Presentatie totaal

Download Report

Transcript Presentatie totaal

Symposium ‘Wij Voorkomen de Allergie
van morgen bij de kinderen van nu!’
Casuïstiek
• Sam, geb 03-05-2014, op 6 weken leeftijd bij
borstvoeding met huilen, overstrekken, spugen,
dunne defaecatie met rode vlekjes en op wangen
en elleboogsplooien droge huid met jeuk
• Groei conform leeftijd
• Fam anamnese: P hooikoorts, M vroeger astma
• Medicatie: geen
• Lab: sIgE koemelk 0,30 (N < 0,35)
2
Diagnose en behandeling?
•
•
•
•
•
3
Betekenis sIgE?
Koemelkeiwitallergie(KMA)/eczeem
Relatie KMA-eczeem?
Hypoallergene voeding
Behandeling eczeem
Follow up
•
•
•
•
4
Op 6 mnd koemelkprovocatietest (DBKPT)
Als afwijkend nog hypoallergene voeding
Op 12 mnd herhalen DBKPT
Eczeem doorbehandelen!
De patiënt
kwaliteit van leven ?
• ons Jan, 10 jaar oud, al 5 jaar bekend met
hooikoorts (AH tabl, neusspray (beide
dagelijks van 1/2-1/9) en oogdruppels zn), en
sinds 2 jaar astma (‘’bruin’’ 2 dd1 als ‘’r’’ in de
maand en ‘’blauw’’ zo nodig).
• bloedtest pos voor boom (>100) en gras (4,5)
[n=<0.35].
• Astma stabiel, maar hooikoorts ondanks R/
tussen 1/2 en 1/9 instabiel, met name tussen
1/2 en 1/6 : 4 dagen per maand thuis van
school, gestopt met sporten en speelt weinig
buiten. Schoolprestaties matig.
5
Wij Voorkomen de Allergie van Morgen
Centrum voor Kinderallergie (Z-O Nederland)
Petra Kentie, gespecialiseerd verpleegkundige allergie
Gordon Slabbers, kinderarts, aandachtsveld allergie
Maarten Hoekstra, kinderarts-allergoloog
Disclosure
Ik verklaar dat ik met de volgende bedrijven een financiële verbintenis heb,
maar medisch inhoudelijk een objectieve, onafhankelijke positie inneem.
(Potentiële) belangenverstrengeling
Voor bijeenkomst mogelijk relevante
relaties met bedrijven
Overige relaties met bedrijven
Sponsoring of onderzoeksgeld
Honorarium of andere (financiële)
vergoeding
7
Geen
1. ALK-Abello, Almere
2. Hero Baby, Breda
3. GlaxoSmithKline, lid
kinderartsenadviesraad ’07’13
Ja, 1. en 2.
Ja, 3.
Antibiotica-allergie bij kinderen
Gordon Slabbers
kinderarts, aandachtsveld allergie
9
Epidemiologie antibiotica-allergie bij
kinderen
• Geen betrouwbare definities
• Geen betrouwbare getallen: veel onder- en overdiagnose!
• 10% levenslang etiket AB-allergie; 90% hiervan verdraagt
AB!
