welke de overtreder de last kan uitvoeren
zonder dat een dwangsom betaald moet
worden. De dwangsom wordt vastgesteld
op een bedrag ineens of op een bedrag per
tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd,
dan wel per overtreding van de last. CFV
stelt tevens een bedrag vast waarboven
geen dwangsom meer wordt opgelegd. De
bedragen staan in redelijke verhouding tot
de zwaarte van het geschonden belang en
tot de beoogde werking van de dwangsom
(evenredigheidsvereiste).
20
Centraal Fonds Volkshuisvesting
2
Zes domeinen van financieel toezicht
CFV houdt risicogericht toezicht op de
CFV vernieuwt de risicoanalyse als onderdeel
financiële positie van de corporaties. Vanuit
van continu toezicht periodiek op basis van
een zestal invalshoeken ( toezichtvelden)
de aangeleverde informatie, aangevuld met
voert CFV het toezicht uit. Daarbij richt CFV
informatie die uit andere bronnen of vanuit
zich primair op de korte termijn (liquiditeit)
het verleden bekend is. Nieuwe feiten buiten
en op de langere termijn (de solvabiliteit).
de gestructureerde informatievoorziening
Daarnaast beoordeelt CFV of de activiteiten
kunnen een hogere frequentie in de
en beleidsvoornemens van de corporatie op
vernieuwing van de risicoanalyse danwel
middellange termijn (huurbeleid, verkopen,
de uiteindelijke financiële beoordeling tot
sloop, et cetera) passen bij de financiële
gevolg hebben. Voor CFV is de aangeleverde
positie van de corporatie (draagkracht
informatie van groot belang. De aandacht
vermogen).
voor dit toezichtdomein moet als resultaat
Tevens beoordeelt CFV de risico’s die
het inzicht opleveren of de kwaliteit van
samenhangen met de financiële positie. CFV
de verantwoording van een corporatie een
beoordeelt daartoe -risicogericht- het door de
voldoende niveau heeft om te gebruiken als
organisatie gevoerde risicobeheer (financieel
basis voor risicoanalyse.
risicobeheer). Daarbij richt CFV zich in het
bijzonder op de kwaliteit van de financiële
De laatste jaren is bij een deel van
verantwoording. CFV wil voordat gestart
de corporaties gebleken dat zowel de
wordt met toezichtactiviteiten vaststellen
cijfermatige als de beleidsmatige consistentie
dat de aangeleverde dVi/dPi en andere
van de prognosecijfers zwak is. CFV gaat
relevante verantwoordingsinformatie voor
ervan uit dat de prognose informatie een
CFV een voldoende basis voor de beoordeling
weergave is van het vastgestelde beleid en
vormen. CFV signaleert mogelijke risico’s op
dat het feitelijk handelen van de corporatie
weglek maatschappelijk gebonden vermogen.
erop gericht is om de opgegeven activiteiten
tegen de aangegeven opbrengst dan wel
2.1 Kwaliteit financiële verantwoording
prijs tot stand te brengen. Dit betekent dat
de uitgangspunten in de dPi (met name de
De kwaliteit van de financiële
programmering en de kasstroomprognose)
verantwoording is van groot belang voor
aansluiten bij de meest recente
CFV. Indien de kwaliteit van de financiële
meerjarenbegroting die door het intern
verantwoording niet goed is, geeft dit aan
toezichthoudend orgaan is goedgekeurd.
dat de corporatie niet in control is.
Beleidsregels 2015
21
Dit betekent ook dat als de dPi afwijkt van
Hierbij worden o.a. de volgende
de goedgekeurde meerjarenbegroting, de
signaalpunten gebruikt:
bestuurder voorafgaand aan de toezending
♦ B eeld CorpoData over de kwaliteit van
van de dPi het intern toezichthoudend orgaan
een bijgestelde meerjarenbegroting moet
de in eerste instantie aangeleverde
informatie dPi/dVi;/stresstest derivaten;
laten goedkeuren. CFV is van mening dat er
♦ C orpoData-index 1;
in dergelijke gevallen onvoldoende basis is
♦ S lechte scores in de Realisatie-indices;
voor actualisering van de risicoanalyse c.q.
♦ F luctuaties in prognoses netto variabele
het risicoprofiel.
lasten;
♦ T wijfels over de verankering van de
De kwaliteit van de financiële informatie is
programmering, zoals: aansluiting met de
een voorwaarde voor CFV als toezichthouder
intern goedgekeurde meerjarenbegroting,
om zijn taak goed te kunnen uitoefenen.
ramingen van stichtingskosten,
Afgelopen jaren heeft CFV ook bij diverse
corporaties een onvoldoende kwaliteit
verkoopopbrengsten of activeringen;
♦ D e signaleringen worden meegenomen in
van de aangeleverde data geconstateerd
het onderzoek als signaalbeeld aanleiding
met betrekking tot reguliere stresstesten
geeft tot verder onderzoek (§ 1.1 Het
en bij tussentijdse meldingen bij het niet
meer voldoen aan de 2% buffereis. CFV
toezichtproces);
♦ T ijdens het onderzoek moet de
vindt dit niet aanvaardbaar, omdat onjuiste
toezichthouder zich een oordeel vormen
informatie leidt tot een onjuist beeld van
op basis van de beantwoording van de
de stand en eventuele consequenties van
volgende kernvragen:
de derivatenportefeuille en/of leningen
♦ B iedt de basisdocumentatie
met embedded derivaten. Dit belemmert
(jaarverslag, prognose- en
het toezicht van CFV en het gaat ten koste
verantwoordingsgegevens (waaronder
van een juiste informatievoorziening aan de
stresstest), accountantsrapportages,
minister.
website, et cetera) voldoende
vertrouwen om de continuïteit van
Als bij toekomstige verantwoording (dVi,
de corporatie (in brede zin) te kunnen
dPi, stresstesten) blijkt dat de kwaliteit
beoordelen?
van de aangeleverde data tekortschiet, zal
CFV interveniëren en zonodig maatregelen
opleggen.
Zo kunnen de bestuurder en het intern
getrouw beeld van de (financiële)
werkelijkheid van de corporatie?
♦ I n hoeverre geeft de
toezichtorgaan aangesproken worden op hun
basisdocumentatie het beeld dat
verantwoordelijkheid. Zolang de kwaliteit
de corporatie transparant is in haar
van de verantwoording onvoldoende is, is
verantwoording?
het mogelijk om beperkingen op te leggen.
Bijvoorbeeld door grenzen te stellen aan
de verplichtingen die een corporatie kan
aangaan.
22
♦ G eeft de basisdocumentatie een
Centraal Fonds Volkshuisvesting
♦ W at is het beeld van de corporatie
ten aanzien van de kwaliteit van haar
financiële verantwoording?
1 Op basis van het meerjarige ‘aanleveringsgedrag’ van corporaties, komt een beperkt aantal corporaties in beeld die data
aanleveren van onvoldoende kwaliteit (cijfermatige consistentie
of aansluiting met beleid), waarbij tevens een risico wordt gezien
bij de kwaliteit van de interne sturing en verwantwoording.
2.2 Behoud van maatschappelijk
gebonden vermogen
♦ De huurstelling rekening houdend met de
taakopdracht, niet in overeenstemming
De afgelopen jaren hebben laten zien dat er
is met de kwaliteit van de
grote verliezen zijn geleden met commerciële
woongelegenheden of de kwaliteit niet in
projecten, grondposities, derivaten en
overeenstemming is met de taakopdracht.
activiteiten in verbindingen. Dit heeft niet
altijd geleid tot een continuïteitsprobleem in
Signalen (onder kwaliteit risicobeheer zijn
enge zin. Voor een deel is dit voorkomen door
ook met dit toezichtdomein samenhangende
additionele verkoop van bestaand bezit, het
zaken opgenomen):
bijstellen van ambities en in een enkel geval
♦ V erliezen in de jaarrekening;
door het aantrekken van saneringssteun.
♦ E xtreem hoge stichtingskosten;
♦ E xtreem lage verkoopopbrengsten;
De verantwoordelijkheid voor het behoud
♦ H oge netto-bedrijfslasten;
van het vermogen ligt bij bestuur en intern
♦ G root verlies overige activiteiten danwel
toezichthoudend orgaan. Gelet op de
hoog niveau lasten leefbaarheid/overige
omvang van het vermogen van de sector 2,
het ontbreken van een duidelijke eigenaar
organisatiekosten (functionele w/v);
3
en het niet optimaal functioneren van de
beheer-, verhuur- en koopmarkt, vindt CFV
♦ De signaleringen worden meegenomen in
het onderzoek (§ 1.1 Het toezichtproces);
♦ T ijdens het onderzoek moet de
het van groot belang dat extern toezicht op
toezichthouder zich een oordeel vormen
het behoud van maatschappelijk gebonden
op basis van de beantwoording van de
vermogen plaatsvindt.
volgende kernvragen:
♦ I s de corporatie zich ervan bewust dat
Er is onder meer sprake van weglek van
ze sober en doelmatig om moet gaan
maatschappelijk gebonden vermogen
met het haar ter beschikking staande
wanneer een corporatie:
♦ Niet kostenefficiënt (leveren van
maatschappelijk gebonden vermogen?
♦ I s de corporatie zich ervan bewust dat
prestaties tegen de laagst mogelijke
er sprake is van onnodige aantasting
kosten) omgaat met het maatschappelijk
van maatschappelijk gebonden
gebonden vermogen;
♦ Sterk negatief afwijkende rendementen
vermogen?
♦ W at is de belangrijkste oorzaak van
realiseert op niet-Daeb-activiteiten
mogelijk weglek van maatschappelijk
(huur en koop) in vergelijking tot andere
gebonden vermogen?
corporaties of de markt;
♦ Niet-Daeb-activiteiten het
♦ I s de kans aanwezig dat weglek van
maatschappelijk gebonden vermogen
maatschappelijk gebonden vermogen
blijft bestaan (permanent door
dermate beklemmen dat de ruimte
bijvoorbeeld hoge bedrijfslasten of
voor Daeb-activiteiten (kerntaak) in het
incidenteel door een misgelopen
gedrang komt;
2 Op basis van volkshuisvestelijke exploitatiewaarde ruim € 45
miljard. Op basis van marktwaarde ruim € 139 miljard.
3 Corporaties hebben geen ‘aandeelhouders’ die belang hebben bij
een optimale inzet van het vermogen.
Beleidsregels 2015
nieuwbouw project)?
♦ 23
♦ Heeft de corporatie maatregelen
genomen om in de toekomst onnodige
aantasting van maatschappelijk
gebonden vermogen te voorkomen?
♦ Financieringsbehoefte niet-Daeb
activiteiten;
♦ O mvang van de materiële vaste activa
in exploitatie als percentage van het
volkshuisvestelijk balanstotaal;
2.3 Kwaliteit risicobeheer/interne
governance/soft controls
♦ S oft controls;
♦ D uidelijke sturing vanuit missie, visie en
strategie;
Risicobeheer is essentieel voor het
♦ G oed functioneren van intern toezicht;
functioneren van corporaties. Het is de
♦ T oegesneden set aan
ruggengraat van de governancestructuur,
beheersingsinstrumenten
want goed risicobeheer begint bij de
(informatievoorziening en risicobeheer);
hoofdstructuren en bij het gedrag
♦ L eiderschapsstijl die aansluit op de
van bestuurders en medewerkers.
corporatiedoelstelling (aandacht voor
Interne governance is het samenspel
reflectie op eigen gedrag);
van bevoegdheden die de integere en
professionele besluitvorming in organisaties
op een transparante wijze bevordert.
Interne governance is het normatieve kader
waarbinnen besluiten worden genomen. De
signalen en een eventueel onderzoek moeten
♦ B esluitvormingsproces biedt voldoende
ruimte voor tegenspraak;
♦ I s de corporatie aangesloten bij de
Governancecode woningcorporaties;
♦ R apportages van de accountant en
jaarverslagen.
duidelijk maken of er sprake is van een
voldoende kwaliteit op dit toezichtdomein.
De signaleringen kunnen aanleiding
geven tot een nader onderzoek (§ 1.1. Het
De slechte resultaten op het toezichtdomein
toezichtproces). Tijdens het onderzoek moet
‘behoud maatschappelijk vermogen’ zijn vaak
de toezichthouder zich een oordeel vormen
veroorzaakt door onvoldoende beheersing
op basis van antwoorden op de volgende
van risico’s en onvolkomenheden in het
kernvragen:
besturingssysteem. Een onevenwichtige
♦ Is er sprake van een duidelijke en
relatie tussen bestuurder en intern
consistente sturing (doorvertaling van
toezichthoudend orgaan speelt hier vaak
missie → visie → strategische doelen naar
een belangrijke rol. De checks en balances
operationele doelen)?
zijn in die gevallen niet op orde. Als de
interne governance ter discussie staat,
werkt CFV nauw samen met ILT. Deze ziet
♦ I s er sprake van een goed functionerend
intern toezichtorgaan?
♦ I s er sprake van een toereikend
toe op de volkshuisvestelijke prestaties,
en werkende set aan
rechtmatigheid, integriteit en de governance
beheersingsinstrumenten
van corporaties.
(informatievoorziening en risicobeheer)?
♦ I s er sprake van een volledig en toereikend
Signaalpunten:
ingericht besluitvormingsproces (is
♦ O mvang productie in voornemens;
hierbij sprake van volledige instemming
♦ O mvang van niet-Daeb activiteiten;
met besluiten door de benodigde
functionarissen binnen de organisatie)?
24
Centraal Fonds Volkshuisvesting
VERANTWOORDING VOLGENS RJ645
♦ I s er sprake van een leiderschapsstijl die
Voor de indeling van de winst- en
aansluit bij corporatiedoelstellingen? (Is
verliesrekening in de jaarrekening zijn
daarbij voldoende aandacht voor reflectie
twee mogelijkheden:
op het eigen gedrag en ruimte voor
In het functionele model wordt het
voldoende tegenspraak? Is er voldoende
resultaat uit gewone bedrijfsvoering
‘countervailing power’ georganiseerd?).
voor belastingen uitgesplitst naar
een functionele indeling. Hierbij
2.4 Liquiditeit en financiering
worden de opbrengsten en kosten
weergegeven naar de verschillende
De gevolgen van de financiële crises,
bedrijfsfuncties:
de vastgelopen woningmarkt en de
♦E xploitatie vastgoed
beleidsinterventies van de Rijksoverheid
♦R esultaat vastgoedontwikkeling
leiden tot toenemende financiële
♦R esultaat verkoop
onzekerheid bij corporaties. Niet alleen
vastgoedportefeuille
♦W aardeverandering
vastgoedportefeuille
onzekerheid op lange termijn, maar ook op
korte termijn. Om die reden heeft CFV het
toezicht verbreed met onder andere een
♦N etto resultaat overige activiteiten
onderzoek naar de liquiditeitspositie van de
♦O verige organisatiekosten
individuele corporaties. Verder kijkt CFV ook
♦Leefbaarheid
naar de financiering van corporaties, omdat
♦F inanciële baten en lasten
WSW alleen kijkt naar de financiering van
Bij de categoriale indeling worden de
corporaties die deelnemer zijn bij WSW. WSW
bedrijfsopbrengsten en -lasten per
kijkt dus niet naar de financiering van alle
soort weergegeven (huuropbrengsten,
corporaties.
lonen/salarissen, sociale lasten,
Dit toezichtdomein heeft betrekking op de
afschrijvingen, overige bedrijfslasten)
financiële consequenties van het beleid
en niet toegerekend aan de eventueel
van individuele corporaties in liquiditeits-
verschillende bedrijfsactiviteiten.
financieringstermen. De signaleringen en het
CFV heeft voor verslagjaar 2013 de
eventueel nader onderzoek moeten duidelijk
keuze gemaakt dat corporaties in
maken hoe de corporatie op balansdatum of
de dVi moeten rapporteren op basis
in de prognoseperiode zich verhoudt tot een
van de functionele indeling. Het
aantal liquiditeits- en financieringsratio’s.
functionele model van de winst- en
De score op de verschillende ratio’s kan
verliesrekening geeft een beter inzicht
indicaties opleveren voor beschikbaarheid-
in de opbouw van het jaarresultaat
en prijsrisico’s die de continuïteit van een
van een corporatie, waarbij het
corporatie op korte of middellange termijn
jaarresultaat naar de verschillende
onder druk kan zetten. De corporatie dient
activiteiten van de corporatie wordt
in dit verband CFV steeds onmiddellijk
uitgesplitst en de omvang van de
in kennis te stellen van de meest recente
niet aan de vastgoedportefeuille toe
correspondentie met WSW (bijvoorbeeld
te rekenen baten en lasten, separaat
uitslagbrief).
worden weergegeven als overhead.
Beleidsregels 2015
25
Een onderdeel van dit kader vormt ook
afsluiten van nieuwe derivatentransacties
het toezicht op derivaten. Het toezicht op
per 1 oktober 2012;
derivaten kent echter een bredere aanpak
♦ D e beoordeling van de benodigde
dan alleen een focus op financiële risico’s. De
liquiditeitsbuffer (2%) om de
naleving van de beleidsregels van BZK wordt
liquiditeitsverplichtingen uit hoofde van
ook betrokken in de vormgeving van toezicht
de derivatencontracten te voldoen;
op derivaten.
♦ D e beoordeling van de interne organisatie
rond financiële derivaten.
Een complicerende factor in het toezicht
In de beleidsregels derivaten is bepaald
op liquiditeiten blijft vooralsnog het
dat CFV de risico’s vanwege het bezit van
ontbreken van de implementatie van de
financiële derivaten bij zijn jaarlijkse oordeel
staatssteunregels met betrekking tot de
over de corporaties betrekt. Daarnaast
vermogensscheiding en daarmee ook regels
actualiseert CFV periodiek de bestaande
met betrekking tot een scheiding van de
Q&A’s betreffende de beleidsregels derivaten
kasstromen tussen Daeb en niet-Daeb.
en publiceert deze op zijn website.
Signalen:
Toezichtbelemmerendebepalingen
♦ D e rentedekkingsgraad (ICR);
Op grond van de beleidsregels
♦ E xploitatiekasstroom gedeeld door
derivaten dienen corporaties, die
rentelasten en genormeerde aflossing
toezichtbelemmerende bepalingen in
(DSCR genormeerd);
bestaande derivatencontracten hebben,
♦ L ange schulden gedeeld door leegwaarde,
zich in te spannen om deze bepalingen
marktwaarde en volkshuisvestelijke
te elimineren uit de contracten. Hiervoor
exploitatiewaarde;
hebben corporaties in 2014 een plan van
♦ F inancieringsbehoefte niet-Daeb;
aanpak opgesteld en aangeleverd aan CFV.
♦ R enterisico;
Deze plannen zijn beoordeeld door CFV en
♦ N ominale schuld per gewogen
corporaties zijn verzocht om voortvarend
verhuureenheid;
♦ A anhouden liquiditeitsbuffer van 2%
uitvoering te geven aan de genoemde
maatregelen. Corporaties dienen aan te
(voor de andere onderdelen van het
tonen dat zij alle mogelijkheden hebben
derivatentoezicht geldt een andere
nagegaan en zo mogelijk hebben uitgevoerd
aanpak. Deze wordt hieronder geschetst).
om de toezichtbelemmerende bepalingen in
de contracten te elimineren. CFV monitort
Toezicht op derivaten
de uitvoering van de maatregelen, mede op
Op grond van de beleidsregels derivaten
basis van een door corporaties eind 2014
heeft CFV een aantal taken en bevoegdheden
opgegeven actuele stand van zaken. Indien
gekregen, zoals:
het eind 2014 niet is gelukt om de bepalingen
♦ De beoordeling van de plannen
uit de contracten te elimineren, dient de
betreffende de afbouw van
corporatie zich te blijven inspannen om de
derivatencontracten waarin clausules
bepalingen te elimineren en CFV daarvan
zijn opgenomen die het toezicht kunnen
jaarlijks op de hoogte te houden. CFV blijft
belemmeren;
deze corporaties in 2015 toetsen of zij
♦ D e naleving van de bepalingen bij het
26
Centraal Fonds Volkshuisvesting
actief blijven om de toezichtbelemmerende
bepalingen uit de contracten te elimineren.
in overleg met CFV een plan van aanpak te
Corporaties die in 2015 nog contracten met
worden opgesteld, gericht op het binnen een
toezichtbelemmerende bepalingen hebben,
haalbare termijn weer kunnen voldoen aan
zullen in 2015 standaard in het reguliere
de 2%-punt norm.
beoordelingsproces nader onderzocht
Melding dient plaats te vinden via een
worden op de voortgang van de genomen
daarvoor ontwikkelde applicatie die door CFV
maatregelen.
beschikbaar is gesteld. Indien achteraf blijkt
dat corporaties ten onrechte geen melding
Nieuwe derivatentransacties
hebben gemaakt in relatie tot art. 8 van de
De voorwaarden waaraan corporaties dienen
beleidsregels derivaten zal CFV interveniëren
te voldoen bij het afsluiten van nieuwe
en het opleggen van een sanctie overwegen.
derivatentransacties liggen vast in de
De meldingsplicht staat los van de
artikelen 2 tot en met 7 van de beleidsregels
stresstesten, zoals CFV die periodiek zal
derivaten en hebben onder meer betrekking
blijven uitvoeren. De uitkomsten van de
op het type derivaat, de looptijd, de
stresstesten en meldingen in relatie tot
rating van tegenpartijen en de model-
de 2%-punt norm zullen in 2015 worden
en raamovereenkomsten van de nieuwe
gekoppeld aan de reguliere financiële
derivaten. In het controleprotocol Bbsh is
beoordelingen. Corporaties die niet aan
op deze punten een controlerende rol door
de 2%-punt norm voldoen zullen in 2015
de accountant ingebouwd. De accountant
worden gemonitord in de uitvoering van de
zal jaarlijks in het Assurancerapport
maatregelen gericht op het verminderen
overtredingen rapporteren. De bevindingen
van het liquiditeitsrisico. Afhankelijk
door de accountant over verslagjaar
van renteontwikkelingen en specifieke
2014 zullen in 2015 beschikbaar zijn. Bij
omstandigheden zal CFV in 2015 een of
geconstateerde overtredingen zal CFV
meerdere stresstesten uitvoeren.
in 2015 interveniëren, waarbij ook de
mogelijkheid van het opleggen van een
Interne organisatie
sanctie in de afweging wordt betrokken.
