Transcript Ga naar PDF
CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Beleidsregels 2015 Baarn, 17 december 2014 2014 Inhoud Inleiding 5 1 Het financieel toezicht 6 1.1 Toezichtproces 9 1.2 Risicoselectie 11 1.3 Signaalgericht toezicht 11 1.4 Systeemgericht toezicht 12 1.5 Beoordelingen 12 1.6 Interventies financieel toezicht 13 1.7 Handhavingsmaatregelen 16 2 Zes domeinen van financieel toezicht Kwaliteit financiële verantwoording 21 2.2 Behoud van maatschappelijk gebonden vermogen 23 2.3 Kwaliteit risicobeheer/interne governance/soft control 24 2.4 Liquiditeit en financiering 25 2.5 Solvabiliteit 29 2.6 Draagkracht vermogen op basis van voorgenomen beleid 31 3 Sanering 32 3.1 Saneringsproces en betrokkenen 33 3.2 Voorbereiden sanering 35 3.3 Saneringsaanvraag 36 3.4 Uitwerken sanering 37 3.5 Uitvoering sanering 39 3.6 Handhavingsmaatregelen 40 4 Adviestaken 2 21 2.1 Centraal Fonds Volkshuisvesting 42 5 Projectsteun 43 5.1 Doelgroep reguliere projectsteun 44 5.2 De aanvraag reguliere projectsteun 44 5.3 Projectplan 45 5.4 Beoordelingscriteria 45 5.5 Aard en omvang reguliere projectsteun 46 5.6 Aan de projectsteun te verbinden verplichtingen 47 5.7 Eindafrekening bijzondere projectsteun 48 5.8 Handhavingsmaatregelen 49 6 Bijdrageheffing 50 6.1 Bepaling van het bedrag bij heffing saneringssteun 50 6.2 Bepaling van het bedrag bij heffing projectsteun 51 6.3 Procedure rond vaststelling en betaling van de bijdrage 51 6.4 Kwijtschelding 52 7 Openbaarheid 54 Bijlagen 1 Bepaling VHV en risico in verslagjaar 2014 en prognosejaren 2015 - 2019 58 2 Convenant CFV - WSW 69 3 Aanvullend convenant CFV - WSW 72 4 Bestuursreglement Centraal Fonds Volkshuisvesting 74 5 Handleiding saneringsplan 82 Beleidsregels 2015 3 4 Centraal Fonds Volkshuisvesting Inleiding De huidige wettelijke grondslag voor de Die nieuwe visie op toezicht, die CFV in werkzaamheden en de positie van het 2013 vaststelde, vormt de leidraad voor Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) is de wijze waarop CFV zijn taken uitvoert en gebaseerd op de artikelen 71 tot en met 73 is ook gebruikt bij het formuleren van de van de Woningwet. Daarin zijn de taken, de beleidsregels 2015. bestuurlijke inrichting, de middelen en de bevoegdheden van CFV en het ministerieel Hoofdstuk 1 gaat over het financieel toezicht toezicht op CFV geregeld. en het toezichtproces. Hoofdstuk 2 gaat in op de zes domeinen waarop CFV financieel In de Woningwet is aangegeven dat op toezicht houdt. Hoofdstuk 3 behandelt de onderdelen nadere regels gesteld worden bij saneringstaak die CFV sinds zijn oprichting algemene maatregel van bestuur. Deze zijn in 1988 uitoefent. De adviestaken van CFV verwoord in het Besluit Centraal Fonds voor zijn uitgewerkt in hoofdstuk 4. Hoofdstuk de Volkshuisvesting (BCFV, voor het laatst 5 gaat over de steunmaatregelen bij gewijzigd Stb. 2008, 239). In dat besluit volkshuisvestelijke projecten (reguliere en zijn enkele belangrijke begripsbepalingen bijzondere projectsteun) en hoofdstuk 6 over opgenomen. Daarnaast bevat het BCFV de bijdrageheffing. In hoofdstuk 7 wordt nadere regels met betrekking tot het vanwege het belang ervan apart aandacht verstrekken van subsidie door CFV, de besteed aan transparantie en openbaarheid sanering- en projectsteun en de heffing van van toezichtinformatie. De beleidsmatige bijdragen van corporaties aan CFV. Ook wordt uitwerking van het sanctie-instrumentarium het financieel toezicht dat CFV uitoefent op en hoe met andere toezichthouders en woningcorporaties en de inhoud van de door actoren wordt samengewerkt, is bij de CFV op te stellen beleidsregels in het BCFV betreffende hoofdstukken ondergebracht. nader geregeld. Een aantal zaken is niet in het BCFV zelf geregeld. Voor deze onderwerpen dient CFV jaarlijks beleidsregels vast te stellen. Hetgeen minimaal in de beleidsregels moet worden behandeld, staat beschreven in de artikelen 6 en 7 van het BCFV. Naast de lijst uit het BCFV staat het CFV vrij om andere onderwerpen op te nemen in de beleidsregels. Beleidsregels 2015 5 1 Het financieel toezicht WETTELIJK KADER Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) De huidige wettelijke grondslag voor bewaakt vanuit het publieke belang en de werkzaamheden en de positie van door onafhankelijk toezicht, de financiële CFV zijn gebaseerd op artikelen 71-73 continuïteit van woningcorporaties zodat van de Woningwet. Daarin zijn de corporaties duurzaam in de volkshuisvesting taken, de bestuurlijke inrichting, de kunnen functioneren. Financieel toezicht middelen en de bevoegdheden van CFV vloeit voort uit de publieke taak van en het ministerieel toezicht op CFV corporaties. Het ontbreken van de tucht geregeld. van de markt voor corporaties is een extra In de Woningwet is aangegeven dat motief voor financieel toezicht. Het dient op onderdelen nadere regels gesteld als tegenwicht tegen het ontbreken van worden bij algemene maatregel reguliere ‘checks and balances’ in een van bestuur. Deze zijn verwoord in commerciële markt en de ongewenste het Besluit Centraal Fonds voor de effecten die het zekerheidsstelsel met zich Volkshuisvesting (BCFV, voor het meebrengt. Het financieel toezicht van laatst gewijzigd Stb. 2008, 239). CFV is gebaseerd op een zestal principes In dat besluit zijn nadere regels namelijk: risicogericht, professioneel, opgenomen over het financieel slagvaardig, transparant, samenwerkend en toezicht, de verstrekking van sanering- onafhankelijk. Door goed toezicht wil CFV en projectsteun en de heffing van risico’s eerder signaleren en sneller acteren bijdragen van corporaties aan CFV. om op die manier financiële problemen Ook wordt de inhoud van de door CFV zoveel mogelijk te voorkomen. op te stellen beleidsregels in het BCFV nader geregeld. In het financiële toezicht beoordeelt CFV Ten aanzien van het financieel de financiële continuïteit van de corporatie toezicht is in het BCFV opgenomen: in brede zin. CFV kijkt daarbij naar zes ♦Rapportage over de financiële toezichtdomeinen, te weten kwaliteit van situatie van individuele corporaties informatie, kwaliteit van risicobeheer, (voor 1 november) behoud maatschappelijk gebonden ♦Rapportage over de sector als geheel (voor 1 december) ♦In de beleidsregels zijn de criteria opgenomen die CFV gebruikt bij het financieel toezicht 6 Centraal Fonds Volkshuisvesting vermogen, liquiditeit en financiering, solvabiliteit en draagkracht vermogen in relatie tot activiteiten. VERVOLG WETTELIJK KADER CFV maakt in het financieel toezicht risicogericht keuzes en stelt vanuit vereisten In het Besluit beheer sociale- van effectiviteit en efficiëntie prioriteiten huursector (Bbsh) is de adviesrol van gebaseerd op het risicoprofiel van individuele CFV verankerd inzake toelating (art. corporaties en van de sector als geheel. 5), statutenwijzigingen (art. 9), fusies Risicogericht betekent dat alle corporaties (art. 10b) en ministeriële aanwijzingen onder toezicht staan, maar dat op basis van (art. 41). De adviestaak van CFV op het risicoprofiel wordt bepaald bij welke andere terreinen is gebaseerd op corporaties onderzoek nodig is, wat daarbij ministeriële circulaires. in het bijzonder de aandachtsgebieden zijn en welke interventies vervolgens worden De MG-circulaires van de minister opgelegd. CFV ziet toezicht als een continu voor W&R gaan over woonbeleid en proces, waarbij toezicht steeds gebruik maakt hebben betrekking op nieuwe wet- en van alle beschikbare informatie en signalen. regelgeving en beleidsregels. Hierbij worden ook toezichtbevindingen uit voorgaande jaren betrokken en informatie CFV is een zelfstandig bestuursorgaan van de Inspectie voor Leefomgeving en (ZBO) dat valt onder het ministerie Transport (ILT) en het Waarborgfonds van Binnenlandse Zaken en Sociale Woningbouw (WSW) waar CFV Koninkrijkrelaties (BZK). Dit betekent informatieprotocollen mee heeft afgesloten. dat CFV een publiekrechtelijke Naast het beoordelen is het monitoren van de rechtspersoon is die als organisatie opgelegde interventies ook onderdeel van het zijn taken zelfstandig uitvoert. toezichtproces. Om de risico’s die van invloed zijn op het voortbestaan van corporaties in beeld te krijgen, heeft CFV een risicodetectiesysteem ontwikkeld. Op basis van evaluatie en nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op het risicoprofiel van de sector of individuele corporaties, is het denkbaar dat voor 2015 enkele signaalpunten vervallen en vervangen worden door nieuwe signaalpunten. De signaalpunten publiceert CFV in het voorjaar op de website. Beleidsregels 2015 7 De signaalpunten tezamen vormen een Door deze samenwerking in de uitvraag dashboard. Met behulp van dit dashboard van de gegevens wordt een reductie van en eventueel aanvullend onderzoek, stelt de administratieve lasten bij corporaties CFV uiteindelijk voor 1 november van elk gerealiseerd. De opvraag bestaat uit: jaar een oordeel op over de financiële ♦ J aarverslag en jaarrekening; positie van iedere corporatie. Dit oordeel ♦ V olkshuisvestingsverslag; wordt vastgelegd in een toezichtbrief. ♦ D e prognose gegevens zoals opgenomen De toezichtbrieven worden na hoor- en wederhoor openbaar gemaakt door plaatsing op de website van CFV onder Corporaties. in de dPi (de prospectieve informatie) en de dVi (verantwoordingsinformatie); ♦ D e voorgeschreven accountantsverklaring, Vanwege het maatschappelijke doel -mededelingen en -rapportages, zoals van woningcorporaties hecht CFV groot aangegeven in het Bbsh en daarbij belang aan het openbaar maken van zijn behorende bijdragen I tot en met IV. beoordelingen en informatie opdat ‘checks and balances’ door stakeholders kunnen De stukken moeten jaarlijks vóór 1 februari plaatsvinden. CFV stelt dat gegevens en 1 juli ontvangen zijn. Het bestuur van de in beginsel openbaar zijn maar toetst corporatie is verantwoordelijk voor tijdige en zorgvuldig of sprake is van (bedrijfs-) kwalitatief correcte aanlevering. De stukken vertrouwelijke informatie. dienen aangeleverd te worden bij CorpoData. Naast individuele oordelen rapporteert CorpoData is verantwoordelijk voor CFV ook over de sector als geheel. Naar ontvangst, rappel, (kwaliteits-)controle en aanleiding van nieuwe ontwikkelingen verwerking van de gevraagde gegevens. die het risicoprofiel van de sector raken, De corporaties zijn verantwoordelijk voor kunnen ook themaonderzoeken worden de kwaliteit van hun gegevens. Als de uitgevoerd. Daarnaast adviseert CFV over gegevens niet op tijd zijn of de kwaliteit van financiële aspecten van nieuwe toelatingen, de gegevens onvoldoende is, kan CFV een fusies, investeringen in het buitenland en handhavingsmaatregel opleggen. meldingsplichtige verkoop aan beleggers. Voor specifieke onderwerpen is het mogelijk Ook kan CFV de minister financieel adviseren dat CorpoData, op verzoek van CFV, wanneer de minister voornemens is een aanvullende gegevens opvraagt. Die kunnen handhavingsmaatregel op te leggen. gericht zijn op alle corporaties of een deel van de corporaties. Daarnaast kan CFV in het Om de toezichttaak goed uit te kunnen kader van onderzoek aanvullende informatie voeren, worden jaarlijks prognose- en opvragen bij één of meerdere corporaties. verantwoordingsgegevens bij corporaties opgevraagd via CorpoData. Dat is een Toezicht is een continu proces. Dit betekent samenwerkingsverband tussen WSW, dat CFV verwacht dat zowel bestuur als ILT en CFV om de gegevensopvraag zo raad van commissarissen (RvC), CFV direct gestructureerd en efficiënt mogelijk te laten informeren zodra veranderingen voordoen, verlopen. die wezenlijk afwijken van de eerder toegezonden verantwoordingsdocumenten en – in het bijzonder – de prognosegegevens. 8 Centraal Fonds Volkshuisvesting Bestuur en RvC zijn verplicht om onder Daarom behoudt CFV zich uitdrukkelijk andere de volgende zaken, direct te melden het databankrecht voor ten aanzien van de aan CFV: volgende databanken: ♦ E en aanzienlijk hoger investeringsvolume ♦ D e dPi-database, gevormd op basis van de in de eerste twee prognosejaren dan in de gegevensopvraging ex art. 25b Bbsh, voor dPi is aangegeven; wat betreft de gegevens die specifiek zijn ♦ D usdanige wijzigingen in de financiële bestemd voor CFV; positie van de corporatie, waardoor zij de ♦ D e dVi-database, gevormd op basis van kernactiviteiten niet meer of niet meer in de gegevensopvraging ex art. 26, vijfde zijn geheel kan uitvoeren; lid Bbsh, voor wat betreft de gegevens die ♦ L iquiditeits- of solvabiliteitsproblemen in de corporatie of in een rechtspersoon specifiek zijn bestemd voor CFV; ♦ D e derivatendatabase, gevormd op of vennootschap waar de corporatie mee basis van periodieke gegevensopvraging verbonden is; derivaten. ♦ F inanciële risico’s als gevolg van schendingen of mogelijke schendingen Behoudens de in of krachtens de van integriteit binnen de corporatie; Databankwet gestelde uitzonderingen, ♦ C onflicten tussen de RvC en het bestuur mag het opvragen of hergebruiken van van de corporatie of het bestuur van een deze databanken of van een substantieel rechtspersoon of vennootschap met welke deel van de inhoud, evenals het herhaald een verbinding bestaat; en systematisch opvragen of hergebruiken ♦ A fboekingen/afwaarderingen die leiden van niet-substantiële delen van deze tot een serieuze aantasting van de databanken ten behoeve van commerciële financiële positie van de corporatie; doeleinden, in enige vorm of op enige wijze, ♦ S trategische koerswijzigingen c.q. heroriëntatie van de corporatie. niet plaatsvinden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CFV. Databank en databankrecht In de volgende paragrafen van dit hoofdstuk Na de informatieopvraging worden twee wordt het toezichtproces uitgewerkt. databanken ontwikkeld, de dPi en dVi, waarin Hoofdstuk 2 gaat in op de inhoudelijke als gevolg van bewerkingen en controles, de uitwerking van de zes toezichtdomeinen. betrouwbaarheid en de vergelijkbaarheid van de gegevens gewaarborgd zijn. Verder 1.1 Toezichtproces ontwikkelt CFV een databank ten behoeve van een periodieke derivatenopvraag voor de Het financieel toezichtproces richt zich uitvoering van stresstesten derivaten. met name op zaken waar CFV op korte dan wel middellange termijn risico’s ziet die De Databankwet bepaalt dat CFV niet van de continuïteit van de corporatie in gevaar rechtswege het databankrecht heeft. CFV kan kunnen brengen. Toezicht is een continue dit recht verkrijgen door hier een voorbehoud cyclus van zien, begrijpen, interveniëren en op te maken. monitoren. Het toezicht is nooit af, maar is een dynamisch beoordelingsproces. Beleidsregels 2015 9 Zien gesprekken met de corporatie om te komen Meest basic is het continu verzamelen tot een goede beoordeling. Bij corporaties en ontvangen van informatie om een met een grote complexiteit zal bovendien zo betrouwbaar mogelijk en integraal een ’on site’-benadering worden gehanteerd, beeld te verkrijgen van de corporatie in waarin de corporatie de toezichthouder moet perspectief van zijn activiteiten en de overtuigen in hoeverre de corporatie ’in daarmee samenhangende risico‘s: het ‘zien’. control‘ is. Corporaties leveren informatie aan via de dPi/dVi, maar daarnaast wordt voortdurend Interveniëren informatie ontvangen vanuit andere Wanneer op basis van de signalen en bronnen, zoals monitoring maatregelen het onderzoek de omvang van de risico’s en verbeterplannen, gevoerde gesprekken zodanig wordt ingeschat dat de financiële met de corporatie, andere toezicht continuïteit op kortere of middelange termijn activiteiten (bijvoorbeeld derivaten), andere in gevaar is of kan komen, intervenieert toezichthouders (bijvoorbeeld ILT) en WSW. CFV. Afhankelijk van de problematiek wordt via een toezichtbrief vastgelegd welk type Begrijpen interventie (maatregel, verbeterplan of Vanuit de ontvangen informatie worden herstelplan) CFV noodzakelijk vindt en op corporaties voortdurend integraal welk toezichtdomein dit betrekking heeft. In beoordeeld. Dat begint met het ‘begrijpen’ de toezichtbrief worden de risico’s benoemd van de activiteiten in samenhang met de en de opgelegde maatregelen vastgelegd. financiële positie en de risico’s. Het toezicht Wanneer een interventie wordt opgelegd, vindt risicogericht plaats waarbij via een wordt dit ook altijd toegelicht en besproken dashboard per toezichtdomein signalen zijn met het bestuur en eventueel met de RvC van opgenomen. Die signalen geven aan of er de corporatie. Vervolgens is de corporatie een kans is dat zaken niet goed zitten bij de aan zet om de noodzakelijke verbeteringen te betreffende corporatie. De signaalpunten zijn gaan doorvoeren. te vinden op de website van CFV. Daarnaast 10 wordt in dit proces ook gesteund op eerdere Monitoren beoordelingen en daaruit voortvloeiende CFV volgt de acties nauwgezet die de maatregelen alsmede op ontvangen corporatie onderneemt om tot herstel informatie uit andere bronnen. Wanneer CFV te komen. Via periodieke rapportages en op basis van de beoordeling (onderzoek) van gesprekken wordt de voortgang vastgesteld. de toezichtdomeinen met de op dat moment Wanneer na het uitbrengen van de beschikbare informatie geen reden heeft om toezichtbrief nieuwe feiten of verhoogde te veronderstellen dat de risico’s op korte of risico’s worden geconstateerd, kan dat middellange termijn de continuïteit van de reden zijn om -na nieuwe beoordeling- de corporaties in gevaar kunnen brengen, zal intensiteit van toezicht aan te passen dat als zodanig worden verwoord. op basis van de voortgang van genomen Het beoordelen van corporaties vindt primair maatregelen door de corporatie. plaats in de vorm van een bureauonderzoek, Onderneemt de corporatie onvoldoende maar wordt -afhankelijk van de signalen actie om tot effectuering te komen van de en risico’s- uitgebreid en verdiept met maatregelen danwel voert de corporatie Centraal Fonds Volkshuisvesting maatregelen uit die het risico eerder Risico’s die grote gevolgen kunnen vergroten dan verkleinen dan overweegt CFV hebben op de sector als geheel zijn een handhavingsmaatregelen op te leggen. belangrijk criterium voor de indeling naar toezichtaanpak. Ernstige problemen bij Het toezichtproces grote corporaties hebben invloed op het zekerheidsstelsel. Om die reden geldt voor grote corporaties een aparte aanpak. Alle andere corporaties worden met behulp van signaalgericht toezicht beoordeeld. De beoordeling begint met een (geautomatiseerde) analyse van de door de corporaties aangeleverde verantwoordings- en prognosegegevens (dVi en dPi niet alleen de meest recente maar ook eerdere verantwoordingsinformatie wordt gebruikt, alsook statusinformatie uit de meest recente afgeronde beoordeling met daaraan verbonden maatregelen). Per corporatie wordt een dashboard opgesteld met signaalpunten die alle toezichtdomeinen bestrijken. Voor alle signaalpunten worden 1.2 Risicoselectie criteria vastgesteld (zie Normen en Bronnen beoordelingsmethodiek). Toezichtcapaciteit en -expertise is schaars. Daarom moeten er keuzes worden Een corporatie wordt geselecteerd gemaakt. Dit gebeurt door alle corporaties voor (nader) onderzoek, wanneer zij voorafgaand aan de risicoanalyse, in te afwijkend scoort op (een combinatie van) delen naar toezichtaanpak: grote corporaties signaalpunten. Hierbij kan overigens de (systeemgericht toezicht) en de rest van status uit een eerdere ronde reden zijn voor de corporaties (signaalgericht toezicht). een onderzoek. Indien er aanleiding voor is, kunnen ook andere corporaties systeemgericht 1.3 Signaalgericht toezicht worden onderzocht. De indeling wordt jaarlijks geactualiseerd en bij tussentijdse De aangeslagen signaleringspunten van het ontwikkelingen (onder andere sterke dashboard zijn het startpunt voor onderzoek groei van een corporatie) wordt eveneens door een toezichthouder, naast de punten beoordeeld of een bijstelling van de indeling die uit de laatste beoordeling nog zijn blijven nodig is. staan. Het onderzoek van de signaleringspunten is er allereerst op gericht om de overschrijding van de grenswaarden te duiden en te verklaren. Beleidsregels 2015 11 Hierbij worden de signaleringspunten niet geïsoleerd beoordeeld, maar in samenhang. Hiertoe zal veelal nadere informatie bij ♦ I s er sprake van een toereikend risicobeheer? ♦ I s er sprake van voldoende kwaliteit van de corporatie worden opgevraagd, zullen interne en externe (verantwoordings-) gesprekken plaatsvinden en zonodig toezicht informatie, zodat wanneer nodig tijdig on site. Vervolgens ligt de vraag voor hoe na deze analyse de risico’s worden ingeschat die kan worden bijgestuurd? ♦ I s er sprake van evaluatie en beoordeling reden waren voor de signalering. Ten slotte in het kader van de publieke taak, het richt het onderzoek zich op de beoordeling publiek belang? van de mogelijke continuïteitsrisico’s en op de maatregelen die deze risico’s mitigeren. 