• Geen betrouwbare % sensitiviteit/specificiteit
diagnostische testen
• Maar: kliniek bij kinderen = volwassenen
• Meestal amoxicilline, daarna macroliden en cefalosporines
• Geen relatie/risico-factor atopie, geslacht; wel voor
erfelijkheid
10
Epidemiologie allergieën
Voedsel
volwassenen
Melk
Kippenei
Pinda
Noten
Vis
Schelpdieren
0.5-2.5% 1-2
1.3%2
0.23-0.8%1-2
0.4%2
0.1%2
0.1%2
0.3% 2
0.2%2
0.6%2
0.4%2
0.4%2
2.0%2
Insecten
Geneesmiddelen
0.8-5%3
1.5-16.8%3-4
0.8-5%3
7.0%3-4
Totaal
11
kinderen
11.0%
14.0%
1. Europrevall ’13
2.Woods RA, AAAAI ’08
3. Müller U, Allergy ’93
4. Demoly P, Allergy ’14
Risicofactoren antibiotica-allergie
•
•
•
•
Frequente blootstelling aan het medicijn
Grote doses van het medicijn
Medicijn intraveneus meer dan oraal
Bijkomende koorts, ziek zijn, inspanning,
hitte of stress
• Familiaire atopie
12
Demoly P, Allergy ’14
Symptomen antibiotica-allergie
• Huidreacties (80%):
-maculopapuleus exantheem en
-urticaria/angio-oedeem
• Anafylaxie (9 - 15%)
• Ademhalingklachten (6 - 9%)
• Koorts bij medicijn (2 - 6%)
• Verdwijnen < 3-5 dagen na stop medicijn
13
Demoly P, Allergy ’14
Symptomen
Maculopapuleus
exantheem
14
Morbilliform exantheem
Urticaria
15
Anafylaxie
16
Doel van diagnostiek antibioticaallergie
•
Aantonen dan wel uitsluiten van een IgE-gemedieerde
antibiotica-allergie, met consequenties voor een volgende
antibioticumkeuze
• Voorkomen van anafylaxie
• Voorkomen van over-diagnose
Apter et al, JACI ’04
•
•
•
Invloed op kwaliteit van leven van patiënt
Hoge kosten gezondheidszorg systeem
Voorkomen van resistentie-ontwikkeling
Demoly et al, Allergy ’14
17
Allergische reacties op geneesmiddelen
Indeling- Type A:
• Voorspelbare ongewenste reacties (dosisafh.,gezonden):
– overdosering / toxiciteit
– bijwerking (farmacologisch)
– secundaire effecten (diarree, schimmel bij
antibiotica)
– interacties (terfenadine(=triludan) en grapefruit)
18
WHO. Int. Drug Monitoring ’72
Allergische reacties op
geneesmiddelen
Indeling- Type B:
• Onvoorsp. ongewenste reacties (dosis-onafh.,gev.
pers.):
– intolerantie (overgevoelig voor een bepaalde stof)
– idiosyncrasie (hem. anemie bij G6PD-def. en
anti-malaria-medicatie)
– allergie (IgE-immuungemedieerde reactie)
19
WHO. Int. Drug Monitoring ’72
Verschil bijwerkingen en allergische
reacties
20
Vrij naar WHO. Int. Drug Monitoring ’72
Verschil bijwerkingen en allergische
reacties
21
Vrij naar WHO. Int. Drug Monitoring ’72
Gell en Coombs classificatie van
immuungemedieerde allergie
22
• Type I
IgE
0-1 u/1-72 u
• Type II
Complement
72 u-3 wkn
• Type III
• Type IV
Immuuncomplex 72 u-3 wkn
T-cel,
72 u-3 wkn
vertraagde type
urticaria, anafylaxie,
larynxoedeem,rhinitis,
bronchusobstructie,
angio-oedeem, jeuk,
erytheem
hemolytische anemie,
pancytopenie, drug
fever
vasculitis, nefritis
exantheem,
dermatitis, hepatitis
Casuïstiek
Kimberley, 2 jaar
24
• 1jr
R/Amoxicilline iv bij pneumonie:
na 36 uur na laatste gift rode pukkeltjes en huid
als “schuurpapier”, jeukend, geen urticaria
• 1,5 jr
LWI – R/Erythromycine po:
na ½ dosis direct jeukende huiduitslag
R/Cotrimoxazol po: toename huiduitslag!
• 2jr
LWI – R/Azithromycine po:
na 72 uur na laatste gift rode pukkeltjes en
jeukende huiduitslag
Kimberley
• “Gevoelige huid”
• Geen aanwijzingen voor atopie
• Familie-anamnese:
– Vader hooikoorts
– Zusje dito reacties op antibiotica
• LO / geen afwijkingen
25
Diagnostiek Kimberley
• Anamnese
• Bloedonderzoek
-spec IgE tegen Penicilline-G
-spec IgE tegen Amoxycilline
-spec IgE tegen Cotrimoxazol
• Huidtesten
– epicutaan
– intracutaan
• Provocatietesten
26
nauwkeurig!!!
negatief
negatief
niet beschikbaar
niet verricht
niet verricht
Amoxicilline: negatief
Macroliden: positief
Cotrimoxazol: negatief
De huidreactie is niet eenduidig
• Meest voorkomende beeld bij kinderen
• Meestal in eerste 5 tot 14 dagen van behandeling
• 5-10% van de kinderen behandeld met Amoxicilline
• Coïncidentie met viraal infect (bv EBV) maakt tot 95%
• Differentiaal diagnose van huidbeeld:
-Infecties viraal/bacterieel
-Systemische JIA/M. Kawasaki/GVHD
-Contactdermatitis
27
Segal, Pediatrics ’07
Literatuur mbt kinderen is beperkt
82 kinderen, lft 3-12
jaar
28
Romano, Arch Dis Child ’97
Antibiotica-allergie;
plan van aanpak:
stap 1: anamnese
1. Welke medicatie? Co-medicatie? Voortgezet?
2. Exacte tijdsrelatie toediening en welke
symptomen?