Corporaties die financiële derivaten
gebruiken, dienen hun interne organisatie op
Liquiditeitsbuffer en meldingsplicht
adequate wijze daarop te hebben ingericht.
Conform art. 8 van de beleidsregels derivaten
Dit betekent conform de beleidsregels
dienen corporaties die financiële derivaten
derivaten dat in elk geval moet zijn geborgd
gebruiken, daarvoor een liquiditeitsbuffer
dat er voldoende aandacht is voor:
aan te houden die ten minste groot genoeg
♦ D e wijze waarop en de mate waarin het
is om de uit de derivatenportefeuille
gebruik van financiële derivaten bijdraagt
voortvloeiende liquiditeitsverplichtingen ten
aan het beperken van risico’s bij het
gevolge van een daling van de vaste rente in
financiële beleid en beheer;
de markt met 2%-punt te kunnen voldoen.
♦ D e interne organisatiestructuur inzake
Corporaties dienen zelf te monitoren of
aanschaf en gebruik van financiële
aan de eisen in art. 8 van de beleidsregels
derivaten, waaronder in elk geval regels
derivaten wordt voldaan. Indien daar niet
inzake bevoegdheden en mandatering,
aan wordt voldaan dient dit onmiddellijk
interne controle, interne verantwoording,
bij CFV gemeld te worden. Vervolgens dient
rol en betrokkenheid van de externe
Beleidsregels 2015
27
accountant en rol en betrokkenheid van
2015/2016 zal risicogericht ingevuld worden
het orgaan waaraan het toezicht op het
door bij een geselecteerd aantal corporaties
bestuur is opgedragen;
nader onderzoek te verrichten. De wijze
♦ W aarborging van voldoende interne
waarop CFV het nader onderzoek in 2015
professionaliteit inzake financiële
uitvoert, is on site. Bij deze corporaties
derivaten, ook bij de RvC;
zullen diverse stukken betreffende de
interne organisatie opgevraagd worden en
zullen interviews gehouden worden met
♦ Beheersingsstructuren rond de risico’s
financieel management, bestuur en RvC.
van financiële derivaten, onder
In het voorjaar 2015 zal CFV op de website
meer gericht op de marktwaarde,
communiceren hoe verdere uitwerking wordt
de omvang en de samenstelling
gegeven aan de risicogerichte invulling van
van de derivatenportefeuille en de
de beoordeling van de interne organisatie
monitoring van de marktwaarde en
rondom het gebruik van derivaten voor de
de liquiditeitsbuffer in relatie tot het
ronde 2015/2016.
liquiditeitsrisico.
Tijdens het onderzoek moet de
In de externe verantwoording dient, op grond
toezichthouder zich een oordeel vormen
van de beleidsregels derivaten, aandacht
op basis van beantwoording van de
besteed te worden aan de interne organisatie
volgende kernvraag: Zijn er financiële
rond financiële derivaten.
risico’s voor de corporatie, die tot acute
In de beleidsregels derivaten is aangegeven
liquiditeitsproblemen kunnen leiden en die
dat CFV jaarlijks de opzet van de interne
zonder aanzienlijke bijstellingen van beleid
organisatie rond financiële derivaten
tot liquiditeitssteun (WSW) of saneringssteun
beoordeelt en hierover de corporatie en
kunnen leiden?
de minister omtrent zijn bevindingen
28
informeert. Bij de beoordeling van de
MG’s 94-31 en 2001-26
opzet van de interne organisatie wordt een
Het ministerie heeft aangegeven dat MG
risicogerichte aanpak gehanteerd.
94-31 nog (deels) geldt voor die delen die
De beoordeling van de interne organisatie
niet gaan over derivaten waarvoor in 2012
2014/2015 is gericht op de externe
de beleidsregels derivaten in de plaats
verantwoording en de accountantsverslagen.
zijn getreden. MG 94-31 ziet daarmee
De jaarrekeningen van de corporaties
voornamelijk op het (tijdelijk) beleggen van
dienen een juist en volledig beeld te geven
overtollige middelen door corporaties. In
rondom het gebruik van derivaten en
de MG is aangegeven dat een interpretatie
dienen te voldoen aan specifieke eisen die
dat risicovolle beleggingen zijn toegestaan,
in de beleidsregels derivaten zijn gesteld.
zolang de financiële continuïteit van de
CFV toetst in deze beoordelingsronde de
toegelaten instelling maar is gewaarborgd,
externe verantwoordingsstukken van een
niet juist wordt geacht. De norm, te
geselecteerd aantal corporaties. Indien blijkt
weten welke beleggingen wel en niet
dat jaarrekeningen niet voldoen aan gestelde
zijn toegestaan, is echter in de MG niet
eisen, worden de betreffende corporaties
uitgewerkt. Dit heeft tot overleg tussen CFV
verzocht maatregelen te nemen.
en ministerie geleid met als uitkomst dat het
De beoordeling van de interne organisatie
ministerie het voornemen heeft geuit om een
Centraal Fonds Volkshuisvesting
nieuwe beleidsregel uit te vaardigen met een
2.5 Solvabiliteit
inkadering van de beleggingsmogelijkheden
als nadere invulling van MG 94-31. Het
De solvabiliteit van een corporatie geeft aan
voornemen is om deze nieuwe beleidsregel
in hoeverre de corporatie de verhuur van
per 1 januari 2015 in werking te laten treden
haar woningbezit langjarig kan voortzetten
en CFV zal daar dan toezicht op houden.
waarbij rekening wordt gehouden met haar
financiële verplichtingen vanuit de balans.
Zodra deze nieuwe beleidsregel is
Het risico is dat bij de corporatie op lange
gepubliceerd, zal CFV de nadere invulling van
termijn geen toereikend verdienmodel
de toezichtactiviteiten kunnen omschrijven
bestaat. Bij de solvabiliteit kijkt CFV primair
en zal CFV deze nadere invulling publiceren
naar voortgezette verhuurexploitatie, zonder
op de website. In MG 2001-26 zijn teksten
rekening te houden met eventuele verkopen
opgenomen over de toelaatbaarheid van
van de corporatie (volkshuisvestelijke
specifieke beleggingsvormen. Ook daarvoor
exploitatiewaarde). Bij het toezichtdomein
geldt dat de nieuwe beleidsregel van het
solvabiliteit wordt op basis van signalen
ministerie de toekomstige norm wordt bij het
en eventueel nader onderzoek vastgesteld
toezicht door CFV.
of een corporatie op basis van voortzetting
van het beheer op balansdatum aan haar
‘GELIJKE MONNIKEN, GELIJKE KAPPEN’
verplichtingen kan voldoen.
Voor een extern financieel
De financiële effecten van voorgenomen
toezichthouder zijn verschillende
activiteiten na balansdatum blijven hierbij
parameters in de waardering een
buiten beschouwing. De beoordeling is
knelpunt. Het doet afbreuk aan
gebaseerd op twee bouwstenen:
het inzicht in de financiële positie
♦ Het volkshuisvestelijk vermogen op
en de vergelijkbaarheid tussen
corporaties. Om recht te doen aan
balansdatum;
♦ H et vermogen dat op balansdatum
het uitgangspunt ‘gelijke monniken,
beschikbaar moet zijn om de risico’s en
gelijke kappen’, corrigeert CFV de
de vermogensbeklemming te kunnen
uiteenlopende parameters.
opvangen.
De vermogensbeklemming heeft betrekking
Correcties kunnen worden uitgevoerd
op de Vennootschapsbelasting (Vpb).
op de volgende onderwerpen:
Onder ‘beklemming’ wordt verstaan het
vermogen dat als buffer noodzakelijk
♦moment van discontering
is om aan voorzienbare, structurele
♦verkoopportefeuille
betalingsverplichtingen met betrekking tot
♦parameters
Vpb te kunnen voldoen. Bij de financiële
♦levensduur
beoordeling vormt de bedrijfswaarde
♦restwaarde
gebaseerd op een voortgezette
♦lastenniveau
verhuurexploitatie de waarderingsgrondslag.
♦verhuurdersheffing.
Corporaties hebben in de financiële
verslaglegging relatief grote vrijheid om naar
eigen inzicht de waardering van activa en
passiva uit te voeren.
Beleidsregels 2015
29
Dit leidt ertoe dat gelijke omstandigheden
♦ C orporaties hebben over het algemeen
door corporaties verschillend gewaardeerd
de mogelijkheid hun financiële
kunnen worden.
positie te verbeteren door meer
CFV hanteert een risiconiveau om de
woningen te verkopen en/of minder
solvabiliteit te beoordelen. Hierbij wordt
te investeren dan voorgenomen in
rekening gehouden met markt-, macro-
de vijfjaarsperiode. De eventuele
economische en operationele risico’s. Het
aanpassing in de programmering leidt
verschil tussen de verwachte kasstromen
natuurlijk wel tot een inbreuk op het
en de kasstromen op basis van een slechtweerscenario, wordt hierbij gekapitaliseerd,
voorgenomen beleid van de corporatie;
♦ De sociale huursector is een
rekening houdend met de samenhang tussen
bijzondere sector met een eigen
de risico’s.
financieringsstructuur, inclusief een
In principe wordt voor elke balanspost
borgingsinstituut en saneringsfonds.
afzonderlijk de hoogte van het risico bepaald
De sector als geheel is solide. De
dat verbonden is aan de realisatie van de
gedragsrisico’s die het gevolg zijn
waarde van de betreffende balanspost.
van dit ‘vangnet’ zijn betrokken bij de
Hierbij gaat het alleen om de neerwaartse
formulering van de signalen;
risico’s. De risicobepaling is gebaseerd op de
♦ B ij woningcorporaties waarbij de
‘value-at-risk’-benadering.
marktwaarde (in jaar drie en vijf
Er moet bij de waardering op basis van
rekening houdend met een slecht-
voortgezette verhuur (volkshuisvestelijke
weerscenario) van de portefeuille
exploitatiewaarde) een zodanige
minder dan 150% bedraagt van de
vermogensbuffer zijn, dat risico’s die
volkshuisvestelijke exploitatiewaarde,
verbonden zijn aan de waardering van de
wordt een extra risicobuffer van 5%
afzonderlijke balansposten (resultante
van het balanstotaal gehanteerd.
markt-, macro-economische en operationeel
Tijdens het onderzoek moet de
risico, risicoopslag vanwege beperkte marge
toezichthouder de volgende kernvraag
tussen marktwaarde en volkshuisvestelijke
beantwoorden: Kan de corporatie de uit de
exploitatiewaarde, Vpb-beklemming) kunnen
balans voortvloeiende verplichtingen op basis
worden opgevangen.
van een voortgezette verhuurexploitatie
opvangen? Een onvoldoende solvabiliteit
In de risicobepaling (‘value-at-risk’) worden
hoeft in dit verband niet direct te leiden tot
de volgende uitgangspunten gehanteerd:
een volledige discontinuïteit, maar heeft wel
♦ H et volkshuisvestelijk vermogen dient
tot gevolg dat beleidsuitgangspunten voor de
met 95% zekerheid groter dan nul te zijn;
♦ H et effect van de risico’s die zich in
aangepast dienen te worden, wil de verhuur
deze periode kunnen voordoen, wordt
weer een voldoende balans opleveren.
uitgedrukt in euro’s;
In bijlage 1 wordt de verdere uitwerking van
♦ H et percentage van 95% is lager dan bij
het toezicht op banken, pensioenfondsen
en verzekeringsmaatschappijen wordt
gehanteerd. CFV kiest voor dit lagere
percentage om de volgende redenen:
30
exploitatie, en ook voor de programmering,
Centraal Fonds Volkshuisvesting
de analyse van de solvabiliteit weergegeven.
2.6 Draagkracht vermogen op basis van
voorgenomen beleid
opvangen in jaar drie en aan het einde
van de prognoseperiode.
De draagkracht van het vermogen geeft aan
CFV brengt de financiële risico’s van drie
in hoeverre de beleidsvoornemens van de
respectievelijk vijf jaar voorgenomen
corporatie (huurbeleid, nieuwbouw, sloop, et
activiteiten in kaart. CFV kiest voor twee
cetera) passend zijn bij de financiële positie
ijkmomenten in deze beoordeling. Drie
van de corporatie. Het risico is aanwezig
jaar omdat de activiteiten tot dit moment
dat de corporatie meer activiteiten wil
normaal gesproken redelijk hard vastliggen.
uitvoeren of een te krap huurbeleid uitvoert,
Indien er in de eerste drie jaren een onbalans
waardoor de corporatie op middellange
bestaat, is het goed om dit expliciet zichtbaar
termijn (peilmoment jaar drie en jaar vijf)
te maken.
onvoldoende financiële buffer bezit om
risico’s op te vangen.
Een onbalans die wordt veroorzaakt in de
Bij het toezichtdomein draagkracht vermogen
laatste twee jaren, heeft vaak een andere
staat de passendheid van de voornemens
betekenis. De stuurbaarheid is bij deze
in relatie tot de financiële mogelijkheden
tijdshorizon groter.
centraal. De signaalpunten (eventueel
aangevuld met nader onderzoek) moeten
Tijdens het onderzoek moet de
duidelijk maken of de activiteiten voldoende
toezichthouder de volgende kernvraag
passend zijn. Wanneer dit niet het geval
beantwoorden:
is, zal de corporatie haar maatschappelijke
♦ Is de vermogensontwikkeling, die
prestaties en beleid (voorgenomen
het gevolg is van de voorgenomen
activiteiten zijn in principe een neerslag van
activiteiten, voldoende om de risico’s
de prestatieafspraken tussen gemeente en
(resultante markt-, macro-economische en
corporatie) moeten aanpassen om tot een
operationeel risico, risicoopslag vanwege
gewenste balans te komen.
beperkte marge tussen marktwaarde en
De beoordeling draagkracht vermogen op
volkshuisvestelijke exploitatiewaarde,
basis van voorgenomen beleid richt zich op
Vpb-beklemming) op te vangen die aan de
de financiële lasten en opbrengsten van de
uitvoering van de voornemens verbonden
voorgenomen activiteiten in verhouding
zijn?
tot de financiële mogelijkheden van de
corporatie in de prognoseperiode.
In bijlage 1 wordt de verdere uitwerking
van de analyse van draagkracht vermogen
De beoordeling van de financiële passendheid
in relatie tot de voorgenomen activiteiten
van het activiteitenpatroon is gebaseerd op
weergegeven.
twee bouwstenen:
♦ Het volkshuisvestelijk vermogen
in jaar drie en aan het eind van de
prognoseperiode;
♦ H et vermogen dat beschikbaar
moet zijn om de risico’s en de
vermogensbeklemming te kunnen
Beleidsregels 2015
31
3
Sanering
Art. 71a van de Woningwet bepaalt
Eén van de hoofdtaken van CFV is het saneren
dat CFV subsidie aan toegelaten
van woningcorporaties. Deze taak is het
instellingen verstrekt ter bevordering
vangnet van het financieel toezicht. Indien
van de sanering van toegelaten
blijkt dat een corporatie niet zelfstandig tot
instellingen die niet beschikken over
financieel herstel kan komen, komt zij in
de noodzakelijk te achten financiële
aanmerking voor een subsidiebijdrage. Deze
middelen.
saneringssteun wordt door de corporaties
gezamenlijk gefinancieerd, via een door CFV
In het BCFV, voor het laatst gewijzigd
opgelegde (verplichte solidariteits-)heffing.
Stb. 2008, 239 staan nadere regels
Daarnaast zijn WSW en CFV in het
over de inhoud van de door CFV op te
kader van de zekerheidsstructuur een
stellen beleidsregels ten aanzien van
naadloze aansluiting overeengekomen,
de verstrekking van saneringssteun
die is vastgelegd in het Convenant
door CFV.
naadloze aansluiting (bijlage 3). Deze
naadloze aansluiting houdt in dat een
Art. 6 van het BCFV bepaalt dat
corporatie die niet voldoet aan de
de beleidsregels wat betreft
kredietwaardigheidscriteria van WSW en
saneringssteun in ieder geval
geen borging krijgt van WSW, in aanmerking
betreffen:
komt voor sanering door CFV indien de eigen
♦D e wijze van indiening van een
mogelijkheden om de problematiek op te
aanvraag;
♦D e door de aanvrager te verstrekken
gegevens;
♦D e criteria voor de beoordeling van
een aanvraag voor saneringssteun;
♦D e aan de steunverlening te
lossen uitgeput zijn.
Wanneer een corporatie saneringssteun
nodig heeft, is CFV verplicht een
saneringsaanvraag in behandeling te nemen.
De voorwaarde is dat de aanvraag voldoet
aan de eisen in deze beleidsregels. CFV dient
verbinden verplichtingen of
de corporatie in zijn geheel te saneren. De
voorschriften;
oorzaak van de financiële problemen, de
♦D e sanctie op het niet verstrekken
van gegevens.
samenstelling van het bezit (Daeb of nietDaeb) en de wijze van financieren (geborgd
of ongeborgd) doen hier niet aan af.
32
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Algemeen voorbehoud bij de verstrekking
van een sanering bevinden zich binnen de
van saneringssteun is dat CFV in principe
driehoek:
slechts steun kan toekennen voor zover
♦ Zelfstandig voldoen aan de
het beschikbare budget voor steun van CFV
toereikend is.
kredietwaardigeheidscriteria van WSW;
♦ E en fusie of overname waarbij de
nieuwe (fusie)corporatie voldoet aan de
Procesaanpassing
Mede naar aanleiding van opmerkingen van
corporaties en andere belanghebbenden,
kredietswaardigheidscriteria van WSW;
♦ H et opheffen van de corporatie zonder
restschuld.
is het saneringsproces aangepast. Doel is
Bij de sanering kiest CFV voor een aanpak
drieledig:
waarbij de focus ligt op de continuïteit
♦ D oorvoeren van procesverbeteringen;
van het Daeb bezit, het oplossen van
♦ K omen tot een standaard aanpak;
financiële problemen (voldoen aan
♦ V erbetering van de sectorbetrokkenheid.
kredietwaardigheidscriteria van WSW),
Een belangrijke voorwaarde is dat ze passen
zo laag mogelijke kosten voor de
binnen de huidige regelgeving en afspraken.
corporatiesector (benut draagkracht
Naast input uit enkele sectorbijeenkomsten
saneringscorporatie), het zoveel als
zijn deze aanpassingen besproken met Aedes,
mogelijk terug brengen van risico’s voor
ILT en WSW.
de corporatiesector en het verhalen
van de schade op de aansprakelijke(n).