1.5 Beoordelingen 1.4 Systeemgericht toezicht Toezicht is een continu proces. Het is echter van belang dat dit proces een ijkpunt kent. Systeemgericht toezicht is niet beperkt tot Daarom brengt CFV jaarlijks een toezichtbrief de signaleringspunten van het dashboard. uit. Deze brief wordt standaard ook naar Systeemgericht toezicht richt zich op de RvC verzonden. In de toezichtbrief geeft corporaties waar gezien de omvang van de toezichthouder een reflectie op de de activiteiten toezicht nodig is op het uitkomsten van het beoordelingsproces. samenhangend stelsel van strategie, cultuur, Uiterlijk 1 november brengt CFV per bedrijfsmodel en interne beheersing. De corporatie een toezichtbrief uit. In bijzondere kernvraag hierbij is: heeft de corporatie de gevallen kan CFV hiervan afwijken. Wanneer interne beheersing, in het bijzonder met een corporatie in gebreke blijft met het betrekking tot financiële risico’s, toereikend aanleveren van gegevens, zal de toezichtbrief ingericht (opzet, bestaan en werking). Hierbij noodgedwongen een beperkter karakter wordt ook on site onderzoek gedaan, waarbij hebben, omdat CFV dan geen integraal de aanpak onderdeel kan zijn van een agenda oordeel kan hebben over de financiële zodat er door het hele jaar momenten positie van de corporatie. De nadruk zal dan kunnen zijn waarop dit wordt opgepakt. De liggen op maatregelen zonder een preciese bestuurder zal hierbij de toezichthouder uitspraak over de financiële beoordeling. moeten overtuigen dat hij/zij ‘in control’ is. Vanwege het niet integraal kunnen beoordelen, is niet te bepalen wat de risico’s Bij systeemgericht toezicht wordt onder precies zijn. Zolang een dergelijke situatie andere het volgende vastgesteld: duurt, kan CFV de handhavingsmaatregel ♦ Is er sprake van een duidelijke sturing opleggen dat de corporatie bepaalde (missie, visie, strategisch beleid en rechtshandelingen ter preventieve operationele doelen)? goedkeuring aan CFV moet voorleggen. ♦ I s er sprake van een transparante 12 organisatie en intern toezicht Als na het uitbrengen van de toezichtbrief (zowel in organisatiestructuur als nieuwe feiten voordoen, kan dat reden zijn cultuur, waaronder leiderschap en voor aanpassing van de beoordeling en het besluitvormingsprocessen)? opleggen van (nieuwe) interventies. Centraal Fonds Volkshuisvesting De beoordeling is risicogericht. Dit betekent ♦ De corporatie is geselecteerd op basis dat als de financiële positie niet als van risicosignalen. Na onderzoek van de onvoldoende wordt beoordeeld (in termen toezichthouder wordt vastgesteld dat er van vermogen en liquiditeitsratio’s), er indicaties zijn tot het doen van een verder geen indicaties zijn van aantasting van strekkende interventie. De corporatie maatschappelijk gebonden vermogen, de herkent zich niet in het oordeel van CFV risicobeheersing geen aanleiding geeft tot en/of geeft aan niet de ernst van de zorg en de verantwoording niet onvoldoende situatie te willen inzien, of is onvoldoende is, een beoordeling volgt die aangeeft dat in staat/bereid om uitvoering te er geen continuïteitsrisico’s van betekenis geven aan de door CFV opgelegde worden voorzien en dat CFV geen aanleiding herstelmaatregelen en/of de financiële ziet tot interventie. situatie is zeer urgent. In deze situaties wordt de corporatie onder verscherpt De volgende oordelen zijn mogelijk: toezicht geplaatst. De corporatie moet ♦ D e corporatie is niet geselecteerd op een herstelplan opstellen. Wanneer basis van de risicosignalen en geeft geen het herstel daadwerkelijk optreed en aanleiding tot interventies; er voldoende uitzicht is op financiële ♦ D e corporatie is geselecteerd op basis van continuïteit, wordt het verscherpt de risicosignalen. Na onderzoek van de toezicht teruggebracht naar regulier toezichthouder wordt vastgesteld dat er toezicht. geen indicaties zijn die tot een interventie leiden; 1.6 Interventies financieel toezicht ♦ D e corporatie is geselecteerd op basis van de risicosignalen. Na onderzoek van In de interventieladder, opgenomen aan het de toezichthouder wordt vastgesteld dat eind van deze paragraaf, wordt een koppeling er indicaties zijn tot het doen van een gelegd tussen de interventies en de indeling interventie. Wanneer de corporatie op één van het financieel toezicht in drie fasen: specifiek onderdeel de performance moet regulier toezicht, verscherpt toezicht en verbeteren, kan volstaan worden met het sanering. Iedere corporatie bevindt zich op opleggen van een maatregel; elk moment in een bepaalde toezichtfase. ♦ D e corporatie is geselecteerd op basis De toezichtfase bepaalt ook of er (vanuit een van risicosignalen. Na onderzoek van de eerdere beoordeling) monitoring plaatsvindt toezichthouder wordt vastgesteld dat er op de realisatie van afspraken of dat er indicaties zijn tot het doen van een verder monitoring moet gaan plaatsvinden op grond strekkende interventie. In deze situaties van de nieuwe beoordeling. De toezichtbrief wordt een verbeterplan opgelegd dat zal hierbij een verbinding leggen met moet leiden tot de realisering van een hetgeen in de eerdere brief als agenda is door CFV omschreven einddoel. In het neergelegd en vastleggen in hoeverre de verbeterplan moet de corporatie aangeven agenda naar behoren is afgehandeld. op welke manier dit doel gerealiseerd zal worden; Beleidsregels 2015 13 Dit zal mede van belang zijn voor de bepaling ♦ De corporatie is niet voornemens een van de toezichtfase op grond van de laatste beleidswijziging door te voeren in relatie beoordelingsronde. Bij monitoring zullen tot de geconstateerde risico’s of zet gesprekken met bestuur en RvC plaatsvinden. daartoe niet de juiste stappen in het juiste tempo; Corporaties dienen hun maatregelen ♦ De corporatie is niet bereid en verbeteracties in te bedden in hun om medewerking te verlenen reguliere planning en controlcyclus. aan informatieverzoeken of Daarnaast houdt de corporatie conform de monitoringsafspraken de toezichthouder toezichtactiviteiten van CFV; ♦ De kwaliteit van de aangeleverde op de hoogte van de voortgang van de informatie richting CFV is bij voortduring ingezette maatregelen. Belangrijk element onvoldoende; in de monitoring is of corporaties plannen ♦ C FV heeft ernstige zorgen of twijfels aanleveren die van voldoende kwaliteit zijn. over het functioneren van de governance De interventies uit het regulier toezicht binnen de corporatie (inclusief de rol van kunnen ook ingezet worden bij verscherpt toezicht. Differentiatie naar intensiteit wordt RvT/RvC); ♦ C FV heeft vermoedens of kennis van onder meer bepaald door het risicoprofiel. onrechtmatig handelen of van schending Bij een corporatie met een hoog risicoprofiel van de integriteit. zal de intensiteit van de interventie en de frequentie toenemen. Het criterium ‘financiële continuïteit is in gevaar’ wordt door CFV breed Regulier toezicht geïnterpreteerd. De continuïteit kan Bij regulier toezicht is de financiële in gevaar komen door liquïditeits- of continuïteit van de corporatie niet in solvabiliteitsproblemen, maar ook door gevaar. Wel kunnen er risico’s zijn die voor verliezen die het maatschappelijke gebonden CFV aanleiding zijn tot het opleggen van vermogen substantieel aantasten. interventies. CFV kan bijvoorbeeld oordelen dat een corporatie maatregelen moet nemen Indien CFV een corporatie onder verscherpt om te komen tot een betere risicobeheersing. toezicht plaatst, zal CFV altijd een gesprek CFV kan ook een verbeterplan opleggen. voeren met de RvC en bestuur. De uitvoering van maatregelen en Bij verscherpt toezicht zal CFV de corporatie verbeterplannen wordt door CFV gemonitord. aanzetten tot het maken van een herstelplan. CFV zal SMART formuleren aan welke 14 Verscherpt toezicht doelstellingen het herstelplan moet Bij de overgang van regulier naar verscherpt voldoen. Ook het herstelplan moet SMART toezicht worden onderstaande criteria geformuleerd worden. Als CFV akkoord gaat gehanteerd. De opsomming is niet limitatief. met het herstelplan, wordt de uitvoering ♦ De financiële continuiteit is in gevaar: periodiek gemonitord. De te stellen eisen het risico op continuïteitsproblemen op aan het herstelplan en de frequentie van korte dan wel middellange termijn is monitoring verschillen afhankelijk van de zodanig groot, dat correctie dringend en aard en omvang van de problematiek. noodzakelijk is; Doorgaans zal de corporatie meewerken. Centraal Fonds Volkshuisvesting Er zijn echter situaties denkbaar dat een Fase Interventies Ad hoc nadere inlichtingen (met of zonder accountants- beschikt over voldoende expertise om de verklaring) beoogde eindsituatie te bereiken. In dat Periodieke gegevensopvraging geval zal CFV -gelet op de noodzaak en Gesprek met bestuurder urgentie van herstelmaatregelen- overgaan Gesprek met controller tot het geven van een aanwijzing waarin de Gesprek met RvT/RvC geëigende maatregelen worden verplicht. Informatie uitwisseling met andere toezichthouders of WSW Ook de aanstelling van een externe Periodieke rapportageplicht (monitoring) toezichthouder of onder bewindstelling van Specifieke aanvullende informatie gericht op verbeteren bestuur en/of RvT/RvC door de minister is geconstateerde onvolkomenheden mogelijk. Het verscherpt toezicht wordt beëindigd als het gewenste herstel bereikt is. Het kan ook Regulier toezicht corporatie niet wil meewerken of niet Het geven van (bestuurs)verklaringen door de corporatie met door CFV verlangde do’s en dont’s (vetorecht op rechtshandelingen van corporatie bij tekortschieten gegevensverstrekking) eindigen door het indienen van een aanvraag Opleggen maatregel tot maken en uitvoeren van een tot sanering (indien dat aan de orde is), verbeterplan (bij gebrek aan medewerking kan CFV een door het aangaan van een fusie, door het aanwijzing geven) beëindigen van de status van toegelaten Geven van een aanwijzing instelling en door intrekking van de toelating. Aanstellen van extern toezichthouder (passief of actief ) CFV zal bij het opheffen van verscherpt Opleggen last onder dwangsom indien de corporatie toezicht een evaluatiegesprek voeren met de in strijd handelt met een gegeven aanwijzing of met de corporatie. maatregel dat een extern toezichthouder (passief of actief ) is aangesteld Opleggen maatregel tot maken en uitvoeren van een De saneringsfase is gericht op het financieel herstelplan (bij gebrek aan medewerking kan CFV een gezond maken van een corporatie, zodanig aanwijzing geven) dat de corporatie weer in aanmerking komt Geven van een aanwijzing voor borging door WSW. Voor dit traject Publicatie van de plaatsing onder verscherpt toezicht staan in principe dezelfde interventie- Het entameren van een aansprakelijkstelling van de instrumenten ter beschikking als bij het veroorzaker(s) van wanbeleid verscherpt toezicht, met het verschil dat CFV in de saneringsfase geldelijke steun kan bieden en daaraan voorwaarden en verplichtingen kan verbinden. Verscherpt toezicht Sanering Benoemen externe toezichthouder (passief of actief ) Opleggen last onder dwangsom indien de corporatie in strijd handelt met een gegeven aanwijzing of met de maatregel dat een extern toezichthouder (passief of actief ) is aangesteld Fasen van toezicht De rechtbank kan op verzoek van de minister de corporatie In het toezicht zijn drie fasen te onder bewind stellen identificeren die oplopen in intensiteit van De minister kan de toelating intrekken toezichtaandacht en in de zwaarte van Vetorecht op rechtshandelingen van corporaties als de interventies. De in het schema opgenomen risico’s op discontinuïteitsproblemen op korte dan wel interventies zijn niet limitatief. middellange termijn te groot worden geacht Beleidsregels 2015 15 1.7 Handhavingsmaatregelen Omdat de mandatering van handhavingsmaatregelen zeer recentelijk CFV heeft in het kader van het heeft plaatsgevonden, zal CFV het beleid financieel toezicht de volgende ten aanzien van deze bevoegdheden nader handhavingsmaatregelen: uitwerken. Dit uitgewerkte beleid wordt ♦ H et bepalen dat bepaalde geplaatst op de website van CFV. rechtshandelingen ter preventieve goedkeuring moeten worden voorgelegd; CFV zal bij het opleggen van een ♦ H et geven van een aanwijzing; handhavingsmaatregel toetsen ♦ H et aanstellen van een passief aan de algemene beginselen van toezichthouder; ♦ H et aanstellen van een actief toezichthouder; ♦ H et opleggen van een last onder dwangsom. behoorlijk bestuur, zoals bijvoorbeeld het zorgvuldigheidsbeginsel, het proportionaliteitsbeginsel en het effectiviteitsbeginsel. Dit brengt onder andere mee dat CFV een corporatie zal horen voordat wordt overgegaan tot het opleggen De eerste maatregel heeft CFV op grond van van een handhavingsmaatregel. Tevens zal de Woningwet en de daarop gebaseerde CFV informatie uitwisselen met ILT en nauw AmvB’s, te weten de artikelen 5 van het BCFV samenwerken waar de aandachtsvelden van en 31 van het Bbsh. het volkshuisvestelijke en het financiële De overige vier maatregelen heeft de toezicht samenlopen. Daartoe worden minister gemandateerd aan CFV. De minister in voorkomende gevallen gegevens heeft in zijn brief van 2 december 2013 uitgewisseld en wordt de toezichtaanpak, (Kamerstukken II 2013-2014, 29 453, nr. waaronder ook valt het opleggen van een 338) over het inrichten van het toezicht handhavingsmaatregel, afgestemd. op woningcorporaties het belang van een tweede lid en 105 van de Woningwet tot het Het bepalen dat bepaalde rechtshandelingen vooraf ter preventieve goedkeuring moeten worden voorgelegd geven van een aanwijzing, het voorafgaand Op grond van art. 31 van het Bbsh en art. 5 goedkeuren van bepaalde handelingen van het BCFV dienen corporaties uiterlijk (aanstellen passief toezichthouder), het 1 februari en 1 juli de omschreven stukken aanstellen van een actief toezichthouder en bij CFV in te leveren. Voor CFV is van belang het opleggen van een last onder dwangsom dat corporaties de informatie die zij op grond gemandateerd aan CFV. Hieronder wordt van het Bbsh en BCFV dienen te verstrekken ingegaan op bovengenoemde bevoegdheden daadwerkelijk en tijdig indienen. Deze van CFV. Het mandaatbesluit is op 4 informatie wordt gebruikt ten behoeve van september 2014 in werking getreden (Stcrt. het toezicht op en het kunnen beoordelen 2014, nr. 25 239 ). van corporaties. De wetgever heeft CFV slagvaardig financieel toezicht onderstreept. In verband daarmee heeft de minister zijn bevoegdheden op grond van de artikelen 70d, daarom opgedragen om, als corporaties de benodigde bescheiden en informatie niet tijdig indienen, onverwijld aan corporaties 16 Centraal Fonds Volkshuisvesting een termijn van ten hoogste vier weken te verricht, totdat de benodigde bescheiden en stellen om dat alsnog te doen. informatie alsnog worden ingediend. Het gaat om de gegevens bedoeld in art. CFV beseft dat het treffen van een dergelijke 25a e.v. en 30 Bbsh (Bijlage I, II en IV van maatregel, als ingrijpend moet worden het Bbsh en de accountantsmededeling op beschouwd. Toepassing ervan zal daarom grond van Bijlage III Bbsh). CFV stelt, nadat zorgvuldig, proportioneel en effectief de gestelde termijn van twee weken in de moeten zijn. De vraag óf een dergelijke door CorpoData verstuurde rappelbrief is maatregel wordt getroffen en zo ja, welke verstreken, een termijn van twee weken rechtshandelingen aan voorafgaande aan corporaties die de dPi en dVi niet tijdig instemming van CFV worden onderworpen, hebben ingediend. Voor de gevallen waarin is sterk afhankelijk van de specifieke de indiening van de bescheiden en informatie omstandigheden van het geval en zal dus ook dan nog steeds achterwege blijft, is CFV dan pas definitief bepaald kunnen worden. de bevoegdheid gegeven te bepalen dat Dat neemt niet weg dat enkele algemene bepaalde rechtshandelingen uitsluitend afwegingscriteria wel degelijk zijn te na goedkeuring van CFV mogen worden bepalen. Bij de overweging om tot oplegging van de Artikel 5, lid 4, BCFV en artikel 31, lid maatregel over te gaan, kunnen onder andere 3, Bbsh bepalen dat CFV kan bepalen de volgende criteria een rol spelen: dat bepaalde rechtshandelingen ter ♦ K an de corporatie aantonen dat de preventieve goedkeuring aan CFV termijnoverschrijding buiten de schuld moeten worden voorgelegd, indien de van de corporatie of door overmacht is toegelaten instelling de ontbrekende ontstaan? bescheiden niet verstrekt binnen de gestelde termijn krachtens het tweede lid van het Bbsh respectievelijk vierde lid van het BCFV. ♦ B etreft het een corporatie die een herstelof verbeterplan moet indienen en/of die wordt gemonitord? ♦ I s de termijnoverschrijding (overwegend) een gevolg van bestuurlijke patstelling of bestuurlijke onenigheid? ♦ I s in eerdere jaren een maatregel opgelegd als gevolg van niet tijdige indiening van de dPi en/of dVi-gegevens? ♦ I s de corporatie geselecteerd voor nader onderzoek, omdat het risicoprofiel van zo‘n corporatie groter is? ♦ W at is de aard van het ontbrekende stuk/ de ontbrekende stukken? Beleidsregels 2015 17 Na de afweging of toepassing van een In beginsel worden de volgende maatregel noodzakelijk is, dient bepaald te rechtshandelingen verboden zonder worden welke inhoud de maatregel heeft. De voorafgaande goedkeuring van CFV: volgende criteria zullen onder andere worden ♦ H et aangaan van financiële verplichtingen betrokken bij de afweging omtrent welke voor (nieuw)bouwactiviteiten en iedere rechtshandelingen worden onderworpen aan aan- en verkooptransactie met een preventieve goedkeuring: financiële omvang groter dan de in de ♦ H et betreffen rechtshandelingen die staffel genoemde bedragen. ‘substantieel’ de financiële positie van de Naast een eventuele maatregel zal de corporatie raken; corporatie een verbeterplan dienen ♦ R echtshandelingen die door de corporatie verricht moeten worden ter voldoening welke maatregelen door de corporatie aan (op het moment van het opleggen genomen worden om in de toekomst wel van de maatregel) lopende verplichtingen tijdig de gevraagde gegevens te kunnen jegens derden, vallen niet onder de aanleveren. Indien een corporatie geen maatregel; maatregel opgelegd krijgt, wordt een ♦ B ij de keuze van rechtshandelingen die nieuwe termijn gesteld. Indien deze onderworpen worden aan preventieve termijn wederom niet gehaald wordt, goedkeuring door CFV wordt, waar volgt alsnog een handhavingsmaatregel. mogelijk en relevant, rekening gehouden De handhavingsmaatregel vervalt van met directe belangen van derden. rechtswege zodra alle bescheiden binnen Voor invulling van de term ‘substantieel‘ wordt in beginsel de volgende staffel gehanteerd: Aantal vhe Rechtshandelingen boven onderstaande bedragen moeten worden voorgelegd 18 aan te leveren waarin zij uiteen zet < 500 € 50.000,- 501-1500 € 100.000,- 1501 - 5.000 € 250.000,- 5.001- 20.000 € 500.000,- 20.001 - 50.000 € 1.000.000,- > 50.001 € 5.000.000,- Centraal Fonds Volkshuisvesting zijn. Artikel 70d, lid 2, bepaalt dat bij of krachtens AMvB omtrent het toezicht nadere voorschriften worden gegeven. Daarbij kan worden bepaald dat in de bij die maatregel aangegeven gevallen: a. Onze minister een toegelaten instelling een aanwijzing kan geven om een of meer handelingen te verrichten of na te laten; b. een toegelaten instelling bepaalde handelingen slechts kan verrichten na voorafgaande goedkeuring en c. ten behoeve van door een toegelaten instelling te verrichten handelingen een plan wordt opgesteld door een door onze minister aan te wijzen persoon of instantie. In de artikelen 41 en 43 Bbsh is dit nader uitgewerkt. In het mandaatbesluit is geregeld dat CFV Het aanstellen van een passief toezichthouder een aanwijzing kan opleggen. CFV kan een CFV kan in het belang van de aanwijzing opleggen indien dat in het belang volkshuisvesting bepalen dat een corporatie van de volkshuisvesting is. Het belang van bepaalde handelingen slechts kan verrichten de volkshuisvesting omvat onder andere met de voorafgaande instemming van een het voeren van een zodanig financieel of meer door hem aangewezen personen of beleid en beheer, dat het voortbestaan instanties, dan wel met zijn voorafgaande van de corporatie in financieel opzicht is instemming. CFV zal een tijdvak bepalen gewaarborgd en het batige saldi uitsluitend waarin deze eis geldt en zal bepalen voor kan bestemmen voor werkzaamheden welke handelingen deze eis geldt. CFV brengt op het gebied van de volkshuisvesting. de kosten van de werkzaamheden van de Het gaat hierbij dus om handelingen of personen of instanties in rekening bij de nalatigheden van corporaties die in strijd corporatie en zal dit vermelden in het besluit. Het geven van een aanwijzing zijn met letter, doel of strekking van de zal CFV de verplichting opgeleggen dat Het aanstellen van een actief toezichthouder het handelen in strijd met het belang van In het mandaatbesluit is geregeld dat CFV de volkshuisvesting wordt opgeheven of een actief toezichthouder kan benoemen dat voorgenomen handelen in strijd met indien een corporatie een aanwijzing van het belang van de volkshuisvesting wordt CFV niet opvolgt waarin de corporatie nagelaten. CFV zal in de aanwijzing een de verplichting is opgelegd dat bepaalde termijn opnemen waarbinnen daaraan moet handelingen niet kunnen worden verricht zijn voldaan. Verder zal de aanwijzing de zonder dat voorafgaand daaraan een gevolgen vermelden die CFV verbindt aan schriftelijk plan is opgesteld. Alvorens CFV het niet voldoen aan de aanwijzing. Bij een hiertoe overgaat, stelt CFV de corporatie in besluit om een aanwijzing te geven zal CFV de gelegenheid om binnen een door CFV te de situatie van de volkshuisvesting betrekken bepalen termijn aannemelijk te maken dat in de gemeenten waar de corporatie feitelijk de corporatie binnen een redelijke termijn werkzaam is. CFV kan een of meer gemeenten zal voldoen aan de aanwijzing. CFV brengt in de gelegenheid stellen om hun zienswijze de kosten van de werkzaamheden van deze kenbaar te maken. Van de aanwijzing zal CFV personen of instanties in rekening bij de mededeling doen in de Staatscourant. corporatie en zal dit vermelden in het besluit. regelgeving hieromtrent. In de aanwijzing Beleidsregels 2015 19 In artikel 105 van de Woningwet staat dat de minister aan een toegelaten instelling die in strijd handelt met een maatregel als bedoeld in artikel 70d, tweede lid, tweede volzin, onderdeel a, b, of c, een last onder dwangsom kan opleggen. Het opleggen van een last onder dwangsom CFV kan op grond van het mandaatbesluit aan een corporatie een last onder dwangsom opleggen indien een corporatie: ♦ in strijd handelt met een aanwijzing; ♦ i n strijd handelt met de maatregel dat een corporatie bepaalde handelingen slechts kan verrichten na voorafgaande goedkeuring; ♦ o f in strijd handelt met de maatregel dat ten behoeve van door een corporatie te verrichten handelingen een plan wordt opgesteld door een door CFV aan te wijzen persoon of instantie. De last onder dwangsom omschrijft de te nemen herstelmaatregelen. Tevens wordt er een termijn gesteld gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom betaald moet worden. De dwangsom wordt vastgesteld op een bedrag ineens of op een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd, dan wel per overtreding van de last. CFV stelt tevens een bedrag vast waarboven geen dwangsom meer wordt opgelegd. De bedragen staan in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en tot de beoogde werking van de dwangsom (evenredigheidsvereiste). 20 Centraal Fonds Volkshuisvesting 2 Zes domeinen van financieel toezicht CFV houdt risicogericht toezicht op de CFV vernieuwt de risicoanalyse als onderdeel financiële positie van de corporaties. Vanuit van continu toezicht periodiek op basis van een zestal invalshoeken ( toezichtvelden) de aangeleverde informatie, aangevuld met voert CFV het toezicht uit. Daarbij richt CFV informatie die uit andere bronnen of vanuit zich primair op de korte termijn (liquiditeit) het verleden bekend is. Nieuwe feiten buiten en op de langere termijn (de solvabiliteit). de gestructureerde informatievoorziening Daarnaast beoordeelt CFV of de activiteiten kunnen een hogere frequentie in de en beleidsvoornemens van de corporatie op vernieuwing van de risicoanalyse danwel middellange termijn (huurbeleid, verkopen, de uiteindelijke financiële beoordeling tot sloop, et cetera) passen bij de financiële gevolg hebben. Voor CFV is de aangeleverde positie van de corporatie (draagkracht informatie van groot belang. De aandacht vermogen). voor dit toezichtdomein moet als resultaat Tevens beoordeelt CFV de risico’s die het inzicht opleveren of de kwaliteit van samenhangen met de financiële positie. CFV de verantwoording van een corporatie een beoordeelt daartoe -risicogericht- het door de voldoende niveau heeft om te gebruiken als organisatie gevoerde risicobeheer (financieel basis voor risicoanalyse. risicobeheer). Daarbij richt CFV zich in het bijzonder op de kwaliteit van de financiële De laatste jaren is bij een deel van verantwoording. CFV wil voordat gestart de corporaties gebleken dat zowel de wordt met toezichtactiviteiten vaststellen cijfermatige als de beleidsmatige consistentie dat de aangeleverde dVi/dPi en andere van de prognosecijfers zwak is. CFV gaat relevante verantwoordingsinformatie voor ervan uit dat de prognose informatie een CFV een voldoende basis voor de beoordeling weergave is van het vastgestelde beleid en vormen. CFV signaleert mogelijke risico’s op dat het feitelijk handelen van de corporatie weglek maatschappelijk gebonden vermogen. erop gericht is om de opgegeven activiteiten tegen de aangegeven opbrengst dan wel 2.1 Kwaliteit financiële verantwoording prijs tot stand te brengen. Dit betekent dat de uitgangspunten in de dPi (met name de De kwaliteit van de financiële programmering en de kasstroomprognose) verantwoording is van groot belang voor aansluiten bij de meest recente CFV. Indien de kwaliteit van de financiële meerjarenbegroting die door het intern verantwoording niet goed is, geeft dit aan toezichthoudend orgaan is goedgekeurd. dat de corporatie niet in control is. Beleidsregels 2015 21 Dit betekent ook dat als de dPi afwijkt van Hierbij worden o.a. de volgende de goedgekeurde meerjarenbegroting, de signaalpunten gebruikt: bestuurder voorafgaand aan de toezending ♦ B eeld CorpoData over de kwaliteit van van de dPi het intern toezichthoudend orgaan een bijgestelde meerjarenbegroting moet de in eerste instantie aangeleverde informatie dPi/dVi;/stresstest derivaten; laten goedkeuren. CFV is van mening dat er ♦ C orpoData-index 1; in dergelijke gevallen onvoldoende basis is ♦ S lechte scores in de Realisatie-indices; voor actualisering van de risicoanalyse c.q. ♦ F luctuaties in prognoses netto variabele het risicoprofiel. lasten; ♦ T wijfels over de verankering van de De kwaliteit van de financiële informatie is programmering, zoals: aansluiting met de een voorwaarde voor CFV als toezichthouder intern goedgekeurde meerjarenbegroting, om zijn taak goed te kunnen uitoefenen. ramingen van stichtingskosten, Afgelopen jaren heeft CFV ook bij diverse corporaties een onvoldoende kwaliteit verkoopopbrengsten of activeringen; ♦ D e signaleringen worden meegenomen in van de aangeleverde data geconstateerd het onderzoek als signaalbeeld aanleiding met betrekking tot reguliere stresstesten geeft tot verder onderzoek (§ 1.1 Het en bij tussentijdse meldingen bij het niet meer voldoen aan de 2% buffereis. CFV toezichtproces); ♦ T ijdens het onderzoek moet de vindt dit niet aanvaardbaar, omdat onjuiste toezichthouder zich een oordeel vormen informatie leidt tot een onjuist beeld van op basis van de beantwoording van de de stand en eventuele consequenties van volgende kernvragen: de derivatenportefeuille en/of leningen ♦ B iedt de basisdocumentatie met embedded derivaten. Dit belemmert (jaarverslag, prognose- en het toezicht van CFV en het gaat ten koste verantwoordingsgegevens (waaronder van een juiste informatievoorziening aan de stresstest), accountantsrapportages, minister. website, et cetera) voldoende vertrouwen om de continuïteit van Als bij toekomstige verantwoording (dVi, de corporatie (in brede zin) te kunnen dPi, stresstesten) blijkt dat de kwaliteit beoordelen? van de aangeleverde data tekortschiet, zal CFV interveniëren en zonodig maatregelen opleggen. Zo kunnen de bestuurder en het intern getrouw beeld van de (financiële) werkelijkheid van de corporatie? ♦ I n hoeverre geeft de toezichtorgaan aangesproken worden op hun basisdocumentatie het beeld dat verantwoordelijkheid. Zolang de kwaliteit de corporatie transparant is in haar van de verantwoording onvoldoende is, is verantwoording? het mogelijk om beperkingen op te leggen. Bijvoorbeeld door grenzen te stellen aan de verplichtingen die een corporatie kan aangaan. 