3. Aard en ernst van symptomen en evt.
behandeling?
4. Eerdere reacties op (ander) antibioticum?
5. Voor welke infectie antibiotica?
6. Digitale foto’s gemaakt?
29
stap 2: lichamelijk/aanvullend
onderzoek
• Compleet onderzoek huid en alle
slijmvliezen
• Klinische multi-orgaan-symptomen?
• Teken van Nikolsky? Blaarvorming?
• RR- en temp.meting
• Lab: VBB +diff, lever- en nierfuncties,
complement, proteinurie
30
Diagnostiek
stap 3: aantonen van IgE
Aantonen van IgE antistoffen, type I allergie:
*RAST – vaststellen antistoffen tegen penicilline-kern
*Huidtesten: eerst HPT, daarna gefaseerd ICT:
– IgE gericht tegen major determinants
(poly-l-lysine = PPL)
– IgE gericht tegen minor determinants (MDM)
– IgE gericht tegen zijketens in AMX of AMP
– Commerciële kits verkrijgbaar, maar nog niet
universeel geprotocolleerd bij kinderen!
31
Diagnostiek
stap 3: huidtesten (HPT/ICT)
• Vele variabele factoren (patiënt-,dokter-,testen testassistent-gebonden)
• Variabiliteit sensitiviteit (55-98%) en specificiteit
(82-99%) bij volwassenen! % onbekend bij kk!
• Belastend voor kinderen; cave provocatief!
32
Negatieve test is niet afdoende,…ook
niet bij kinderen
•
•
•
•
783 kinderen
Lft 1 – 14 jaar
92% geen AB-allergie
8% bevestigd als allergisch: 14,5% directe
type; 85,5% vertraagde type
• Directe type: 22% IgE pos; 22% HPT pos en
als IgE én HPT neg. dan AB prov. test: 56%
pos!
• Vertraagde type: 4% HPT pos en 96% via AB
prov. test pos
35
Zambonino et al, Ped All Immun ’14
Antibiotica-allergie
stap 4: provocatietest
•
•
•
•
•
•
36
Bij verdachte anamnese en negatieve IgE én huidtest
Bij vertraagde type all. reactie
Gouden standaard ter bevestiging/uitsluiting
Oraal vlg protocol in ervaren handen
Oplopende dosering
Aansluitend monitoring van vitale functies
Voordelen provocatie zijn helder
•
•
•
Provocatie blijft gouden standaard voor
diagnose allergie
Gouden standaard bij andere allergische
aandoeningen
Grotere betrouwbaarheid dan huidtesten en
specifiek IgE
Echter, altijd een risico bij geneesmiddelen?
38
International Consensus on drug allergy
41
Demoly et al, Allergy ’14
Antibiotica-allergie
Provocatietesten-indicaties
Aanpak indien huidtesten niet beschikbaar en va 8 jaar:
• Bij alleen huidklachten (exantheem en urticaria) na de
voorgaande toediening: AB-provocatietest doen
• Bij niet-levensbedreigende klachten met multi-orgaan
betrokkenheid na de voorgaande toediening:
– bij voorkeur alternatief antibioticum
– verwijzing spec.centrum voor huidtesten
– bij dringende indicatie (CF) ook via spec.centrum een
proefdoseerschema toch dat antibioticum geven mbv
klinische provocatietest
42
Antibiotica-allergietake work messages
• Anamnese en tijdsrelatie van groot belang
• Diagnostiek niet altijd betrouwbaar mogelijk
• Vaak waarschijnlijkheidsdiagnose / advies o.b.v.
literatuur
• Provocatietesten zijn gouden standaard
• Beleid afhankelijk van ernst van het ziektebeeld
44
45
Wij Voorkomen de Allergie van Morgen
bij de kinderen van nu!
Centrum voor Kinderallergie Uden
Verwijsindicaties en Immunotherapie
Maarten Hoekstra, kinderarts-allergoloog
Wij Voorkomen de Allergie van Morgen
Centrum voor Kinderallergie, Uden
Verwijsindicaties – welke ?