De vraag van corporaties en andere
Bovendien streeft CFV naar effectieve
belanghebbenden om meer duidelijkheid en
ingrepen, die op efficiënte wijze worden
betrokkenheid bij de sanering heeft geleid tot
uitgevoerd. Een sanering vereist daarom een
de volgende veranderingen:
belangenafweging tussen de kosten van de
♦ A anpassing van deze beleidsregels
sanering, de omvang en beheersbaarheid
(transparantie);
♦ I nzicht geven in het saneringsproces
van de (financiële) risico’s en de duur van de
saneringsperiode.
door te communiceren over belangrijke
momenten in de sanering (informeren);
3.1 Saneringsproces en betrokkenen
♦ A chteraf verantwoording afleggen over
inhoudelijke beslissingen tijdens het
Corporaties staan altijd onder (verscherpt)
saneringtraject.
toezicht van CFV. Ook saneringscorporaties.
Door deze veranderingen zijn de
Een saneringsproces bestaat uit drie fases:
corporaties en andere belanghebbenden
♦ V oorbereiden sanering;
beter aangehaakt bij de actualiteit van
♦ U itwerken sanering;
het saneringsproces en worden zij in
♦ U itvoeren sanering.
staat gesteld hun betrokkenheid zelf te
De voorbereidingsfase start met de
organiseren.
aankondiging van een corporatie dat zij
een saneringsaanvraag voorbereidt. CFV
Doel en invulling saneringstaak
heeft op dat moment (nog) geen volledige
De saneringsbevoegdheid van CFV dient het
saneringsaanvraag ontvangen. Deze fase
belang van de volkshuisvesting als geheel
eindigt wanneer de saneringsaanvraag
en is specifiek gericht op de continuering
volledig is. Dan begint de uitwerkingsfase
van het publieke belang van het Daeb bezit.
waarin CFV de saneringsaanvraag (inclusief
Om deze Daeb activiteit ook op termijn
het saneringsplan) beoordeelt en het
goed uit te voeren, is een financieel gezonde
steunbedrag vaststelt. De uitwerkingsfase
corporatie vereist. Oplossingsvarianten
eindigt met het nemen van het
Beleidsregels 2015
33
Grafische weergave saneringsproces
saneringsbesluit door CFV. Daarmee start
communicatie hierover gaat vergezeld van
de uitvoeringsfase. In deze fase voert de
een vooruitblik op de verdere procesgang.
saneringscorporatie het saneringsplan uit en
ontvangt zij saneringssteun.
De corporatie wordt gedurende deze periode
Belangrijke informatiemomenten zijn:
gemonitord door CFV. Deze fase loopt tot het
♦ het anticipatiebesluit;
eind van de sanering. De corporatie voldoet
♦ de aanvraag;
dan aan de beschreven saneringsdoelen.
♦ het saneringsbesluit.
Met betrekking tot het informeren over de
Aan het begin van een saneringsproces kan
aankondiging zal CFV de belangen wegen
de situatie ontstaan dat acuut handelen
van enerzijds de saneringscorporatie en
gewenst is en niet gewacht kan worden
anderzijds het belang van openbaarmaking
op het saneringsbesluit. CFV kan dan
van de aankondiging. Hierbij is het
een anticipatiebesluit nemen. Dit besluit
uitgangspunt dat CFV informeert, tenzij dit
loopt vooruit op het saneringsbesluit en
niet te verenigen is met het volkshuisvestelijk
is erop gericht om de meest noodzakelijke
belang.
overbruggingsfinanciering voor de
saneringscorporatie mogelijk te maken.
Het achteraf verantwoorden door CFV
heeft betrekking op beslissingen die
Informeren en verantwoorden
door CFV genomen zijn (anticipatie- en
Om de betrokkenheid van corporaties en
saneringsbesluiten). Meer inhoudelijk gaat
andere belanghebbenden bij het saneren
het bij verantwoorden om de weging van
te faciliteren zal CFV bij een sanering
oplossingsvarianten, de vaststelling en
vooraf informeren over belangrijke
omvang van het steunbedrag en het toezicht
saneringsontwikkelingen en achteraf
op de uitvoering van het saneringsbesluit.
verantwoording afleggen over genomen
beslissingen tijdens het saneringsproces.
Beiden hebben betrekking op de mijlpalen
uit bovenstaande figuur. Onder informeren
verstaat CFV het communiceren dat
een specifiek signaal ontvangen is. De
34
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Rol van betrokkenen
CFV zal expliciet aandacht besteden aan de
De saneringspraktijk leert dat bij de sanering
kwaliteit van het bestuur en de RvC. Wanneer
van een corporatie veel partijen betrokken
CFV de kwaliteit onvoldoende acht, kan CFV
zijn. Bovendien hebben deze betrokkenen
gebruik maken van haar bevoegdheden in
ieder een eigen achtergrond en inbreng.
het kader van het toezicht. Van belang is dat
Naast CFV als saneerder zijn ILT en WSW
deze toets niet eenmalig plaatsvindt, maar op
betrokken van de saneringsaanvraag tot
elk relevant moment aan de orde kan komen.
het einde van de sanering. Beiden geven
hierbij invulling aan hun eigen taak en
3.2 Voorbereiden sanering
verantwoordelijkheid. Onderstaande figuur
geeft een overzicht van de betrokken partijen
Om voor saneringssteun in aanmerking te
en hun verantwoordelijkheden.
komen, is een saneringsaanvraag vereist.
Tijdens de voorbereidingsfase bereidt de
corporatie deze aanvraag voor. De corporatie
staat dan onder (verscherpt) toezicht bij CFV.
Contacten van CFV met andere stakeholders
vinden in deze fase plaats in het kader van
toezicht.
Wanneer een corporatie niet zelfstandig
tot financieel herstel kan komen, kondigt
zij een saneringsaanvraag bij CFV aan.
Deze aankondiging gaat vergezeld van een
inhoudelijke toelichting van het bestuur
en de RvC op de financiële problematiek
en de ontstaansgeschiedenis daarvan. De
corporatie en CFV stemmen onderling af wat
CFV in deze fase van de corporatie verwacht.
Bestuur en RvC saneringscorporatie
In de voorbereidingsfase beoordeelt CFV of de
Het bestuur en de RvC van de
stukken voor de saneringsaanvraag volledig
saneringscorporatie hebben een cruciale
zijn. De inhoudelijke toetsingscriteria staan
rol bij de sanering. Zij zijn volledig
in dit hoofdstuk beschreven. Bij volledigheid
verantwoordelijk voor de financiële
eindigt de voorbereidingsfase. In deze
situatie van de corporatie. Ook zijn zij
fase vindt geen inhoudelijke discussie
verantwoordelijk voor de saneringsaanvraag,
plaats over diverse scenario’s en opties
het saneringsplan en de uitvoering van
van het verbeterplan. Dit vergt formele
de daarin opgenomen maatregelen. De
betrokkenheid van de andere stakeholders in
medeverantwoordelijkheid van CFV start
de sanering: WSW en ILT.
met het nemen van het saneringsbesluit
(acceptatie saneringsplan) en eindigt als de
saneringsperiode afloopt.
Beleidsregels 2015
35
Anticipatiebesluit
overbruggingsfinanciering. WSW zal
Vooruitlopend op het verlenen van
na ontvangst van een afschrift van het
saneringssteun kan CFV in een
anticipatiebesluit borgstelling verstrekken.
anticipatiebesluit financiële steun verlenen.
Deze zogeheten anticipatiesteun maakt
3.3 Saneringsaanvraag
borging door WSW mogelijk, wanneer een
corporatie niet meer zelfstandig voldoet aan
Een saneringsaanvraag bestaat uit:
de kredietwaardigheidscriteria van WSW. Een
♦ E en samenvatting van de oorzaken van
gebruikelijke verplichting, verbonden aan
de (te verwachten) negatieve financiële
een anticipatiebesluit, is dat de corporatie
positie;
pandrecht op de steunbijdrage verleent aan
♦ I nzicht in de gekozen oplossingsvariant;
WSW. Dit voorkomt dat de financiële bijdrage
♦ O nderbouwing van de omvang en vorm
op een andere wijze wordt ingezet.
van de van CFV verlangde (sanerings)
bijdrage.
Het anticipatiebesluit van CFV dient als
contragarantie voor WSW-borging van
Voor de algemene voorschriften
tijdelijke liquiditeitstekorten uit bestaande
voor de aanvraag is de Awb van
verplichtingen in de periode tussen het niet-
toepassing. Verwezen wordt naar titel
kredietwaardig verklaren van een corporatie
4.1 van deze wet voor die algemene
en de goedkeuring van een saneringsplan.
bepalingen met betrekking tot onder
Aangezien CFV volgens het BCFV geen
andere de aanvraag, aanvullende
garanties kan verstrekken, heeft de
gegevensopvraging, hoorplicht en
anticipatiesteun de juridische vorm van een
beslistermijnen.
voorwaardelijke bijdrage aan de corporatie.
Met een anticipatiebesluit anticipeert CFV op
de goedkeuring van een saneringsplan en de
De aanvraag wordt onderbouwd met een
daarop gebaseerde steunverlening.
saneringsplan en aangevuld met specifieke
informatie.
Een anticipatiebesluit kent drie belangrijke
De saneringsaanvraag is volledig als deze
voorwaarden: niet voldoen aan de
ten minste een saneringsplan en de volgende
kredietwaardigheidscriteria van WSW, de
stukken bevat:
eigen mogelijkheden om de problematiek
♦ D e meest recente jaarstukken, inclusief
op te lossen zijn uitgeput en aankondiging
van een saneringsaanvraag bij CFV, waarbij
Art. 393, eerste lid, van boek 2 van
de corporatie de verplichting aanvaardt, om
het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de
binnen een door CFV gestelde termijn van
rechtspersoon opdracht verleent aan
maximaal zes maanden, een saneringsplan
een accountant tot onderzoek van de
in te dienen. Daarnaast dient de corporatie
jaarrekening.
inzicht te geven in de aard en de omvang
van het financiële probleem. Bovendien is
inzicht in de urgentie vereist, aangezien
een anticipatiebesluit uitsluitend
voorziet in de meest noodzakelijke
36
Centraal Fonds Volkshuisvesting
accountantsverklaringen en -verslagen en
Hierbij dienen ten minste de volgende
managementletters van de laatste twee
aandachtsgebieden te worden betrokken:
jaren.
♦ B edrijfslasten verlagen;
♦ I nzicht in de governancestructuur.
♦ H uren extra verhogen;
Hierbij dient ten minste te worden
♦ I nvesteringen afbouwen;
ingegaan op de bestuurlijke structuur,
♦ B ezit verkopen;
de personeelsbezetting, de structuur van
♦ R enterisico’s verminderen;
het management en de relaties tussen de
♦ L eningen herstructureren (inclusief
corporatie en de verbonden verbindingen.
♦ I ndien de minister een sanctie(s) heeft
opgelegd, een kopie van de brief waarmee
deze is (zijn) opgelegd.
derivaten);
♦ N iet-Daeb bezit en ontwikkelposities
afbouwen.
♦ U itwerking van de maatregelen in
verschillende scenario’s;
De kwaliteit van de door de corporatie
aangeleverde gegevens is van groot belang
voor CFV. Immers, betrouwbare en juiste
gegevens zijn een belangrijke voorwaarde
voor een efficiënt saneringstraject en
besluitvorming. CFV hecht daarom grote
waarde aan externe verificatie en validatie
♦ D oorrekening van de scenario’s en
impactanalyse;
♦ A fweging (onderbouwing) scenario’s en
risico-analyse;
♦ V oorkeurscenario met
gevoeligheidsanalyse;
♦ M eerjarenprognose van financiële
van de aannames, uitgangspunten,
ontwikkeling gedurende saneringsperiode,
waarderingen, taxaties en andere
inclusief herberekening van het eigen
aangeleverde gegevens. CFV zal daarom
vermogen op basis van bedrijfswaarde
bij de gegevens, zo nodig, aanvullende
volgens uitgangspunten en parameters
verklaringen van accountants en/of andere
deskundigen opvragen.
CFV;
♦ V orm, omvang gevraagde saneringsteun,
Daarnaast kan CFV bij de corporatie
inclusief onderbouwing van dit bedrag en
aanvullende informatie opvragen die
gevraagd betaalritme.
van belang is voor de beoordeling van de
saneringsaanvraag en het nemen van het
De onderbouwing en bewijsvoering van
saneringsbesluit.
het saneringsplan dient als bijlage bij het
plan te worden ingediend. De elementen
Saneringsplan
waaruit die onderbouwing kan bestaan,
De corporatie beschrijft in het saneringsplan
zijn niet limitatief vastgelegd in de bijlage
op welke wijze het bestuur van de corporatie
‘Handleiding saneringsplan‘ bij deze
het saneringsdoel (financieel herstel) wil
beleidsregels.
verwezenlijken. Het saneringsplan dient in
elk geval de volgende onderdelen te bevatten
3.4 Uitwerken sanering
en daarover inzicht te bieden:
♦ Een probleemanalyse;
CFV neemt uitsluitend een volledige
♦ E en overzicht van de mogelijke
saneringsaanvraag inhoudelijk in
maatregelen om de financiële positie te
behandeling.
verbeteren en de risico’s te beperken
Beleidsregels 2015
37
Zij informeert de corporatie als de
aannemen, waaronder een renteloze lening
saneringsaanvraag in behandeling wordt
of steun à fonds perdu. Het BCFV sluit alleen
genomen. Belangrijk onderdeel bij de
de verlening van borgstellingen uit. Dit
start van het beoordelingsproces van de
behoort tot de taak van WSW. CFV sluit geen
saneringsaanvraag is een mondelinge
andere subsidievormen uit.
toelichting van bestuur en RvC van de
saneringscorporatie op de saneringsaanvraag
In overleg met de corporatie bepaalt
(inclusief het saneringsplan). Hierbij gaat de
CFV de wijze van uitbetaling van de
corporatie ten minste in op: (i) het ontstaan
subsidie. Dit wordt vastgelegd in het
en de omvang van de financiële problemen,
saneringsbesluit. De voorkeur kan uitgaan
(ii) de noodzaak van saneren en (iii) de
naar gespreide betaling. Dit komt vooral
voorkeursoplossing volgens bestuur en RvC
aan de orde wanneer uitbetaling leidt tot
van de corporatie en de financiële impact
overfinanciering en/of uitstel van betaling
van de voorgestelde maatregelen. Deze
een rol speelt bij renterisicomanagement.
toelichting vindt plaats in een bijeenkomst
De subsidieverlening is dan gekoppeld
met CFV, waarbij CFV ook WSW en ILT kan
aan een voorschotregeling. Tenzij anders
uitnodigen. Op basis van deze bijeenkomst
is bepaald in het saneringsbesluit, geldt
is het waarschijnlijk dat de corporatie wordt
een rentevergoeding waarbij de rente
gevraagd om aanvullende informatie, nadere
achteraf wordt vastgesteld aan de hand
onderbouwing en/of scenario’s aan te
van bepalingen terzake in de Algemene wet
leveren, die relevant zijn voor de beoordeling
bestuursrecht (Awb).
van het saneringsplan.
Over het algemeen is het niet wenselijk
Met het volledig verklaren van de
noch mogelijk om het saneringsbesluit op
saneringsaanvraag start de wettelijke
uitvoeringsniveau uit te werken. Nadere
besluitvormingstermijn van acht weken.
concretisering van het saneringsbesluit
Wanneer deze periode ontoereikend
kan op een later tijdstip plaatsvinden. Het
is voor een gedegen beoordelings- en
betreft onder meer een nadere detaillering
besluitvormingsproces, kan CFV deze termijn
en specificering van saneringsmaatregelen
verlengen. Indien de corporatie gevraagd
voor een specifieke periode (bijvoorbeeld
wordt het saneringsplan aan te vullen of te
identificatie van individuele objecten voor
herzien gaat hier een opschortende werking
verkoop voor komend jaar, terwijl in het
vanuit.
saneringsplan generieke verkopen zijn
opgenomen).
Subsidieverlening
38
Het saneringsplan gaat in op de uit te
In titel 4.2 van de Awb staan
voeren saneringsmaatregelen en levert de
bepalingen omtrent subsidies. Deze
onderbouwing voor de omvang van het
subsidietitel bevat een wettelijk kader
steunbedrag. CFV keurt het saneringsplan
voor alle subsidies van het Rijk en
goed, bepaalt het steunbedrag en
decentrale overheden.
neemt een besluit tot subsidieverlening
In afdeling 4.4.2. van de Awb staan
(saneringsbesluit).
regels omtrent verzuim en wettelijke
De toegekende subsidie kan diverse vormen
rente.
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Ook gaat het om operationalisering op het
zijn. Deze bijstelling doet niet af aan het
gebied van monitoring, verantwoording,
beoogde saneringdoel.
planning, verkoopvoorwaarden van vastgoed,
van het saneringsbesluit sluit aan op de
Afronden sanering en vaststelling
subsidie
jaarcyclus van de corporatie.
Het eindpunt van de sanering is bij
evaluatie, et cetera. Deze concretisering
voortbestaan van de corporatie gebaseerd
3.5 Uitvoeren sanering
op de kredietwaardigheidscriteria van WSW.
CFV verzoekt WSW drie maanden voor het
Tijdens de uitvoeringsfase zijn bestuur
einde van de saneringsperiode schriftelijk te
en RvC van de saneringscorporatie
verklaren dat de corporatie die als entiteit
verantwoordelijk voor de uitvoering van het
zelfstandig voortbestaat, of die door fusie
saneringsplan. CFV houdt toezicht op de
ontstaat, aan de kredietwaardigheidseisen
uitvoering en geeft hier op de volgende wijze
van WSW voldoet. In geval van ontbinding
invulling aan:
moet de corporatie aan alle verplichtingen
♦ Monitoring van de voortgang op
inzake de door WSW geborgde leningen
kwartaalbasis (continu proces);
voldoen.
♦ D e jaarlijkse beoordelingscyclus (dPi, dVi,
jaarrekening, begrotingen, et cetera);
♦ B rede controles op de uitvoering van het
saneringsbesluit (evaluaties);
♦ E en jaarlijkse concretisering van het
saneringsbesluit.
Na afloop van de saneringsperiode (einde
uitvoeringsfase) vindt de definitieve subsidie
vaststelling plaats. Dit wordt vastgelegd in
een vaststellingsbesluit. Voorafgaand aan
dit besluit stelt CFV vast of: de afgesproken
saneringsmaatregelen zijn uitgevoerd,
Een belangrijk onderdeel van het toezicht is
de daaraan verbonden besparingen zijn
het onderscheiden van risico’s, waaronder
gerealiseerd, het financieel probleem is
marktrisico‘s en governance kwesties.
opgelost, de (financiële) risico’s beheersbaar
Marktrisico’s doen zich voor bij lagere
zijn en de corporatie voldoet aan de WSW-
prijzen, een hogere rentestand of andere
criteria.
veranderde (markt)omstandigheden. Dit
kan mogelijk leiden tot bijstelling van
Bij de definitieve vaststelling wordt
planningen en tot aanvullende maatregelen.
bekeken of er sprake is van uitbetalings-
Governance issues doen zich voor als het
en\of terugbetalingsverplichtingen. Van
saneringsbesluit onvoldoende voortvarend
terugbetaling kan sprake zijn wanneer dat
wordt uitgevoerd. Dit roept vragen op over
niet ten koste gaat van de met de sanering
de daadkracht en daarmee de kwaliteit van
beoogde doelen.
het bestuur (en de RvC). In een dergelijke
situatie kan CFV ingrijpen op basis van haar
Daarmee wordt invulling gegeven aan een
handhavingsbevoegdheden.
efficiënte inrichting van het saneringsproces,
Wanneer tijdens het saneringstraject blijkt
waarbij de (financiële) draagkracht van de
dat verwachtingen uit het saneringsplan in
saneringscorporatie optimaal wordt benut.
negatieve zin moeten worden bijgesteld, kan
Bovendien draagt het bij aan het beperken
een aanvullend saneringsbesluit noodzakelijk
van de kosten van de sanering.
Beleidsregels 2015
39
3.6 Handhavingsmaatregelen
maatregel spelen onder andere de volgende
criteria een rol:
Corporaties staan altijd onder (verscherpt)
♦ H et opleggen van de maatregel wordt
toezicht. In de saneringsfase staan daarmee
overwogen, tenzij de corporatie kan
in principe dezelfde interventie-instrumenten
aantonen dat de termijnoverschrijding
ter beschikking als bij het (verscherpt)
buiten de schuld van de corporatie of door
toezicht.