22 ♦ G eeft de basisdocumentatie een Centraal Fonds Volkshuisvesting ♦ W at is het beeld van de corporatie ten aanzien van de kwaliteit van haar financiële verantwoording? 1 Op basis van het meerjarige ‘aanleveringsgedrag’ van corporaties, komt een beperkt aantal corporaties in beeld die data aanleveren van onvoldoende kwaliteit (cijfermatige consistentie of aansluiting met beleid), waarbij tevens een risico wordt gezien bij de kwaliteit van de interne sturing en verwantwoording. 2.2 Behoud van maatschappelijk gebonden vermogen ♦ De huurstelling rekening houdend met de taakopdracht, niet in overeenstemming De afgelopen jaren hebben laten zien dat er is met de kwaliteit van de grote verliezen zijn geleden met commerciële woongelegenheden of de kwaliteit niet in projecten, grondposities, derivaten en overeenstemming is met de taakopdracht. activiteiten in verbindingen. Dit heeft niet altijd geleid tot een continuïteitsprobleem in Signalen (onder kwaliteit risicobeheer zijn enge zin. Voor een deel is dit voorkomen door ook met dit toezichtdomein samenhangende additionele verkoop van bestaand bezit, het zaken opgenomen): bijstellen van ambities en in een enkel geval ♦ V erliezen in de jaarrekening; door het aantrekken van saneringssteun. ♦ E xtreem hoge stichtingskosten; ♦ E xtreem lage verkoopopbrengsten; De verantwoordelijkheid voor het behoud ♦ H oge netto-bedrijfslasten; van het vermogen ligt bij bestuur en intern ♦ G root verlies overige activiteiten danwel toezichthoudend orgaan. Gelet op de hoog niveau lasten leefbaarheid/overige omvang van het vermogen van de sector 2, het ontbreken van een duidelijke eigenaar organisatiekosten (functionele w/v); 3 en het niet optimaal functioneren van de beheer-, verhuur- en koopmarkt, vindt CFV ♦ De signaleringen worden meegenomen in het onderzoek (§ 1.1 Het toezichtproces); ♦ T ijdens het onderzoek moet de het van groot belang dat extern toezicht op toezichthouder zich een oordeel vormen het behoud van maatschappelijk gebonden op basis van de beantwoording van de vermogen plaatsvindt. volgende kernvragen: ♦ I s de corporatie zich ervan bewust dat Er is onder meer sprake van weglek van ze sober en doelmatig om moet gaan maatschappelijk gebonden vermogen met het haar ter beschikking staande wanneer een corporatie: ♦ Niet kostenefficiënt (leveren van maatschappelijk gebonden vermogen? ♦ I s de corporatie zich ervan bewust dat prestaties tegen de laagst mogelijke er sprake is van onnodige aantasting kosten) omgaat met het maatschappelijk van maatschappelijk gebonden gebonden vermogen; ♦ Sterk negatief afwijkende rendementen vermogen? ♦ W at is de belangrijkste oorzaak van realiseert op niet-Daeb-activiteiten mogelijk weglek van maatschappelijk (huur en koop) in vergelijking tot andere gebonden vermogen? corporaties of de markt; ♦ Niet-Daeb-activiteiten het ♦ I s de kans aanwezig dat weglek van maatschappelijk gebonden vermogen maatschappelijk gebonden vermogen blijft bestaan (permanent door dermate beklemmen dat de ruimte bijvoorbeeld hoge bedrijfslasten of voor Daeb-activiteiten (kerntaak) in het incidenteel door een misgelopen gedrang komt; 2 Op basis van volkshuisvestelijke exploitatiewaarde ruim € 45 miljard. Op basis van marktwaarde ruim € 139 miljard. 3 Corporaties hebben geen ‘aandeelhouders’ die belang hebben bij een optimale inzet van het vermogen. Beleidsregels 2015 nieuwbouw project)? ♦ 23 ♦ Heeft de corporatie maatregelen genomen om in de toekomst onnodige aantasting van maatschappelijk gebonden vermogen te voorkomen? ♦ Financieringsbehoefte niet-Daeb activiteiten; ♦ O mvang van de materiële vaste activa in exploitatie als percentage van het volkshuisvestelijk balanstotaal; 2.3 Kwaliteit risicobeheer/interne governance/soft controls ♦ S oft controls; ♦ D uidelijke sturing vanuit missie, visie en strategie; Risicobeheer is essentieel voor het ♦ G oed functioneren van intern toezicht; functioneren van corporaties. Het is de ♦ T oegesneden set aan ruggengraat van de governancestructuur, beheersingsinstrumenten want goed risicobeheer begint bij de (informatievoorziening en risicobeheer); hoofdstructuren en bij het gedrag ♦ L eiderschapsstijl die aansluit op de van bestuurders en medewerkers. corporatiedoelstelling (aandacht voor Interne governance is het samenspel reflectie op eigen gedrag); van bevoegdheden die de integere en professionele besluitvorming in organisaties op een transparante wijze bevordert. Interne governance is het normatieve kader waarbinnen besluiten worden genomen. De signalen en een eventueel onderzoek moeten ♦ B esluitvormingsproces biedt voldoende ruimte voor tegenspraak; ♦ I s de corporatie aangesloten bij de Governancecode woningcorporaties; ♦ R apportages van de accountant en jaarverslagen. duidelijk maken of er sprake is van een voldoende kwaliteit op dit toezichtdomein. De signaleringen kunnen aanleiding geven tot een nader onderzoek (§ 1.1. Het De slechte resultaten op het toezichtdomein toezichtproces). Tijdens het onderzoek moet ‘behoud maatschappelijk vermogen’ zijn vaak de toezichthouder zich een oordeel vormen veroorzaakt door onvoldoende beheersing op basis van antwoorden op de volgende van risico’s en onvolkomenheden in het kernvragen: besturingssysteem. Een onevenwichtige ♦ Is er sprake van een duidelijke en relatie tussen bestuurder en intern consistente sturing (doorvertaling van toezichthoudend orgaan speelt hier vaak missie → visie → strategische doelen naar een belangrijke rol. De checks en balances operationele doelen)? zijn in die gevallen niet op orde. Als de interne governance ter discussie staat, werkt CFV nauw samen met ILT. Deze ziet ♦ I s er sprake van een goed functionerend intern toezichtorgaan? ♦ I s er sprake van een toereikend toe op de volkshuisvestelijke prestaties, en werkende set aan rechtmatigheid, integriteit en de governance beheersingsinstrumenten van corporaties. (informatievoorziening en risicobeheer)? ♦ I s er sprake van een volledig en toereikend Signaalpunten: ingericht besluitvormingsproces (is ♦ O mvang productie in voornemens; hierbij sprake van volledige instemming ♦ O mvang van niet-Daeb activiteiten; met besluiten door de benodigde functionarissen binnen de organisatie)? 24 Centraal Fonds Volkshuisvesting VERANTWOORDING VOLGENS RJ645 ♦ I s er sprake van een leiderschapsstijl die Voor de indeling van de winst- en aansluit bij corporatiedoelstellingen? (Is verliesrekening in de jaarrekening zijn daarbij voldoende aandacht voor reflectie twee mogelijkheden: op het eigen gedrag en ruimte voor In het functionele model wordt het voldoende tegenspraak? Is er voldoende resultaat uit gewone bedrijfsvoering ‘countervailing power’ georganiseerd?). voor belastingen uitgesplitst naar een functionele indeling. Hierbij 2.4 Liquiditeit en financiering worden de opbrengsten en kosten weergegeven naar de verschillende De gevolgen van de financiële crises, bedrijfsfuncties: de vastgelopen woningmarkt en de ♦E xploitatie vastgoed beleidsinterventies van de Rijksoverheid ♦R esultaat vastgoedontwikkeling leiden tot toenemende financiële ♦R esultaat verkoop onzekerheid bij corporaties. Niet alleen vastgoedportefeuille ♦W aardeverandering vastgoedportefeuille onzekerheid op lange termijn, maar ook op korte termijn. Om die reden heeft CFV het toezicht verbreed met onder andere een ♦N etto resultaat overige activiteiten onderzoek naar de liquiditeitspositie van de ♦O verige organisatiekosten individuele corporaties. Verder kijkt CFV ook ♦Leefbaarheid naar de financiering van corporaties, omdat ♦F inanciële baten en lasten WSW alleen kijkt naar de financiering van Bij de categoriale indeling worden de corporaties die deelnemer zijn bij WSW. WSW bedrijfsopbrengsten en -lasten per kijkt dus niet naar de financiering van alle soort weergegeven (huuropbrengsten, corporaties. lonen/salarissen, sociale lasten, Dit toezichtdomein heeft betrekking op de afschrijvingen, overige bedrijfslasten) financiële consequenties van het beleid en niet toegerekend aan de eventueel van individuele corporaties in liquiditeits- verschillende bedrijfsactiviteiten. financieringstermen. De signaleringen en het CFV heeft voor verslagjaar 2013 de eventueel nader onderzoek moeten duidelijk keuze gemaakt dat corporaties in maken hoe de corporatie op balansdatum of de dVi moeten rapporteren op basis in de prognoseperiode zich verhoudt tot een van de functionele indeling. Het aantal liquiditeits- en financieringsratio’s. functionele model van de winst- en De score op de verschillende ratio’s kan verliesrekening geeft een beter inzicht indicaties opleveren voor beschikbaarheid- in de opbouw van het jaarresultaat en prijsrisico’s die de continuïteit van een van een corporatie, waarbij het corporatie op korte of middellange termijn jaarresultaat naar de verschillende onder druk kan zetten. De corporatie dient activiteiten van de corporatie wordt in dit verband CFV steeds onmiddellijk uitgesplitst en de omvang van de in kennis te stellen van de meest recente niet aan de vastgoedportefeuille toe correspondentie met WSW (bijvoorbeeld te rekenen baten en lasten, separaat uitslagbrief). worden weergegeven als overhead. Beleidsregels 2015 25 Een onderdeel van dit kader vormt ook afsluiten van nieuwe derivatentransacties het toezicht op derivaten. Het toezicht op per 1 oktober 2012; derivaten kent echter een bredere aanpak ♦ D e beoordeling van de benodigde dan alleen een focus op financiële risico’s. De liquiditeitsbuffer (2%) om de naleving van de beleidsregels van BZK wordt liquiditeitsverplichtingen uit hoofde van ook betrokken in de vormgeving van toezicht de derivatencontracten te voldoen; op derivaten. ♦ D e beoordeling van de interne organisatie rond financiële derivaten. Een complicerende factor in het toezicht In de beleidsregels derivaten is bepaald op liquiditeiten blijft vooralsnog het dat CFV de risico’s vanwege het bezit van ontbreken van de implementatie van de financiële derivaten bij zijn jaarlijkse oordeel staatssteunregels met betrekking tot de over de corporaties betrekt. Daarnaast vermogensscheiding en daarmee ook regels actualiseert CFV periodiek de bestaande met betrekking tot een scheiding van de Q&A’s betreffende de beleidsregels derivaten kasstromen tussen Daeb en niet-Daeb. en publiceert deze op zijn website. Signalen: Toezichtbelemmerendebepalingen ♦ D e rentedekkingsgraad (ICR); Op grond van de beleidsregels ♦ E xploitatiekasstroom gedeeld door derivaten dienen corporaties, die rentelasten en genormeerde aflossing toezichtbelemmerende bepalingen in (DSCR genormeerd); bestaande derivatencontracten hebben, ♦ L ange schulden gedeeld door leegwaarde, zich in te spannen om deze bepalingen marktwaarde en volkshuisvestelijke te elimineren uit de contracten. Hiervoor exploitatiewaarde; hebben corporaties in 2014 een plan van ♦ F inancieringsbehoefte niet-Daeb; aanpak opgesteld en aangeleverd aan CFV. ♦ R enterisico; Deze plannen zijn beoordeeld door CFV en ♦ N ominale schuld per gewogen corporaties zijn verzocht om voortvarend verhuureenheid; ♦ A anhouden liquiditeitsbuffer van 2% uitvoering te geven aan de genoemde maatregelen. Corporaties dienen aan te (voor de andere onderdelen van het tonen dat zij alle mogelijkheden hebben derivatentoezicht geldt een andere nagegaan en zo mogelijk hebben uitgevoerd aanpak. Deze wordt hieronder geschetst). om de toezichtbelemmerende bepalingen in de contracten te elimineren. CFV monitort Toezicht op derivaten de uitvoering van de maatregelen, mede op Op grond van de beleidsregels derivaten basis van een door corporaties eind 2014 heeft CFV een aantal taken en bevoegdheden opgegeven actuele stand van zaken. Indien gekregen, zoals: het eind 2014 niet is gelukt om de bepalingen ♦ De beoordeling van de plannen uit de contracten te elimineren, dient de betreffende de afbouw van corporatie zich te blijven inspannen om de derivatencontracten waarin clausules bepalingen te elimineren en CFV daarvan zijn opgenomen die het toezicht kunnen jaarlijks op de hoogte te houden. CFV blijft belemmeren; deze corporaties in 2015 toetsen of zij ♦ D e naleving van de bepalingen bij het 26 Centraal Fonds Volkshuisvesting actief blijven om de toezichtbelemmerende bepalingen uit de contracten te elimineren. in overleg met CFV een plan van aanpak te Corporaties die in 2015 nog contracten met worden opgesteld, gericht op het binnen een toezichtbelemmerende bepalingen hebben, haalbare termijn weer kunnen voldoen aan zullen in 2015 standaard in het reguliere de 2%-punt norm. beoordelingsproces nader onderzocht Melding dient plaats te vinden via een worden op de voortgang van de genomen daarvoor ontwikkelde applicatie die door CFV maatregelen. beschikbaar is gesteld. Indien achteraf blijkt dat corporaties ten onrechte geen melding Nieuwe derivatentransacties hebben gemaakt in relatie tot art. 8 van de De voorwaarden waaraan corporaties dienen beleidsregels derivaten zal CFV interveniëren te voldoen bij het afsluiten van nieuwe en het opleggen van een sanctie overwegen. derivatentransacties liggen vast in de De meldingsplicht staat los van de artikelen 2 tot en met 7 van de beleidsregels stresstesten, zoals CFV die periodiek zal derivaten en hebben onder meer betrekking blijven uitvoeren. De uitkomsten van de op het type derivaat, de looptijd, de stresstesten en meldingen in relatie tot rating van tegenpartijen en de model- de 2%-punt norm zullen in 2015 worden en raamovereenkomsten van de nieuwe gekoppeld aan de reguliere financiële derivaten. In het controleprotocol Bbsh is beoordelingen. Corporaties die niet aan op deze punten een controlerende rol door de 2%-punt norm voldoen zullen in 2015 de accountant ingebouwd. De accountant worden gemonitord in de uitvoering van de zal jaarlijks in het Assurancerapport maatregelen gericht op het verminderen overtredingen rapporteren. De bevindingen van het liquiditeitsrisico. Afhankelijk door de accountant over verslagjaar van renteontwikkelingen en specifieke 2014 zullen in 2015 beschikbaar zijn. Bij omstandigheden zal CFV in 2015 een of geconstateerde overtredingen zal CFV meerdere stresstesten uitvoeren. in 2015 interveniëren, waarbij ook de mogelijkheid van het opleggen van een Interne organisatie sanctie in de afweging wordt betrokken. Corporaties die financiële derivaten gebruiken, dienen hun interne organisatie op Liquiditeitsbuffer en meldingsplicht adequate wijze daarop te hebben ingericht. Conform art. 8 van de beleidsregels derivaten Dit betekent conform de beleidsregels dienen corporaties die financiële derivaten derivaten dat in elk geval moet zijn geborgd gebruiken, daarvoor een liquiditeitsbuffer dat er voldoende aandacht is voor: aan te houden die ten minste groot genoeg ♦ D e wijze waarop en de mate waarin het is om de uit de derivatenportefeuille gebruik van financiële derivaten bijdraagt voortvloeiende liquiditeitsverplichtingen ten aan het beperken van risico’s bij het gevolge van een daling van de vaste rente in financiële beleid en beheer; de markt met 2%-punt te kunnen voldoen. ♦ D e interne organisatiestructuur inzake Corporaties dienen zelf te monitoren of aanschaf en gebruik van financiële aan de eisen in art. 8 van de beleidsregels derivaten, waaronder in elk geval regels derivaten wordt voldaan. Indien daar niet inzake bevoegdheden en mandatering, aan wordt voldaan dient dit onmiddellijk interne controle, interne verantwoording, bij CFV gemeld te worden. Vervolgens dient rol en betrokkenheid van de externe Beleidsregels 2015 27 accountant en rol en betrokkenheid van 2015/2016 zal risicogericht ingevuld worden het orgaan waaraan het toezicht op het door bij een geselecteerd aantal corporaties bestuur is opgedragen; nader onderzoek te verrichten. De wijze ♦ W aarborging van voldoende interne waarop CFV het nader onderzoek in 2015 professionaliteit inzake financiële uitvoert, is on site. Bij deze corporaties derivaten, ook bij de RvC; zullen diverse stukken betreffende de interne organisatie opgevraagd worden en zullen interviews gehouden worden met ♦ Beheersingsstructuren rond de risico’s financieel management, bestuur en RvC. van financiële derivaten, onder In het voorjaar 2015 zal CFV op de website meer gericht op de marktwaarde, communiceren hoe verdere uitwerking wordt de omvang en de samenstelling gegeven aan de risicogerichte invulling van van de derivatenportefeuille en de de beoordeling van de interne organisatie monitoring van de marktwaarde en rondom het gebruik van derivaten voor de de liquiditeitsbuffer in relatie tot het ronde 2015/2016. liquiditeitsrisico. Tijdens het onderzoek moet de In de externe verantwoording dient, op grond toezichthouder zich een oordeel vormen van de beleidsregels derivaten, aandacht op basis van beantwoording van de besteed te worden aan de interne organisatie volgende kernvraag: Zijn er financiële rond financiële derivaten. risico’s voor de corporatie, die tot acute In de beleidsregels derivaten is aangegeven liquiditeitsproblemen kunnen leiden en die dat CFV jaarlijks de opzet van de interne zonder aanzienlijke bijstellingen van beleid organisatie rond financiële derivaten tot liquiditeitssteun (WSW) of saneringssteun beoordeelt en hierover de corporatie en kunnen leiden? de minister omtrent zijn bevindingen 28 informeert. Bij de beoordeling van de MG’s 94-31 en 2001-26 opzet van de interne organisatie wordt een Het ministerie heeft aangegeven dat MG risicogerichte aanpak gehanteerd. 94-31 nog (deels) geldt voor die delen die De beoordeling van de interne organisatie niet gaan over derivaten waarvoor in 2012 2014/2015 is gericht op de externe de beleidsregels derivaten in de plaats verantwoording en de accountantsverslagen. zijn getreden. MG 94-31 ziet daarmee De jaarrekeningen van de corporaties voornamelijk op het (tijdelijk) beleggen van dienen een juist en volledig beeld te geven overtollige middelen door corporaties. In rondom het gebruik van derivaten en de MG is aangegeven dat een interpretatie dienen te voldoen aan specifieke eisen die dat risicovolle beleggingen zijn toegestaan, in de beleidsregels derivaten zijn gesteld. zolang de financiële continuïteit van de CFV toetst in deze beoordelingsronde de toegelaten instelling maar is gewaarborgd, externe verantwoordingsstukken van een niet juist wordt geacht. De norm, te geselecteerd aantal corporaties. Indien blijkt weten welke beleggingen wel en niet dat jaarrekeningen niet voldoen aan gestelde zijn toegestaan, is echter in de MG niet eisen, worden de betreffende corporaties uitgewerkt. Dit heeft tot overleg tussen CFV verzocht maatregelen te nemen. en ministerie geleid met als uitkomst dat het De beoordeling van de interne organisatie ministerie het voornemen heeft geuit om een Centraal Fonds Volkshuisvesting nieuwe beleidsregel uit te vaardigen met een 2.5 Solvabiliteit inkadering van de beleggingsmogelijkheden als nadere invulling van MG 94-31. Het De solvabiliteit van een corporatie geeft aan voornemen is om deze nieuwe beleidsregel in hoeverre de corporatie de verhuur van per 1 januari 2015 in werking te laten treden haar woningbezit langjarig kan voortzetten en CFV zal daar dan toezicht op houden. waarbij rekening wordt gehouden met haar financiële verplichtingen vanuit de balans. Zodra deze nieuwe beleidsregel is Het risico is dat bij de corporatie op lange gepubliceerd, zal CFV de nadere invulling van termijn geen toereikend verdienmodel de toezichtactiviteiten kunnen omschrijven bestaat. Bij de solvabiliteit kijkt CFV primair en zal CFV deze nadere invulling publiceren naar voortgezette verhuurexploitatie, zonder op de website. In MG 2001-26 zijn teksten rekening te houden met eventuele verkopen opgenomen over de toelaatbaarheid van van de corporatie (volkshuisvestelijke specifieke beleggingsvormen. Ook daarvoor exploitatiewaarde). Bij het toezichtdomein geldt dat de nieuwe beleidsregel van het solvabiliteit wordt op basis van signalen ministerie de toekomstige norm wordt bij het en eventueel nader onderzoek vastgesteld toezicht door CFV. of een corporatie op basis van voortzetting van het beheer op balansdatum aan haar ‘GELIJKE MONNIKEN, GELIJKE KAPPEN’ verplichtingen kan voldoen. Voor een extern financieel De financiële effecten van voorgenomen toezichthouder zijn verschillende activiteiten na balansdatum blijven hierbij parameters in de waardering een buiten beschouwing. De beoordeling is knelpunt. Het doet afbreuk aan gebaseerd op twee bouwstenen: het inzicht in de financiële positie ♦ Het volkshuisvestelijk vermogen op en de vergelijkbaarheid tussen corporaties. Om recht te doen aan balansdatum; ♦ H et vermogen dat op balansdatum het uitgangspunt ‘gelijke monniken, beschikbaar moet zijn om de risico’s en gelijke kappen’, corrigeert CFV de de vermogensbeklemming te kunnen uiteenlopende parameters. opvangen. De vermogensbeklemming heeft betrekking Correcties kunnen worden uitgevoerd op de Vennootschapsbelasting (Vpb). op de volgende onderwerpen: Onder ‘beklemming’ wordt verstaan het vermogen dat als buffer noodzakelijk ♦moment van discontering is om aan voorzienbare, structurele ♦verkoopportefeuille betalingsverplichtingen met betrekking tot ♦parameters Vpb te kunnen voldoen. Bij de financiële ♦levensduur beoordeling vormt de bedrijfswaarde ♦restwaarde gebaseerd op een voortgezette ♦lastenniveau verhuurexploitatie de waarderingsgrondslag. ♦verhuurdersheffing. Corporaties hebben in de financiële verslaglegging relatief grote vrijheid om naar eigen inzicht de waardering van activa en passiva uit te voeren. Beleidsregels 2015 29 Dit leidt ertoe dat gelijke omstandigheden ♦ C orporaties hebben over het algemeen door corporaties verschillend gewaardeerd de mogelijkheid hun financiële kunnen worden. positie te verbeteren door meer CFV hanteert een risiconiveau om de woningen te verkopen en/of minder solvabiliteit te beoordelen. Hierbij wordt te investeren dan voorgenomen in rekening gehouden met markt-, macro- de vijfjaarsperiode. De eventuele economische en operationele risico’s. Het aanpassing in de programmering leidt verschil tussen de verwachte kasstromen natuurlijk wel tot een inbreuk op het en de kasstromen op basis van een slechtweerscenario, wordt hierbij gekapitaliseerd, voorgenomen beleid van de corporatie; ♦ De sociale huursector is een rekening houdend met de samenhang tussen bijzondere sector met een eigen de risico’s. financieringsstructuur, inclusief een In principe wordt voor elke balanspost borgingsinstituut en saneringsfonds. afzonderlijk de hoogte van het risico bepaald De sector als geheel is solide. De dat verbonden is aan de realisatie van de gedragsrisico’s die het gevolg zijn waarde van de betreffende balanspost. van dit ‘vangnet’ zijn betrokken bij de Hierbij gaat het alleen om de neerwaartse formulering van de signalen; risico’s. De risicobepaling is gebaseerd op de ♦ B ij woningcorporaties waarbij de ‘value-at-risk’-benadering. marktwaarde (in jaar drie en vijf Er moet bij de waardering op basis van rekening houdend met een slecht- voortgezette verhuur (volkshuisvestelijke weerscenario) van de portefeuille exploitatiewaarde) een zodanige minder dan 150% bedraagt van de vermogensbuffer zijn, dat risico’s die volkshuisvestelijke exploitatiewaarde, verbonden zijn aan de waardering van de wordt een extra risicobuffer van 5% afzonderlijke balansposten (resultante van het balanstotaal gehanteerd. markt-, macro-economische en operationeel Tijdens het onderzoek moet de risico, risicoopslag vanwege beperkte marge toezichthouder de volgende kernvraag tussen marktwaarde en volkshuisvestelijke beantwoorden: Kan de corporatie de uit de exploitatiewaarde, Vpb-beklemming) kunnen balans voortvloeiende verplichtingen op basis worden opgevangen. van een voortgezette verhuurexploitatie opvangen? Een onvoldoende solvabiliteit In de risicobepaling (‘value-at-risk’) worden hoeft in dit verband niet direct te leiden tot de volgende uitgangspunten gehanteerd: een volledige discontinuïteit, maar heeft wel ♦ H et volkshuisvestelijk vermogen dient tot gevolg dat beleidsuitgangspunten voor de met 95% zekerheid groter dan nul te zijn; ♦ H et effect van de risico’s die zich in aangepast dienen te worden, wil de verhuur deze periode kunnen voordoen, wordt weer een voldoende balans opleveren. uitgedrukt in euro’s; In bijlage 1 wordt de verdere uitwerking van ♦ H et percentage van 95% is lager dan bij het toezicht op banken, pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen wordt gehanteerd. CFV kiest voor dit lagere percentage om de volgende redenen: 30 exploitatie, en ook voor de programmering, Centraal Fonds Volkshuisvesting de analyse van de solvabiliteit weergegeven. 