Verwijzen
inhoudelijk – op alle terreinen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
eczeem
voedselallergie
anafylaxie (=acute allergische reactie)
‘peuterastma’ of astma
hooikoorts (AR) immunotherapie
combinaties van allergieën
geneesmiddelenallergie
insectenallergie
urticaria (=galbulten of netelroos) en
angio-oedeem(=zwelling)
Wij Voorkomen de Allergie van Morgen
Centrum voor Kinderallergie, Uden
Verwijsindicaties – redenen ?
Samenwerking
voedselallergie
Heeft u kinderen:
• met een dieet alleen gebaseerd op
bloedonderzoek,op een nietgeobjectiveerde reactie of op angst van de
ouders?
• met een anafylaxie op voeding zonder dat
de ouders duidelijk is wat te doen bij welke
reactie op het voedingsmiddel ?
Allergische rhinoconjunctivitis
•
•
•
•
•
•
•
•
•
52
Verstopte neus
Jeuk aan de neus
Niezen
Loopneus
Brandende, jeukende rode ogen
Hoesten
Vermoeidheid
Concentratieproblemen
Slecht slapen
Samenwerking
hooikoorts (AR)
Heeft u :
• kinderen met hooikoorts die ondanks hun
medicatie (periodiek) zoveel klachten hebben
dat ze thuis moeten blijven van school of van
sport, en/of vanwege hun klachten geen
afspraakjes kunnen maken met
leeftijdgenoten ?
Samenwerken
geneesmiddelen allergie mn uitsluiten R/-allergie
Heeft u :
• kinderen die een etiket penicillineallergie
hebben zonder dat er gekeken is of ze
daarop getest kunnen worden ?
Centrum voor Kinderallergie, Uden
‘wij’
•
•
•
•
•
•
•
Petra Kentie,
gespec. verpleegkundige allergie
Gordon Slabbers, kinderarts, aandachtsveld allergie
Maarten Hoekstra,kinderarts-allergoloog
Juska Metsaars, kinderlongverpleegkundige
Hetty van Nuland, kinderlongverpleegkundige
Eva vd Bergh,
kinderlongverpleegkundige
verschillende doktersassistentes
Waarom Kinderallergie Bernhoven ?
• deskundige hulp direct bij specialist
arts/verplk/dietist
• korte toegangstijd <1 week; spoed: zelfde dag
• geen wachttijd provocatietest
• Ambitie: snel bericht <2 weken verslag 1e
bezoek
Wij Voorkomen de Allergie van Morgen
Centrum voor Kinderallergie Uden
Immunotherapie bij kinderen:
doen of niet doen?
Maarten Hoekstra, kinderarts-allergoloog
‘Wij Voorkomen de Allergie van Morgen’
programma – mn allergische rhinitis (AR)
• ‘wij’ ?
• hoezo ‘voorkomen’ ?
• prevalentie, onderschatting en – behandeling
AR
• behandeling AR en effectiviteit
• indicatie immunotherapie (IT)
• effectiviteit IT
• soorten IT
• preventie voedselallergie, eczeem, astma ?
• conclusie
Centrum voor Kinderallergie, Uden
‘wij’ – ‘dedicated team’
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Petra Kentie,
gespec. verpleegkundige allergie
Gordon Slabbers, kinderarts, aandachtsveld allergie
Maarten Hoekstra,kinderarts-allergoloog
Juska Metsaars, kinderlongverpleegkundige
Hetty van Nuland, kinderlongverpleegkundige
Eva vd Bergh,
kinderlongverpleegkundige
Perone Gerritz, dietiste
Ingrid Roelofsen, dietiste
Ronald Frank,
dermatoloog
Gerard Vreeburg, KNO-arts
verschillende doktersassistentes, bekend met
kinderallergie
Voorkomen van allergie ?
Allergie = foutje in de afweer
63
Voorkomen van allergie ?
Allergie = foutje in de afweer
64
Voorkomen van allergie ?
concept allergische brug
65
Voorkomen van allergie ?
Behandelen = symptoombestrijden
66
Allergische Rhinitis
onderdiagnose en onderbehandeling ?