Aanvullend heeft CFV bij een sanering de
overmacht is ontstaan;
♦ H et opleggen van de maatregel wordt
bevoegdheid een maatregel op te leggen, die
overwogen, indien naar het oordeel van
eruit bestaat de corporatie te verplichten
CFV redelijkerwijs te voorzien is dat
om bepaalde rechtshandelingen van de
vertraging in de sanering zal leiden tot
corporatie voor preventieve goedkeuring
een groter beroep op saneringssteun;
voor te leggen aan CFV. Deze maatregel
♦ H et opleggen van de maatregel wordt
kan CFV opleggen indien de corporatie een
overwogen, indien de vertraging in de
saneringsaanvraag heeft ingediend, maar
aanlevering van de vereiste bescheiden
de daarbij vereiste gegevens en stukken
naar het oordeel van CFV (mede)
niet binnen de gestelde termijn heeft
veroorzaakt wordt door een interne
aangeleverd.
bestuurlijke impasse of door een
Het betreft uitsluitend gegevens die op grond
patstelling tussen organen binnen de
van deze beleidsregels vereist zijn bij de
saneringsaanvraag.
corporatie;
♦ H et opleggen van de maatregel wordt
Het belang van tijdige aanlevering van
overwogen indien door het handelen
relevante informatie is een snelle start van
en/of nalaten van een corporatie
de sanering. Hierdoor kan een neergang in
de wettelijke taken van CFV worden
de financiële positie van de corporatie tot
belemmerd.
staan worden gebracht. Dit beperkt het risico
dat door vertraging meer saneringssteun
Ook bij saneren geldt dat oplegging van
is vereist. Dit is in het belang van CFV,
een maatregel zorgvuldig, proportioneel en
de corporatiesector, het personeel en de
effectief moet zijn en dat de omvang van de
huurders van de te saneren corporatie.
maatregel sterk afhankelijk is van specifieke
omstandigheden. Meer concreet kan een
Bij de overweging tot oplegging van de
maatregel bij een sanering bijvoorbeeld
rechtshandelingen betreffen die (i) de
Art. 6, eerste lid, onderdeel c, van
financiële positie van de corporatie raken,
het BCFV bepaalt dat CFV, indien de
(ii) de rechtspositie van de te saneren
toegelaten instelling de gegegevens
corporatie raken (bijvoorbeeld fusies,
niet binnen de gestelde termijn aan
deelnemingen en andere verbindingen)
CFV zijn verstrekt, kan bepalen dat
en (iii) belangen van derden raken. Bij de
de toegelaten instelling, totdat zij de
afweging of CFV goedkeuring verleent voor
gegevens alsnog verstrekt, de door CFV
een rechtshandeling, kan CFV het belang van
aangegeven rechtshandelingen slechts
eventuele derden een rol laten spelen.
kan verrichten na zijn instemming.
Bovendien kan CFV aan de verstrekking van
steun verplichtingen verbinden.
40
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Deze verplichtingen worden in het
steunbesluit vastgesteld. Wanneer de
corporatie niet voldoet aan de verplichtingen,
kan CFV de subsidie intrekken en de al
uitgekeerde gelden terugvorderen. Deze
bevoegdheid is gebaseerd op de Awb.
Civielrechtelijke aansprakelijkheid
Overigens laat de verstrekking van
saneringssteun onverlet de bevoegdheid
van CFV tot civielrechtelijke
aansprakelijkheidstelling van de betrokkenen
(inclusief (oud)bestuur, (oud)commissarissen
en eventuele derden) voor het ontstaan van
de saneringsnoodzaak. Dit geldt ook als blijkt
dat onjuiste en/of onvolledige informatie is
verstrekt door een corporatie, of wanbeleid is
gevoerd.
In afdeling 4.2.4. van de Awb is
aangegeven welke verplichtingen aan
de subsidieontvanger (kunnen) worden
opgelegd.
Beleidsregels 2015
41
4
Adviestaken
Op grond van het Bbsh en ministeriële circulaires, heeft CFV een taak om de minister te adviseren. De
strekking en de aard van deze advies taak is uitputtend beschreven in het Bbsh en de betreffende MG’s.
Deze MG’s zijn te vinden op: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/circulaires/ 2011/05/20/
overzicht-geldende-mg-circulaires.html. Hier wordt volstaan met een schematisch overzicht.
Advies over
Wettelijke
Strekking advies
regeling
Nieuwe toelating
Bbsh art. 5, lid 2
In het advies geeft CFV zijn zienswijze over de financiële aspecten van de toelating
resp. de fusie. Voor de financiële beoordeling is de levensvatbaarheid (waarborgen
van financiële draagkracht en continuïteit) van de nieuw toe te laten instelling
resp. de fusiecorporatie het ijkpunt. De levensvatbaarheid wordt afgeleid uit de
beoordeling van de financiële positie. Daartoe hanteert CFV de methodiek zoals die
is ontwikkeld ten behoeve van de jaarlijkse financiële beoordeling van corporaties.
Statutenwijziging:
Bbsh art. 9, lid 2
Gebiedsuitbreiding
Statutenwijzingen:
De beoordeling van CFV richt zich op de investeringsvoornemens van de corporatie
in het nieuwe werkgebied.
Bbsh art. 10
Fusie
De beoordeling van CFV is erop gericht om vast te stellen of na de fusie de financiële positie zodanig is dat de gefuseerde instelling binnen vijf jaar een beroep op
financiële steun van CFV zal doen. Bij de financiële beoordeling hanteert CFV de
methodiek zoals die is ontwikkeld voor de jaarlijkse financiële beoordeling van
corporaties.
Aanwijzing
Bbsh, art. 41, lid 5
De minister zal waar de aandachtsvelden van het financiële en het volkshuisvestelijke toezicht samenlopen aan CFV een ziens-wijze vragen.
Nevenactiviteiten
MG 1999-23,
Nevenactiviteiten mogen de financiële positie van de corporatie niet in gevaar
MG 2001-26,
brengen. Nevenactiviteiten mogen geen financieel risico betekenen. Het advies van
MG 2006-04 en
CFV richt zich op de gevolgen van de voorgenomen activiteiten voor de financiële
MG 2007-04
positie, waarbij een risicoanalyse wordt gemaakt. Andere elementen die bij de
beoordeling worden betrokken, zijn onder meer, geborgde en ongeborgde financiering, marktconformiteit, kostendoorrekening en fiscaliteit.
Verkoop van woon-
Bbsh, art. 11 en
CFV beoordeelt de financiële gevolgen van de voorgenomen verkoop voor de corpo-
gelegenheden
MG 2013-02
ratie.
Investeringen in
MG 2005-04,
Bij de beoordeling is een belangrijk punt van afweging of de financiële continuïteit
het buitenland
MG 2006-04
van de corporatie niet in het geding is en of de corporatie voldoende actief is in
(onderdeel D),
matching, dat wil zeggen in het besteden van overtollige middelen en batige saldi
MG 2008-03,
ten behoeve van opgaven van andere corporaties in Nederland.
MG 2010-03 en
MG 2011-02
42
Centraal Fonds Volkshuisvesting
5
Projectsteun
Projectsteun
Op grond van de artikelen 6 en7 van het
De Woningwet en het BCFV geven
BCFV moeten de beleidsregels wat betreft
CFV de mogelijkheid corporaties
projectsteun in ieder geval betreffen:
projectsteun te verlenen. In art.
♦ D e wijze van indiening van een aanvraag
2 van het BCFV wordt beschreven
welke werkzaamheden in aanmerking
komen voor subsidiëring, waaruit
een aanvraag voor projectsteun moet
bestaan en welke verplichtingen er
zijn om projectsteun te ontvangen.
Art. 3 van het BCFV beschrijft het
uitgangspunt voor projectsteun. In de
artikelen 6 en 7 staat beschreven wat
de beleidsregels van CFV moet regelen
(zie § 5.2).
♦ D e door de aanvrager te verstrekken
gegevens bij projectsteun (zie § 5.2 en
5.3);
♦ D e criteria voor de beoordeling van een
aanvraag voor projectsteun (zie § 5.4);
♦ D e aan de steunverlening te verbinden
verplichtingen of voorschriften (zie § 5.6);
♦ D e eventuele sanctie op het niet
verstrekken van gegevens (zie § 5.8).
met betrekking tot projectsteun.
Naast de subsidieregeling voor reguliere
projecten voert CFV ook de regeling
bijzondere projectsteun voor de
Als een corporatie onvoldoende middelen
wijkenaanpak uit, die in 2008 in het leven
heeft om werkzaamheden in het belang
was geroepen. De bijzondere projectsteun
van de volkshuisvesting uit te voeren, kan
is echter per 1 januari 2013 afgeschaft.
de betreffende corporatie CFV benaderen
Er kan dus geen nieuwe aanvraag worden
met het verzoek projectgebonden steun te
gedaan voor bijzondere projectsteun voor
verstrekken. De Woningwet en het BCFV
de wijkenaanpak. In § 5.7 van dit hoofdstuk
geven de mogelijkheid tot het bieden van
worden daarom slechts de verplichtingen
projectgebonden steun. Volgens art. 2 van
beschreven voor de eindafrekening van de
het BCFV komen kosten van werkzaamheden
bijzondere projectsteun.
die door de corporatie in het belang van
de volkshuisvesting worden uitgevoerd, in
aanmerking voor subsidiëring.
Beleidsregels 2015
43
Awb
Voor de toetsing van de financiële positie
Projectsteun is een subsidie. Voor
van de corporatie hanteert CFV een
het toekennen van subsidies zijn
beoordelingsmethodiek die in hoofdstuk
onverminderd de regels vanuit de Awb
1 is beschreven. Een corporatie komt voor
van toepassing.
projectsteun in aanmerking indien door de
In het bijzonder wordt verwezen
uitvoering van een project (met name de
naar titel 4.1. van deze wet
omvang van onrendabele investeringen),
(aanvraag, gegevensopvraging,
naar het oordeel van CFV de financiële
hoorplicht en beslistermijnen) en
continuïteit van de corporatie onvoldoende is
titel 4.2. (subsidies). Het betreft hier
gewaarborgd.
afdeling 4.2.3 (subsidieverlening),
afdelingen 4.35 en 4.46 (criteria
5.2 De aanvraag reguliere projectsteun
en overwegingen), afdeling 4.37
(verplichtingen), afdeling 4.49
Een aanvraag voor reguliere projectsteun
(intrekking en wijziging, afdeling 4.54
dient in elk geval te bevatten:
(voorschotregeling) en afdeling 4.57
♦ Het projectplan (zie § 5.3);
(terugvorderingsrecht).
♦ I nzage in de financiële consequenties van
het project;
♦ E en overzicht van de (financiële) bijdragen
5.1 Doelgroep reguliere projectsteun
van derden aan het project, indien van
toepassing;
Het uitgangspunt is dat slechts projecten
♦ E en verklaring van WSW, waaruit blijkt
voor financiële steun van CFV in aanmerking
dat de corporatie voldoende solvabel is
komen waarvan is vastgesteld dat die
uit oogpunt van borging voor financiering
projecten zonder steun niet verantwoord
van het rendabele deel van het project;
mogelijk zijn. Er zijn (financiële) criteria
♦ D e omvang van de gevraagde projectsteun
vastgesteld om dit te toetsen. Het gaat
daarbij om toetsing van enerzijds de
door de corporatie;
♦ D e tekst van de prestatieovereenkomst,
financiële positie van de corporatie en
waaruit blijkt dat het project waarvoor
anderzijds van het projectplan. Ook zal CFV
steun wordt gevraagd hieruit voortvloeit.
bij de gegevensopvraging en de beoordeling
Indien er geen prestatieovereenkomst is,
van de steunaanvraag zodanig handelen,
dan een verklaring van het College van
dat gewaarborgd is dat de te verlenen steun
Burgemeester en Wethouders van de
uitsluitend ten goede komt aan Daeb taken
gemeente, waaruit blijkt dat het College
en dat geen overcompensatie wordt verleend.
het project vindt passen binnen het
gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;
♦ E en verklaring van de
huurders(vertegenwoordiging) met hun
standpunt over het project;
♦ I ndien van toepassing de tekst van een
door de minister gegeven aanwijzing als
bedoeld in art. 41, eerste lid, of art. 43,
eerste lid, Bbsh.
44
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Om voortvarend projectsteun te kunnen
5.4 Beoordelingscriteria
verlenen, is CFV bereid tot overleg over de
te verstrekken informatie. Wat betreft de
CFV zal bij de beoordeling van aanvragen om
algemene voorschriften over de aanvraag is
reguliere projectsteun de volgende criteria
de Awb van toepassing.
en overwegingen (cumulatief) hanteren.
CFV verleent uitsluitend geldelijke steun
5.3 Projectplan
ter tegemoetkoming in de kosten van
werkzaamheden als blijkt dat:
Om reguliere projectsteun te krijgen, moet
de corporatie een aanvraag indienen die
onderbouwd wordt met een projectplan.
♦ Het project/de projecten nog niet in
uitvoering is/zijn genomen;
♦ Z onder reguliere projectsteun van CFV
Onder projectplan wordt verstaan een
bij uitvoering van de werkzaamheden het
duidelijke beschrijving van het project,
oordeel is dat de financiële continuïteit
waarbij wordt ingegaan op de inhoud
van de corporatie onvoldoende is
en looptijd van de werkzaamheden, het
gewaarborgd. In beginsel geldt de
(de) te bereiken doel(en) en de financiële
beleidscontinuïteit ‘voldoende’ als norm
begroting daarvan. Het projectplan
voor de beoordeling van de vraag of de
moet zijn voorgelegd aan het College
financiële positie van een corporatie om
van Burgemeester en Wethouders van
de betreffende (onrendabele) investering
de gemeente waar de corporatie haar
in een project te realiseren, toereikend
vestigingsplaats heeft. Ook moet het aan
is. In zeer bijzondere gevallen kan
de huurders van haar woongelegenheden
hiervan afgeweken worden: CFV kan
zijn voorgelegd om hen in de gelegenheid
het beoordelingscriterium ‘voldoende
te stellen zich over het plan uit te spreken.
gewaarborgde beleidscontinuïteit’ buiten
Er kan volstaan worden met een verwijzing
toepassing laten, ingeval zich zodanig
naar de prestatieovereenkomst, als daaruit
bijzondere omstandigheden voordoen dat
blijkt dat de huurders(vertegenwoordigers)
zich hebben uitgesproken over het betrokken
project.
toepassing van dat criterium onredelijk is;
♦ Het project past binnen de wettelijke
kaders voor de Daeb werkzaamheden van
corporaties. Het project past in het Rijks-
Artikel 6, eerste lid, sub 6 van het
resp. het gemeentelijke (volkshuisvesting)
BCFV stelt dat een projectplan moet
beleid. CFV toetst dit criterium door na
zijn voorgelegd aan het College van
te gaan of er Rijksbeleid, bijvoorbeeld
Burgemeester en Wethouders van
in de vorm van een circulaire, van
de gemeente waar het projectplan
toepassing is op de bepaling van de
betrekking op heeft.
volkshuisvestelijke opgave en of er een
prestatieovereenkomst aan ten grondslag
ligt, of als dat niet het geval is, er een
specifieke verklaring daaromtrent van het
College van Burgemeester en Wethouders
is overgelegd. In eerste instantie bepaalt
de corporatie zelf welke werkzaamheden
noodzakelijk zijn;
Beleidsregels 2015
45
♦ O p grond van het Bbsh dient de
♦ Er zekerheid bestaat dat de aanvragende
corporatie daarbij het gemeentelijke
corporatie voor de financiering van
volkshuisvestingsbeleid in acht te
het rendabele deel van het project
nemen. Dit moet blijken uit tussen beide
borging kan verkrijgen, blijkende uit een
overeengekomen prestatieafspraken
verklaring van WSW dat de corporatie
of als er geen prestatieovereenkomst
voldoende solvabel is;
is, een verklaring van de gemeente dat
♦ E r geen strijdigheid ontstaat met het
het door de corporatie te realiseren
voldoen aan een gegeven aanwijzing als
project past in het gemeentelijke
bedoeld in art. 41, eerste lid of art. 43,
volkshuisvestingsbeleid;
eerste lid Bbsh;
♦ E r binnen het projectplan sprake is van
♦ V oor activiteiten als opgenomen in
een evenwichtige verhouding tussen
het projectplan niet tevens geldelijke
doel en middelen en van een reële
steun als bedoeld in art. 2 lid 2 BCFV is
lastenverdeling. Bij de financiële toetsing
toegekend.
van het projectvoorstel is van belang
dat de kostenraming van het project
reëel is, dat het kwaliteitsniveau in een
5.5 Aard en omvang reguliere
projectsteun
evenwichtige verhouding staat tot doel en
middelen en dat de lastenverdeling tussen
Aard reguliere projectsteun
diverse betrokkenen aannemelijk is. Op
CFV verstrekt reguliere projectsteun in de
dit punt ligt er voor CFV een marginale
vorm van een bijdrage ineens. De reden
beoordelingstaak. CFV gaat ervan uit
hiervoor is dat gelet op de aard van de
dat aan dit beoordelingscriterium
reguliere projectsteun het niet wenselijk
is voldaan als aan het project een
is dat er een langduriger subsidierelatie
prestatieovereenkomst ten grondslag
ontstaat tussen CFV en de subsidie
ligt (waar dus een gemeentelijke
ontvangende corporatie dan tot aan de
handtekening onder staat), of indien
afronding van het project en de financiële
een verklaring van de gemeente wordt
afwikkeling direct na afloop. Daarnaast is het
overlegd waarin de gemeente aangeeft
mogelijk dat de subsidie de vorm heeft van
dat het kwaliteitsniveau evenwichtig en
een voorwaardelijke bijdrage, aangezien CFV
de lastenverdeling correct is. Alleen als
op grond van de Woningwet geen garanties
CFV van oordeel is dat met de ingediende
kan verstrekken.
reguliere projectsteunaanvraag in
In principe wordt de subsidie verstrekt in
alle redelijkheid niet gesproken kan
de vorm van een subsidieverlening, gevolgd
worden van evenwichtigheid in kosten-
door een subsidievaststelling. Dit maakt het
kwaliteitsverhouding of van een
mogelijk de uitbetaling van de projectsteun
reële lastenverdeling, heeft CFV bij
in gedeelten te laten plaatsvinden op basis
uitzondering de mogelijkheid, zo niet
van de voorschotregeling. Indien de beperkte
de plicht, zijn oordeel in de plaats te
omvang of realiseringsduur van een project
stellen van die van de gemeente of de
daartoe aanleiding geeft, kan CFV ook
aanvrager. CFV zal een dergelijk oordeel
volstaan met alleen een subsidievaststelling.
draagkrachtig moeten motiveren;
46
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Omvang reguliere projectsteun
Omdat subsidiëring plaats vindt op basis van
De reguliere projectsteun zal geen grotere
de geraamde kosten is CFV gerechtigd tot
omvang hebben dan die van het onrendabele
evenredige terugvordering van het verleende
deel van het project. Hiermee wordt dat
steunbedrag als blijkt dat de werkelijke
deel van de investering aangemerkt dat niet
kosten 15% lager liggen dan de geraamde
wordt gedekt door (exploitatie)inkomsten.
kosten. Dit zal in het steunbesluit expliciet
Indien het verschil tussen onvoldoende
worden opgenomen. Om die reden legt CFV
beleidscontinuïteit en voldoende
bij steunverlening een verplichting op tot
beleidscontinuïteit door uitvoering van het
financiële verantwoording gekoppeld aan een
project, geringer is dan het onrendabel deel
accountantscontrole.
van het project, is de subsidie niet hoger dan
Indien de kosten lager uitvallen dan de
dit verschil. Als uitgangspunt dienen hierbij
geraamde kosten door het niet geheel of
de in de sector gebruikelijke parameters te
anders realiseren van het project zoals
worden gehanteerd.
beschreven is in het projectplan, heeft
CFV de bevoegdheid tot intrekking of ten
5.6 Aan de projectsteun te verbinden
verplichtingen
nadele van de ontvanger wijzigen van de
subsidievaststelling. Daarom worden bij de
toekenning van financiële steun eisen gesteld
CFV is bevoegd verplichtingen te verbinden
aan het afleggen van verantwoording over de
aan de verstrekking van projectsteun.
realisatie van de plannen.