2.6 Draagkracht vermogen op basis van voorgenomen beleid opvangen in jaar drie en aan het einde van de prognoseperiode. De draagkracht van het vermogen geeft aan CFV brengt de financiële risico’s van drie in hoeverre de beleidsvoornemens van de respectievelijk vijf jaar voorgenomen corporatie (huurbeleid, nieuwbouw, sloop, et activiteiten in kaart. CFV kiest voor twee cetera) passend zijn bij de financiële positie ijkmomenten in deze beoordeling. Drie van de corporatie. Het risico is aanwezig jaar omdat de activiteiten tot dit moment dat de corporatie meer activiteiten wil normaal gesproken redelijk hard vastliggen. uitvoeren of een te krap huurbeleid uitvoert, Indien er in de eerste drie jaren een onbalans waardoor de corporatie op middellange bestaat, is het goed om dit expliciet zichtbaar termijn (peilmoment jaar drie en jaar vijf) te maken. onvoldoende financiële buffer bezit om risico’s op te vangen. Een onbalans die wordt veroorzaakt in de Bij het toezichtdomein draagkracht vermogen laatste twee jaren, heeft vaak een andere staat de passendheid van de voornemens betekenis. De stuurbaarheid is bij deze in relatie tot de financiële mogelijkheden tijdshorizon groter. centraal. De signaalpunten (eventueel aangevuld met nader onderzoek) moeten Tijdens het onderzoek moet de duidelijk maken of de activiteiten voldoende toezichthouder de volgende kernvraag passend zijn. Wanneer dit niet het geval beantwoorden: is, zal de corporatie haar maatschappelijke ♦ Is de vermogensontwikkeling, die prestaties en beleid (voorgenomen het gevolg is van de voorgenomen activiteiten zijn in principe een neerslag van activiteiten, voldoende om de risico’s de prestatieafspraken tussen gemeente en (resultante markt-, macro-economische en corporatie) moeten aanpassen om tot een operationeel risico, risicoopslag vanwege gewenste balans te komen. beperkte marge tussen marktwaarde en De beoordeling draagkracht vermogen op volkshuisvestelijke exploitatiewaarde, basis van voorgenomen beleid richt zich op Vpb-beklemming) op te vangen die aan de de financiële lasten en opbrengsten van de uitvoering van de voornemens verbonden voorgenomen activiteiten in verhouding zijn? tot de financiële mogelijkheden van de corporatie in de prognoseperiode. In bijlage 1 wordt de verdere uitwerking van de analyse van draagkracht vermogen De beoordeling van de financiële passendheid in relatie tot de voorgenomen activiteiten van het activiteitenpatroon is gebaseerd op weergegeven. twee bouwstenen: ♦ Het volkshuisvestelijk vermogen in jaar drie en aan het eind van de prognoseperiode; ♦ H et vermogen dat beschikbaar moet zijn om de risico’s en de vermogensbeklemming te kunnen Beleidsregels 2015 31 3 Sanering Art. 71a van de Woningwet bepaalt Eén van de hoofdtaken van CFV is het saneren dat CFV subsidie aan toegelaten van woningcorporaties. Deze taak is het instellingen verstrekt ter bevordering vangnet van het financieel toezicht. Indien van de sanering van toegelaten blijkt dat een corporatie niet zelfstandig tot instellingen die niet beschikken over financieel herstel kan komen, komt zij in de noodzakelijk te achten financiële aanmerking voor een subsidiebijdrage. Deze middelen. saneringssteun wordt door de corporaties gezamenlijk gefinancieerd, via een door CFV In het BCFV, voor het laatst gewijzigd opgelegde (verplichte solidariteits-)heffing. Stb. 2008, 239 staan nadere regels Daarnaast zijn WSW en CFV in het over de inhoud van de door CFV op te kader van de zekerheidsstructuur een stellen beleidsregels ten aanzien van naadloze aansluiting overeengekomen, de verstrekking van saneringssteun die is vastgelegd in het Convenant door CFV. naadloze aansluiting (bijlage 3). Deze naadloze aansluiting houdt in dat een Art. 6 van het BCFV bepaalt dat corporatie die niet voldoet aan de de beleidsregels wat betreft kredietwaardigheidscriteria van WSW en saneringssteun in ieder geval geen borging krijgt van WSW, in aanmerking betreffen: komt voor sanering door CFV indien de eigen ♦D e wijze van indiening van een mogelijkheden om de problematiek op te aanvraag; ♦D e door de aanvrager te verstrekken gegevens; ♦D e criteria voor de beoordeling van een aanvraag voor saneringssteun; ♦D e aan de steunverlening te lossen uitgeput zijn. Wanneer een corporatie saneringssteun nodig heeft, is CFV verplicht een saneringsaanvraag in behandeling te nemen. De voorwaarde is dat de aanvraag voldoet aan de eisen in deze beleidsregels. CFV dient verbinden verplichtingen of de corporatie in zijn geheel te saneren. De voorschriften; oorzaak van de financiële problemen, de ♦D e sanctie op het niet verstrekken van gegevens. samenstelling van het bezit (Daeb of nietDaeb) en de wijze van financieren (geborgd of ongeborgd) doen hier niet aan af. 32 Centraal Fonds Volkshuisvesting Algemeen voorbehoud bij de verstrekking van een sanering bevinden zich binnen de van saneringssteun is dat CFV in principe driehoek: slechts steun kan toekennen voor zover ♦ Zelfstandig voldoen aan de het beschikbare budget voor steun van CFV toereikend is. kredietwaardigeheidscriteria van WSW; ♦ E en fusie of overname waarbij de nieuwe (fusie)corporatie voldoet aan de Procesaanpassing Mede naar aanleiding van opmerkingen van corporaties en andere belanghebbenden, kredietswaardigheidscriteria van WSW; ♦ H et opheffen van de corporatie zonder restschuld. is het saneringsproces aangepast. Doel is Bij de sanering kiest CFV voor een aanpak drieledig: waarbij de focus ligt op de continuïteit ♦ D oorvoeren van procesverbeteringen; van het Daeb bezit, het oplossen van ♦ K omen tot een standaard aanpak; financiële problemen (voldoen aan ♦ V erbetering van de sectorbetrokkenheid. kredietwaardigheidscriteria van WSW), Een belangrijke voorwaarde is dat ze passen zo laag mogelijke kosten voor de binnen de huidige regelgeving en afspraken. corporatiesector (benut draagkracht Naast input uit enkele sectorbijeenkomsten saneringscorporatie), het zoveel als zijn deze aanpassingen besproken met Aedes, mogelijk terug brengen van risico’s voor ILT en WSW. de corporatiesector en het verhalen van de schade op de aansprakelijke(n). De vraag van corporaties en andere Bovendien streeft CFV naar effectieve belanghebbenden om meer duidelijkheid en ingrepen, die op efficiënte wijze worden betrokkenheid bij de sanering heeft geleid tot uitgevoerd. Een sanering vereist daarom een de volgende veranderingen: belangenafweging tussen de kosten van de ♦ A anpassing van deze beleidsregels sanering, de omvang en beheersbaarheid (transparantie); ♦ I nzicht geven in het saneringsproces van de (financiële) risico’s en de duur van de saneringsperiode. door te communiceren over belangrijke momenten in de sanering (informeren); 3.1 Saneringsproces en betrokkenen ♦ A chteraf verantwoording afleggen over inhoudelijke beslissingen tijdens het Corporaties staan altijd onder (verscherpt) saneringtraject. toezicht van CFV. Ook saneringscorporaties. Door deze veranderingen zijn de Een saneringsproces bestaat uit drie fases: corporaties en andere belanghebbenden ♦ V oorbereiden sanering; beter aangehaakt bij de actualiteit van ♦ U itwerken sanering; het saneringsproces en worden zij in ♦ U itvoeren sanering. staat gesteld hun betrokkenheid zelf te De voorbereidingsfase start met de organiseren. aankondiging van een corporatie dat zij een saneringsaanvraag voorbereidt. CFV Doel en invulling saneringstaak heeft op dat moment (nog) geen volledige De saneringsbevoegdheid van CFV dient het saneringsaanvraag ontvangen. Deze fase belang van de volkshuisvesting als geheel eindigt wanneer de saneringsaanvraag en is specifiek gericht op de continuering volledig is. Dan begint de uitwerkingsfase van het publieke belang van het Daeb bezit. waarin CFV de saneringsaanvraag (inclusief Om deze Daeb activiteit ook op termijn het saneringsplan) beoordeelt en het goed uit te voeren, is een financieel gezonde steunbedrag vaststelt. De uitwerkingsfase corporatie vereist. Oplossingsvarianten eindigt met het nemen van het Beleidsregels 2015 33 Grafische weergave saneringsproces saneringsbesluit door CFV. Daarmee start communicatie hierover gaat vergezeld van de uitvoeringsfase. In deze fase voert de een vooruitblik op de verdere procesgang. saneringscorporatie het saneringsplan uit en ontvangt zij saneringssteun. De corporatie wordt gedurende deze periode Belangrijke informatiemomenten zijn: gemonitord door CFV. Deze fase loopt tot het ♦ het anticipatiebesluit; eind van de sanering. De corporatie voldoet ♦ de aanvraag; dan aan de beschreven saneringsdoelen. ♦ het saneringsbesluit. Met betrekking tot het informeren over de Aan het begin van een saneringsproces kan aankondiging zal CFV de belangen wegen de situatie ontstaan dat acuut handelen van enerzijds de saneringscorporatie en gewenst is en niet gewacht kan worden anderzijds het belang van openbaarmaking op het saneringsbesluit. CFV kan dan van de aankondiging. Hierbij is het een anticipatiebesluit nemen. Dit besluit uitgangspunt dat CFV informeert, tenzij dit loopt vooruit op het saneringsbesluit en niet te verenigen is met het volkshuisvestelijk is erop gericht om de meest noodzakelijke belang. overbruggingsfinanciering voor de saneringscorporatie mogelijk te maken. Het achteraf verantwoorden door CFV heeft betrekking op beslissingen die Informeren en verantwoorden door CFV genomen zijn (anticipatie- en Om de betrokkenheid van corporaties en saneringsbesluiten). Meer inhoudelijk gaat andere belanghebbenden bij het saneren het bij verantwoorden om de weging van te faciliteren zal CFV bij een sanering oplossingsvarianten, de vaststelling en vooraf informeren over belangrijke omvang van het steunbedrag en het toezicht saneringsontwikkelingen en achteraf op de uitvoering van het saneringsbesluit. verantwoording afleggen over genomen beslissingen tijdens het saneringsproces. Beiden hebben betrekking op de mijlpalen uit bovenstaande figuur. Onder informeren verstaat CFV het communiceren dat een specifiek signaal ontvangen is. De 34 Centraal Fonds Volkshuisvesting Rol van betrokkenen CFV zal expliciet aandacht besteden aan de De saneringspraktijk leert dat bij de sanering kwaliteit van het bestuur en de RvC. Wanneer van een corporatie veel partijen betrokken CFV de kwaliteit onvoldoende acht, kan CFV zijn. Bovendien hebben deze betrokkenen gebruik maken van haar bevoegdheden in ieder een eigen achtergrond en inbreng. het kader van het toezicht. Van belang is dat Naast CFV als saneerder zijn ILT en WSW deze toets niet eenmalig plaatsvindt, maar op betrokken van de saneringsaanvraag tot elk relevant moment aan de orde kan komen. het einde van de sanering. Beiden geven hierbij invulling aan hun eigen taak en 3.2 Voorbereiden sanering verantwoordelijkheid. Onderstaande figuur geeft een overzicht van de betrokken partijen Om voor saneringssteun in aanmerking te en hun verantwoordelijkheden. komen, is een saneringsaanvraag vereist. Tijdens de voorbereidingsfase bereidt de corporatie deze aanvraag voor. De corporatie staat dan onder (verscherpt) toezicht bij CFV. Contacten van CFV met andere stakeholders vinden in deze fase plaats in het kader van toezicht. Wanneer een corporatie niet zelfstandig tot financieel herstel kan komen, kondigt zij een saneringsaanvraag bij CFV aan. Deze aankondiging gaat vergezeld van een inhoudelijke toelichting van het bestuur en de RvC op de financiële problematiek en de ontstaansgeschiedenis daarvan. De corporatie en CFV stemmen onderling af wat CFV in deze fase van de corporatie verwacht. Bestuur en RvC saneringscorporatie In de voorbereidingsfase beoordeelt CFV of de Het bestuur en de RvC van de stukken voor de saneringsaanvraag volledig saneringscorporatie hebben een cruciale zijn. De inhoudelijke toetsingscriteria staan rol bij de sanering. Zij zijn volledig in dit hoofdstuk beschreven. Bij volledigheid verantwoordelijk voor de financiële eindigt de voorbereidingsfase. In deze situatie van de corporatie. Ook zijn zij fase vindt geen inhoudelijke discussie verantwoordelijk voor de saneringsaanvraag, plaats over diverse scenario’s en opties het saneringsplan en de uitvoering van van het verbeterplan. Dit vergt formele de daarin opgenomen maatregelen. De betrokkenheid van de andere stakeholders in medeverantwoordelijkheid van CFV start de sanering: WSW en ILT. met het nemen van het saneringsbesluit (acceptatie saneringsplan) en eindigt als de saneringsperiode afloopt. Beleidsregels 2015 35 Anticipatiebesluit overbruggingsfinanciering. WSW zal Vooruitlopend op het verlenen van na ontvangst van een afschrift van het saneringssteun kan CFV in een anticipatiebesluit borgstelling verstrekken. anticipatiebesluit financiële steun verlenen. Deze zogeheten anticipatiesteun maakt 3.3 Saneringsaanvraag borging door WSW mogelijk, wanneer een corporatie niet meer zelfstandig voldoet aan Een saneringsaanvraag bestaat uit: de kredietwaardigheidscriteria van WSW. Een ♦ E en samenvatting van de oorzaken van gebruikelijke verplichting, verbonden aan de (te verwachten) negatieve financiële een anticipatiebesluit, is dat de corporatie positie; pandrecht op de steunbijdrage verleent aan ♦ I nzicht in de gekozen oplossingsvariant; WSW. Dit voorkomt dat de financiële bijdrage ♦ O nderbouwing van de omvang en vorm op een andere wijze wordt ingezet. van de van CFV verlangde (sanerings) bijdrage. Het anticipatiebesluit van CFV dient als contragarantie voor WSW-borging van Voor de algemene voorschriften tijdelijke liquiditeitstekorten uit bestaande voor de aanvraag is de Awb van verplichtingen in de periode tussen het niet- toepassing. Verwezen wordt naar titel kredietwaardig verklaren van een corporatie 4.1 van deze wet voor die algemene en de goedkeuring van een saneringsplan. bepalingen met betrekking tot onder Aangezien CFV volgens het BCFV geen andere de aanvraag, aanvullende garanties kan verstrekken, heeft de gegevensopvraging, hoorplicht en anticipatiesteun de juridische vorm van een beslistermijnen. voorwaardelijke bijdrage aan de corporatie. Met een anticipatiebesluit anticipeert CFV op de goedkeuring van een saneringsplan en de De aanvraag wordt onderbouwd met een daarop gebaseerde steunverlening. saneringsplan en aangevuld met specifieke informatie. Een anticipatiebesluit kent drie belangrijke De saneringsaanvraag is volledig als deze voorwaarden: niet voldoen aan de ten minste een saneringsplan en de volgende kredietwaardigheidscriteria van WSW, de stukken bevat: eigen mogelijkheden om de problematiek ♦ D e meest recente jaarstukken, inclusief op te lossen zijn uitgeput en aankondiging van een saneringsaanvraag bij CFV, waarbij Art. 393, eerste lid, van boek 2 van de corporatie de verplichting aanvaardt, om het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de binnen een door CFV gestelde termijn van rechtspersoon opdracht verleent aan maximaal zes maanden, een saneringsplan een accountant tot onderzoek van de in te dienen. Daarnaast dient de corporatie jaarrekening. inzicht te geven in de aard en de omvang van het financiële probleem. Bovendien is inzicht in de urgentie vereist, aangezien een anticipatiebesluit uitsluitend voorziet in de meest noodzakelijke 36 Centraal Fonds Volkshuisvesting accountantsverklaringen en -verslagen en Hierbij dienen ten minste de volgende managementletters van de laatste twee aandachtsgebieden te worden betrokken: jaren. ♦ B edrijfslasten verlagen; ♦ I nzicht in de governancestructuur. ♦ H uren extra verhogen; Hierbij dient ten minste te worden ♦ I nvesteringen afbouwen; ingegaan op de bestuurlijke structuur, ♦ B ezit verkopen; de personeelsbezetting, de structuur van ♦ R enterisico’s verminderen; het management en de relaties tussen de ♦ L eningen herstructureren (inclusief corporatie en de verbonden verbindingen. ♦ I ndien de minister een sanctie(s) heeft opgelegd, een kopie van de brief waarmee deze is (zijn) opgelegd. derivaten); ♦ N iet-Daeb bezit en ontwikkelposities afbouwen. ♦ U itwerking van de maatregelen in verschillende scenario’s; De kwaliteit van de door de corporatie aangeleverde gegevens is van groot belang voor CFV. Immers, betrouwbare en juiste gegevens zijn een belangrijke voorwaarde voor een efficiënt saneringstraject en besluitvorming. CFV hecht daarom grote waarde aan externe verificatie en validatie ♦ D oorrekening van de scenario’s en impactanalyse; ♦ A fweging (onderbouwing) scenario’s en risico-analyse; ♦ V oorkeurscenario met gevoeligheidsanalyse; ♦ M eerjarenprognose van financiële van de aannames, uitgangspunten, ontwikkeling gedurende saneringsperiode, waarderingen, taxaties en andere inclusief herberekening van het eigen aangeleverde gegevens. CFV zal daarom vermogen op basis van bedrijfswaarde bij de gegevens, zo nodig, aanvullende volgens uitgangspunten en parameters verklaringen van accountants en/of andere deskundigen opvragen. CFV; ♦ V orm, omvang gevraagde saneringsteun, Daarnaast kan CFV bij de corporatie inclusief onderbouwing van dit bedrag en aanvullende informatie opvragen die gevraagd betaalritme. van belang is voor de beoordeling van de saneringsaanvraag en het nemen van het De onderbouwing en bewijsvoering van saneringsbesluit. het saneringsplan dient als bijlage bij het plan te worden ingediend. De elementen Saneringsplan waaruit die onderbouwing kan bestaan, De corporatie beschrijft in het saneringsplan zijn niet limitatief vastgelegd in de bijlage op welke wijze het bestuur van de corporatie ‘Handleiding saneringsplan‘ bij deze het saneringsdoel (financieel herstel) wil beleidsregels. verwezenlijken. Het saneringsplan dient in elk geval de volgende onderdelen te bevatten 3.4 Uitwerken sanering en daarover inzicht te bieden: ♦ Een probleemanalyse; CFV neemt uitsluitend een volledige ♦ E en overzicht van de mogelijke saneringsaanvraag inhoudelijk in maatregelen om de financiële positie te behandeling. verbeteren en de risico’s te beperken Beleidsregels 2015 37 Zij informeert de corporatie als de aannemen, waaronder een renteloze lening saneringsaanvraag in behandeling wordt of steun à fonds perdu. Het BCFV sluit alleen genomen. Belangrijk onderdeel bij de de verlening van borgstellingen uit. Dit start van het beoordelingsproces van de behoort tot de taak van WSW. CFV sluit geen saneringsaanvraag is een mondelinge andere subsidievormen uit. toelichting van bestuur en RvC van de saneringscorporatie op de saneringsaanvraag In overleg met de corporatie bepaalt (inclusief het saneringsplan). Hierbij gaat de CFV de wijze van uitbetaling van de corporatie ten minste in op: (i) het ontstaan subsidie. Dit wordt vastgelegd in het en de omvang van de financiële problemen, saneringsbesluit. De voorkeur kan uitgaan (ii) de noodzaak van saneren en (iii) de naar gespreide betaling. Dit komt vooral voorkeursoplossing volgens bestuur en RvC aan de orde wanneer uitbetaling leidt tot van de corporatie en de financiële impact overfinanciering en/of uitstel van betaling van de voorgestelde maatregelen. Deze een rol speelt bij renterisicomanagement. toelichting vindt plaats in een bijeenkomst De subsidieverlening is dan gekoppeld met CFV, waarbij CFV ook WSW en ILT kan aan een voorschotregeling. Tenzij anders uitnodigen. Op basis van deze bijeenkomst is bepaald in het saneringsbesluit, geldt is het waarschijnlijk dat de corporatie wordt een rentevergoeding waarbij de rente gevraagd om aanvullende informatie, nadere achteraf wordt vastgesteld aan de hand onderbouwing en/of scenario’s aan te van bepalingen terzake in de Algemene wet leveren, die relevant zijn voor de beoordeling bestuursrecht (Awb). van het saneringsplan. Over het algemeen is het niet wenselijk Met het volledig verklaren van de noch mogelijk om het saneringsbesluit op saneringsaanvraag start de wettelijke uitvoeringsniveau uit te werken. Nadere besluitvormingstermijn van acht weken. concretisering van het saneringsbesluit Wanneer deze periode ontoereikend kan op een later tijdstip plaatsvinden. Het is voor een gedegen beoordelings- en betreft onder meer een nadere detaillering besluitvormingsproces, kan CFV deze termijn en specificering van saneringsmaatregelen verlengen. Indien de corporatie gevraagd voor een specifieke periode (bijvoorbeeld wordt het saneringsplan aan te vullen of te identificatie van individuele objecten voor herzien gaat hier een opschortende werking verkoop voor komend jaar, terwijl in het vanuit. saneringsplan generieke verkopen zijn opgenomen). Subsidieverlening 38 Het saneringsplan gaat in op de uit te In titel 4.2 van de Awb staan voeren saneringsmaatregelen en levert de bepalingen omtrent subsidies. Deze onderbouwing voor de omvang van het subsidietitel bevat een wettelijk kader steunbedrag. CFV keurt het saneringsplan voor alle subsidies van het Rijk en goed, bepaalt het steunbedrag en decentrale overheden. neemt een besluit tot subsidieverlening In afdeling 4.4.2. van de Awb staan (saneringsbesluit). regels omtrent verzuim en wettelijke De toegekende subsidie kan diverse vormen rente. Centraal Fonds Volkshuisvesting Ook gaat het om operationalisering op het zijn. Deze bijstelling doet niet af aan het gebied van monitoring, verantwoording, beoogde saneringdoel. planning, verkoopvoorwaarden van vastgoed, van het saneringsbesluit sluit aan op de Afronden sanering en vaststelling subsidie jaarcyclus van de corporatie. Het eindpunt van de sanering is bij evaluatie, et cetera. Deze concretisering voortbestaan van de corporatie gebaseerd 3.5 Uitvoeren sanering op de kredietwaardigheidscriteria van WSW. CFV verzoekt WSW drie maanden voor het Tijdens de uitvoeringsfase zijn bestuur einde van de saneringsperiode schriftelijk te en RvC van de saneringscorporatie verklaren dat de corporatie die als entiteit verantwoordelijk voor de uitvoering van het zelfstandig voortbestaat, of die door fusie saneringsplan. CFV houdt toezicht op de ontstaat, aan de kredietwaardigheidseisen uitvoering en geeft hier op de volgende wijze van WSW voldoet. In geval van ontbinding invulling aan: moet de corporatie aan alle verplichtingen ♦ Monitoring van de voortgang op inzake de door WSW geborgde leningen kwartaalbasis (continu proces); voldoen. ♦ D e jaarlijkse beoordelingscyclus (dPi, dVi, jaarrekening, begrotingen, et cetera); ♦ B rede controles op de uitvoering van het saneringsbesluit (evaluaties); ♦ E en jaarlijkse concretisering van het saneringsbesluit. Na afloop van de saneringsperiode (einde uitvoeringsfase) vindt de definitieve subsidie vaststelling plaats. Dit wordt vastgelegd in een vaststellingsbesluit. Voorafgaand aan dit besluit stelt CFV vast of: de afgesproken saneringsmaatregelen zijn uitgevoerd, Een belangrijk onderdeel van het toezicht is de daaraan verbonden besparingen zijn het onderscheiden van risico’s, waaronder gerealiseerd, het financieel probleem is marktrisico‘s en governance kwesties. opgelost, de (financiële) risico’s beheersbaar Marktrisico’s doen zich voor bij lagere zijn en de corporatie voldoet aan de WSW- prijzen, een hogere rentestand of andere criteria. veranderde (markt)omstandigheden. Dit kan mogelijk leiden tot bijstelling van Bij de definitieve vaststelling wordt planningen en tot aanvullende maatregelen. bekeken of er sprake is van uitbetalings- Governance issues doen zich voor als het en\of terugbetalingsverplichtingen. Van saneringsbesluit onvoldoende voortvarend terugbetaling kan sprake zijn wanneer dat wordt uitgevoerd. Dit roept vragen op over niet ten koste gaat van de met de sanering de daadkracht en daarmee de kwaliteit van beoogde doelen. het bestuur (en de RvC). In een dergelijke situatie kan CFV ingrijpen op basis van haar Daarmee wordt invulling gegeven aan een handhavingsbevoegdheden. efficiënte inrichting van het saneringsproces, Wanneer tijdens het saneringstraject blijkt waarbij de (financiële) draagkracht van de dat verwachtingen uit het saneringsplan in saneringscorporatie optimaal wordt benut. negatieve zin moeten worden bijgesteld, kan Bovendien draagt het bij aan het beperken een aanvullend saneringsbesluit noodzakelijk van de kosten van de sanering. Beleidsregels 2015 39 3.6 Handhavingsmaatregelen maatregel spelen onder andere de volgende criteria een rol: Corporaties staan altijd onder (verscherpt) ♦ H et opleggen van de maatregel wordt toezicht. In de saneringsfase staan daarmee overwogen, tenzij de corporatie kan in principe dezelfde interventie-instrumenten aantonen dat de termijnoverschrijding ter beschikking als bij het (verscherpt) buiten de schuld van de corporatie of door toezicht. Aanvullend heeft CFV bij een sanering de overmacht is ontstaan; ♦ H et opleggen van de maatregel wordt bevoegdheid een maatregel op te leggen, die overwogen, indien naar het oordeel van eruit bestaat de corporatie te verplichten CFV redelijkerwijs te voorzien is dat om bepaalde rechtshandelingen van de vertraging in de sanering zal leiden tot corporatie voor preventieve goedkeuring een groter beroep op saneringssteun; voor te leggen aan CFV. Deze maatregel ♦ H et opleggen van de maatregel wordt kan CFV opleggen indien de corporatie een overwogen, indien de vertraging in de saneringsaanvraag heeft ingediend, maar aanlevering van de vereiste bescheiden de daarbij vereiste gegevens en stukken naar het oordeel van CFV (mede) niet binnen de gestelde termijn heeft veroorzaakt wordt door een interne aangeleverd. bestuurlijke impasse of door een Het betreft uitsluitend gegevens die op grond patstelling tussen organen binnen de van deze beleidsregels vereist zijn bij de saneringsaanvraag. corporatie; ♦ H et opleggen van de maatregel wordt Het belang van tijdige aanlevering van overwogen indien door het handelen relevante informatie is een snelle start van en/of nalaten van een corporatie de sanering. Hierdoor kan een neergang in de wettelijke taken van CFV worden de financiële positie van de corporatie tot belemmerd. staan worden gebracht. Dit beperkt het risico dat door vertraging meer saneringssteun Ook bij saneren geldt dat oplegging van is vereist. Dit is in het belang van CFV, een maatregel zorgvuldig, proportioneel en de corporatiesector, het personeel en de effectief moet zijn en dat de omvang van de huurders van de te saneren corporatie. maatregel sterk afhankelijk is van specifieke omstandigheden. Meer concreet kan een Bij de overweging tot oplegging van de maatregel bij een sanering bijvoorbeeld rechtshandelingen betreffen die (i) de Art. 6, eerste lid, onderdeel c, van financiële positie van de corporatie raken, het BCFV bepaalt dat CFV, indien de (ii) de rechtspositie van de te saneren toegelaten instelling de gegegevens corporatie raken (bijvoorbeeld fusies, niet binnen de gestelde termijn aan deelnemingen en andere verbindingen) CFV zijn verstrekt, kan bepalen dat en (iii) belangen van derden raken. Bij de de toegelaten instelling, totdat zij de afweging of CFV goedkeuring verleent voor gegevens alsnog verstrekt, de door CFV een rechtshandeling, kan CFV het belang van aangegeven rechtshandelingen slechts eventuele derden een rol laten spelen. kan verrichten na zijn instemming. Bovendien kan CFV aan de verstrekking van steun verplichtingen verbinden. 40 Centraal Fonds Volkshuisvesting Deze verplichtingen worden in het steunbesluit vastgesteld. Wanneer de corporatie niet voldoet aan de verplichtingen, kan CFV de subsidie intrekken en de al uitgekeerde gelden terugvorderen. Deze bevoegdheid is gebaseerd op de Awb. Civielrechtelijke aansprakelijkheid Overigens laat de verstrekking van saneringssteun onverlet de bevoegdheid van CFV tot civielrechtelijke aansprakelijkheidstelling van de betrokkenen (inclusief (oud)bestuur, (oud)commissarissen en eventuele derden) voor het ontstaan van de saneringsnoodzaak. Dit geldt ook als blijkt dat onjuiste en/of onvolledige informatie is verstrekt door een corporatie, of wanbeleid is gevoerd. In afdeling 4.2.4. van de Awb is aangegeven welke verplichtingen aan de subsidieontvanger (kunnen) worden opgelegd. Beleidsregels 2015 41 4 Adviestaken Op grond van het Bbsh en ministeriële circulaires, heeft CFV een taak om de minister te adviseren. De strekking en de aard van deze advies taak is uitputtend beschreven in het Bbsh en de betreffende MG’s. Deze MG’s zijn te vinden op: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/circulaires/ 2011/05/20/ overzicht-geldende-mg-circulaires.html. Hier wordt volstaan met een schematisch overzicht. Advies over Wettelijke Strekking advies regeling Nieuwe toelating Bbsh art. 5, lid 2 In het advies geeft CFV zijn zienswijze over de financiële aspecten van de toelating resp. de fusie. Voor de financiële beoordeling is de levensvatbaarheid (waarborgen van financiële draagkracht en continuïteit) van de nieuw toe te laten instelling resp. de fusiecorporatie het ijkpunt. De levensvatbaarheid wordt afgeleid uit de beoordeling van de financiële positie. Daartoe hanteert CFV de methodiek zoals die is ontwikkeld ten behoeve van de jaarlijkse financiële beoordeling van corporaties. Statutenwijziging: Bbsh art. 9, lid 2 Gebiedsuitbreiding Statutenwijzingen: De beoordeling van CFV richt zich op de investeringsvoornemens van de corporatie in het nieuwe werkgebied. Bbsh art. 10 Fusie De beoordeling van CFV is erop gericht om vast te stellen of na de fusie de financiële positie zodanig is dat de gefuseerde instelling binnen vijf jaar een beroep op financiële steun van CFV zal doen. Bij de financiële beoordeling hanteert CFV de methodiek zoals die is ontwikkeld voor de jaarlijkse financiële beoordeling van corporaties. Aanwijzing Bbsh, art. 41, lid 5 De minister zal waar de aandachtsvelden van het financiële en het volkshuisvestelijke toezicht samenlopen aan CFV een ziens-wijze vragen. Nevenactiviteiten MG 1999-23, Nevenactiviteiten mogen de financiële positie van de corporatie niet in gevaar MG 2001-26, brengen. Nevenactiviteiten mogen geen financieel risico betekenen. Het advies van MG 2006-04 en CFV richt zich op de gevolgen van de voorgenomen activiteiten voor de financiële MG 2007-04 positie, waarbij een risicoanalyse wordt gemaakt. Andere elementen die bij de beoordeling worden betrokken, zijn onder meer, geborgde en ongeborgde financiering, marktconformiteit, kostendoorrekening en fiscaliteit. Verkoop van woon- Bbsh, art. 11 en CFV beoordeelt de financiële gevolgen van de voorgenomen verkoop voor de corpo- gelegenheden MG 2013-02 ratie. Investeringen in MG 2005-04, Bij de beoordeling is een belangrijk punt van afweging of de financiële continuïteit het buitenland MG 2006-04 van de corporatie niet in het geding is en of de corporatie voldoende actief is in (onderdeel D), matching, dat wil zeggen in het besteden van overtollige middelen en batige saldi MG 2008-03, ten behoeve van opgaven van andere corporaties in Nederland. MG 2010-03 en MG 2011-02 42 Centraal Fonds Volkshuisvesting 5 Projectsteun Projectsteun Op grond van de artikelen 6 en7 van het De Woningwet en het BCFV geven BCFV moeten de beleidsregels wat betreft CFV de mogelijkheid corporaties projectsteun in ieder geval betreffen: projectsteun te verlenen. In art. ♦ D e wijze van indiening van een aanvraag 2 van het BCFV wordt beschreven welke werkzaamheden in aanmerking komen voor subsidiëring, waaruit een aanvraag voor projectsteun moet bestaan en welke verplichtingen er zijn om projectsteun te ontvangen. Art. 3 van het BCFV beschrijft het uitgangspunt voor projectsteun. In de artikelen 6 en 7 staat beschreven wat de beleidsregels van CFV moet regelen (zie § 5.2). ♦ D e door de aanvrager te verstrekken gegevens bij projectsteun (zie § 5.2 en 5.3); ♦ D e criteria voor de beoordeling van een aanvraag voor projectsteun (zie § 5.4); ♦ D e aan de steunverlening te verbinden verplichtingen of voorschriften (zie § 5.6); ♦ D e eventuele sanctie op het niet verstrekken van gegevens (zie § 5.8). met betrekking tot projectsteun. Naast de subsidieregeling voor reguliere projecten voert CFV ook de regeling bijzondere projectsteun voor de Als een corporatie onvoldoende middelen wijkenaanpak uit, die in 2008 in het leven heeft om werkzaamheden in het belang was geroepen. De bijzondere projectsteun van de volkshuisvesting uit te voeren, kan is echter per 1 januari 2013 afgeschaft. de betreffende corporatie CFV benaderen Er kan dus geen nieuwe aanvraag worden met het verzoek projectgebonden steun te gedaan voor bijzondere projectsteun voor verstrekken. De Woningwet en het BCFV de wijkenaanpak. In § 5.7 van dit hoofdstuk geven de mogelijkheid tot het bieden van worden daarom slechts de verplichtingen projectgebonden steun. Volgens art. 2 van beschreven voor de eindafrekening van de het BCFV komen kosten van werkzaamheden bijzondere projectsteun. die door de corporatie in het belang van de volkshuisvesting worden uitgevoerd, in aanmerking voor subsidiëring. Beleidsregels 2015 43 Awb Voor de toetsing van de financiële positie Projectsteun is een subsidie. Voor van de corporatie hanteert CFV een het toekennen van subsidies zijn beoordelingsmethodiek die in hoofdstuk onverminderd de regels vanuit de Awb 1 is beschreven. Een corporatie komt voor van toepassing. projectsteun in aanmerking indien door de In het bijzonder wordt verwezen uitvoering van een project (met name de naar titel 4.1. van deze wet omvang van onrendabele investeringen), (aanvraag, gegevensopvraging, naar het oordeel van CFV de financiële hoorplicht en beslistermijnen) en continuïteit van de corporatie onvoldoende is titel 4.2. (subsidies). Het betreft hier gewaarborgd. afdeling 4.2.3 (subsidieverlening), afdelingen 4.35 en 4.46 (criteria 5.2 De aanvraag reguliere projectsteun en overwegingen), afdeling 4.37 (verplichtingen), afdeling 4.49 Een aanvraag voor reguliere projectsteun (intrekking en wijziging, afdeling 4.54 dient in elk geval te bevatten: (voorschotregeling) en afdeling 4.57 ♦ Het projectplan (zie § 5.3); (terugvorderingsrecht). ♦ I nzage in de financiële consequenties van het project; ♦ E en overzicht van de (financiële) bijdragen 5.1 Doelgroep reguliere projectsteun van derden aan het project, indien van toepassing; Het uitgangspunt is dat slechts projecten ♦ E en verklaring van WSW, waaruit blijkt voor financiële steun van CFV in aanmerking dat de corporatie voldoende solvabel is komen waarvan is vastgesteld dat die uit oogpunt van borging voor financiering projecten zonder steun niet verantwoord van het rendabele deel van het project; mogelijk zijn. Er zijn (financiële) criteria ♦ D e omvang van de gevraagde projectsteun vastgesteld om dit te toetsen. Het gaat daarbij om toetsing van enerzijds de door de corporatie; ♦ D e tekst van de prestatieovereenkomst, financiële positie van de corporatie en waaruit blijkt dat het project waarvoor anderzijds van het projectplan. Ook zal CFV steun wordt gevraagd hieruit voortvloeit. bij de gegevensopvraging en de beoordeling Indien er geen prestatieovereenkomst is, van de steunaanvraag zodanig handelen, dan een verklaring van het College van dat gewaarborgd is dat de te verlenen steun Burgemeester en Wethouders van de uitsluitend ten goede komt aan Daeb taken gemeente, waaruit blijkt dat het College en dat geen overcompensatie wordt verleend. het project vindt passen binnen het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid; ♦ E en verklaring van de huurders(vertegenwoordiging) met hun standpunt over het project; ♦ I ndien van toepassing de tekst van een door de minister gegeven aanwijzing als bedoeld in art. 41, eerste lid, of art. 43, eerste lid, Bbsh. 44 Centraal Fonds Volkshuisvesting Om voortvarend projectsteun te kunnen 5.4 Beoordelingscriteria verlenen, is CFV bereid tot overleg over de te verstrekken informatie. Wat betreft de CFV zal bij de beoordeling van aanvragen om algemene voorschriften over de aanvraag is reguliere projectsteun de volgende criteria de Awb van toepassing. en overwegingen (cumulatief) hanteren. CFV verleent uitsluitend geldelijke steun 5.3 Projectplan ter tegemoetkoming in de kosten van werkzaamheden als blijkt dat: Om reguliere projectsteun te krijgen, moet de corporatie een aanvraag indienen die onderbouwd wordt met een projectplan. ♦ Het project/de projecten nog niet in uitvoering is/zijn genomen; ♦ Z onder reguliere projectsteun van CFV Onder projectplan wordt verstaan een bij uitvoering van de werkzaamheden het duidelijke beschrijving van het project, oordeel is dat de financiële continuïteit waarbij wordt ingegaan op de inhoud van de corporatie onvoldoende is en looptijd van de werkzaamheden, het gewaarborgd. In beginsel geldt de (de) te bereiken doel(en) en de financiële beleidscontinuïteit ‘voldoende’ als norm begroting daarvan. Het projectplan voor de beoordeling van de vraag of de moet zijn voorgelegd aan het College financiële positie van een corporatie om van Burgemeester en Wethouders van de betreffende (onrendabele) investering de gemeente waar de corporatie haar in een project te realiseren, toereikend vestigingsplaats heeft. Ook moet het aan is. In zeer bijzondere gevallen kan de huurders van haar woongelegenheden hiervan afgeweken worden: CFV kan zijn voorgelegd om hen in de gelegenheid het beoordelingscriterium ‘voldoende te stellen zich over het plan uit te spreken. gewaarborgde beleidscontinuïteit’ buiten Er kan volstaan worden met een verwijzing toepassing laten, ingeval zich zodanig naar de prestatieovereenkomst, als daaruit bijzondere omstandigheden voordoen dat blijkt dat de huurders(vertegenwoordigers) zich hebben uitgesproken over het betrokken project. toepassing van dat criterium onredelijk is; ♦ Het project past binnen de wettelijke kaders voor de Daeb werkzaamheden van corporaties. Het project past in het Rijks- Artikel 6, eerste lid, sub 6 van het resp. het gemeentelijke (volkshuisvesting) BCFV stelt dat een projectplan moet beleid. CFV toetst dit criterium door na zijn voorgelegd aan het College van te gaan of er Rijksbeleid, bijvoorbeeld Burgemeester en Wethouders van in de vorm van een circulaire, van de gemeente waar het projectplan toepassing is op de bepaling van de betrekking op heeft. volkshuisvestelijke opgave en of er een prestatieovereenkomst aan ten grondslag ligt, of als dat niet het geval is, er een specifieke verklaring daaromtrent van het College van Burgemeester en Wethouders is overgelegd. In eerste instantie bepaalt de corporatie zelf welke werkzaamheden noodzakelijk zijn; Beleidsregels 2015 45 ♦ O p grond van het Bbsh dient de ♦ Er zekerheid bestaat dat de aanvragende corporatie daarbij het gemeentelijke corporatie voor de financiering van volkshuisvestingsbeleid in acht te het rendabele deel van het project nemen. Dit moet blijken uit tussen beide borging kan verkrijgen, blijkende uit een overeengekomen prestatieafspraken verklaring van WSW dat de corporatie of als er geen prestatieovereenkomst voldoende solvabel is; is, een verklaring van de gemeente dat ♦ E r geen strijdigheid ontstaat met het het door de corporatie te realiseren voldoen aan een gegeven aanwijzing als project past in het gemeentelijke bedoeld in art. 41, eerste lid of art. 43, volkshuisvestingsbeleid; eerste lid Bbsh; ♦ E r binnen het projectplan sprake is van ♦ V oor activiteiten als opgenomen in een evenwichtige verhouding tussen het projectplan niet tevens geldelijke doel en middelen en van een reële steun als bedoeld in art. 2 lid 2 BCFV is lastenverdeling. Bij de financiële toetsing toegekend. van het projectvoorstel is van belang dat de kostenraming van het project reëel is, dat het kwaliteitsniveau in een 5.5 Aard en omvang reguliere projectsteun evenwichtige verhouding staat tot doel en middelen en dat de lastenverdeling tussen Aard reguliere projectsteun diverse betrokkenen aannemelijk is. Op CFV verstrekt reguliere projectsteun in de dit punt ligt er voor CFV een marginale vorm van een bijdrage ineens. De reden beoordelingstaak. CFV gaat ervan uit hiervoor is dat gelet op de aard van de dat aan dit beoordelingscriterium reguliere projectsteun het niet wenselijk is voldaan als aan het project een is dat er een langduriger subsidierelatie prestatieovereenkomst ten grondslag ontstaat tussen CFV en de subsidie ligt (waar dus een gemeentelijke ontvangende corporatie dan tot aan de handtekening onder staat), of indien afronding van het project en de financiële een verklaring van de gemeente wordt afwikkeling direct na afloop. Daarnaast is het overlegd waarin de gemeente aangeeft mogelijk dat de subsidie de vorm heeft van dat het kwaliteitsniveau evenwichtig en een voorwaardelijke bijdrage, aangezien CFV de lastenverdeling correct is. Alleen als op grond van de Woningwet geen garanties CFV van oordeel is dat met de ingediende kan verstrekken. reguliere projectsteunaanvraag in In principe wordt de subsidie verstrekt in alle redelijkheid niet gesproken kan de vorm van een subsidieverlening, gevolgd worden van evenwichtigheid in kosten- door een subsidievaststelling. Dit maakt het kwaliteitsverhouding of van een mogelijk de uitbetaling van de projectsteun reële lastenverdeling, heeft CFV bij in gedeelten te laten plaatsvinden op basis uitzondering de mogelijkheid, zo niet van de voorschotregeling. Indien de beperkte de plicht, zijn oordeel in de plaats te omvang of realiseringsduur van een project stellen van die van de gemeente of de daartoe aanleiding geeft, kan CFV ook aanvrager. CFV zal een dergelijk oordeel volstaan met alleen een subsidievaststelling. draagkrachtig moeten motiveren; 46 Centraal Fonds Volkshuisvesting Omvang reguliere projectsteun Omdat subsidiëring plaats vindt op basis van De reguliere projectsteun zal geen grotere de geraamde kosten is CFV gerechtigd tot omvang hebben dan die van het onrendabele evenredige terugvordering van het verleende deel van het project. Hiermee wordt dat steunbedrag als blijkt dat de werkelijke deel van de investering aangemerkt dat niet kosten 15% lager liggen dan de geraamde wordt gedekt door (exploitatie)inkomsten. kosten. Dit zal in het steunbesluit expliciet Indien het verschil tussen onvoldoende worden opgenomen. Om die reden legt CFV beleidscontinuïteit en voldoende bij steunverlening een verplichting op tot beleidscontinuïteit door uitvoering van het financiële verantwoording gekoppeld aan een project, geringer is dan het onrendabel deel accountantscontrole. van het project, is de subsidie niet hoger dan Indien de kosten lager uitvallen dan de dit verschil. Als uitgangspunt dienen hierbij geraamde kosten door het niet geheel of de in de sector gebruikelijke parameters te anders realiseren van het project zoals worden gehanteerd. beschreven is in het projectplan, heeft CFV de bevoegdheid tot intrekking of ten 5.6 Aan de projectsteun te verbinden verplichtingen nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling. Daarom worden bij de toekenning van financiële steun eisen gesteld CFV is bevoegd verplichtingen te verbinden aan het afleggen van verantwoording over de aan de verstrekking van projectsteun. realisatie van de plannen. Bij de toekenning van reguliere projectsteun Reguliere projectsteun kan CFV de voorwaarde opnemen dat CFV De verplichtingen aan de reguliere voldoende gelden ter beschikking staan. Dit projectsteun worden per beschikking ‘voorbehoud’ kan worden gesteld bij het vastgesteld en kunnen (o.a.) betreffen: besluit tot projectsteuntoekenning, voor ♦ Het waarborgen dat met de te verstrekken zover subsidie wordt verleend ten laste geldelijke steun de desbetreffende van een begroting van CFV die nog niet is werkzaamheden tijdig en met succes vastgesteld of goedgekeurd. Als algemeen worden uitgevoerd, zoals opgenomen in voorbehoud geldt dat CFV in principe slechts het projectplan; projectsteun kan toekennen voor zover het ♦ D e afstemming, waar nodig en relevant, van de reguliere projectsteunverstrekking beschikbare budget voor steun van CFV, toereikend is. op de aanwijzing, indien onze minister een aanwijzing heeft gegeven met toepassing van art. 41, eerste lid, Bbsh; ♦ E en rapportage van de corporatie aan en/ of controle door CFV over de voortgang en de uitvoering van het project; ♦ E en terugbetalingsverplichting naar evenredigheid, als uit de financiële verantwoording blijkt dat de uitgaven minder dan 85% van de in het projectplan geraamde kosten bedragen. Beleidsregels 2015 47 5.7 Eindafrekening bijzondere projectsteun Om die reden zal CFV bij steunverlening een verplichting kunnen opleggen tot (financiële) verantwoording gekoppeld aan een De eindafrekening bij verstrekte bijzondere accountantscontrole. CFV beoogt niet een projectsteun voor de wijkaanpak zal in ieder aparte verplichting in het leven te roepen om geval, conform art. 6, onderdeel i van het een accountantsverklaring op te stellen. CFV BCFV, bestaan uit een verklaring van het gaat ervan uit dat de verantwoording zoals College van Burgemeester en Wethouders. die aan de gemeente wordt afgelegd door Daarin moet vermeld staan in hoeverre de corporatie in principe is voorzien van een de activiteiten, waarvoor de bijzondere accountantsverklaring. Een afschrift hiervan projectsteun is verleend, daadwerkelijk zijn kan dan volstaan. uitgevoerd. Als sprake is van vervangende Indien dat niet het geval is, ligt het dan wel aanvullende activiteiten moeten voor de hand dat de corporatie de deze expliciet in de verklaring van de (financiële) verantwoording koppelt aan gemeente worden betrokken. Het kan zijn de accountantscontrole van de jaarlijkse dat CFV daarnaast om een afschrift van de verantwoording over het jaar waarin de verantwoording aan de gemeente vraagt. activiteiten zijn gerealiseerd. Deze extra verantwoordingsverplichting Van de beleidsruimte inzake terugvordering wordt in het concrete geval gemotiveerd. maakt CFV gebruik indien de omvang van Indien na afronding van het project uit de de verstrekte subsidie aan een corporatie verantwoording blijkt dat de activiteiten in een wijk substantieel lager is dan de niet conform de steunbeschikking zijn daadwerkelijk gerealiseerde additionele gerealiseerd en de geraamde kosten van inzet van die corporatie en indien het de wel uitgevoerde activiteiten (inclusief subsidiebedrag lager is dan de gerealiseerde de eventueel vervangende respectievelijk subsidiabele additionele inzet van die aanvullende activiteiten) minder bedragen corporatie in die wijk. Het doel van de steun dan 95% van de geraamde kosten waarop (bevordering additionele inzet) is in die de steunverlening is gebaseerd, is CFV situatie immers gerealiseerd en de steun is gerechtigd tot evenredige terugvordering van volledig ten goede gekomen aan subsidiabele het verleende steunbedrag. activiteiten, hetgeen met terugvordering in die situatie juist deels teniet zou worden gedaan. 