Bij de toekenning van reguliere projectsteun
Reguliere projectsteun
kan CFV de voorwaarde opnemen dat CFV
De verplichtingen aan de reguliere
voldoende gelden ter beschikking staan. Dit
projectsteun worden per beschikking
‘voorbehoud’ kan worden gesteld bij het
vastgesteld en kunnen (o.a.) betreffen:
besluit tot projectsteuntoekenning, voor
♦ Het waarborgen dat met de te verstrekken
zover subsidie wordt verleend ten laste
geldelijke steun de desbetreffende
van een begroting van CFV die nog niet is
werkzaamheden tijdig en met succes
vastgesteld of goedgekeurd. Als algemeen
worden uitgevoerd, zoals opgenomen in
voorbehoud geldt dat CFV in principe slechts
het projectplan;
projectsteun kan toekennen voor zover het
♦ D e afstemming, waar nodig en relevant,
van de reguliere projectsteunverstrekking
beschikbare budget voor steun van CFV,
toereikend is.
op de aanwijzing, indien onze minister
een aanwijzing heeft gegeven met
toepassing van art. 41, eerste lid, Bbsh;
♦ E en rapportage van de corporatie aan en/
of controle door CFV over de voortgang en
de uitvoering van het project;
♦ E en terugbetalingsverplichting naar
evenredigheid, als uit de financiële
verantwoording blijkt dat de uitgaven
minder dan 85% van de in het projectplan
geraamde kosten bedragen.
Beleidsregels 2015
47
5.7 Eindafrekening bijzondere
projectsteun
Om die reden zal CFV bij steunverlening een
verplichting kunnen opleggen tot (financiële)
verantwoording gekoppeld aan een
De eindafrekening bij verstrekte bijzondere
accountantscontrole. CFV beoogt niet een
projectsteun voor de wijkaanpak zal in ieder
aparte verplichting in het leven te roepen om
geval, conform art. 6, onderdeel i van het
een accountantsverklaring op te stellen. CFV
BCFV, bestaan uit een verklaring van het
gaat ervan uit dat de verantwoording zoals
College van Burgemeester en Wethouders.
die aan de gemeente wordt afgelegd door
Daarin moet vermeld staan in hoeverre
de corporatie in principe is voorzien van een
de activiteiten, waarvoor de bijzondere
accountantsverklaring. Een afschrift hiervan
projectsteun is verleend, daadwerkelijk zijn
kan dan volstaan.
uitgevoerd. Als sprake is van vervangende
Indien dat niet het geval is, ligt het
dan wel aanvullende activiteiten moeten
voor de hand dat de corporatie de
deze expliciet in de verklaring van de
(financiële) verantwoording koppelt aan
gemeente worden betrokken. Het kan zijn
de accountantscontrole van de jaarlijkse
dat CFV daarnaast om een afschrift van de
verantwoording over het jaar waarin de
verantwoording aan de gemeente vraagt.
activiteiten zijn gerealiseerd.
Deze extra verantwoordingsverplichting
Van de beleidsruimte inzake terugvordering
wordt in het concrete geval gemotiveerd.
maakt CFV gebruik indien de omvang van
Indien na afronding van het project uit de
de verstrekte subsidie aan een corporatie
verantwoording blijkt dat de activiteiten
in een wijk substantieel lager is dan de
niet conform de steunbeschikking zijn
daadwerkelijk gerealiseerde additionele
gerealiseerd en de geraamde kosten van
inzet van die corporatie en indien het
de wel uitgevoerde activiteiten (inclusief
subsidiebedrag lager is dan de gerealiseerde
de eventueel vervangende respectievelijk
subsidiabele additionele inzet van die
aanvullende activiteiten) minder bedragen
corporatie in die wijk. Het doel van de steun
dan 95% van de geraamde kosten waarop
(bevordering additionele inzet) is in die
de steunverlening is gebaseerd, is CFV
situatie immers gerealiseerd en de steun is
gerechtigd tot evenredige terugvordering van
volledig ten goede gekomen aan subsidiabele
het verleende steunbedrag.
activiteiten, hetgeen met terugvordering
in die situatie juist deels teniet zou worden
gedaan.
48
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Indien blijkt dat de corporatie feitelijk minder
5.8 Handhavingsmaatregelen
onrendabel heeft geïnvesteerd dan aan
bijzondere projectsteun is ontvangen, wordt
Als CFV van mening is dat de corporatie niet
overgegaan tot terugvordering.
voldoet aan de in de subsidietoekenning
Het doel van de projectsteun voor de
opgenomen verplichtingen, kan tot
wijkenaanpak is het stimuleren dat de
wijziging of intrekking van de subsidie en
beoogde additionele inzet ook wordt
terugvordering van de reeds uitgekeerde
gerealiseerd. Wat betreft de verantwoording
gelden worden overgegaan. De Awb biedt
ligt het accent daarom op de vraag of de
daarvoor mogelijkheden. Tevens kan CFV
voorgenomen activiteiten zijn gerealiseerd;
gebruik maken van handhavingsmaatregelen
dit biedt corporaties de ruimte om de
in het kader van het financieel toezicht,
verkregen bijzondere projectsteun onderling
bijvoorbeeld in de vorm van een aanwijzing.
her te verdelen.
Het BCFV geeft CFV de mogelijkheid een
maatregel op te leggen bij niet tijdige
CFV wil een redelijke verhouding waarborgen
inlevering van vereiste gegevens voor een
tussen enerzijds de omvang van de
projectsteunaanvraag. Gegeven de eerder
werklast van zowel CFV als de corporatie
genoemde bevoegdheden acht CFV het niet
bij de afhandeling van de verantwoording
nodig deze bevoegdheid uit te werken.
over de toegekende steun en anderzijds
de financiële baten en risico’s die bij de
steuntoekenning aan de orde zijn. Daarom
wordt een ondergrens van € 50.000,- bepaald,
waaronder aan de steuntoekenning geen
bijzondere (verantwoordings)verplichtingen
worden verbonden. Deze lichtere
verantwoordingsvereisten nemen echter niet
weg, dat ook deze steunbesluiten correct
moeten worden nageleefd.
Beleidsregels 2015
49
6
Bijdrageheffing
De wettelijke grondslag voor de
bijdrageheffing en de heffing reguliere
6.1 Bepaling van het bedrag bij heffing
saneringssteun
projectsteun is geregeld in art. 71 e
van de Woningwet en de art. 9 van het
Voor de hoogte van de bijdrage is met name
BCFV. Art. 9a van het BCFV, bepaalt
de behoefte aan saneringssteun bepalend.
de hoogte van de bijdrageheffing.
Al is het toezicht van CFV erop gericht
Art. 9b bepaalt de hoogte van de
corporaties met financiële problemen in
reguliere projectsteun. Art. 12 regelt
beeld te krijgen en deze door gerichte
mogelijkheden en voorschriften voor
interventies te verminderen, bestaat
kwijtschelding van de bijdrageheffing.
de mogelijkheid dat een corporatie een
beroep moet doen op saneringssteun. Ook
kunnen calamiteiten voordoen die moeten
CFV kan een heffing opleggen aan corporaties
worden opgevangen. Daarvoor maakt CFV
om financiële steun te verlenen. De zgn.
een ‘reservering saneringssteun’ op zijn
bijdrageheffing bestaat uit twee onderdelen;
begroting (het zogeheten saneringsfonds).
een bedrag voor saneringssteun en een
Dat fonds is gevuld met een door BZK
bedrag voor reguliere projectsteun. In de
overeengekomen geraamde buffer van 1%
beleidsregels worden de criteria ter bepaling
van de gerealiseerde jaarhuuropbrengst
van de noodzaak van een heffing opgenomen
van bij corporaties in beheer en eigendom
en de wijze waarop de hoogte van de heffing
zijnde woongelegenheden. Indien meer
wordt bepaald en vastgesteld. De minister
beroep op het saneringsfonds wordt gedaan
moet instemmen met de bijdrageheffing.
dan de middelen waar het saneringsfonds
De vastgestelde tarieven worden daartoe
beschikt, kan de bijdrage heffing (tijdelijk)
ter goedkeuring voorgelegd aan de
worden verhoogd tot maximaal 5% van
bewindspersoon, die daarmee kan beoordelen
de jaaropbrengst van corporaties. Voor
of de geraamde opbrengst reëel is.
deze tijdelijke verhoging moet de minister
goedkeuring verlenen.
De heffing voor de saneringssteun kent een
tarief voor zelfstandige woongelegenheden
en een tarief voor andere woongelegenheden.
Het tarief voor andere woongelegenheden
is 50% van het tarief voor zelfstandige
woongelegenheden.
50
Centraal Fonds Volkshuisvesting
De bepaling van de hoogte van het
heffingsbedrag vindt jaarlijks plaats. CFV heft
6.3 Procedure rond vaststelling en
betaling van de bijdrage
in 2015 geen bijdrage voor saneringssteun.
De berekening van de bijdrage die in enig
6.2 Bepaling van het bedrag bij heffing
projectsteun
jaar geheven gaat worden, vindt plaats bij
de vaststelling van de begroting van CFV
voor dat jaar, dan wel in voorkomend geval
De hoogte van de bijdrage voor reguliere
bij wijziging van de begroting. De begroting
projectsteun wordt bepaald door twee
van CFV moet worden goedgekeurd door de
componenten. De eerste component is een
minister. CFV stelt de corporaties in het jaar
bedrag per woongelegenheid, waarmee
voorafgaande aan het heffingsjaar per brief
de omvang van de corporatie doorwerkt in
op de hoogte van het voornemen al dan niet
de heffingshoogte. De andere component
tot heffing over te gaan. CFV geeft daarbij
is de gezamenlijke WOZ-waarde van de
een indicatie van het te heffen totaalbedrag.
woongelegenheden van de corporatie: per
De corporaties kunnen bij het opstellen
€ 1.000,- WOZ-waarde wordt een tarief
van hun eigen begroting voor het daarop
vastgesteld. In de WOZ-waarde van de
volgende jaar rekening houden met een
woongelegenheden komt de marktwaarde
afdracht aan CFV. De heffing wordt berekend
van het bezit tot uitdrukking. Voor
over het aantal woongelegenheden dat op
de gezamenlijke WOZ-waarde van de
31 december van het jaar voorafgaande aan
woongelegenheden per corporatie wordt
het heffingsjaar in eigendom/beheer is van
aangesloten bij de opgave van de laatst
de corporatie. Dit wordt ontleend aan de
ingediende WOZ-waarde in de dVi over
opgave van de corporatie in Bijlage II van
verslagjaar 2014. Voor de heffing voor de
het Bbsh. Nadat deze gegevens uiterlijk 1
reguliere projectsteun houdt CFV in principe
juli van het heffingsjaar zijn ingediend, kan
een 50/50-verhouding aan tussen beide
het definitieve bedrag per woongelegenheid
componenten.
alsook het tarief voor de WOZ-waarde
worden bepaald. Het kan voorkomen dat in
Met de koppeling aan de gezamenlijke
sommige gevallen de relevante gegevens pas
WOZ-waarde komt het verschil tussen
in een later stadium definitief bepaald zijn.
corporaties met een overwegend bezit
van onzelfstandige woongelegenheden
Indien er in het jaar voorafgaande aan het
(bijvoorbeeld studentenhuisvesting) en
heffingsjaar een fusie heeft plaatsgevonden,
corporaties met een overwegend bezit
dient de fusiedrager de bijdrage te betalen
van zelfstandige woongelegenheden in de
over het gezamenlijke aantal woningen
heffing tot uitdrukking. De WOZ-waarde
van de fusiepartners. Heeft de fusie in het
van onzelfstandige woongelegenheden
jaar voorafgaande aan het heffingsjaar op
ligt immers lager dan voor zelfstandige
zodanig tijdstip plaatsgevonden dat geen
woongelegenheden. In 2015 heft CFV geen
aparte jaarstukken van de fusiepartners
bijdrage voor de reguliere projectsteun.
zijn opgemaakt, dan gelden uitsluitend
de geconsolideerde jaarstukken als
uitgangspunt voor de bepaling van de
bijdrage.
Beleidsregels 2015
51
In oktober van het heffingsjaar ontvangen
Instellingen die kwijtschelding van de
corporaties een brief van CFV met daarin
bijdrageheffing willen, moeten daarvoor
de bekendmaking van het besluit tot
een verzoek indienen binnen zes weken
bijdrageheffing van CFV en de vastgestelde
na ontvangst van de bijdragebrief. De
bijdrage die elke corporatie moet betalen.
corporatie moet hangende het verzoek de
Corporaties moeten binnen een maand na
bijdrage wel betalen. Indien besloten wordt
dagtekening van de bijdragebrief, het bedrag
tot kwijtschelding, wordt er over de periode
betalen.
waarover ten onrechte is betaald een rente
vergoed door CFV.
Bij niet tijdige betaling treedt vanaf de
Wanneer een corporatie in aanmerking komt
datum van verstrijken, de verplichting tot
voor saneringssteun, komt zij automatisch
het betalen van rente in werking, bepaald
in aanmerking voor kwijtschelding van de
overeenkomstig afdeling 4.4.2. van de Awb.
steunbijdrage.
CFV moet binnen de wettelijk bepaalde
De overige corporaties, waaronder de
termijnen de bijdrageheffing opleggen.
corporaties die reeds door CFV zijn gesaneerd
Echter, in die gevallen waar CFV een
en waarvan door CFV is bepaald dat zij geen
corporatie heeft gevraagd de voor de
saneringscorporatie meer zijn, worden in
heffingsberekening relevante ingediende
principe wel in de bijdrageheffing betrokken.
gegevens nader te controleren, kan dit
Alleen indien aannemelijk is dat zij door
betekenen dat de opgelegde heffing
de betaling van de bijdrage of anderszins
aanpassing behoeft. Indien de aangeleverde
opnieuw gesaneerd moeten worden, kunnen
gecorrigeerde gegevens daartoe aanleiding
ze voor kwijtschelding in aanmerking komen.
geven, zal CFV een aanvullend besluit inzake
Wanneer een corporatie woongelegenheden
bijdrageheffing kunnen opleggen.
overneemt van een saneringscorporatie,
komt zij in aanmerking voor kwijtschelding
6.4 Kwijtschelding
van een gedeelte van de steunbijdrage
voor dat deel. Op het moment dat door CFV
In het BCFV is de mogelijkheid opgenomen
is bepaald dat de corporatie waarvan de
dat corporaties voor de saneringsheffing
woongelegenheden zijn overgenomen geen
en bijdrage voor reguliere projectsteun
saneringscorporatie meer is, vervalt ook de
kwijtschelding kunnen vragen. Twee
mogelijkheid tot kwijtschelding van dit deel
categorieën corporaties komen in
van de steunbijdrage.
aanmerking voor kwijtschelding:
♦ Saneringscorporaties, zij krijgen
automatisch kwijtschelding voor alle twee
Kwijtschelding van de bijdrage voor
reguliere projectsteun
de bijdragen.
Het BCFV kent aan CFV bepaalde
♦ C orporaties die in aanzienlijke mate
52
beleidsvrijheid toe met betrekking tot de
hebben bijgedragen aan de matching
beslissing omtrent kwijtschelding van de
van taken en middelen. Zij kunnen onder
bijdrageheffing voor reguliere projectsteun.
voorwaarden kwijtschelding krijgen voor
CFV geeft met deze beleidsregels hier nader
de bijdrage voor reguliere projectsteun.
invulling aan.
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Corporaties die een actieve bijdrage leveren
Onder een financiële bijdrage wordt
aan collega-corporaties die onrendabele
verstaan:
investeringen plegen, geven inhoud aan
♦ Een geldelijke bijdrage, waaronder het
de voorgestane zogenaamde ‘vrijwillige
voor rekening nemen van kosten van
matching van taken en middelen’. De
een collega-corporatie die verband
heffing voor reguliere projectsteun moet
houden met de uitvoering van een
deze corporaties niet ontmoedigen om
volkshuisvestelijk project, in verband
ook in de toekomst collega-corporaties
met de zwakke financiële positie van die
vrijwillig bij volkshuisvestingsactiviteiten
financieel te ondersteunen. Om deze reden
collega-corporatie;
♦ Een corporatie die gefuseerd is met een
is het wenselijk dat corporaties die vrijwillig
corporatie waarvan CFV de solvabiliteit
een bijdrage hebben geleverd aan andere
als onvoldoende heeft beoordeeld in zijn
corporaties, de mogelijkheid wordt geboden
jaarlijkse financiële beoordeling.
om kwijtschelding van de heffingscomponent
reguliere projectsteun te krijgen. De
De geleverde bijdrage moet in een evenredige
mogelijkheid voor kwijtschelding kan een
verhouding staan tot de omvang van de kwijt
corporatie juist stimuleren te kiezen voor
te schelden heffing. Met een evenredige
het verlenen van vrijwillige bijdragen aan
verhouding wordt bedoeld een verleende
collega-corporaties.
bijdrage welke minimaal de omvang heeft
van 1% van het volkshuisvestelijk vermogen
Om in aanmerking te komen voor
van de verstrekkende corporatie. Corporaties
kwijtschelding van de heffing van reguliere
die een veelvoud van de opgelegde heffing
projectsteun, moet er in de periode tussen
aan bijdragen aan derden hebben verleend,
het laatste jaar waarover een heffing
krijgen vrijstelling voor een aantal jaren.
projectsteun heeft plaatsgevonden en het
Dit aantal is gelijk aan het veelvoud
heffingsjaar (de peilperiode) een financieel
dat de steun groter is dan de hiervoor
kwantificeerbare bijdrage zijn verleend of
genoemde percentages met een maximum
een financieel kwantificeerbare verplichting
van vijf opeenvolgende jaren. Een jaar
zijn aangegaan met een collega-corporatie
waarin geen heffing projectsteun wordt
voor een volkshuisvestelijke opgave of
opgelegd, telt daarbij mee. Daarnaast moet
project(en). Daarbij dient te worden
de ‘ontvangende’ corporatie de bijdrage
aangetoond dat genoemde opgave of project,
bevestigen.
zonder deze steun niet tot stand zou zijn
gekomen.
Beleidsregels 2015
53
7
Openbaarheid
CFV is van mening dat het ontsluiten van
informatie van grote betekenis is voor het
‘Corporaties’.
♦ D e informatieprotocollen staan ook
functioneren van het systeem en in het
op de website van CFV. CFV heeft
bijzonder voor de verbetering van de checks
informatieprotocollen gesloten met
en balances in de sector. Dit laatste is van
onder andere WSW, BZK, ILT, AFM en de
groot belang voor het (extern) financiële
toezicht. CFV gaat vanwege de belangen van
Belastingdienst.
♦ H et convenant CFV-WSW inzake naadloze
derden, zoals huurders en gemeenten, zoveel
aansluiting is ook op de website van CFV
mogelijk over tot actieve openbaarmaking.
te vinden.
Verzoeken om informatie worden
getoetst aan de in de Wet openbaarheid
Passieve openbaarmaking
bestuur (Wob) opgenomen criteria voor
♦ V oor corporaties geldt dat de jaarlijkse
openbaarmaking. Het Wob-principe
verantwoordingsgegevens, exclusief
‘openbaarheid, tenzij …...’, is voor CFV leidend
bijlage IV Bezoldiging bestuur, in beginsel
bij de behandeling van de verzoeken. Op
openbaar zijn. Op grond van het Burgerlijk
basis hiervan zijn voor de verschillende
Wetboek (BW) geldt voor stichtingen en
processen protocollen opgesteld:
verenigingen een openbaarmakingsplicht.
Bij de indiening van de dPi-gegevens kan
Actieve openbaarmaking
door de corporatie gemotiveerd worden
♦ H et sectorbeeld en onderzoeken gemaakt
aangegeven of er gegevens bij zijn die
op verzoek van BZK worden aan de
als bedrijfsgevoelig moeten worden
minister aangeboden. De minister
aangemerkt. Bij de beoordeling van een
stuurt deze rapportages aan de Tweede
eventueel Wob-verzoek kan CFV dit in
Kamer. Daarmee worden de rapportages
zijn afweging betrekken. Wordt bij de
openbaar. CFV plaatst deze rapportages
indiening van de prognosegegevens
vervolgens op de website.
door de corporatie niet gemotiveerd
♦ H et jaarverslag maakt CFV zelf openbaar.
aangegeven dat er sprake is van gegevens
♦ C FV heeft op zijn website een actueel
waarvan het vertrouwelijke karakter zich
overzicht met corporaties die onder
verzet tegen openbaarmaking, dan gaat
verscherpt toezicht staan en een overzicht
CFV er in principe van uit dat er geen
van de saneringscorporaties.
sprake is van vertrouwelijke gegevens.