48 Centraal Fonds Volkshuisvesting Indien blijkt dat de corporatie feitelijk minder 5.8 Handhavingsmaatregelen onrendabel heeft geïnvesteerd dan aan bijzondere projectsteun is ontvangen, wordt Als CFV van mening is dat de corporatie niet overgegaan tot terugvordering. voldoet aan de in de subsidietoekenning Het doel van de projectsteun voor de opgenomen verplichtingen, kan tot wijkenaanpak is het stimuleren dat de wijziging of intrekking van de subsidie en beoogde additionele inzet ook wordt terugvordering van de reeds uitgekeerde gerealiseerd. Wat betreft de verantwoording gelden worden overgegaan. De Awb biedt ligt het accent daarom op de vraag of de daarvoor mogelijkheden. Tevens kan CFV voorgenomen activiteiten zijn gerealiseerd; gebruik maken van handhavingsmaatregelen dit biedt corporaties de ruimte om de in het kader van het financieel toezicht, verkregen bijzondere projectsteun onderling bijvoorbeeld in de vorm van een aanwijzing. her te verdelen. Het BCFV geeft CFV de mogelijkheid een maatregel op te leggen bij niet tijdige CFV wil een redelijke verhouding waarborgen inlevering van vereiste gegevens voor een tussen enerzijds de omvang van de projectsteunaanvraag. Gegeven de eerder werklast van zowel CFV als de corporatie genoemde bevoegdheden acht CFV het niet bij de afhandeling van de verantwoording nodig deze bevoegdheid uit te werken. over de toegekende steun en anderzijds de financiële baten en risico’s die bij de steuntoekenning aan de orde zijn. Daarom wordt een ondergrens van € 50.000,- bepaald, waaronder aan de steuntoekenning geen bijzondere (verantwoordings)verplichtingen worden verbonden. Deze lichtere verantwoordingsvereisten nemen echter niet weg, dat ook deze steunbesluiten correct moeten worden nageleefd. Beleidsregels 2015 49 6 Bijdrageheffing De wettelijke grondslag voor de bijdrageheffing en de heffing reguliere 6.1 Bepaling van het bedrag bij heffing saneringssteun projectsteun is geregeld in art. 71 e van de Woningwet en de art. 9 van het Voor de hoogte van de bijdrage is met name BCFV. Art. 9a van het BCFV, bepaalt de behoefte aan saneringssteun bepalend. de hoogte van de bijdrageheffing. Al is het toezicht van CFV erop gericht Art. 9b bepaalt de hoogte van de corporaties met financiële problemen in reguliere projectsteun. Art. 12 regelt beeld te krijgen en deze door gerichte mogelijkheden en voorschriften voor interventies te verminderen, bestaat kwijtschelding van de bijdrageheffing. de mogelijkheid dat een corporatie een beroep moet doen op saneringssteun. Ook kunnen calamiteiten voordoen die moeten CFV kan een heffing opleggen aan corporaties worden opgevangen. Daarvoor maakt CFV om financiële steun te verlenen. De zgn. een ‘reservering saneringssteun’ op zijn bijdrageheffing bestaat uit twee onderdelen; begroting (het zogeheten saneringsfonds). een bedrag voor saneringssteun en een Dat fonds is gevuld met een door BZK bedrag voor reguliere projectsteun. In de overeengekomen geraamde buffer van 1% beleidsregels worden de criteria ter bepaling van de gerealiseerde jaarhuuropbrengst van de noodzaak van een heffing opgenomen van bij corporaties in beheer en eigendom en de wijze waarop de hoogte van de heffing zijnde woongelegenheden. Indien meer wordt bepaald en vastgesteld. De minister beroep op het saneringsfonds wordt gedaan moet instemmen met de bijdrageheffing. dan de middelen waar het saneringsfonds De vastgestelde tarieven worden daartoe beschikt, kan de bijdrage heffing (tijdelijk) ter goedkeuring voorgelegd aan de worden verhoogd tot maximaal 5% van bewindspersoon, die daarmee kan beoordelen de jaaropbrengst van corporaties. Voor of de geraamde opbrengst reëel is. deze tijdelijke verhoging moet de minister goedkeuring verlenen. De heffing voor de saneringssteun kent een tarief voor zelfstandige woongelegenheden en een tarief voor andere woongelegenheden. Het tarief voor andere woongelegenheden is 50% van het tarief voor zelfstandige woongelegenheden. 50 Centraal Fonds Volkshuisvesting De bepaling van de hoogte van het heffingsbedrag vindt jaarlijks plaats. CFV heft 6.3 Procedure rond vaststelling en betaling van de bijdrage in 2015 geen bijdrage voor saneringssteun. De berekening van de bijdrage die in enig 6.2 Bepaling van het bedrag bij heffing projectsteun jaar geheven gaat worden, vindt plaats bij de vaststelling van de begroting van CFV voor dat jaar, dan wel in voorkomend geval De hoogte van de bijdrage voor reguliere bij wijziging van de begroting. De begroting projectsteun wordt bepaald door twee van CFV moet worden goedgekeurd door de componenten. De eerste component is een minister. CFV stelt de corporaties in het jaar bedrag per woongelegenheid, waarmee voorafgaande aan het heffingsjaar per brief de omvang van de corporatie doorwerkt in op de hoogte van het voornemen al dan niet de heffingshoogte. De andere component tot heffing over te gaan. CFV geeft daarbij is de gezamenlijke WOZ-waarde van de een indicatie van het te heffen totaalbedrag. woongelegenheden van de corporatie: per De corporaties kunnen bij het opstellen € 1.000,- WOZ-waarde wordt een tarief van hun eigen begroting voor het daarop vastgesteld. In de WOZ-waarde van de volgende jaar rekening houden met een woongelegenheden komt de marktwaarde afdracht aan CFV. De heffing wordt berekend van het bezit tot uitdrukking. Voor over het aantal woongelegenheden dat op de gezamenlijke WOZ-waarde van de 31 december van het jaar voorafgaande aan woongelegenheden per corporatie wordt het heffingsjaar in eigendom/beheer is van aangesloten bij de opgave van de laatst de corporatie. Dit wordt ontleend aan de ingediende WOZ-waarde in de dVi over opgave van de corporatie in Bijlage II van verslagjaar 2014. Voor de heffing voor de het Bbsh. Nadat deze gegevens uiterlijk 1 reguliere projectsteun houdt CFV in principe juli van het heffingsjaar zijn ingediend, kan een 50/50-verhouding aan tussen beide het definitieve bedrag per woongelegenheid componenten. alsook het tarief voor de WOZ-waarde worden bepaald. Het kan voorkomen dat in Met de koppeling aan de gezamenlijke sommige gevallen de relevante gegevens pas WOZ-waarde komt het verschil tussen in een later stadium definitief bepaald zijn. corporaties met een overwegend bezit van onzelfstandige woongelegenheden Indien er in het jaar voorafgaande aan het (bijvoorbeeld studentenhuisvesting) en heffingsjaar een fusie heeft plaatsgevonden, corporaties met een overwegend bezit dient de fusiedrager de bijdrage te betalen van zelfstandige woongelegenheden in de over het gezamenlijke aantal woningen heffing tot uitdrukking. De WOZ-waarde van de fusiepartners. Heeft de fusie in het van onzelfstandige woongelegenheden jaar voorafgaande aan het heffingsjaar op ligt immers lager dan voor zelfstandige zodanig tijdstip plaatsgevonden dat geen woongelegenheden. In 2015 heft CFV geen aparte jaarstukken van de fusiepartners bijdrage voor de reguliere projectsteun. zijn opgemaakt, dan gelden uitsluitend de geconsolideerde jaarstukken als uitgangspunt voor de bepaling van de bijdrage. Beleidsregels 2015 51 In oktober van het heffingsjaar ontvangen Instellingen die kwijtschelding van de corporaties een brief van CFV met daarin bijdrageheffing willen, moeten daarvoor de bekendmaking van het besluit tot een verzoek indienen binnen zes weken bijdrageheffing van CFV en de vastgestelde na ontvangst van de bijdragebrief. De bijdrage die elke corporatie moet betalen. corporatie moet hangende het verzoek de Corporaties moeten binnen een maand na bijdrage wel betalen. Indien besloten wordt dagtekening van de bijdragebrief, het bedrag tot kwijtschelding, wordt er over de periode betalen. waarover ten onrechte is betaald een rente vergoed door CFV. Bij niet tijdige betaling treedt vanaf de Wanneer een corporatie in aanmerking komt datum van verstrijken, de verplichting tot voor saneringssteun, komt zij automatisch het betalen van rente in werking, bepaald in aanmerking voor kwijtschelding van de overeenkomstig afdeling 4.4.2. van de Awb. steunbijdrage. CFV moet binnen de wettelijk bepaalde De overige corporaties, waaronder de termijnen de bijdrageheffing opleggen. corporaties die reeds door CFV zijn gesaneerd Echter, in die gevallen waar CFV een en waarvan door CFV is bepaald dat zij geen corporatie heeft gevraagd de voor de saneringscorporatie meer zijn, worden in heffingsberekening relevante ingediende principe wel in de bijdrageheffing betrokken. gegevens nader te controleren, kan dit Alleen indien aannemelijk is dat zij door betekenen dat de opgelegde heffing de betaling van de bijdrage of anderszins aanpassing behoeft. Indien de aangeleverde opnieuw gesaneerd moeten worden, kunnen gecorrigeerde gegevens daartoe aanleiding ze voor kwijtschelding in aanmerking komen. geven, zal CFV een aanvullend besluit inzake Wanneer een corporatie woongelegenheden bijdrageheffing kunnen opleggen. overneemt van een saneringscorporatie, komt zij in aanmerking voor kwijtschelding 6.4 Kwijtschelding van een gedeelte van de steunbijdrage voor dat deel. Op het moment dat door CFV In het BCFV is de mogelijkheid opgenomen is bepaald dat de corporatie waarvan de dat corporaties voor de saneringsheffing woongelegenheden zijn overgenomen geen en bijdrage voor reguliere projectsteun saneringscorporatie meer is, vervalt ook de kwijtschelding kunnen vragen. Twee mogelijkheid tot kwijtschelding van dit deel categorieën corporaties komen in van de steunbijdrage. aanmerking voor kwijtschelding: ♦ Saneringscorporaties, zij krijgen automatisch kwijtschelding voor alle twee Kwijtschelding van de bijdrage voor reguliere projectsteun de bijdragen. Het BCFV kent aan CFV bepaalde ♦ C orporaties die in aanzienlijke mate 52 beleidsvrijheid toe met betrekking tot de hebben bijgedragen aan de matching beslissing omtrent kwijtschelding van de van taken en middelen. Zij kunnen onder bijdrageheffing voor reguliere projectsteun. voorwaarden kwijtschelding krijgen voor CFV geeft met deze beleidsregels hier nader de bijdrage voor reguliere projectsteun. invulling aan. Centraal Fonds Volkshuisvesting Corporaties die een actieve bijdrage leveren Onder een financiële bijdrage wordt aan collega-corporaties die onrendabele verstaan: investeringen plegen, geven inhoud aan ♦ Een geldelijke bijdrage, waaronder het de voorgestane zogenaamde ‘vrijwillige voor rekening nemen van kosten van matching van taken en middelen’. De een collega-corporatie die verband heffing voor reguliere projectsteun moet houden met de uitvoering van een deze corporaties niet ontmoedigen om volkshuisvestelijk project, in verband ook in de toekomst collega-corporaties met de zwakke financiële positie van die vrijwillig bij volkshuisvestingsactiviteiten financieel te ondersteunen. Om deze reden collega-corporatie; ♦ Een corporatie die gefuseerd is met een is het wenselijk dat corporaties die vrijwillig corporatie waarvan CFV de solvabiliteit een bijdrage hebben geleverd aan andere als onvoldoende heeft beoordeeld in zijn corporaties, de mogelijkheid wordt geboden jaarlijkse financiële beoordeling. om kwijtschelding van de heffingscomponent reguliere projectsteun te krijgen. De De geleverde bijdrage moet in een evenredige mogelijkheid voor kwijtschelding kan een verhouding staan tot de omvang van de kwijt corporatie juist stimuleren te kiezen voor te schelden heffing. Met een evenredige het verlenen van vrijwillige bijdragen aan verhouding wordt bedoeld een verleende collega-corporaties. bijdrage welke minimaal de omvang heeft van 1% van het volkshuisvestelijk vermogen Om in aanmerking te komen voor van de verstrekkende corporatie. Corporaties kwijtschelding van de heffing van reguliere die een veelvoud van de opgelegde heffing projectsteun, moet er in de periode tussen aan bijdragen aan derden hebben verleend, het laatste jaar waarover een heffing krijgen vrijstelling voor een aantal jaren. projectsteun heeft plaatsgevonden en het Dit aantal is gelijk aan het veelvoud heffingsjaar (de peilperiode) een financieel dat de steun groter is dan de hiervoor kwantificeerbare bijdrage zijn verleend of genoemde percentages met een maximum een financieel kwantificeerbare verplichting van vijf opeenvolgende jaren. Een jaar zijn aangegaan met een collega-corporatie waarin geen heffing projectsteun wordt voor een volkshuisvestelijke opgave of opgelegd, telt daarbij mee. Daarnaast moet project(en). Daarbij dient te worden de ‘ontvangende’ corporatie de bijdrage aangetoond dat genoemde opgave of project, bevestigen. zonder deze steun niet tot stand zou zijn gekomen. Beleidsregels 2015 53 7 Openbaarheid CFV is van mening dat het ontsluiten van informatie van grote betekenis is voor het ‘Corporaties’. ♦ D e informatieprotocollen staan ook functioneren van het systeem en in het op de website van CFV. CFV heeft bijzonder voor de verbetering van de checks informatieprotocollen gesloten met en balances in de sector. Dit laatste is van onder andere WSW, BZK, ILT, AFM en de groot belang voor het (extern) financiële toezicht. CFV gaat vanwege de belangen van Belastingdienst. ♦ H et convenant CFV-WSW inzake naadloze derden, zoals huurders en gemeenten, zoveel aansluiting is ook op de website van CFV mogelijk over tot actieve openbaarmaking. te vinden. Verzoeken om informatie worden getoetst aan de in de Wet openbaarheid Passieve openbaarmaking bestuur (Wob) opgenomen criteria voor ♦ V oor corporaties geldt dat de jaarlijkse openbaarmaking. Het Wob-principe verantwoordingsgegevens, exclusief ‘openbaarheid, tenzij …...’, is voor CFV leidend bijlage IV Bezoldiging bestuur, in beginsel bij de behandeling van de verzoeken. Op openbaar zijn. Op grond van het Burgerlijk basis hiervan zijn voor de verschillende Wetboek (BW) geldt voor stichtingen en processen protocollen opgesteld: verenigingen een openbaarmakingsplicht. Bij de indiening van de dPi-gegevens kan Actieve openbaarmaking door de corporatie gemotiveerd worden ♦ H et sectorbeeld en onderzoeken gemaakt aangegeven of er gegevens bij zijn die op verzoek van BZK worden aan de als bedrijfsgevoelig moeten worden minister aangeboden. De minister aangemerkt. Bij de beoordeling van een stuurt deze rapportages aan de Tweede eventueel Wob-verzoek kan CFV dit in Kamer. Daarmee worden de rapportages zijn afweging betrekken. Wordt bij de openbaar. CFV plaatst deze rapportages indiening van de prognosegegevens vervolgens op de website. door de corporatie niet gemotiveerd ♦ H et jaarverslag maakt CFV zelf openbaar. aangegeven dat er sprake is van gegevens ♦ C FV heeft op zijn website een actueel waarvan het vertrouwelijke karakter zich overzicht met corporaties die onder verzet tegen openbaarmaking, dan gaat verscherpt toezicht staan en een overzicht CFV er in principe van uit dat er geen van de saneringscorporaties. sprake is van vertrouwelijke gegevens. ♦ C FV plaatst de toezichtbrieven na hoor-wederhoor op de website onder 54 Centraal Fonds Volkshuisvesting ♦ R apportages of andere producten en publicaties van CFV die gebaseerd zijn op onderliggende gegevens die kenbaar saneerder in beginsel als vertrouwelijke zijn uit de jaarstukken, zijn in beginsel informatie, vanwege de bedrijfsgevoelige openbaar. Ook als dergelijke gegevens informatie die concept saneringsplannen individueel herleidbaar zijn. Immers, als bevatten. de gehanteerde (individuele) gegevens al ♦ D efinitief vastgestelde verbeter-/ publiek zijn en de beoordelingsmethodiek herstel- en saneringsplannen zijn in is kenbaar via de beleidsregels, dan beginsel wel openbaar. Het is echter niet kunnen de uitkomsten van bewerkingen uit te sluiten dat in deze vastgestelde en/of analyses niet als vertrouwelijk plannen bedrijfsgevoelige informatie worden beschouwd. is opgenomen die bij openbaarmaking ♦ C oncept verbeter-/herstel-/ onevenredige benadeling van de saneringsplannen. Wanneer CFV corporatie tot gevolg kan hebben. In financiële risico’s constateert, wordt dergelijke situaties kan CFV besluiten in het kader van regulier toezicht een om bepaalde delen uit het verbeter-/ corporatie verzocht een verbeterplan herstelplan niet openbaar te maken. op te stellen ter versterking van de ♦ O p grond van art. 6 van het financiële positie en ter beperking mandaatbesluit (Stcrt. 2014, 25 239) van de risico’s. Van corporaties onder is het bestuur van CFV niet bevoegd verscherpt toezicht verlangt CFV een om verzoeken in het kader van de Wet herstelplan met maatregelen gericht openbaarheid af te doen, voor zover die op het herstel van de financiële verband houden met de uitvoering van de continuïteit en het voorkomen van handhavingsmaatregelen op grond van sanering. Corporaties die een aanvraag het mandaatbesluit. hebben ingediend voor saneringssteun, moeten een saneringsplan opstellen. Publiceren van besluiten In de fase van totstandkoming van een In het kader van de toezichthoudende verbeter-/herstelplan is het voor goed taak van CFV past dat besluiten worden en effectief toezicht noodzakelijk dat gepubliceerd, zodat bekendheid wordt de toezichthouder en de onder toezicht gegeven aan de wijze van de uitvoering van staande corporatie in vertrouwelijkheid deze taak. CFV maakt de volgende besluiten met elkaar kunnen communiceren. op zijn website openbaar: Openbaarheid van voornemens en ♦ A nticipatie- en saneringsbesluiten; concepten beperkt in deze fase het ♦ W ob-besluiten; effectief toezicht door CFV en kan ♦ B eslissingen op bezwaar. het bedrijfsbelang van de corporatie benadelen. Daarom beschouwt CFV Om onevenredige benadeling van concept verbeter-/herstelplannen belanghebbende(n) te voorkomen, houdt als vertrouwelijke informatie c.q. CFV bij de openbaarmaking rekening met de documenten. Hiervan kan worden weigeringsgronden van art. 10 van de Wet afgeweken indien de betrokken corporatie openbaarheid van bestuur (Wob). zelf aangeeft geen bezwaar te hebben tegen openbaarmaking. Concept saneringsplannen beschouwt CFV als Beleidsregels Centraal Fonds 2015 Volkshuisvesting 55 CFV beziet in dat kader onder meer of de de handhavingsmaatregel nadat de openbaar te maken documenten kunnen voorzieningenrechter een voor CFV gunstige worden geschoond van bedrijfsvertrouwelijke uitspraak heeft gedaan. of privacygevoelige informatie. CFV zal Indien de voorzieningenrechter belanghebbende(n) in het besluit in het publicatiebesluit schorst en de gelegenheid stellen om binnen vijf belanghebbende(n) bezwaar maakt(maken) werkdagen na dagtekening van het besluit tegen de opgelegde handhavingsmaatregel, aan te geven welke informatie volgens zal CFV ook de beslissing op het bezwaar hen bedrijfsvertrouwelijk is danwel welke tegen de handhavingsmaatregel niet informatie op een andere Wob-grond niet openbaar maken. Pas als de rechter in voor openbaarmaking in aanmerking komt. het bodemgeschil een voor CFV gunstige uitspraak heeft gedaan, zal de beslissing op Publiceren van besluiten tot oplegging van handhavingsmaatregelen bezwaar tegen de handhavingsmaatregel CFV maakt handhavingsmaatregelen actief dat CFV wettelijk verplicht is mededeling te openbaar, omdat actieve openbaarmaking doen van een aanwijzing in de Staatscourant. het effect van die maatregelen sterk kan Het moment waarop CFV vergroten. Het gaat om de volgende besluiten handhavingsmaatregelen openbaar maakt, tot handhaving: kan verschillen. In sommige gevallen is ♦ H et geven van een aanwijzing; het niet in het volkshuisvestelijk belang ♦ H et aanwijzen van toezichthouders; om een handhavingsmaatregel meteen ♦ H et bepalen dat rechtshandelingen openbaar te maken. In dat geval zal CFV openbaar worden gemaakt. Dit laat onverlet van een corporatie aan voorafgaande op een later moment het publicatiebesluit goedkeuring van CFV zijn onderworpen; nemen waardoor belanghebbende(n) alsnog ♦ H et opleggen van een last onder dwangsom. In het besluit tot oplegging van de de gelegenheid krijgt(krijgen) om binnen veertien dagen een voorlopige voorziening te vragen. handhavingsmaatregel, stelt CFV belanghebbende(n) schriftelijk op de Persbericht hoogte van zijn voornemen om het CFV zal eventueel naast openbaarmaking besluit over veertien dagen openbaar van de handhavingsmaatregel zelf een te maken. Dit biedt belanghebbende(n) persbericht uitbrengen op de website. de gelegenheid om binnen veertien Daarin wordt de kern van de maatregel dagen een voorlopige voorziening te opgenomen. vragen. Indien belanghebbende(n) geen voorlopige voorziening vraagt(vragen), maakt CFV het besluit tot oplegging van de handhavingsmaatregel na veertien dagen openbaar op de website. Indien belanghebbende(n) een voorlopige voorziening vraagt(vragen) om de publicatie van de handhavingsmaatregel te voorkomen, gaat CFV alleen over tot publicatie van Beleidsregels Centraal Fonds 2015 Volkshuisvesting 56 B Overzicht bijlagen 1 Bepaling VHV en risico in verslagjaar 2014 en prognosejaren 2015 - 2019 2 Convenant CFV - WSW 3 Aanvullend convenant CFV - WSW 4 Bestuursreglement Centraal Fonds Volkshuisvesting 5 Handleiding saneringsplan Beleidsregels 2015 57 B 1 Bepaling VHV en ricico in verslagjaar 2014 en prognosejaren 2015 - 2019 1.1 Nadere waardering balansposten uit verslagjaar 2014 CFV hanteert hierbij een zeven-stappen aanpak. 1. Moment van disconteren. Materieel vaste activa in exploitatie CFV veronderstelt dat de CFV hanteert de bedrijfswaarde op basis exploitatiekasstromen gemiddeld halverwege van een voortgezette verhuurexploitatie als het jaar binnenkomen. Indien de corporaties grondslag voor de waardering van materieel anders hebben gedisconteerd, wordt dit vaste activa (MVA) in exploitatie (sociaal- bijgesteld. en commercieel vastgoed in exploitatie en 2. Verkoopportefeuille. Als uitvloeisel van sociaal vastgoed in exploitatie gekwalificeerd de gekozen grondslag bedrijfswaarde op als vastgoedbelegging). CFV hanteert basis van voortgezette verhuurexploitatie deze grondslag zowel voor het bezit dat is (woongelegenheden) wordt de gekwalificeerd als Daeb, als voor bezit dat bedrijfswaardeopgave aangepast indien zich hiervoor niet kwalificeert corporaties verkoop hebben ingerekend. (niet-Daeb). De bedrijfswaarde is de 3. Parameters. De stijgingsparameters voor contante waarde van de aan de afzonderlijke inflatie zijn exogene variabelen. CFV leidt uit complexen van de corporatie toe te rekenen externe bronnen de inflatieverwachting af. geschatte toekomstige kasstromen. Deze wordt voor alle corporaties gehanteerd. Voor de berekening van de bedrijfswaarde De huurstijging is deels afhankelijk van van de afzonderlijke complexen heeft de de inflatieverwachting en deels van het corporatie een zekere bandbreedte in zowel beleid van de corporatie. Het beleid van de gekozen uitgangspunten, zoals inrekenen de corporatie zelf is mede afhankelijk van verkoop, levensduur, parameters (verwachte de marktmogelijkheden, maar ook van de huurstijging en toekomstige inflatie) formele mogelijkheden (wetgeving). CFV alsook de toerekening van uitgaven aan hanteert een bandbreedte bij de eventuele afzonderlijke complexen. aanpassing van de stijgingsparameter van de CFV past de in bijlage II Bbsh verantwoorde corporatie. Voor de eerste vijf prognosejaren bedrijfswaarde aan, om te komen tot de in de levert dit een marge op ten opzichte van de methodiek gebruikte waarderingsgrondslag inflatieverwachting. Vanaf het zesde jaar volkshuisvestelijke exploitatiewaarde. De hanteert CFV hiervoor de inschatting van het waarden die na de aanpassing ontstaan, zijn evenwichtsniveau voor de inflatie. goed vergelijkbaar omdat ze op dezelfde toegespitste grondslag zijn gebaseerd. 58 Centraal Fonds Volkshuisvesting Voor de beheer- en onderhoudskosten 7. Verhuurdersheffing. CFV bepaalt hanteert CFV vanaf het zesde jaar de rekening houdend met de levensduur van de sectorparameters zoals door WSW is portefeuille, de door het Rijk vastgestelde vastgelegd (evenwichtsniveau inflatie plus heffingspercentages en de door de corporatie 1%). Ook voor huurderving onderkent CFV opgegeven waarde, de contante waarde van een bandbreedte. Voor de eerste vijf jaren is de verhuurdersheffing. Deze waarde is niet deze bandbreedte groter dan voor de periode lager dan de door de corporatie opgegeven daarna. Als discontofactor hanteert CFV de waarde. door WSW voorgeschreven discontofactor. 4. Levensduur. CFV neemt de levensduur van De door CFV aangepaste bedrijfswaarde is de de corporatie over tenzij deze aanmerkelijk volkshuisvestelijke exploitatiewaarde van het hoger is dan hetgeen andere corporaties bezit van de corporatie. opgeven. Voor het deel dat de levensduur de bandbreedte overschrijdt, wordt deze Deelnemingen bijgesteld, tenzij uit eerdere onderzoeken Bij verbindingen die betrekking hebben is gebleken dat de afwijking samenhangt op de exploitatie van onroerende zaken met specifieke kenmerken van de wil CFV ook voor het bezit in exploitatie portefeuille. CFV maakt bij deze vergelijking in de betreffende verbindingen de gebruik van een aantal kenmerken van de volkshuisvestelijke exploitatiewaarde vastgoedportefeuille. hanteren als waarderingsgrondslag. Indien 5. Restwaarde. Exclusief de opgegeven naar voren komt dat de waardering van het deelportefeuille sloop uniformeert vastgoed van de verbindingen hoger is dan CFV de restwaarde voor de niet in de door CFV gehanteerde normwaarden, de sloopportefeuille opgenomen zal CFV de waardering van de verbindingen woongelegenheden. In eerder onderzoek aanpassen. De eventuele aanpassing werkt vastgestelde situaties waarbij correcties door in de post deelnemingen. vanwege erfpacht hebben plaatsgevonden, worden hierbij betrokken. Langlopende schulden 6. Lastenniveau. CFV confronteert het De langlopende leningen van lastenniveau voor de verhuureenheden woningcorporaties die primair werkzaam dat uit de bedrijfswaarde kan worden zijn op de markt voor sociale huurwoningen, afgeleid, met sectorcijfers en met de worden voor de beoordeling tegen aangeleverde kasstroomprognoses. Indien rentabiliteitswaarde gewaardeerd. De het niveau niet plausibel is in relatie tot de omvang van de rentabiliteitswaardecorrectie kasstroomprognose voor de eerste vijf jaar, van de leningenportefeuille, zoals in een extrapolatie van de beheerkosten voor de balans opgenomen, wordt ontleend de resterende periode en sectorcijfers voor aan de door de corporatie verantwoorde onderhoud voor de resterende periode, wordt rentabiliteitswaardecorrectie in bijlage rekening houdend met een bandbreedte, het II Bbsh. CFV gaat bij de waardering van niveau aangepast. Hierbij kan ook rekening de leningenportefeuille uit van hetzelfde worden gehouden met in eerder onderzoek disconteringspercentage als bij de vastgestelde bevindingen met betrekking tot bedrijfswaarde. het lastenniveau in de bedrijfswaarde. Beleidsregels 2015 59 Een eventueel in de balanspost langlopende schulden opgenomen agio wordt 1.3 Risicobepaling bij de analyse solvabiliteit niet betrokken in de bepaling van de rentabiliteitswaarde. Langlopende leningen Door middel van de risicobeoordeling die het karakter hebben van achtergestelde wordt het vermogen bepaald dat aanwezig leningen, kunnen betrokken worden bij moet zijn om met 95% zekerheid de de bepaling van het volkshuisvestelijk risico’s op te vangen. Bij de financiële vermogen. beoordelingsmethodiek vormt de onzekerheid over de toekomstige kasstromen 1.2 Vermogensbepaling ten behoeve van analyse solvabiliteit een belangrijke factor. Er is een bepaalde mate van onzekerheid over de te verwachten hoogte van het volkshuisvestelijk vermogen. De modelmatige analyse van de solvabiliteit Om hiermee rekening te houden, dient het wordt gebaseerd op de dVi 2014 die CFV risico te worden bepaald. uiterlijk 1 juli 2015 ontvangt. In principe wordt voor elke balanspost Op basis van de (nadere) waardering van alle afzonderlijk de hoogte van het risico bepaald balansposten wordt het saldo van de waarde dat verbonden is aan de realisatie van de van de activa minus de waarde van de waarde van de betreffende balanspost. passiva (exclusief eigen vermogen) bepaald, Hierbij gaat het alleen om de neerwaartse waardoor het volkshuisvestelijke vermogen risico’s. De risicobepaling is gebaseerd op wordt vastgesteld. de ‘value-at-risk’-benadering. Daar waar De indeling van en rubricering binnen de benodigde gegevens ontbreken om deze de balans van een woningcorporatie is benadering toe te passen, is een praktische vastgelegd in de herziene Richtlijn 645 oplossing gekozen. Voor de beoordeling op Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting basis van de verantwoordingsinformatie van de Raad voor de Jaarverslaggeving. en zonder extra informatie als uitvloeisel Deze indeling is overgenomen in de van een nader onderzoek heeft CFV de betreffende bijlagen bij het Bbsh en is beschikking over een beperkt aantal uitgangspunt voor CFV. CFV krijgt via de dVi gegevens. Dit betekent dat sommige risico’s zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde niet al te gedifferentieerd kunnen worden balans en winst- en verliesrekening. uitgewerkt. CFV kiest dan een voorzichtige De enkelvoudige balans vormt het benadering, waarbij het neerwaartse risico vertrekpunt bij de bepaling van het vermogen vrij hoog wordt geschat. In het nader en het risico. De enkelvoudige balans biedt onderzoek kan het risico worden aangepast namelijk direct zicht op de bezittingen en op basis van informatie van de corporatie, schulden van de corporatie . Bij de nadere voor zover dit past binnen de door CFV analyse van balansposten zal ook gebruik gekozen benadering en uitgangspunten. Dit worden gemaakt van gegevens die uit de laat onverlet dat er nog risicosignaleringen geconsolideerde balans kunnen worden kunnen blijven optreden uit hoofde van de afgeleid dan wel uit de verstrekte toelichting andere toezichtonderwerpen. op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening in de dVi. 60 Centraal Fonds Volkshuisvesting Risicogebieden verwacht. Het concept van ‘value at risk’ is Bij het vaststellen van het totale risico in hierbij ook gebruikt. De ontwikkeling van het kader van de solvabiliteitsbeoordeling de koopprijs wordt door CFV meegenomen onderscheidt CFV de volgende risicogebieden: onder de marktrisico’s en niet onder de ♦ exploitatie woongelegenheden macro-economische risico’s. In de uitwerking (voortgezette verhuur) van het waarderisico heeft CFV voor de ♦ exploitatie overig vastgoed zelfstandige woongelegenheden Daeb de ♦ o nroerende zaken verkocht onder verhouding tussen de huur en de voorwaarden WOZ-waarde gebruikt als indicator om het ♦ f inanciering en financiële instrumenten marktrisico te differentiëren. In gebieden ♦ d eelnemingen waar de verhouding huur/ WOZ-waarde ♦ b eleggingen en andere financiële activa een laag percentage laat zien, gaat CFV uit ♦ g rondposities (met of zonder van een lager marktrisico dan in gebieden bouwbestemming) waar deze verhouding een hoger percentage ♦ a angegane verplichtingen koopwoningen laat zien. De achterliggende gedachte ♦ a angegane verplichtingen bouw hierbij is dat het percentage iets zegt over huurwoningen ♦ o verige verplichtingen de verhouding tussen de deelmarkten huur en koop. Bij een laag percentage zal het voor huurders minder makkelijk en De risicogebieden zijn voor het overgrote economisch minder rationeel zijn om de deel rechtstreeks verbonden met bepaalde oversteek naar de koopsector te maken. balansposten en daarmee met het De kans dat de huurmarkt verslechtert, volkshuisvestelijk vermogen. Ze dekken wordt daarom kleiner geacht dan in het alle activiteiten van de corporatie met geval dat de verhouding huur/ WOZ-waarde een substantieel risico, uitgezonderd aanmerkelijk hoger ligt. Voor overige de voorgenomen activiteiten, zoals wooneenheden (waaronder studentenkamers investeringen en verkopen. en onzelfstandige verzorgingseenheden) is uitgegaan van een generiek risico Risicobronnen dat gegeven de aard van dit bezit wat CFV onderscheidt drie risicobronnen: hoger is gesteld. Op basis van informatie ♦ m arktrisico over de kamermarkt in de belangrijkste ♦ m acro-economische ontwikkelingen studentensteden kan het percentage ♦ o perationele risico’s. voor overige wooneenheden neerwaarts worden bijgesteld. Voor woongelegenheden Marktrisico niet-Daeb is uitgegaan van een generiek Dit betreft het risico dat door een negatieve risico dat hoger is vastgesteld gegeven marktontwikkeling de waarde van (niet-) het meer marktconforme karakter van dit woongelegenheden of de opbrengst van segment. Voor niet-woongelegenheden is grondposities, effecten, niet verkochte ook uitgegaan van een generiek risico dat gereedgekomen koopwoningen (voorraden), gegeven het karakter van dit bezit, met veelal de productie van nieuwbouw koop (reeds markthuren ook hoger is gesteld. aangegane verplichtingen), rechten op de terugkoop van woningen lager is dan Beleidsregels 2015 61 Voor het niet-Daeb-deel van de Voor wat betreft rente wordt er een niet-woongelegenheden wordt nog een onderscheid gemaakt tussen geborgde en extra opslag gehanteerd. ongeborgde financiering. Voor de inflatie Voor grondposities en voorraden wordt een en de bouwkosteninflatie is voor de afzonderlijk risicopercentage gerekend. periode vanaf jaar zes aangenomen dat de Bij de productie van nieuwbouw verkoop is kasstromen zich op het evenwichtsniveau de portefeuille waar verplichtingen voor zijn (respectievelijk inflatie en inflatie plus 1%) aangegaan, geschat. Voor deze portefeuille zullen gaan ontwikkelen. is het risicopercentage (van de geraamde Het contante waarde-effect van de stichtingskosten) bepaald. Het marktrisico veranderde kasstromen wordt als met betrekking tot de balanspost onroerende risicobedrag meegenomen. Voor wat betreft zaken onder voorwaarden en de balanspost de rente wordt nagegaan of het renteniveau VOV-verplichtingen houdt rekening met een bij (her)financieringen en conversies in de prijsschok in de koopmarkt en het verschil in eerste vijf jaar voortvloeiende uit de dPi bij doorwerking die een prijsschok op de rechten het ‘slecht-weerscenario’ (95% kans) boven en de verplichtingen heeft. Daarnaast wordt het gehanteerde discontoniveau uitkomt. voor de nog niet doorverkochte voorraad een De resulterende bedragen voor het macro- afzonderlijk marktrisico gehanteerd. economisch risico voor respectievelijk inflatie, bouwkosteninflatie en rente Macro-economisch risico kunnen niet zonder meer bij elkaar worden Het macro-economisch risico betreft de opgeteld. Het betreffen afhankelijke risico’s. kans dat door economische ontwikkelingen In de optelling van de risicobedragen wordt (inflatie, rente) de komende vijf jaar de daarom rekening gehouden met de correlatie. waarde van bezittingen of schulden lager of hoger uitpakt dan verwacht. De benadering is Operationeel risico ten behoeve van het solvabiliteitsbeoordeling Dit betreft het risico van een verlies door uitgewerkt voor de balansposten sociaal inadequate of falende interne processen, vastgoed in exploitatie, commercieel mensen of systemen of door externe vastgoed in exploitatie en langlopende gebeurtenissen. Dit risico kan in vele schulden. Deze drie posten maken ook het verschillende vormen naar voren komen overgrote deel van de balans uit (eigen en is lastig op voorhand te meten en te vermogen buiten beschouwing latend). rapporteren. Wel hangen de risico’s uiteraard De focus is hierbij met name gericht op de af van de omvang van de activiteiten onzekere kasstromen in de bedrijfswaarde en kan aangegeven worden in welke en de onzekerheid met betrekking tot de omstandigheden (bijvoorbeeld kwaliteit van renteontwikkeling. het risicobeheer, professionaliteit van de Op basis van historische reeksen is bepaald organisatie) het risico groter of kleiner is. In wat met een 95% kans de ongunstige de modelmatige analyse is daarom gekozen ontwikkeling van respectievelijk inflatie, voor een vrij globale uitwerking. In het kader bouwkosteninflatie en rente voor de eerst van risicogericht toezicht kunnen er ook meer komende vijf jaren is. kwalitatieve signalen met betrekking tot de sturing en risicobeheersing bij corporaties zijn die reden zijn voor nader onderzoek. 62 Centraal Fonds Volkshuisvesting Bij de analyse van de solvabiliteit neemt Totaalrisico CFV bij de bepaling van het operationeel Het totaalrisico is de resultante van de drie risico de risicogebieden exploitatie van risicobronnen die hiervoor zijn beschreven. het vastgoed, onroerende zaken verkocht Omdat het om onafhankelijke risico’s gaat, onder voorwaarden, VOV-verplichtingen, kan niet volstaan worden met een simpele deelnemingen, grondposities, voorraden, optelling. Bij onafhankelijke risico’s vindt aangegane verplichtingen koop en huur en optelling plaats door eerst de afzonderlijke treasury mee. Op basis van een vergelijking bedragen te kwadrateren, vervolgens op van de netto variabele lasten in de laatste te tellen en dan de wortel van deze telling drie kasstroomprognoses wordt bezien te nemen. In de risicobepaling wordt met hoe stabiel het niveau van deze lasten is een zekerheidsgrens van 95% gewerkt. (focus op tegenvallende ontwikkeling). Echter indien de marktwaarde van de Afhankelijk van de mate van stabiliteit wordt portefeuille minder dan 150% bedraagt van een risicobedrag bepaald op basis van de de volkshuisvestelijke exploitatiewaarde contante waarde van de netto variabele dan wordt het risicobedrag verhoogd met lasten. Bij de bepaling van het basisbedrag 5% van het geüniformeerde balanstotaal. De wordt rekening gehouden met het feit dat mogelijkheid om extra woningen te verkopen niet alle variabele lasten (overhead) in de bij tegenvallende ontwikkelingen teneinde kasstromen van de bedrijfswaarde worden extra opbrengsten te genereren, wordt dan opgenomen, en met de hoogte van deze onvoldoende aanwezig geacht (c.q. vraagt kasstromen. Bij de uitwerking van het risico een te grote inbreuk op het beginsel van voor deelnemingen is er tevens voor gekozen volkshuisvestelijke continuïteit). om via het operationele risico de andere risico’s (markt en macro-economisch) mee Vpb-beklemming te nemen. De beschikbare informatie biedt Voor de Vpb-beklemming ten behoeve van onvoldoende ruimte om voor deze post de solvabiliteitsbeoordeling wordt uitgegaan fijnmazig de afzonderlijke risico’s weer te van de contant gemaakte raming van de Vpb- geven. kasstromen voor de eerste vijf jaren. Indien corporaties risicodragend participeren in andere corporaties (bijvoorbeeld certificaten ten behoeve van het 1.4 De analyse draagkracht vermogen in relatie tot de voorgenomen activiteiten Wooninvesteringsfonds of achtergestelde leningen), wordt de post voor 100% als De analyse van de voorgenomen activiteiten operationeel risico aangemerkt. De posten heeft betrekking op de verhouding tussen de worden bij de ontvangende corporaties beschikbaar komende middelen om na het meegenomen in het volkshuisvestelijk verslagjaar 2014 activiteiten te ondernemen vermogen. De waarde van de balansposten en het beslag op middelen dat voortvloeit immateriële vaste activa en de latente uit de voorgenomen activiteiten. De belastingvorderingen wordt voor 100% als prognoseperiode omvat een vijfjaarsperiode operationeel risico aangemerkt. (2015 - 2019). Beleidsregels 2015 63 De analyse van de voorgenomen activiteiten In geval van vastgoed exploitatie- brengt in feite in beeld de passendheid van verbindingen kan de nader vastgestelde de voornemens in relatie tot de financiële waarde van het vastgoed hierbij worden mogelijkheden (draagkracht vermogen). betrokken in samenhang met de wijze Een woningcorporatie kan ten opzichte van waarop de verbindingen zijn gefinancierd. de beschikbare middelen voornemens hebben Deze beperking is niet alleen ingegeven die een te groot beslag leggen op deze door het feit dat het rendement bij veel middelen. Deze toets vindt zowel in het derde activa- en passivaposten onduidelijk, prognosejaar als het vijfde prognosejaar onzeker of afwezig is, maar met name plaats. door het feit dat de balansposten De beoordeling wordt gebaseerd op de dPi volkshuisvestelijke exploitatiewaarde en de over de periode 2015 - 2019 die CFV uiterlijk rentabiliteitswaarde het meest bepalend 1 februari 2015 ontvangt. zijn. Als verwacht rendement op deze posten wordt de gehanteerde discontovoet bij de De startpositie voor deze analyse is het waardering gebruikt. De discontovoet maal vermogen per ultimo 2014 zoals dat bij de de volkshuisvestelijke exploitatiewaarde analyse solvabiliteit over het verslagjaar levert een positieve bijdrage aan de 2014 is bepaald. beschikbare middelen in de prognosejaren. Ten behoeve van de analyse van de financiële De discontovoet maal de rentabiliteitswaarde passendheid van de activiteiten wordt levert een negatieve bijdrage aan de vergelijkbaar aan de benadering bij de beschikbare middelen. solvabiliteit, het vermogen bepaald dat aanwezig moet zijn om met 95% zekerheid de Voorgenomen activiteiten risico’s op te kunnen vangen en de De voorgenomen activiteiten hebben Vpb-beklemming. betrekking op mutaties in het bezit in exploitatie (woongelegenheden en niet- 1.5 V ermogensbepaling in de prognose woongelegenheden) van de toegelaten instelling (en gelieerde verbinding). Het Prognose beschikbare middelen gaat om achtereenvolgens: nieuwbouw, De balansposities die zijn bepaald ten aankoop, verkoop, woningverbetering en behoeve van de berekening van de sloop. Activiteiten die voortvloeien uit vermogensstartpositie, vormen mede de de exploitatie van het bestaande bezit basis voor de prognose van de beschikbare (beheer en onderhoud), zijn al betrokken middelen. In de methodiek wordt alleen bij de waardering van het vastgoed, rekening gehouden met het rendement behoudens de lasten die niet begrepen zijn dat voortvloeit uit de volkshuisvestelijke in de waardering (overhead). Het hiermee exploitatiewaarde en de rentabiliteitswaarde. gemoeide bedrag wordt elk jaar ten laste van het vermogen gebracht. 64 Centraal Fonds Volkshuisvesting Activiteiten die samenhangen met ♦ Investeringen in woongelegenheden projectontwikkeling worden ook bestemd voor de (sociale) verhuur meegenomen in de mate waarin ze voor kunnen gepaard gaan met zogenaamde rekening en risico van de toegelaten onrendabele investeringen. CFV gaat bij instelling (en gelieerde verbinding) worden de waardering van deze investeringen uit uitgevoerd. Op deze wijze kan er toch van een voortgezette verhuurexploitatie. indirect een rendement ontstaan op andere ♦ Investeringen in balansposten (voorraden en onderhanden niet-woongelegenheden (onder andere werk). maatschappelijke investeringen) kunnen gepaard gaan met onrendabele Financieringsactiviteiten die de resultante zijn van de exploitatie van de bestaande investeringen. ♦ Verkoop van bestaand bezit portefeuille en de programmering (desinvesteringen) zal over het algemeen (voorgenomen activiteiten), worden ook leiden tot positieve vermogenseffecten meegenomen. Hierbij is het van belang of omdat de waarde waarvoor de het gaat om geborgde (samenhangend met bestaande portefeuille is gewaardeerd Daeb-activiteiten) dan wel ongeborgde (volkshuisvestelijke exploitatiewaarde), (samenhangend met niet-Daeb-activiteiten) is gebaseerd op voortgezette verhuur. financiering. Ten behoeve van de koppeling Verkoop van teruggekochte verkoop tussen activiteiten en bestedingseffecten zijn onder voorwaarden bezit (of vergelijkbare de activiteiten nader gespecificeerd. constructies) wordt anders benaderd. Hierop worden nauwelijks meer In de beoordeling hanteert CFV de volgende uitgangspunten: ♦ De volkshuisvestelijke exploitatiewaarde en rentabiliteitswaarde ultimo 2014 genereren een vast rendement tijdens vermogenseffecten geboekt. ♦ De sloop van eenheden in de bestaande portefeuille kan leiden tot negatieve vermogenseffecten. ♦ CFV gaat ervan uit dat transacties tussen de prognosejaren gelijk aan het de toegelaten instelling en een gelieerde disconto waarmee de waardering heeft verbinding in de prognoseperiode geen plaatsgevonden. De nader bepaalde vermogenseffect opleveren. volkshuisvestelijke exploitatiewaarde ♦ Investeringen in de productie verkoop van de exploitatieverbinding kan hierbij nieuwbouw (voor rekening en risico worden betrokken in samenhang met de toegelaten instelling of een gelieerde wijze van financiering. verbinding) kunnen winst opleveren en ♦ De vastgestelde saneringsheffing en de tot een positief vermogenseffect leiden. niet in de bedrijfswaarde begrepen lasten CFV zal echter terughoudend zijn met het (zonder een andere dekking) geven direct inrekenen van winst in de prognose. vermogenseffecten ♦ Beleidsregels 2015 65 ♦ De financieringsbehoefte (inclusief 1.6 Risicobepaling renteconversies) die een uitvloeisel is van de vervalkalender van de De risicobronnen markt, macro-economisch leningenportefeuille ultimo 2014, en operationeel zoals deze bij de analyse de exploitatie van de bestaande solvabiliteit zijn gebruikt, blijven ook voorraad en de programmering van hier van kracht. Wat verandert, is dat er investeringen en desinvesteringen risicogebieden bij komen en afvallen. Dit (inclusief projectontwikkeling), kan hangt samen met de aard van de analyse. vermogenseffecten oproepen. Vanaf 2015 In de analyse van de voornemens staan wordt de kasstroom die voortvloeit uit de activiteiten centraal en in de analyse de verhuurders- en de saneringsheffing, solvabiliteit de financiële positie op betrokken bij de bepaling van de balansdatum, rekening houdend met financieringsbehoefte. De aan te trekken alleen de harde verplichtingen. financiering wordt gewaardeerd tegen Daarnaast kan als gevolg van de activiteiten, dezelfde discontofactor als het vastgoed. de financiële omvang van een risicogebied Het vermogenseffect is mede afhankelijk wijzigen. Ook hier dient rekening mee van het al dan niet aanwezig zijn van te worden gehouden bij de bepaling van renteafspraken en de borgbaarheid van het risico in de prognoseperiode. Als in de financieringsbehoefte. In geval van de vermogensbepaling geen rekening is afspraken honoreert CFV in beginsel gehouden met het effect van transacties alleen vermogenseffecten als deze tussen de toegelaten instelling en een gebaseerd zijn op een maximaal te gelieerde verbinding, worden in de betalen rente en looptijden van leningen risicobepaling deze transacties ook niet die niet vanwege de geldgever zo maar meegenomen. opgezegd kunnen worden. Onderstaand wordt per risicobron ♦ De mutaties in de vastgoedportefeuille uiteengezet wat de kern is van het verschil (volkshuisvestelijke exploitatiewaarde) bij de bepaling van het risicobedrag in en in de leningenportefeuille vergelijking met de benadering zoals die is (rentabiliteitswaarde) krijgen ook gehanteerd bij de analyse