♦ C FV plaatst de toezichtbrieven na
hoor-wederhoor op de website onder
54
Centraal Fonds Volkshuisvesting
♦ R apportages of andere producten en
publicaties van CFV die gebaseerd zijn
op onderliggende gegevens die kenbaar
saneerder in beginsel als vertrouwelijke
zijn uit de jaarstukken, zijn in beginsel
informatie, vanwege de bedrijfsgevoelige
openbaar. Ook als dergelijke gegevens
informatie die concept saneringsplannen
individueel herleidbaar zijn. Immers, als
bevatten.
de gehanteerde (individuele) gegevens al
♦ D efinitief vastgestelde verbeter-/
publiek zijn en de beoordelingsmethodiek
herstel- en saneringsplannen zijn in
is kenbaar via de beleidsregels, dan
beginsel wel openbaar. Het is echter niet
kunnen de uitkomsten van bewerkingen
uit te sluiten dat in deze vastgestelde
en/of analyses niet als vertrouwelijk
plannen bedrijfsgevoelige informatie
worden beschouwd.
is opgenomen die bij openbaarmaking
♦ C oncept verbeter-/herstel-/
onevenredige benadeling van de
saneringsplannen. Wanneer CFV
corporatie tot gevolg kan hebben. In
financiële risico’s constateert, wordt
dergelijke situaties kan CFV besluiten
in het kader van regulier toezicht een
om bepaalde delen uit het verbeter-/
corporatie verzocht een verbeterplan
herstelplan niet openbaar te maken.
op te stellen ter versterking van de
♦ O p grond van art. 6 van het
financiële positie en ter beperking
mandaatbesluit (Stcrt. 2014, 25 239)
van de risico’s. Van corporaties onder
is het bestuur van CFV niet bevoegd
verscherpt toezicht verlangt CFV een
om verzoeken in het kader van de Wet
herstelplan met maatregelen gericht
openbaarheid af te doen, voor zover die
op het herstel van de financiële
verband houden met de uitvoering van de
continuïteit en het voorkomen van
handhavingsmaatregelen op grond van
sanering. Corporaties die een aanvraag
het mandaatbesluit.
hebben ingediend voor saneringssteun,
moeten een saneringsplan opstellen.
Publiceren van besluiten
In de fase van totstandkoming van een
In het kader van de toezichthoudende
verbeter-/herstelplan is het voor goed
taak van CFV past dat besluiten worden
en effectief toezicht noodzakelijk dat
gepubliceerd, zodat bekendheid wordt
de toezichthouder en de onder toezicht
gegeven aan de wijze van de uitvoering van
staande corporatie in vertrouwelijkheid
deze taak. CFV maakt de volgende besluiten
met elkaar kunnen communiceren.
op zijn website openbaar:
Openbaarheid van voornemens en
♦ A nticipatie- en saneringsbesluiten;
concepten beperkt in deze fase het
♦ W ob-besluiten;
effectief toezicht door CFV en kan
♦ B eslissingen op bezwaar.
het bedrijfsbelang van de corporatie
benadelen. Daarom beschouwt CFV
Om onevenredige benadeling van
concept verbeter-/herstelplannen
belanghebbende(n) te voorkomen, houdt
als vertrouwelijke informatie c.q.
CFV bij de openbaarmaking rekening met de
documenten. Hiervan kan worden
weigeringsgronden van art. 10 van de Wet
afgeweken indien de betrokken corporatie
openbaarheid van bestuur (Wob).
zelf aangeeft geen bezwaar te hebben
tegen openbaarmaking. Concept
saneringsplannen beschouwt CFV als
Beleidsregels
Centraal
Fonds
2015
Volkshuisvesting
55
CFV beziet in dat kader onder meer of de
de handhavingsmaatregel nadat de
openbaar te maken documenten kunnen
voorzieningenrechter een voor CFV gunstige
worden geschoond van bedrijfsvertrouwelijke
uitspraak heeft gedaan.
of privacygevoelige informatie. CFV zal
Indien de voorzieningenrechter
belanghebbende(n) in het besluit in
het publicatiebesluit schorst en
de gelegenheid stellen om binnen vijf
belanghebbende(n) bezwaar maakt(maken)
werkdagen na dagtekening van het besluit
tegen de opgelegde handhavingsmaatregel,
aan te geven welke informatie volgens
zal CFV ook de beslissing op het bezwaar
hen bedrijfsvertrouwelijk is danwel welke
tegen de handhavingsmaatregel niet
informatie op een andere Wob-grond niet
openbaar maken. Pas als de rechter in
voor openbaarmaking in aanmerking komt.
het bodemgeschil een voor CFV gunstige
uitspraak heeft gedaan, zal de beslissing op
Publiceren van besluiten tot oplegging
van handhavingsmaatregelen
bezwaar tegen de handhavingsmaatregel
CFV maakt handhavingsmaatregelen actief
dat CFV wettelijk verplicht is mededeling te
openbaar, omdat actieve openbaarmaking
doen van een aanwijzing in de Staatscourant.
het effect van die maatregelen sterk kan
Het moment waarop CFV
vergroten. Het gaat om de volgende besluiten
handhavingsmaatregelen openbaar maakt,
tot handhaving:
kan verschillen. In sommige gevallen is
♦ H et geven van een aanwijzing;
het niet in het volkshuisvestelijk belang
♦ H et aanwijzen van toezichthouders;
om een handhavingsmaatregel meteen
♦ H et bepalen dat rechtshandelingen
openbaar te maken. In dat geval zal CFV
openbaar worden gemaakt. Dit laat onverlet
van een corporatie aan voorafgaande
op een later moment het publicatiebesluit
goedkeuring van CFV zijn onderworpen;
nemen waardoor belanghebbende(n) alsnog
♦ H et opleggen van een last onder
dwangsom.
In het besluit tot oplegging van de
de gelegenheid krijgt(krijgen) om binnen
veertien dagen een voorlopige voorziening te
vragen.
handhavingsmaatregel, stelt CFV
belanghebbende(n) schriftelijk op de
Persbericht
hoogte van zijn voornemen om het
CFV zal eventueel naast openbaarmaking
besluit over veertien dagen openbaar
van de handhavingsmaatregel zelf een
te maken. Dit biedt belanghebbende(n)
persbericht uitbrengen op de website.
de gelegenheid om binnen veertien
Daarin wordt de kern van de maatregel
dagen een voorlopige voorziening te
opgenomen.
vragen. Indien belanghebbende(n) geen
voorlopige voorziening vraagt(vragen),
maakt CFV het besluit tot oplegging van
de handhavingsmaatregel na veertien
dagen openbaar op de website. Indien
belanghebbende(n) een voorlopige
voorziening vraagt(vragen) om de publicatie
van de handhavingsmaatregel te voorkomen,
gaat CFV alleen over tot publicatie van
Beleidsregels
Centraal
Fonds
2015
Volkshuisvesting
56
B
Overzicht bijlagen
1 Bepaling VHV en risico in verslagjaar 2014 en prognosejaren 2015 - 2019 2 Convenant CFV - WSW
3 Aanvullend convenant CFV - WSW
4 Bestuursreglement Centraal Fonds Volkshuisvesting 5 Handleiding saneringsplan
Beleidsregels 2015
57
B
1
Bepaling VHV en ricico in
verslagjaar 2014 en
prognosejaren 2015 - 2019
1.1 Nadere waardering balansposten uit
verslagjaar 2014
CFV hanteert hierbij een zeven-stappen
aanpak.
1. Moment van disconteren.
Materieel vaste activa in exploitatie
CFV veronderstelt dat de
CFV hanteert de bedrijfswaarde op basis
exploitatiekasstromen gemiddeld halverwege
van een voortgezette verhuurexploitatie als
het jaar binnenkomen. Indien de corporaties
grondslag voor de waardering van materieel
anders hebben gedisconteerd, wordt dit
vaste activa (MVA) in exploitatie (sociaal-
bijgesteld.
en commercieel vastgoed in exploitatie en
2. Verkoopportefeuille. Als uitvloeisel van
sociaal vastgoed in exploitatie gekwalificeerd
de gekozen grondslag bedrijfswaarde op
als vastgoedbelegging). CFV hanteert
basis van voortgezette verhuurexploitatie
deze grondslag zowel voor het bezit dat is
(woongelegenheden) wordt de
gekwalificeerd als Daeb, als voor bezit dat
bedrijfswaardeopgave aangepast indien
zich hiervoor niet kwalificeert
corporaties verkoop hebben ingerekend.
(niet-Daeb). De bedrijfswaarde is de
3. Parameters. De stijgingsparameters voor
contante waarde van de aan de afzonderlijke
inflatie zijn exogene variabelen. CFV leidt uit
complexen van de corporatie toe te rekenen
externe bronnen de inflatieverwachting af.
geschatte toekomstige kasstromen.
Deze wordt voor alle corporaties gehanteerd.
Voor de berekening van de bedrijfswaarde
De huurstijging is deels afhankelijk van
van de afzonderlijke complexen heeft de
de inflatieverwachting en deels van het
corporatie een zekere bandbreedte in zowel
beleid van de corporatie. Het beleid van
de gekozen uitgangspunten, zoals inrekenen
de corporatie zelf is mede afhankelijk van
verkoop, levensduur, parameters (verwachte
de marktmogelijkheden, maar ook van de
huurstijging en toekomstige inflatie)
formele mogelijkheden (wetgeving). CFV
alsook de toerekening van uitgaven aan
hanteert een bandbreedte bij de eventuele
afzonderlijke complexen.
aanpassing van de stijgingsparameter van de
CFV past de in bijlage II Bbsh verantwoorde
corporatie. Voor de eerste vijf prognosejaren
bedrijfswaarde aan, om te komen tot de in de
levert dit een marge op ten opzichte van de
methodiek gebruikte waarderingsgrondslag
inflatieverwachting. Vanaf het zesde jaar
volkshuisvestelijke exploitatiewaarde. De
hanteert CFV hiervoor de inschatting van het
waarden die na de aanpassing ontstaan, zijn
evenwichtsniveau voor de inflatie.
goed vergelijkbaar omdat ze op dezelfde
toegespitste grondslag zijn gebaseerd.
58
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Voor de beheer- en onderhoudskosten
7. Verhuurdersheffing. CFV bepaalt
hanteert CFV vanaf het zesde jaar de
rekening houdend met de levensduur van de
sectorparameters zoals door WSW is
portefeuille, de door het Rijk vastgestelde
vastgelegd (evenwichtsniveau inflatie plus
heffingspercentages en de door de corporatie
1%). Ook voor huurderving onderkent CFV
opgegeven waarde, de contante waarde van
een bandbreedte. Voor de eerste vijf jaren is
de verhuurdersheffing. Deze waarde is niet
deze bandbreedte groter dan voor de periode
lager dan de door de corporatie opgegeven
daarna. Als discontofactor hanteert CFV de
waarde.
door WSW voorgeschreven discontofactor.
4. Levensduur. CFV neemt de levensduur van
De door CFV aangepaste bedrijfswaarde is de
de corporatie over tenzij deze aanmerkelijk
volkshuisvestelijke exploitatiewaarde van het
hoger is dan hetgeen andere corporaties
bezit van de corporatie.
opgeven. Voor het deel dat de levensduur
de bandbreedte overschrijdt, wordt deze
Deelnemingen
bijgesteld, tenzij uit eerdere onderzoeken
Bij verbindingen die betrekking hebben
is gebleken dat de afwijking samenhangt
op de exploitatie van onroerende zaken
met specifieke kenmerken van de
wil CFV ook voor het bezit in exploitatie
portefeuille. CFV maakt bij deze vergelijking
in de betreffende verbindingen de
gebruik van een aantal kenmerken van de
volkshuisvestelijke exploitatiewaarde
vastgoedportefeuille.
hanteren als waarderingsgrondslag. Indien
5. Restwaarde. Exclusief de opgegeven
naar voren komt dat de waardering van het
deelportefeuille sloop uniformeert
vastgoed van de verbindingen hoger is dan
CFV de restwaarde voor de niet in
de door CFV gehanteerde normwaarden,
de sloopportefeuille opgenomen
zal CFV de waardering van de verbindingen
woongelegenheden. In eerder onderzoek
aanpassen. De eventuele aanpassing werkt
vastgestelde situaties waarbij correcties
door in de post deelnemingen.
vanwege erfpacht hebben plaatsgevonden,
worden hierbij betrokken.
Langlopende schulden
6. Lastenniveau. CFV confronteert het
De langlopende leningen van
lastenniveau voor de verhuureenheden
woningcorporaties die primair werkzaam
dat uit de bedrijfswaarde kan worden
zijn op de markt voor sociale huurwoningen,
afgeleid, met sectorcijfers en met de
worden voor de beoordeling tegen
aangeleverde kasstroomprognoses. Indien
rentabiliteitswaarde gewaardeerd. De
het niveau niet plausibel is in relatie tot de
omvang van de rentabiliteitswaardecorrectie
kasstroomprognose voor de eerste vijf jaar,
van de leningenportefeuille, zoals in
een extrapolatie van de beheerkosten voor
de balans opgenomen, wordt ontleend
de resterende periode en sectorcijfers voor
aan de door de corporatie verantwoorde
onderhoud voor de resterende periode, wordt
rentabiliteitswaardecorrectie in bijlage
rekening houdend met een bandbreedte, het
II Bbsh. CFV gaat bij de waardering van
niveau aangepast. Hierbij kan ook rekening
de leningenportefeuille uit van hetzelfde
worden gehouden met in eerder onderzoek
disconteringspercentage als bij de
vastgestelde bevindingen met betrekking tot
bedrijfswaarde.
het lastenniveau in de bedrijfswaarde.
Beleidsregels 2015
59
Een eventueel in de balanspost langlopende
schulden opgenomen agio wordt
1.3 Risicobepaling bij de analyse
solvabiliteit
niet betrokken in de bepaling van de
rentabiliteitswaarde. Langlopende leningen
Door middel van de risicobeoordeling
die het karakter hebben van achtergestelde
wordt het vermogen bepaald dat aanwezig
leningen, kunnen betrokken worden bij
moet zijn om met 95% zekerheid de
de bepaling van het volkshuisvestelijk
risico’s op te vangen. Bij de financiële
vermogen.
beoordelingsmethodiek vormt de
onzekerheid over de toekomstige kasstromen
1.2 Vermogensbepaling ten behoeve van
analyse solvabiliteit
een belangrijke factor. Er is een bepaalde
mate van onzekerheid over de te verwachten
hoogte van het volkshuisvestelijk vermogen.
De modelmatige analyse van de solvabiliteit
Om hiermee rekening te houden, dient het
wordt gebaseerd op de dVi 2014 die CFV
risico te worden bepaald.
uiterlijk 1 juli 2015 ontvangt.
In principe wordt voor elke balanspost
Op basis van de (nadere) waardering van alle
afzonderlijk de hoogte van het risico bepaald
balansposten wordt het saldo van de waarde
dat verbonden is aan de realisatie van de
van de activa minus de waarde van de
waarde van de betreffende balanspost.
passiva (exclusief eigen vermogen) bepaald,
Hierbij gaat het alleen om de neerwaartse
waardoor het volkshuisvestelijke vermogen
risico’s. De risicobepaling is gebaseerd op
wordt vastgesteld.
de ‘value-at-risk’-benadering. Daar waar
De indeling van en rubricering binnen
de benodigde gegevens ontbreken om deze
de balans van een woningcorporatie is
benadering toe te passen, is een praktische
vastgelegd in de herziene Richtlijn 645
oplossing gekozen. Voor de beoordeling op
Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting
basis van de verantwoordingsinformatie
van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
en zonder extra informatie als uitvloeisel
Deze indeling is overgenomen in de
van een nader onderzoek heeft CFV de
betreffende bijlagen bij het Bbsh en is
beschikking over een beperkt aantal
uitgangspunt voor CFV. CFV krijgt via de dVi
gegevens. Dit betekent dat sommige risico’s
zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde
niet al te gedifferentieerd kunnen worden
balans en winst- en verliesrekening.
uitgewerkt. CFV kiest dan een voorzichtige
De enkelvoudige balans vormt het
benadering, waarbij het neerwaartse risico
vertrekpunt bij de bepaling van het vermogen
vrij hoog wordt geschat. In het nader
en het risico. De enkelvoudige balans biedt
onderzoek kan het risico worden aangepast
namelijk direct zicht op de bezittingen en
op basis van informatie van de corporatie,
schulden van de corporatie . Bij de nadere
voor zover dit past binnen de door CFV
analyse van balansposten zal ook gebruik
gekozen benadering en uitgangspunten. Dit
worden gemaakt van gegevens die uit de
laat onverlet dat er nog risicosignaleringen
geconsolideerde balans kunnen worden
kunnen blijven optreden uit hoofde van de
afgeleid dan wel uit de verstrekte toelichting
andere toezichtonderwerpen.
op de geconsolideerde balans en winst- en
verliesrekening in de dVi.
60
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Risicogebieden
verwacht. Het concept van ‘value at risk’ is
Bij het vaststellen van het totale risico in
hierbij ook gebruikt. De ontwikkeling van
het kader van de solvabiliteitsbeoordeling
de koopprijs wordt door CFV meegenomen
onderscheidt CFV de volgende risicogebieden:
onder de marktrisico’s en niet onder de
♦ exploitatie woongelegenheden
macro-economische risico’s. In de uitwerking
(voortgezette verhuur)
van het waarderisico heeft CFV voor de
♦ exploitatie overig vastgoed
zelfstandige woongelegenheden Daeb de
♦ o nroerende zaken verkocht onder
verhouding tussen de huur en de
voorwaarden
WOZ-waarde gebruikt als indicator om het
♦ f inanciering en financiële instrumenten
marktrisico te differentiëren. In gebieden
♦ d eelnemingen
waar de verhouding huur/ WOZ-waarde
♦ b eleggingen en andere financiële activa
een laag percentage laat zien, gaat CFV uit
♦ g rondposities (met of zonder
van een lager marktrisico dan in gebieden
bouwbestemming)
waar deze verhouding een hoger percentage
♦ a angegane verplichtingen koopwoningen
laat zien. De achterliggende gedachte
♦ a angegane verplichtingen bouw
hierbij is dat het percentage iets zegt over
huurwoningen
♦ o verige verplichtingen
de verhouding tussen de deelmarkten
huur en koop. Bij een laag percentage zal
het voor huurders minder makkelijk en
De risicogebieden zijn voor het overgrote
economisch minder rationeel zijn om de
deel rechtstreeks verbonden met bepaalde
oversteek naar de koopsector te maken.
balansposten en daarmee met het
De kans dat de huurmarkt verslechtert,
volkshuisvestelijk vermogen. Ze dekken
wordt daarom kleiner geacht dan in het
alle activiteiten van de corporatie met
geval dat de verhouding huur/ WOZ-waarde
een substantieel risico, uitgezonderd
aanmerkelijk hoger ligt. Voor overige
de voorgenomen activiteiten, zoals
wooneenheden (waaronder studentenkamers
investeringen en verkopen.
en onzelfstandige verzorgingseenheden)
is uitgegaan van een generiek risico
Risicobronnen
dat gegeven de aard van dit bezit wat
CFV onderscheidt drie risicobronnen:
hoger is gesteld. Op basis van informatie
♦ m arktrisico
over de kamermarkt in de belangrijkste
♦ m acro-economische ontwikkelingen
studentensteden kan het percentage
♦ o perationele risico’s.
voor overige wooneenheden neerwaarts
worden bijgesteld. Voor woongelegenheden
Marktrisico
niet-Daeb is uitgegaan van een generiek
Dit betreft het risico dat door een negatieve
risico dat hoger is vastgesteld gegeven
marktontwikkeling de waarde van (niet-)
het meer marktconforme karakter van dit
woongelegenheden of de opbrengst van
segment. Voor niet-woongelegenheden is
grondposities, effecten, niet verkochte
ook uitgegaan van een generiek risico dat
gereedgekomen koopwoningen (voorraden),
gegeven het karakter van dit bezit, met veelal
de productie van nieuwbouw koop (reeds
markthuren ook hoger is gesteld.
aangegane verplichtingen), rechten op
de terugkoop van woningen lager is dan
Beleidsregels 2015
61
Voor het niet-Daeb-deel van de
Voor wat betreft rente wordt er een
niet-woongelegenheden wordt nog een
onderscheid gemaakt tussen geborgde en
extra opslag gehanteerd.
ongeborgde financiering. Voor de inflatie
Voor grondposities en voorraden wordt een
en de bouwkosteninflatie is voor de
afzonderlijk risicopercentage gerekend.
periode vanaf jaar zes aangenomen dat de
Bij de productie van nieuwbouw verkoop is
kasstromen zich op het evenwichtsniveau
de portefeuille waar verplichtingen voor zijn
(respectievelijk inflatie en inflatie plus 1%)
aangegaan, geschat. Voor deze portefeuille
zullen gaan ontwikkelen.
is het risicopercentage (van de geraamde
Het contante waarde-effect van de
stichtingskosten) bepaald. Het marktrisico
veranderde kasstromen wordt als
met betrekking tot de balanspost onroerende
risicobedrag meegenomen. Voor wat betreft
zaken onder voorwaarden en de balanspost
de rente wordt nagegaan of het renteniveau
VOV-verplichtingen houdt rekening met een
bij (her)financieringen en conversies in de
prijsschok in de koopmarkt en het verschil in
eerste vijf jaar voortvloeiende uit de dPi bij
doorwerking die een prijsschok op de rechten
het ‘slecht-weerscenario’ (95% kans) boven
en de verplichtingen heeft. Daarnaast wordt
het gehanteerde discontoniveau uitkomt.
voor de nog niet doorverkochte voorraad een
De resulterende bedragen voor het macro-
afzonderlijk marktrisico gehanteerd.
economisch risico voor respectievelijk
inflatie, bouwkosteninflatie en rente
Macro-economisch risico
kunnen niet zonder meer bij elkaar worden
Het macro-economisch risico betreft de
opgeteld. Het betreffen afhankelijke risico’s.
kans dat door economische ontwikkelingen
In de optelling van de risicobedragen wordt
(inflatie, rente) de komende vijf jaar de
daarom rekening gehouden met de correlatie.
waarde van bezittingen of schulden lager of
hoger uitpakt dan verwacht. De benadering is
Operationeel risico
ten behoeve van het solvabiliteitsbeoordeling
Dit betreft het risico van een verlies door
uitgewerkt voor de balansposten sociaal
inadequate of falende interne processen,
vastgoed in exploitatie, commercieel
mensen of systemen of door externe
vastgoed in exploitatie en langlopende
gebeurtenissen. Dit risico kan in vele
schulden. Deze drie posten maken ook het
verschillende vormen naar voren komen
overgrote deel van de balans uit (eigen
en is lastig op voorhand te meten en te
vermogen buiten beschouwing latend).
rapporteren. Wel hangen de risico’s uiteraard
De focus is hierbij met name gericht op de
af van de omvang van de activiteiten
onzekere kasstromen in de bedrijfswaarde
en kan aangegeven worden in welke
en de onzekerheid met betrekking tot de
omstandigheden (bijvoorbeeld kwaliteit van
renteontwikkeling.
het risicobeheer, professionaliteit van de
Op basis van historische reeksen is bepaald
organisatie) het risico groter of kleiner is. In
wat met een 95% kans de ongunstige
de modelmatige analyse is daarom gekozen
ontwikkeling van respectievelijk inflatie,
voor een vrij globale uitwerking. In het kader
bouwkosteninflatie en rente voor de eerst
van risicogericht toezicht kunnen er ook meer
komende vijf jaren is.
kwalitatieve signalen met betrekking tot de
sturing en risicobeheersing bij corporaties
zijn die reden zijn voor nader onderzoek.