solvabiliteit. een jaarlijks rendement toegerekend gedurende de prognosejaren. ♦ Op basis van het voor 2014 66 Marktrisico Het marktrisico voor de vastgoedportefeuille geldende wettelijke kader zal CFV de wordt op dezelfde manier bepaald. Alleen vennootschapsbelasting betrekken bij de de verandering van de volkshuisvestelijke bepaling van het beslag op middelen. exploitatiewaarde van de deelportefeuilles De opgave van de corporatie met in de prognosejaren leidt via weging tot een betrekking tot de vennootschapsbelasting ander risicobedrag ten opzichte van het risico wordt hier in beginsel als uitgangspunt ultimo 2014. Voor zowel prognosejaar drie genomen. als jaar vijf wordt het risicobedrag bepaald. Centraal Fonds Volkshuisvesting Het marktrisico voor effecten, grondposities, Hierbij wordt rekening gehouden met het de verkoop van de voorraden en verkoop onderscheid tussen geborgde en onder voorwaarden blijft bestaan maar het ongeborgde financiering. marktrisico voor aangegane verplichtingen Het verschil in rente, gekapitaliseerd in de koopwoningen verdwijnt. Hiervoor komt in rentabiliteitswaardecorrectie, wordt als de plaats de geraamde productie nieuwbouw risicobedrag toegevoegd. Op basis van de verkoop in de vijf prognosejaren. productieraming van de corporatie kan het Daarnaast wordt het marktrisico bij de inflatierisico over de investeringen worden verkoop van eenheden uit de bestaande bepaald. Ook dit aldus bepaalde bedrag voorraad toegevoegd (prijsrisico). wordt toegevoegd aan het risicobedrag. Bij Rekening houdend met de opgegeven de bepaling van het totaal macro-economisch activiteiten wordt voor zowel jaar drie als risico wordt rekening gehouden met jaar vijf het risicobedrag bepaald. samenhangen tussen risico’s. Macro-economisch risico Operationeel risico Het risico vanwege een inflatieschok en een Het risicopercentage voor de stabiliteit van bouw- en onderhoudskosten-inflatieschok de netto variabele lasten wordt ontleend wordt voor de vastgoedportefeuille in jaar aan de analyse solvabiliteit. Hetzelfde drie en jaar vijf van de prognoseperiode geldt voor het risico met betrekking tot de op dezelfde manier uitgewerkt als bij de belastingvorderingen en de immateriële bepaling voor de analyse solvabiliteit. vaste activa. De risicogebieden financiering (nieuwe De benadering van de verbindingen (exclusief financieringsbehoefte vanwege de activiteiten in de verbinding) wordt de voorgenomen activiteiten en afgeleid van de analyse solvabiliteit over renteconversies), nieuwbouw, sloop en het verslagjaar 2014. Bij het operationeel verbetering (omzet) worden toegevoegd risico treasury wordt ook informatie uit de aan de risicobepaling. Voor zowel jaar prognoses gebruikt om het risicobedrag vast drie van de prognose als voor jaar vijf te stellen voor jaar drie en jaar vijf. Voor het wordt het risicobedrag bepaald. Bij de overige wordt teruggegrepen op de analyse financieringsbehoefte (en de renteconversies) solvabiliteit over het verslagjaar 2014. heeft dit betrekking op het verschil tussen Het operationeel risico vanwege de verwachte rente en de rente uitgaande verplichtingen (grond, koop, huur) verschuift van een ‘slecht-weerscenario’ in geval voor een deel naar investeringen in de er geen afspraken zijn gemaakt over de nieuwbouw van huur- en koopwoningen. financieringsbehoefte en de renteconversies. De benadering is overigens vergelijkbaar Indien de afspraken en de daarop gebaseerde als bij de verplichtingen, alleen de rentabiliteitswaardecorrectie niet gebaseerd horizon is anders bij de beoordeling zijn op de maximaal te betalen rente en van de financiële passendheid van de over een periode die door de geldgever voornemens (prognosejaar drie en einde vervroegd kan worden afgelost, kan de prognoseperiode). Ook voor geraamde beoordelingswijze bij de vermogensbepaling aankopen, te slopen eenheden en tot gevolg hebben dat er over deze afspraken verbeteringsuitgaven wordt een operationeel toch een risico wordt bepaald. risico gehanteerd. Beleidsregels 2015 67 Het operationeel risico vanwege de verkoop bestaand bezit wordt ook meegenomen. Het risicobedrag wordt steeds zowel voor jaar drie als voor jaar vijf bepaald. Totaalrisico Het totaalrisico is de resultante van de drie risicobronnen die hiervoor zijn beschreven. Omdat het om onafhankelijke risico’s gaat, kan niet volstaan worden met een simpele optelling. Bij onafhankelijke risico’s vindt optelling plaats door eerst de afzonderlijke bedragen te kwadrateren, vervolgens op te tellen en dan de wortel van deze telling te nemen. In de risicobepaling wordt met een zekerheidsgrens van 95% gewerkt. Echter indien de marktwaarde van de portefeuille (op basis van een slecht weer scenario) minder dan 150% bedraagt van de volkshuisvestelijke exploitatiewaarde dan wordt het risicobedrag verhoogd met 5% van het geüniformeerde balanstotaal. De mogelijkheid om woningen te verkopen bij tegenvallende ontwikkelingen wordt dan onvoldoende aanwezig geacht (c.q. vraagt een te grote inbreuk op het beginsel van volkshuisvestelijke continuïteit). Beklemming vennootschapsbelasting De beklemming heeft betrekking op de contante waarde van het bedrag dat de corporatie op basis van de voortgezette exploitatie de eerstkomende vijf jaar, na de periode (2019) waar de beoordeling betrekking op heeft, verschuldigd is aan vennootschapsbelasting. Hiertoe wordt een extrapolatie gemaakt van de gemiddeld opgegeven VPB-kasstroom voor de periode 2017 - 2019. 68 Centraal Fonds Volkshuisvesting B 2 Convenant CFV - WSW Beleidsregels 2015 69 70 Centraal Fonds Volkshuisvesting Beleidsregels Centraal Fonds 2015 Volkshuisvesting 71 B 3 Aanvullend convenant CFV -WSW Beleidsregels Centraal Fonds 2015 Volkshuisvesting 72 Beleidsregels 2015 73 B 4 Bestuursreglement Centraal Fonds Volkshuisvesting Bestuursreglement Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting ARTIKEL 2 1. Op grond van artikel 71c Woningwet worden de voorzitter en de andere leden BESTUURSSAMENSTELLING EN -WIJZIGING van het bestuur door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties benoemd. De leden worden, behoudens ARTIKEL 1 tussentijds ontslag, benoemd voor de tijd van 1. Het bestuur bestaat met inbegrip van de ten hoogste vier jaar. voorzitter uit ten minste drie en ten hoogste 2. Herbenoeming is slechts eenmaal vijf leden. mogelijk. 2. Het bestuur kan uit zijn midden een 3. Het bestuur stelt een aftreedrooster vast, vicevoorzitter aanwijzen, niet zijnde de zodanig, dat wordt voorkomen dat meerdere voorzitter. (her)be-noemingen in één keer aan de orde 3. Bij de samenstelling van het bestuur komen. worden onder meer de volgende 4. Uiterlijk vier maanden voor afloop van uitgangspunten in acht genomen: de zittingstermijn van een bestuurslid wordt - de Minister van Binnenlandse Zaken en het bestuur dient zo te zijn samengesteld dat constructieve besluitvorming mogelijk is; Koninkrijksrelaties hiervan schriftelijk op de - hoogte gesteld. er dient in het bestuur voldoende deskundigheid aanwezig te zijn op politiek- 5. Van het anderszins ontstaan van een bestuurlijk, financieel-economisch, controle vacature wordt de minister zo spoedig en accountancy en op volkshuisvestelijk mogelijk op de hoogte gesteld. terrein; - het bestuur dient pluriform te zijn ARTIKEL 3 samengesteld. 1. In geval van een vacature draagt het 4. Het bestuur bespreekt periodiek het bestuur aan de Minister van Binnenlandse gewenste profiel, de samenstelling en de Zaken en Koninkrijksrelaties (een) kandida(a) competentie van het bestuur als zodanig. t(en) voor benoeming in het bestuur voor. 2. Ter voorbereiding daarvan stelt het bestuur een profielschets op, waarbij met de uitgangspunten als genoemd in artikel 1, derde lid, rekening wordt gehouden. 74 Centraal Fonds Volkshuisvesting 3. Werving van kandidaten geschiedt door ARTIKEL 5 open werving. 1. De vergaderingen worden door of in 4. Het bestuur neemt deze profielschets opdracht van de voorzitter bijeengeroe¬pen, als uitgangspunt voor zijn werkzaamheden met inachtneming van een termijn van ten ter voorbereiding van de voordracht aan de minste tien dagen. In spoedeisende gevallen minister. kan deze termijn door de voorzitter worden 5. Het bestuur betrekt de directeur bij de bekort. totstandkoming van de voordracht. 2. Bij de oproeping ter vergadering wordt de 6. Het bestuur brengt een gemotiveerde agenda vermeld. en tweevoudige voordracht uit. Afwijking 3. Ieder bestuurslid kan voorstellen van het uitgangs-punt van een tweevoudige doen, welke mits tijdig ingediend, door de voordracht wordt met redenen omkleed. voorzitter op de agenda worden geplaatst. 7. Indien een vacature ontstaat als gevolg van afloop van de zittingstermijn van een ARTIKEL 6 bestuurslid en dat bestuurslid beschikbaar is 1. De voorzitter leidt de vergaderingen; bij voor herbenoeming, kan het bestuur volstaan zijn afwezigheid wordt hij vervangen door met het voordragen van de desbetreffende één der leden. persoon voor herbenoeming en dus met 2. Alleen onderwerpen die op de agenda een enkelvoudige voordracht. Voorafgaand staan kunnen in de vergadering worden aan die voordracht vindt door het bestuur behandeld dan wel kan besluitvorming een toetsing plaats aan de profielschets als plaatsvinden, behoudens het bepaalde in bedoeld in artikel 9, lid 4. lid 2. ARTIKEL 7 VERGADERINGEN 1. De voorzitter en de overige leden zijn stemgerechtigd en nemen deel aan de ARTIKEL 4 besluit¬vorming. Het bestuur vergadert ten minste viermaal 2. In de vergadering van het bestuur kan per jaar en voorts zo dikwijls het bestuur dit slechts¬¬ worden besloten, indien meer dan nodig oordeelt. de helft van het aantal leden aanwezig is. 3. Indien in twee opeenvolgende vergaderingen van het bestuur niet meer dan de helft van de leden aanwezig is, kan, in afwijking van het tweede lid, in de tweede vergadering worden besloten over onderwerpen waarover in de voorgaande vergadering is beraadslaagd. Beleidsregels 2015 75 ARTIKEL 11 ARTIKEL 8 1. Van elke vergadering van het bestuur 1. Besluiten van het bestuur worden wordt een kort verslag gemaakt. Dit kort genomen met inachtneming van de eisen van verslag houdt in: zorgvuldigheid en belangenafweging en zijn ♦ d e namen van de aanwezigen; met redenen om¬kleed. ♦ e en zakelijke weergave van het 2. Besluiten van het bestuur worden behandelde met naamsvermelding bij genomen met meerderheid van stemmen van de standpunten, tenzij het betrokken de aanwezige leden. bestuurslid anders verzoekt; ♦ e en besluitenlijst, bevattende de inhoud ARTIKEL 9 van elk besluit en de overwegingen die tot 1. Alle stemmingen geschieden mondeling, het besluit hebben geleid; tenzij de voorzitter een schriftelijke ♦ de wijze waarop aan een besluit stem¬ming gewenst acht of één der uitvoering en/of bekendheid moet worden bestuursleden zulks verlangt. gegeven. 2. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. DIRECTEUR 3. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij de voorzitter of één der bestuursleden ARTIKEL 12 hoofdelijke stemming verlangt. 1. De directeur is belast met de 4. Zolang in een bestuursvergadering beleidsmatige voorbereiding en met de alle bestuursleden aanwezig zijn, kunnen uitvoering van de bestuursbesluiten, alsmede geldige besluiten worden genomen, mits met de dagelijkse leiding en de organisatie met alge¬mene stemmen omtrent alle aan van het werkapparaat van het Fonds, zoals de orde komende onderwerpen, ook al heeft nader geregeld in het door het bestuur de afroeping niet op de voorgeschreven vastgestelde directiestatuut. wijze plaatsgevonden of is enig ander voor- 2. In dit directiestatuut is tevens schrift omtrent het oproepen en houden aangegeven welke bestuursbevoegdheden van vergaderingen of een daarmee verband aan de directeur zijn gemandateerd. houdende formaliteit niet in acht genomen. GEHEIMHOUDING ARTIKEL 10 1. De vergaderingen van het bestuur zijn ARTIKEL 13 besloten. 1. Behoudens het in artikel 14 bepaalde zijn 2. Het bestuur kan anderen dan de bestuursleden en personen bedoeld in bestuursleden tot de vergadering toelaten. artikel 10, lid 2 verplicht tot geheimhou¬ding ten aanzien van alle stukken en gegevens waarvan zij in hun hoedanigheid kennis hebben gekregen, daaronder begrepen van hetgeen in een vergadering van het bestuur is besproken. 76 Centraal Fonds Volkshuisvesting 2. Met inachtneming van het in artikel Het bestuur stelt daarbij de omvang van die 14, lid 2 bepaalde kan het bestuur bevoegdheid vast. besluiten de geheim-houdingsplicht op te heffen. Het geeft daarbij aan ten aanzien COMMISSIES van welke stukken en/of gegevens de geheimhoudingsplicht is opgeheven. ARTIKEL 16 3. Een bestuurslid¬ dat handelt in strijd 1. Het bestuur is bevoegd ter voorbereiding met de geheim¬houdingsplicht kan door de van een besluit een commissie te benoemen. voorzitter worden berispt. 2. Het bestuur stelt de taken en de 4. Een bestuurslid dat bij herhaling in strijd bevoegdheden van de commissie vast. handelt met de geheimhoudings¬plicht kan 3. door de voor-zitter bij de minister worden lid 1 kunnen ook worden benoemd personen voorgedragen tot schorsing of ontslag. die geen lid van het bestuur zijn. 5. Het bestuur respectievelijk leden 4. van het bestuur draagt er zorg voor tot geheimhouding ten aanzien van de dat aan personen van wie zij zich bij de stukken en gegevens waarvan zij in hun uitoefening van hun taak bedienen dezelfde hoedanigheid kennis hebben gekregen. Tot lid van een commissie als bedoeld in Leden van een commissie zijn verplicht geheimhoudings¬plicht wordt opgelegd als voor de bestuursleden geldt. VERGOEDINGEN INFORMATIEVERSTREKKING ARTIKEL 17 1. Het bestuur stelt voor de voorzitter ARTIKEL 14 alsmede voor de leden van het bestuur een 1. Informatie wordt met inachtneming van schadeloosstelling vast die wat betreft de Wet openbaarheid van bestuur verstrekt hoogte zodanig is dat gekwalificeerde en door de directeur, voor zover deze daartoe in deskundige bestuurders kunnen worden het directiestatuut of bij afzonderlijk besluit aangetrokken. is gemachtigd. 2. De vastgestelde schadeloosstelling 2. Geen informatie wordt verstrekt voor het bestuur wordt aan de minister ter betreffende door toegelaten instellingen aan goedkeuring gezonden. het Fonds verstrekte gegevens voor zover die 3. De minister besluit omtrent goedkeuring gegevens vertrouwelijk ter beschikking zijn binnen een redelijke termijn. gesteld of het vertrouwelijk karakter daarvan 4. Het bestuur kan bepalen dat aan redelijkerwijs moet worden aangeno¬men. (plaatsvervangende) leden van een door het bestuur ingestelde commissie een vergoeding VERTEGENWOORDIGING wordt toegekend. ARTIKEL 15 1. Het Centraal Fonds wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter en de directeur. 2. Het bestuur kan aan anderen vertegenwoordigingsbevoegdheid geven. Beleidsregels 2015 77 BEGROTING EN JAARSTUKKEN TAAKUITOEFENING ARTIKEL 18 ARTIKEL 21 Jaarlijks vóór 1 november stelt het bestuur Het bestuur neemt bij de uitoefening van een begroting met toelichting van de zijn taken de wettelijke bepalingen in acht inkom¬sten en de uit-gaven vast voor alsmede de jaarlijks door het bestuur vast het daaropvolgend kalenderjaar. Deze te stellen beleidsregels. Het bestuur neemt vaststelling wordt definitief na instemming bij de door hem in te nemen stand-punten door de Minister. de nodige prudentie in acht, in de zin van De gelden van het Fonds zullen door het het verwerven van inzicht en visie op het bestuur als een goed huisvader worden te voeren beleid en de beoordeling van de beheerd en met inachtneming van de eisen situationele omstandigheden vanuit een van beschikbaarheid worden belegd conform onafhankelijke positie. de wet geïntegreerd middelen-beheer. BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE ARTIKEL 19 Het bestuur van het Fonds stelt jaarlijks voor ARTIKEL 22 1 juli een verslag op van de werkzaamheden, 1. In de hierna volgende artikelen wordt het gevoerde beleid in het algemeen en de verstaan onder: doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn ♦ b elanghebbende: degene wiens belang werkzaamheden en zijn werkwijze in het bijzonder, in het afgelopen kalenderjaar. rechtstreeks bij een besluit is betrokken; ♦ b esluit: een schriftelijke beslissing, Het verslag wordt gezonden aan de Minister inhoudende een publiekrechtelijke belast met de zorg voor de volkshuisvesting rechtshandeling. en algemeen verkrijgbaar gesteld. 2. Met een besluit wordt gelijkgesteld: ♦ d e schriftelijke weigering een besluit te ARTIKEL 20 Het bestuur brengt jaarlijks voor 1 juli aan nemen; ♦ h et niet tijdig nemen van een besluit. de Minister een financieel verslag over het afgelopen kalenderjaar uit, dat vergezelt gaat ARTIKEL 23 van een verklaring omtrent de getrouwheid 1. Tegen besluiten van het Fonds kunnen van de jaarrekening en de rechtmatigheid door belanghebbenden bezwaren worden van de gedane uitgaven, afgegeven door een ingediend bij het bestuur van het Fonds. accountant als bedoeld in artikel 393, eerste 2. Geen bezwaren kunnen worden ingediend lid van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. tegen besluiten aangaande de vaststelling Deze stukken worden algemeen verkrijgbaar of inwerking-treding van beleidsregels of gesteld. andere besluiten van algemene strekking. 3. Het bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop het besluit is bekendgemaakt. 78 Centraal Fonds Volkshuisvesting ARTIKEL 24 verschijnen. Alvorens het bestuur op het bezwaarschrift Indien daaraan kosten zijn verbonden, is beslist brengt de Commissie vooraf machtiging van het bestuur vereist. bezwaarschriften advies uit. 3. Het bestuur kan de voorzitter van de commissie verzoeken in het vooronderzoek ARTIKEL 25 bij ten hoogste twee deskundigen advies in te 1. De Commissie bezwaarschriften bestaat winnen. uit: 4. De voorzitter van de commissie beslist na een voorzitter en twee leden door het overleg met de leden van de commissie. bestuur te benoemen voor een periode van twee jaar met de mogelijkheid van ARTIKEL 28 herbenoeming. Tevens kan het bestuur 1. De voorzitter van de commissie bepaalt een plaatsvervangend voorzitter en twee plaats en tijdstip van de zitting waarop plaatsvervangende leden benoemen. belanghebbende(n) en het bestuur in de 2. De commissie wordt bijgestaan door gelegenheid worden gesteld zich in persoon één of meer door het bestuur aan te wijzen of bij gemachtigde te doen horen. secretarissen. 2. De commissie stelt in ieder geval de indiener van het bezwaarschrift en het ARTIKEL 26 bestuur in de gelegen-heid om te worden 1. Op het ingediende bezwaar wordt gehoord, alsmede de belanghebbenden die door de directeur de datum van ontvangst bij de voorbereiding van het besluit hun aangetekend. Aan de indiener van het zienswijze naar voren hebben gebracht. bezwaar wordt een bericht van ontvangst 3. Een gemachtigde moet ter zitting een verstrekt. schriftelijke en door een belanghebbende 2. De directeur stelt het bezwaarschrift ondertekende machtiging overleggen, tenzij binnen vijf dagen na ontvangst in handen hij als advocaat of procureur is ingeschreven van de commissie. of zelf met hem ver-schijnt. 3. De directeur is verplicht aan de commissie 4. Voor het houden van de zitting is vereist, alle stukken te overleggen die betrekking dat de meerderheid van het aantal leden van hebben op de zaak die onderwerp is van het de commissie, waaronder in ieder geval de bezwaarschrift. voorzitter of zijn plaatsvervanger, aanwezig is. ARTIKEL 27 1. De voorzitter van de commissie is in ARTIKEL 29 verband met de voorbereiding van de 1. De voorzitter van de commissie deelt behandeling van het bezwaarschrift bevoegd de belanghebbende(n) en het bestuur ten alle gewenste inlichtingen in te winnen of te minste twee weken voor de zitting schriftelijk doen inwinnen. mede, dat zij in de gele¬genheid worden 2. De voorzitter van de commissie kan gesteld zich te doen horen tijdens deze uit eigen beweging of op verlangen van zitting. de commissie bij des-kundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te Beleidsregels 2015 79 2. Indien een belanghebbende of het De commissie kan, zonder tevoren de bestuur wijziging wenst van het tijdstip van belanghebbende(n) te hebben gehoord, het de zitting, dient zulks binnen drie dagen na bestuur adviseren indien: de in het eerste lid bedoelde mededeling, ♦ het bezwaarschrift kennelijk niet- onder opgaaf van redenen te worden verzocht aan de voorzitter van de commissie. 3. De beslissing van de voorzitter van de commissie op een verzoek als bedoeld in het ontvankelijk is; ♦ het bezwaarschrift kennelijk ongegrond is; ♦ de belanghebbenden hebben verklaard tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk, doch geen gebruik te willen maken van het in ieder geval drie dagen voor het tijdstip van recht te worden gehoord. de zitting, aan de betrokkenen medegedeeld. 4. De voorzitter van de commissie is ARTIKEL 33 bevoegd in bijzondere omstandigheden af 1. Het bestuur beslist op het bezwaarschrift te wijken of afwijking toe te staan van de binnen twaalf weken na ontvangst daarvan. termijnen, als genoemd in de voorgaande Het bestuur kan de beslissing voor ten leden. hoogste zes weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling ARTIKEL 30 gedaan. 1. Van het verhandelde ter zitting wordt een 2. De beslissing van het bestuur is met schriftelijk verslag gemaakt. redenen omkleed. Zij wordt schriftelijk 2. Het verslag vermeldt de namen van de aan de indiener van het bezwaarschrift aanwezigen met daarbij een opgave van hun en eventuele overige belanghebbenden hoedanigheid. Het behelst een kort verslag medegedeeld en gaat vergezeld van een van al hetgeen over en weer is gezegd en afschrift van het advies van de commissie een beknopte weergave van het overige ter alsmede het verslag van de hoorzitting. zitting voorgevallene. 3. De commissie ontvangt een afschrift van de beslissing. ARTIKEL 31 1. De commissie beraadslaagt en beslist ARTIKEL 34 achter gesloten deuren over het door haar Voor het overige wordt verwezen naar aan het bestuur uit te brengen advies. de bepalingen van de Algemene wet 2. De commissie beslist bij meerderheid van bestuursrecht. stemmen over het uit te brengen advies. 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel aan het bestuur aangaande de te nemen beslissing. 4. Het advies wordt door de voorzitter en secretaris van de commissie ondertekend. 5. Het advies wordt onder medezending van het verslag bedoeld in artikel 29 door de commissie aan het bestuur uitgebracht. ARTIKEL 32 80 Centraal Fonds Volkshuisvesting INTERNE KLACHTPROCEDURE ARTIKEL 35 De interne klachtbehandeling vindt plaats overeenkomstig hoofdstuk 9 Awb, tenzij uit de aard van de klacht blijkt, dan wel door de klager zelf wordt aangegeven dat het een klacht betreft als bedoeld in het Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie (Stb. 2009, 572). In dat geval is die regeling van toepassing. ARTIKEL 36 1. Klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 Awb worden behandeld door: a. indien het klachten over medewerkers van het Fonds betreft: het afdelingshoofd van de afdeling waaronder de medewerker ressorteert; b. indien het klachten betreft over een afdelingshoofd: de directeur; c. indien het klachten betreft over de directeur: het bestuur van het Fonds. 2. Klachten die geen specifieke personen betreffen, worden behandeld door de directeur. 3. De afdoeningsbrief als bedoeld in artikel 9:12 van de Algemene wet bestuursrecht kan in mandaat worden getekend door de directeur, tenzij zich een geval voordoet als bedoeld in het eerste lid sub c. INWERKINGTREDING ARTIKEL 37 Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking van de goedkeuring door de minister, zijnde 10 december 2011. Beleidsregels 2015 81 B 5 Handleiding saneringsplan Derze bijlage is nog niet beschikbaar en volgt later. 82 Centraal Fonds Volkshuisvesting Beleidsregels 2015 83