62
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Bij de analyse van de solvabiliteit neemt
Totaalrisico
CFV bij de bepaling van het operationeel
Het totaalrisico is de resultante van de drie
risico de risicogebieden exploitatie van
risicobronnen die hiervoor zijn beschreven.
het vastgoed, onroerende zaken verkocht
Omdat het om onafhankelijke risico’s gaat,
onder voorwaarden, VOV-verplichtingen,
kan niet volstaan worden met een simpele
deelnemingen, grondposities, voorraden,
optelling. Bij onafhankelijke risico’s vindt
aangegane verplichtingen koop en huur en
optelling plaats door eerst de afzonderlijke
treasury mee. Op basis van een vergelijking
bedragen te kwadrateren, vervolgens op
van de netto variabele lasten in de laatste
te tellen en dan de wortel van deze telling
drie kasstroomprognoses wordt bezien
te nemen. In de risicobepaling wordt met
hoe stabiel het niveau van deze lasten is
een zekerheidsgrens van 95% gewerkt.
(focus op tegenvallende ontwikkeling).
Echter indien de marktwaarde van de
Afhankelijk van de mate van stabiliteit wordt
portefeuille minder dan 150% bedraagt van
een risicobedrag bepaald op basis van de
de volkshuisvestelijke exploitatiewaarde
contante waarde van de netto variabele
dan wordt het risicobedrag verhoogd met
lasten. Bij de bepaling van het basisbedrag
5% van het geüniformeerde balanstotaal. De
wordt rekening gehouden met het feit dat
mogelijkheid om extra woningen te verkopen
niet alle variabele lasten (overhead) in de
bij tegenvallende ontwikkelingen teneinde
kasstromen van de bedrijfswaarde worden
extra opbrengsten te genereren, wordt dan
opgenomen, en met de hoogte van deze
onvoldoende aanwezig geacht (c.q. vraagt
kasstromen. Bij de uitwerking van het risico
een te grote inbreuk op het beginsel van
voor deelnemingen is er tevens voor gekozen
volkshuisvestelijke continuïteit).
om via het operationele risico de andere
risico’s (markt en macro-economisch) mee
Vpb-beklemming
te nemen. De beschikbare informatie biedt
Voor de Vpb-beklemming ten behoeve van
onvoldoende ruimte om voor deze post
de solvabiliteitsbeoordeling wordt uitgegaan
fijnmazig de afzonderlijke risico’s weer te
van de contant gemaakte raming van de Vpb-
geven.
kasstromen voor de eerste vijf jaren.
Indien corporaties risicodragend participeren
in andere corporaties (bijvoorbeeld
certificaten ten behoeve van het
1.4 De analyse draagkracht vermogen in
relatie tot de voorgenomen activiteiten
Wooninvesteringsfonds of achtergestelde
leningen), wordt de post voor 100% als
De analyse van de voorgenomen activiteiten
operationeel risico aangemerkt. De posten
heeft betrekking op de verhouding tussen de
worden bij de ontvangende corporaties
beschikbaar komende middelen om na het
meegenomen in het volkshuisvestelijk
verslagjaar 2014 activiteiten te ondernemen
vermogen. De waarde van de balansposten
en het beslag op middelen dat voortvloeit
immateriële vaste activa en de latente
uit de voorgenomen activiteiten. De
belastingvorderingen wordt voor 100% als
prognoseperiode omvat een vijfjaarsperiode
operationeel risico aangemerkt.
(2015 - 2019).
Beleidsregels 2015
63
De analyse van de voorgenomen activiteiten
In geval van vastgoed exploitatie-
brengt in feite in beeld de passendheid van
verbindingen kan de nader vastgestelde
de voornemens in relatie tot de financiële
waarde van het vastgoed hierbij worden
mogelijkheden (draagkracht vermogen).
betrokken in samenhang met de wijze
Een woningcorporatie kan ten opzichte van
waarop de verbindingen zijn gefinancierd.
de beschikbare middelen voornemens hebben
Deze beperking is niet alleen ingegeven
die een te groot beslag leggen op deze
door het feit dat het rendement bij veel
middelen. Deze toets vindt zowel in het derde
activa- en passivaposten onduidelijk,
prognosejaar als het vijfde prognosejaar
onzeker of afwezig is, maar met name
plaats.
door het feit dat de balansposten
De beoordeling wordt gebaseerd op de dPi
volkshuisvestelijke exploitatiewaarde en de
over de periode 2015 - 2019 die CFV uiterlijk
rentabiliteitswaarde het meest bepalend
1 februari 2015 ontvangt.
zijn. Als verwacht rendement op deze posten
wordt de gehanteerde discontovoet bij de
De startpositie voor deze analyse is het
waardering gebruikt. De discontovoet maal
vermogen per ultimo 2014 zoals dat bij de
de volkshuisvestelijke exploitatiewaarde
analyse solvabiliteit over het verslagjaar
levert een positieve bijdrage aan de
2014 is bepaald.
beschikbare middelen in de prognosejaren.
Ten behoeve van de analyse van de financiële
De discontovoet maal de rentabiliteitswaarde
passendheid van de activiteiten wordt
levert een negatieve bijdrage aan de
vergelijkbaar aan de benadering bij de
beschikbare middelen.
solvabiliteit, het vermogen bepaald dat
aanwezig moet zijn om met 95% zekerheid de
Voorgenomen activiteiten
risico’s op te kunnen vangen en de
De voorgenomen activiteiten hebben
Vpb-beklemming.
betrekking op mutaties in het bezit in
exploitatie (woongelegenheden en niet-
1.5 V ermogensbepaling in de prognose
woongelegenheden) van de toegelaten
instelling (en gelieerde verbinding). Het
Prognose beschikbare middelen
gaat om achtereenvolgens: nieuwbouw,
De balansposities die zijn bepaald ten
aankoop, verkoop, woningverbetering en
behoeve van de berekening van de
sloop. Activiteiten die voortvloeien uit
vermogensstartpositie, vormen mede de
de exploitatie van het bestaande bezit
basis voor de prognose van de beschikbare
(beheer en onderhoud), zijn al betrokken
middelen. In de methodiek wordt alleen
bij de waardering van het vastgoed,
rekening gehouden met het rendement
behoudens de lasten die niet begrepen zijn
dat voortvloeit uit de volkshuisvestelijke
in de waardering (overhead). Het hiermee
exploitatiewaarde en de rentabiliteitswaarde.
gemoeide bedrag wordt elk jaar ten laste van
het vermogen gebracht.
64
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Activiteiten die samenhangen met
♦ Investeringen in woongelegenheden
projectontwikkeling worden ook
bestemd voor de (sociale) verhuur
meegenomen in de mate waarin ze voor
kunnen gepaard gaan met zogenaamde
rekening en risico van de toegelaten
onrendabele investeringen. CFV gaat bij
instelling (en gelieerde verbinding) worden
de waardering van deze investeringen uit
uitgevoerd. Op deze wijze kan er toch
van een voortgezette verhuurexploitatie.
indirect een rendement ontstaan op andere
♦ Investeringen in
balansposten (voorraden en onderhanden
niet-woongelegenheden (onder andere
werk).
maatschappelijke investeringen)
kunnen gepaard gaan met onrendabele
Financieringsactiviteiten die de resultante
zijn van de exploitatie van de bestaande
investeringen.
♦ Verkoop van bestaand bezit
portefeuille en de programmering
(desinvesteringen) zal over het algemeen
(voorgenomen activiteiten), worden ook
leiden tot positieve vermogenseffecten
meegenomen. Hierbij is het van belang of
omdat de waarde waarvoor de
het gaat om geborgde (samenhangend met
bestaande portefeuille is gewaardeerd
Daeb-activiteiten) dan wel ongeborgde
(volkshuisvestelijke exploitatiewaarde),
(samenhangend met niet-Daeb-activiteiten)
is gebaseerd op voortgezette verhuur.
financiering. Ten behoeve van de koppeling
Verkoop van teruggekochte verkoop
tussen activiteiten en bestedingseffecten zijn
onder voorwaarden bezit (of vergelijkbare
de activiteiten nader gespecificeerd.
constructies) wordt anders benaderd.
Hierop worden nauwelijks meer
In de beoordeling hanteert CFV de volgende
uitgangspunten:
♦ De volkshuisvestelijke exploitatiewaarde
en rentabiliteitswaarde ultimo 2014
genereren een vast rendement tijdens
vermogenseffecten geboekt.
♦ De sloop van eenheden in de bestaande
portefeuille kan leiden tot negatieve
vermogenseffecten.
♦ CFV gaat ervan uit dat transacties tussen
de prognosejaren gelijk aan het
de toegelaten instelling en een gelieerde
disconto waarmee de waardering heeft
verbinding in de prognoseperiode geen
plaatsgevonden. De nader bepaalde
vermogenseffect opleveren.
volkshuisvestelijke exploitatiewaarde
♦ Investeringen in de productie verkoop
van de exploitatieverbinding kan hierbij
nieuwbouw (voor rekening en risico
worden betrokken in samenhang met de
toegelaten instelling of een gelieerde
wijze van financiering.
verbinding) kunnen winst opleveren en
♦ De vastgestelde saneringsheffing en de
tot een positief vermogenseffect leiden.
niet in de bedrijfswaarde begrepen lasten
CFV zal echter terughoudend zijn met het
(zonder een andere dekking) geven direct
inrekenen van winst in de prognose.
vermogenseffecten
♦
Beleidsregels 2015
65
♦ De financieringsbehoefte (inclusief
1.6 Risicobepaling
renteconversies) die een uitvloeisel
is van de vervalkalender van de
De risicobronnen markt, macro-economisch
leningenportefeuille ultimo 2014,
en operationeel zoals deze bij de analyse
de exploitatie van de bestaande
solvabiliteit zijn gebruikt, blijven ook
voorraad en de programmering van
hier van kracht. Wat verandert, is dat er
investeringen en desinvesteringen
risicogebieden bij komen en afvallen. Dit
(inclusief projectontwikkeling), kan
hangt samen met de aard van de analyse.
vermogenseffecten oproepen. Vanaf 2015
In de analyse van de voornemens staan
wordt de kasstroom die voortvloeit uit
de activiteiten centraal en in de analyse
de verhuurders- en de saneringsheffing,
solvabiliteit de financiële positie op
betrokken bij de bepaling van de
balansdatum, rekening houdend met
financieringsbehoefte. De aan te trekken
alleen de harde verplichtingen.
financiering wordt gewaardeerd tegen
Daarnaast kan als gevolg van de activiteiten,
dezelfde discontofactor als het vastgoed.
de financiële omvang van een risicogebied
Het vermogenseffect is mede afhankelijk
wijzigen. Ook hier dient rekening mee
van het al dan niet aanwezig zijn van
te worden gehouden bij de bepaling van
renteafspraken en de borgbaarheid van
het risico in de prognoseperiode. Als in
de financieringsbehoefte. In geval van
de vermogensbepaling geen rekening is
afspraken honoreert CFV in beginsel
gehouden met het effect van transacties
alleen vermogenseffecten als deze
tussen de toegelaten instelling en een
gebaseerd zijn op een maximaal te
gelieerde verbinding, worden in de
betalen rente en looptijden van leningen
risicobepaling deze transacties ook niet
die niet vanwege de geldgever zo maar
meegenomen.
opgezegd kunnen worden.
Onderstaand wordt per risicobron
♦ De mutaties in de vastgoedportefeuille
uiteengezet wat de kern is van het verschil
(volkshuisvestelijke exploitatiewaarde)
bij de bepaling van het risicobedrag in
en in de leningenportefeuille
vergelijking met de benadering zoals die is
(rentabiliteitswaarde) krijgen ook
gehanteerd bij de analyse solvabiliteit.
een jaarlijks rendement toegerekend
gedurende de prognosejaren.
♦ Op basis van het voor 2014
66
Marktrisico
Het marktrisico voor de vastgoedportefeuille
geldende wettelijke kader zal CFV de
wordt op dezelfde manier bepaald. Alleen
vennootschapsbelasting betrekken bij de
de verandering van de volkshuisvestelijke
bepaling van het beslag op middelen.
exploitatiewaarde van de deelportefeuilles
De opgave van de corporatie met
in de prognosejaren leidt via weging tot een
betrekking tot de vennootschapsbelasting
ander risicobedrag ten opzichte van het risico
wordt hier in beginsel als uitgangspunt
ultimo 2014. Voor zowel prognosejaar drie
genomen.
als jaar vijf wordt het risicobedrag bepaald.
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Het marktrisico voor effecten, grondposities,
Hierbij wordt rekening gehouden met het
de verkoop van de voorraden en verkoop
onderscheid tussen geborgde en
onder voorwaarden blijft bestaan maar het
ongeborgde financiering.
marktrisico voor aangegane verplichtingen
Het verschil in rente, gekapitaliseerd in de
koopwoningen verdwijnt. Hiervoor komt in
rentabiliteitswaardecorrectie, wordt als
de plaats de geraamde productie nieuwbouw
risicobedrag toegevoegd. Op basis van de
verkoop in de vijf prognosejaren.
productieraming van de corporatie kan het
Daarnaast wordt het marktrisico bij de
inflatierisico over de investeringen worden
verkoop van eenheden uit de bestaande
bepaald. Ook dit aldus bepaalde bedrag
voorraad toegevoegd (prijsrisico).
wordt toegevoegd aan het risicobedrag. Bij
Rekening houdend met de opgegeven
de bepaling van het totaal macro-economisch
activiteiten wordt voor zowel jaar drie als
risico wordt rekening gehouden met
jaar vijf het risicobedrag bepaald.
samenhangen tussen risico’s.
Macro-economisch risico
Operationeel risico
Het risico vanwege een inflatieschok en een
Het risicopercentage voor de stabiliteit van
bouw- en onderhoudskosten-inflatieschok
de netto variabele lasten wordt ontleend
wordt voor de vastgoedportefeuille in jaar
aan de analyse solvabiliteit. Hetzelfde
drie en jaar vijf van de prognoseperiode
geldt voor het risico met betrekking tot de
op dezelfde manier uitgewerkt als bij de
belastingvorderingen en de immateriële
bepaling voor de analyse solvabiliteit.
vaste activa.
De risicogebieden financiering (nieuwe
De benadering van de verbindingen (exclusief
financieringsbehoefte vanwege
de activiteiten in de verbinding) wordt
de voorgenomen activiteiten en
afgeleid van de analyse solvabiliteit over
renteconversies), nieuwbouw, sloop en
het verslagjaar 2014. Bij het operationeel
verbetering (omzet) worden toegevoegd
risico treasury wordt ook informatie uit de
aan de risicobepaling. Voor zowel jaar
prognoses gebruikt om het risicobedrag vast
drie van de prognose als voor jaar vijf
te stellen voor jaar drie en jaar vijf. Voor het
wordt het risicobedrag bepaald. Bij de
overige wordt teruggegrepen op de analyse
financieringsbehoefte (en de renteconversies)
solvabiliteit over het verslagjaar 2014.
heeft dit betrekking op het verschil tussen
Het operationeel risico vanwege
de verwachte rente en de rente uitgaande
verplichtingen (grond, koop, huur) verschuift
van een ‘slecht-weerscenario’ in geval
voor een deel naar investeringen in de
er geen afspraken zijn gemaakt over de
nieuwbouw van huur- en koopwoningen.
financieringsbehoefte en de renteconversies.
De benadering is overigens vergelijkbaar
Indien de afspraken en de daarop gebaseerde
als bij de verplichtingen, alleen de
rentabiliteitswaardecorrectie niet gebaseerd
horizon is anders bij de beoordeling
zijn op de maximaal te betalen rente en
van de financiële passendheid van de
over een periode die door de geldgever
voornemens (prognosejaar drie en einde
vervroegd kan worden afgelost, kan de
prognoseperiode). Ook voor geraamde
beoordelingswijze bij de vermogensbepaling
aankopen, te slopen eenheden en
tot gevolg hebben dat er over deze afspraken
verbeteringsuitgaven wordt een operationeel
toch een risico wordt bepaald.
risico gehanteerd.
Beleidsregels 2015
67
Het operationeel risico vanwege de verkoop
bestaand bezit wordt ook meegenomen. Het
risicobedrag wordt steeds zowel voor jaar
drie als voor jaar vijf bepaald.
Totaalrisico
Het totaalrisico is de resultante van de drie
risicobronnen die hiervoor zijn beschreven.
Omdat het om onafhankelijke risico’s gaat,
kan niet volstaan worden met een simpele
optelling. Bij onafhankelijke risico’s vindt
optelling plaats door eerst de afzonderlijke
bedragen te kwadrateren, vervolgens op
te tellen en dan de wortel van deze telling
te nemen. In de risicobepaling wordt met
een zekerheidsgrens van 95% gewerkt.
Echter indien de marktwaarde van de
portefeuille (op basis van een slecht weer
scenario) minder dan 150% bedraagt van de
volkshuisvestelijke exploitatiewaarde dan
wordt het risicobedrag verhoogd met 5% van
het geüniformeerde balanstotaal.
De mogelijkheid om woningen te verkopen
bij tegenvallende ontwikkelingen wordt dan
onvoldoende aanwezig geacht (c.q. vraagt
een te grote inbreuk op het beginsel van
volkshuisvestelijke continuïteit).
Beklemming vennootschapsbelasting
De beklemming heeft betrekking op de
contante waarde van het bedrag dat de
corporatie op basis van de voortgezette
exploitatie de eerstkomende vijf jaar, na
de periode (2019) waar de beoordeling
betrekking op heeft, verschuldigd is aan
vennootschapsbelasting. Hiertoe wordt een
extrapolatie gemaakt van de gemiddeld
opgegeven VPB-kasstroom voor de periode
2017 - 2019.
68
Centraal Fonds Volkshuisvesting
B
2
Convenant CFV - WSW
Beleidsregels 2015
69
70
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Beleidsregels
Centraal
Fonds
2015
Volkshuisvesting
71
B
3
Aanvullend convenant CFV -WSW
Beleidsregels
Centraal
Fonds
2015
Volkshuisvesting
72
Beleidsregels 2015
73
B
4
Bestuursreglement Centraal
Fonds Volkshuisvesting
Bestuursreglement Centraal Fonds voor
de Volkshuisvesting
ARTIKEL 2
1. Op grond van artikel 71c Woningwet
worden de voorzitter en de andere leden
BESTUURSSAMENSTELLING EN
-WIJZIGING
van het bestuur door de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
benoemd. De leden worden, behoudens
ARTIKEL 1
tussentijds ontslag, benoemd voor de tijd van
1. Het bestuur bestaat met inbegrip van de
ten hoogste vier jaar.
voorzitter uit ten minste drie en ten hoogste
2. Herbenoeming is slechts eenmaal
vijf leden.
mogelijk.
2. Het bestuur kan uit zijn midden een
3. Het bestuur stelt een aftreedrooster vast,
vicevoorzitter aanwijzen, niet zijnde de
zodanig, dat wordt voorkomen dat meerdere
voorzitter.
(her)be-noemingen in één keer aan de orde
3. Bij de samenstelling van het bestuur
komen.
worden onder meer de volgende
4. Uiterlijk vier maanden voor afloop van
uitgangspunten in acht genomen:
de zittingstermijn van een bestuurslid wordt
-
de Minister van Binnenlandse Zaken en
het bestuur dient zo te zijn samengesteld
dat constructieve besluitvorming mogelijk is;
Koninkrijksrelaties hiervan schriftelijk op de
-
hoogte gesteld.
er dient in het bestuur voldoende
deskundigheid aanwezig te zijn op politiek-
5. Van het anderszins ontstaan van een
bestuurlijk, financieel-economisch, controle
vacature wordt de minister zo spoedig
en accountancy en op volkshuisvestelijk
mogelijk op de hoogte gesteld.
terrein;
-
het bestuur dient pluriform te zijn
ARTIKEL 3
samengesteld.
1. In geval van een vacature draagt het
4. Het bestuur bespreekt periodiek het
bestuur aan de Minister van Binnenlandse
gewenste profiel, de samenstelling en de
Zaken en Koninkrijksrelaties (een) kandida(a)
competentie van het bestuur als zodanig.
t(en) voor benoeming in het bestuur voor.
2. Ter voorbereiding daarvan stelt het
bestuur een profielschets op, waarbij met
de uitgangspunten als genoemd in artikel 1,
derde lid, rekening wordt gehouden.
74
Centraal Fonds Volkshuisvesting
3. Werving van kandidaten geschiedt door
ARTIKEL 5
open werving.
1. De vergaderingen worden door of in
4. Het bestuur neemt deze profielschets
opdracht van de voorzitter bijeengeroe¬pen,
als uitgangspunt voor zijn werkzaamheden
met inachtneming van een termijn van ten
ter voorbereiding van de voordracht aan de
minste tien dagen. In spoedeisende gevallen
minister.
kan deze termijn door de voorzitter worden
5. Het bestuur betrekt de directeur bij de
bekort.
totstandkoming van de voordracht.
2. Bij de oproeping ter vergadering wordt de
6. Het bestuur brengt een gemotiveerde
agenda vermeld.
en tweevoudige voordracht uit. Afwijking
3. Ieder bestuurslid kan voorstellen
van het uitgangs-punt van een tweevoudige
doen, welke mits tijdig ingediend, door de
voordracht wordt met redenen omkleed.
voorzitter op de agenda worden geplaatst.
7. Indien een vacature ontstaat als gevolg
van afloop van de zittingstermijn van een
ARTIKEL 6
bestuurslid en dat bestuurslid beschikbaar is
1. De voorzitter leidt de vergaderingen; bij
voor herbenoeming, kan het bestuur volstaan
zijn afwezigheid wordt hij vervangen door
met het voordragen van de desbetreffende
één der leden.
persoon voor herbenoeming en dus met
2. Alleen onderwerpen die op de agenda
een enkelvoudige voordracht. Voorafgaand
staan kunnen in de vergadering worden
aan die voordracht vindt door het bestuur
behandeld dan wel kan besluitvorming
een toetsing plaats aan de profielschets als
plaatsvinden, behoudens het bepaalde in
bedoeld in
artikel 9, lid 4.
lid 2.
ARTIKEL 7
VERGADERINGEN
1. De voorzitter en de overige leden zijn
stemgerechtigd en nemen deel aan de
ARTIKEL 4
besluit¬vorming.
Het bestuur vergadert ten minste viermaal
2. In de vergadering van het bestuur kan
per jaar en voorts zo dikwijls het bestuur dit
slechts¬¬ worden besloten, indien meer dan
nodig oordeelt.
de helft van het aantal leden aanwezig is.
3. Indien in twee opeenvolgende
vergaderingen van het bestuur niet meer
dan de helft van de leden aanwezig is,
kan, in afwijking van het tweede lid, in de
tweede vergadering worden besloten over
onderwerpen waarover in de voorgaande
vergadering is beraadslaagd.
Beleidsregels 2015
75
ARTIKEL 11
ARTIKEL 8
1. Van elke vergadering van het bestuur
1. Besluiten van het bestuur worden
wordt een kort verslag gemaakt. Dit kort
genomen met inachtneming van de eisen van
verslag houdt in:
zorgvuldigheid en belangenafweging en zijn
♦ d e namen van de aanwezigen;
met redenen om¬kleed.
♦ e en zakelijke weergave van het
2. Besluiten van het bestuur worden
behandelde met naamsvermelding bij
genomen met meerderheid van stemmen van
de standpunten, tenzij het betrokken
de aanwezige leden.
bestuurslid anders verzoekt;
♦ e en besluitenlijst, bevattende de inhoud
ARTIKEL 9
van elk besluit en de overwegingen die tot
1. Alle stemmingen geschieden mondeling,
het besluit hebben geleid;
tenzij de voorzitter een schriftelijke
♦ de wijze waarop aan een besluit
stem¬ming gewenst acht of één der
uitvoering en/of bekendheid moet worden
bestuursleden zulks verlangt.
gegeven.
2. Schriftelijke stemming geschiedt bij
ongetekende, gesloten briefjes.
DIRECTEUR
3. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk,
tenzij de voorzitter of één der bestuursleden
ARTIKEL 12
hoofdelijke stemming verlangt.
1. De directeur is belast met de
4. Zolang in een bestuursvergadering
beleidsmatige voorbereiding en met de
alle bestuursleden aanwezig zijn, kunnen
uitvoering van de bestuursbesluiten, alsmede
geldige besluiten worden genomen, mits
met de dagelijkse leiding en de organisatie
met alge¬mene stemmen omtrent alle aan
van het werkapparaat van het Fonds, zoals
de orde komende onderwerpen, ook al heeft
nader geregeld in het door het bestuur
de afroeping niet op de voorgeschreven
vastgestelde directiestatuut.
wijze plaatsgevonden of is enig ander voor-
2. In dit directiestatuut is tevens
schrift omtrent het oproepen en houden
aangegeven welke bestuursbevoegdheden
van vergaderingen of een daarmee verband
aan de directeur zijn gemandateerd.
houdende formaliteit niet in acht genomen.
GEHEIMHOUDING
ARTIKEL 10
1. De vergaderingen van het bestuur zijn
ARTIKEL 13
besloten.
1. Behoudens het in artikel 14 bepaalde zijn
2. Het bestuur kan anderen dan
de bestuursleden en personen bedoeld in
bestuursleden tot de vergadering toelaten.
artikel 10, lid 2 verplicht tot geheimhou¬ding
ten aanzien van alle stukken en gegevens
waarvan zij in hun hoedanigheid kennis
hebben gekregen, daaronder begrepen van
hetgeen in een vergadering van het bestuur
is besproken.
76
Centraal Fonds Volkshuisvesting
2. Met inachtneming van het in artikel
Het bestuur stelt daarbij de omvang van die
14, lid 2 bepaalde kan het bestuur
bevoegdheid vast.
besluiten de geheim-houdingsplicht op te
heffen. Het geeft daarbij aan ten aanzien
COMMISSIES
van welke stukken en/of gegevens de
geheimhoudingsplicht is opgeheven.
ARTIKEL 16
3. Een bestuurslid¬ dat handelt in strijd
1. Het bestuur is bevoegd ter voorbereiding
met de geheim¬houdingsplicht kan door de
van een besluit een commissie te benoemen.
voorzitter worden berispt.
2. Het bestuur stelt de taken en de
4. Een bestuurslid dat bij herhaling in strijd
bevoegdheden van de commissie vast.
handelt met de geheimhoudings¬plicht kan
3.
door de voor-zitter bij de minister worden
lid 1 kunnen ook worden benoemd personen
voorgedragen tot schorsing of ontslag.
die geen lid van het bestuur zijn.
5. Het bestuur respectievelijk leden
4.
van het bestuur draagt er zorg voor
tot geheimhouding ten aanzien van de
dat aan personen van wie zij zich bij de
stukken en gegevens waarvan zij in hun
uitoefening van hun taak bedienen dezelfde
hoedanigheid kennis hebben gekregen.
Tot lid van een commissie als bedoeld in
Leden van een commissie zijn verplicht
geheimhoudings¬plicht wordt opgelegd als
voor de bestuursleden geldt.
VERGOEDINGEN
INFORMATIEVERSTREKKING
ARTIKEL 17
1. Het bestuur stelt voor de voorzitter
ARTIKEL 14
alsmede voor de leden van het bestuur een
1. Informatie wordt met inachtneming van
schadeloosstelling vast die wat betreft
de Wet openbaarheid van bestuur verstrekt
hoogte zodanig is dat gekwalificeerde en
door de directeur, voor zover deze daartoe in
deskundige bestuurders kunnen worden
het directiestatuut of bij afzonderlijk besluit
aangetrokken.
is gemachtigd.
2. De vastgestelde schadeloosstelling
2. Geen informatie wordt verstrekt
voor het bestuur wordt aan de minister ter
betreffende door toegelaten instellingen aan
goedkeuring gezonden.
het Fonds verstrekte gegevens voor zover die
3. De minister besluit omtrent goedkeuring
gegevens vertrouwelijk ter beschikking zijn
binnen een redelijke termijn.
gesteld of het vertrouwelijk karakter daarvan
4. Het bestuur kan bepalen dat aan
redelijkerwijs moet worden aangeno¬men.
(plaatsvervangende) leden van een door het
bestuur ingestelde commissie een vergoeding
VERTEGENWOORDIGING
wordt toegekend.
ARTIKEL 15
1. Het Centraal Fonds wordt in en buiten
rechte vertegenwoordigd door de voorzitter
en de directeur.
2. Het bestuur kan aan anderen
vertegenwoordigingsbevoegdheid geven.
Beleidsregels 2015
77
BEGROTING EN JAARSTUKKEN
TAAKUITOEFENING
ARTIKEL 18
ARTIKEL 21
Jaarlijks vóór 1 november stelt het bestuur
Het bestuur neemt bij de uitoefening van
een begroting met toelichting van de
zijn taken de wettelijke bepalingen in acht
inkom¬sten en de uit-gaven vast voor
alsmede de jaarlijks door het bestuur vast
het daaropvolgend kalenderjaar. Deze
te stellen beleidsregels. Het bestuur neemt
vaststelling wordt definitief na instemming
bij de door hem in te nemen stand-punten
door de Minister.
de nodige prudentie in acht, in de zin van
De gelden van het Fonds zullen door het
het verwerven van inzicht en visie op het
bestuur als een goed huisvader worden
te voeren beleid en de beoordeling van de
beheerd en met inachtneming van de eisen
situationele omstandigheden vanuit een
van beschikbaarheid worden belegd conform
onafhankelijke positie.
de wet geïntegreerd middelen-beheer.
BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE
ARTIKEL 19
Het bestuur van het Fonds stelt jaarlijks voor
ARTIKEL 22
1 juli een verslag op van de werkzaamheden,
1. In de hierna volgende artikelen wordt
het gevoerde beleid in het algemeen en de
verstaan onder:
doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn
♦ b elanghebbende: degene wiens belang
werkzaamheden en zijn werkwijze in het
bijzonder, in het afgelopen kalenderjaar.
rechtstreeks bij een besluit is betrokken;
♦ b esluit: een schriftelijke beslissing,
Het verslag wordt gezonden aan de Minister
inhoudende een publiekrechtelijke
belast met de zorg voor de volkshuisvesting
rechtshandeling.
en algemeen verkrijgbaar gesteld.
2. Met een besluit wordt gelijkgesteld:
♦ d e schriftelijke weigering een besluit te
ARTIKEL 20
Het bestuur brengt jaarlijks voor 1 juli aan
nemen;
♦ h et niet tijdig nemen van een besluit.
de Minister een financieel verslag over het
afgelopen kalenderjaar uit, dat vergezelt gaat
ARTIKEL 23
van een verklaring omtrent de getrouwheid
1. Tegen besluiten van het Fonds kunnen
van de jaarrekening en de rechtmatigheid
door belanghebbenden bezwaren worden
van de gedane uitgaven, afgegeven door een
ingediend bij het bestuur van het Fonds.
accountant als bedoeld in artikel 393, eerste
2. Geen bezwaren kunnen worden ingediend
lid van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
tegen besluiten aangaande de vaststelling
Deze stukken worden algemeen verkrijgbaar
of inwerking-treding van beleidsregels of
gesteld.
andere besluiten van algemene strekking.
3. Het bezwaarschrift moet worden
ingediend binnen zes weken na de dag
waarop het besluit is bekendgemaakt.
78
Centraal Fonds Volkshuisvesting
ARTIKEL 24
verschijnen.
Alvorens het bestuur op het bezwaarschrift
Indien daaraan kosten zijn verbonden, is
beslist brengt de Commissie
vooraf machtiging van het bestuur vereist.
bezwaarschriften advies uit.
3. Het bestuur kan de voorzitter van de
commissie verzoeken in het vooronderzoek
ARTIKEL 25
bij ten hoogste twee deskundigen advies in te
1. De Commissie bezwaarschriften bestaat
winnen.
uit:
4. De voorzitter van de commissie beslist na
een voorzitter en twee leden door het
overleg met de leden van de commissie.
bestuur te benoemen voor een periode
van twee jaar met de mogelijkheid van
ARTIKEL 28
herbenoeming. Tevens kan het bestuur
1. De voorzitter van de commissie bepaalt
een plaatsvervangend voorzitter en twee
plaats en tijdstip van de zitting waarop
plaatsvervangende leden benoemen.
belanghebbende(n) en het bestuur in de
2. De commissie wordt bijgestaan door
gelegenheid worden gesteld zich in persoon
één of meer door het bestuur aan te wijzen
of bij gemachtigde te doen horen.
secretarissen.
2. De commissie stelt in ieder geval de
indiener van het bezwaarschrift en het
ARTIKEL 26
bestuur in de gelegen-heid om te worden
1. Op het ingediende bezwaar wordt
gehoord, alsmede de belanghebbenden die
door de directeur de datum van ontvangst
bij de voorbereiding van het besluit hun
aangetekend. Aan de indiener van het
zienswijze naar voren hebben gebracht.
bezwaar wordt een bericht van ontvangst
3. Een gemachtigde moet ter zitting een
verstrekt.
schriftelijke en door een belanghebbende
2. De directeur stelt het bezwaarschrift
ondertekende machtiging overleggen, tenzij
binnen vijf dagen na ontvangst in handen
hij als advocaat of procureur is ingeschreven
van de commissie.
of zelf met hem ver-schijnt.
3. De directeur is verplicht aan de commissie
4. Voor het houden van de zitting is vereist,
alle stukken te overleggen die betrekking
dat de meerderheid van het aantal leden van
hebben op de zaak die onderwerp is van het
de commissie, waaronder in ieder geval de
bezwaarschrift.
voorzitter of zijn plaatsvervanger, aanwezig
is.
ARTIKEL 27
1. De voorzitter van de commissie is in
ARTIKEL 29
verband met de voorbereiding van de
1. De voorzitter van de commissie deelt
behandeling van het bezwaarschrift bevoegd
de belanghebbende(n) en het bestuur ten
alle gewenste inlichtingen in te winnen of te
minste twee weken voor de zitting schriftelijk
doen inwinnen.
mede, dat zij in de gele¬genheid worden
2. De voorzitter van de commissie kan
gesteld zich te doen horen tijdens deze
uit eigen beweging of op verlangen van
zitting.
de commissie bij des-kundigen advies
of inlichtingen inwinnen en deze zo
nodig uitnodigen daartoe in de zitting te
Beleidsregels 2015
79
2. Indien een belanghebbende of het
De commissie kan, zonder tevoren de
bestuur wijziging wenst van het tijdstip van
belanghebbende(n) te hebben gehoord, het
de zitting, dient zulks binnen drie dagen na
bestuur adviseren indien:
de in het eerste lid bedoelde mededeling,
♦ het bezwaarschrift kennelijk niet-
onder opgaaf van redenen te worden
verzocht aan de voorzitter van de commissie.
3. De beslissing van de voorzitter van de
commissie op een verzoek als bedoeld in het
ontvankelijk is;
♦ het bezwaarschrift kennelijk ongegrond
is;
♦ de belanghebbenden hebben verklaard
tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk, doch
geen gebruik te willen maken van het
in ieder geval drie dagen voor het tijdstip van
recht te worden gehoord.
de zitting, aan de betrokkenen medegedeeld.
4. De voorzitter van de commissie is
ARTIKEL 33
bevoegd in bijzondere omstandigheden af
1. Het bestuur beslist op het bezwaarschrift
te wijken of afwijking toe te staan van de
binnen twaalf weken na ontvangst daarvan.
termijnen, als genoemd in de voorgaande
Het bestuur kan de beslissing voor ten
leden.
hoogste zes weken verdagen. Van de
verdaging wordt schriftelijk mededeling
ARTIKEL 30
gedaan.
1. Van het verhandelde ter zitting wordt een
2. De beslissing van het bestuur is met
schriftelijk verslag gemaakt.
redenen omkleed. Zij wordt schriftelijk
2. Het verslag vermeldt de namen van de
aan de indiener van het bezwaarschrift
aanwezigen met daarbij een opgave van hun
en eventuele overige belanghebbenden
hoedanigheid. Het behelst een kort verslag
medegedeeld en gaat vergezeld van een
van al hetgeen over en weer is gezegd en
afschrift van het advies van de commissie
een beknopte weergave van het overige ter
alsmede het verslag van de hoorzitting.
zitting voorgevallene.
3. De commissie ontvangt een afschrift van
de beslissing.
ARTIKEL 31
1. De commissie beraadslaagt en beslist
ARTIKEL 34
achter gesloten deuren over het door haar
Voor het overige wordt verwezen naar
aan het bestuur uit te brengen advies.
de bepalingen van de Algemene wet
2. De commissie beslist bij meerderheid van
bestuursrecht.
stemmen over het uit te brengen advies.
3. Het advies is gemotiveerd en omvat een
voorstel aan het bestuur aangaande de te
nemen beslissing.
4. Het advies wordt door de voorzitter en
secretaris van de commissie ondertekend.
5. Het advies wordt onder medezending
van het verslag bedoeld in artikel 29 door de
commissie aan het bestuur uitgebracht.
ARTIKEL 32
80
Centraal Fonds Volkshuisvesting
INTERNE KLACHTPROCEDURE
ARTIKEL 35
De interne klachtbehandeling vindt plaats
overeenkomstig hoofdstuk 9 Awb, tenzij uit
de aard van de klacht blijkt, dan wel door
de klager zelf wordt aangegeven dat het
een klacht betreft als bedoeld in het Besluit
melden vermoeden van misstand bij Rijk en
Politie (Stb. 2009, 572). In dat geval is die
regeling van toepassing.
ARTIKEL 36
1. Klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 Awb
worden behandeld door:
a. indien het klachten over medewerkers
van het Fonds betreft: het afdelingshoofd
van de afdeling waaronder de medewerker
ressorteert;
b. indien het klachten betreft over een
afdelingshoofd: de directeur;
c. indien het klachten betreft over de
directeur: het bestuur van het Fonds.
2. Klachten die geen specifieke personen
betreffen, worden behandeld door de
directeur.
3. De afdoeningsbrief als bedoeld in artikel
9:12 van de Algemene wet bestuursrecht
kan in mandaat worden getekend door de
directeur, tenzij zich een geval voordoet als
bedoeld in het eerste lid
sub c.
INWERKINGTREDING
ARTIKEL 37
Dit reglement treedt in werking met
ingang van de dag na bekendmaking van
de goedkeuring door de minister, zijnde 10
december 2011.
Beleidsregels 2015
81
B
5
Handleiding saneringsplan
Derze bijlage is nog niet beschikbaar en volgt
later.
82
Centraal Fonds Volkshuisvesting
Beleidsregels 2015
83