• ISAAC-onderzoek: 7.2% 6-7 jarigen, 16.6% 13-14
jarigen1
• Astma diagnose: 76% voorafgaande symp AR2,3
• combinatie van AR en A geeft problemen: medicatie,
slaap, sociale activiteiten, school en werk3
• Onderzoek bij 9-11 jarigen: 51.6% ooit AR, 31%
dokter’s diagnose, 42% matig-ernstige beperking ADL,
28% R/: otrivin en tablet/drank antihistaminica4
1Ait-Khaled
N. Allergy 2009;64:123-48. 2Burgess J. J Allergy Clin Immunol
2007;120:863-9. 3Valovirta E. BMC Pulm Med 2006;6:S3. 4Civelek E. Am J
Rhinol Allergy 2010;24:364-70.
67
Allergische Rhinitis
huidige behandeling
• 1. anti-histaminica – zo nodig, evt dagelijks,
[oraal, nasaal, oog] – Aerius, Xyzal, Tavegil,
Rupafin, etc
• 2. nasale steroïden (Flixonase, Beconase,
Avamys, Rhinocort)
• 3. singulair (Montelukast)
Roberts G et al. Clin Exp Allergy 2013;68:1102-16
68
Effectiviteit conventionele R/
• met name studies bij volwassenen
• steroiden meest effectief, meer dan antihistaminica1
• anti-histaminica effectief2
• medicatie effectief bij circa 40%3
De Groot H. BMJ 2007;335:985-8. 1Weiner JM. BMJ 1998;317:16249. 2Simons FER. J Allergy Clin Immunol 2005;116:355-61. 3White P.
Clin Exp Allergy 1998;28:266-270. Sachs APE. NHG standaard
Allergische en niet-allergische rhinitis (M48). H&W
2006;49(5):254-65.
Paediatric rhinitis: position paper of the European Academy of Allergy and Clinical
Immunology
Allergy
Volume 68, Issue 9, pages 1102-1116, 19 AUG 2013 DOI: 10.1111/all.12235
http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/all.12235/full#all12235-fig-0003
70
Immunotherapie
(Durham SR. JACI
2010;127:3-7.)
Geschiedenis,
vanaf 1910 (..),
desensibilisatie,
dus een
aanpassing van
het afweersysteem
voor langere tijd
Verschil effect IT vs behandeling
Indicatie IT
onvoldoende Q of L bij conventionele R/
Indicatie:
• >5 jaar
• sensibilisatie+
• instabiele AR,
ondanks R/
• chron R/ onmogelijk
Contraindicatie:
instabiel astma
geringe compliantie
auto-immuun aand (R/)
ernstig eczeem
(β-blokkers)
(maligniteit)
Kentie PA, Slabbers G. Protocol SCIT. Update 04/2014
Effectiviteit Immunotherapie
volwassenen (hooikoorts=AR)
•
•
•
•
RCTs – 51 vd 1111 studies geïncludeerd
meta-analyse: 2871 pt, gem 18 injecties duur 3 dgen-3 jr.
Sympt (n=15) en R/(n=13): significant minder.
Bijwerkingen: mn milde anafylaxie (1:12.500);
Adrenaline in 0.13%; geen overlijden (1:2.000.0002).
• effect moeilijk precies aan te geven ivm heterogeniteit
studies
• geen kinderstudies geïncludeerd. Wel studies met
adolescenten, niet apart geanalyseerd.
Calderon MA. IT for AR. The Cochrane Library 2009, Issue 1.
2Kemp SE. J Allergy Clin Immunol (JACI) 2002;110:341-8.
Effectiviteit Immunotherapie
kinderen – syst review – effect niet bewezen
geen bewijs voor effectiviteit IT bij kinderen,
oorzaak:
• onvoldoende studies van voldoende kwaliteit
(geen evidence of no effect, maar no
evidence of effect) en
• heterogeniteit van studies
Röder, E. Pediatr Allergy Immunol 2008;19:197-207.
Oplossing (veel centra doen het…)
Immunotherapie bij kinderen
SCIT
• beoordelen individuele studies op effect: +
• effect studies met adolescenten > totale groep (subgroep
analyse..)
• conclusie: bewijs bij kinderen is beperkt, maar er is wel degelijk
sprake van effectiviteit, bij hooikoorts1 duidelijker dan bij astma2
SLIT
• later ontwikkeld, dus betere kwaliteit
• conclusie: effectief na 2-3 jaar bij kinderen met AR, matigernstige sympt3,4
Afweersyst bij 5 jaar
compleet: effect IT kind ~ volwassene ?!
Bufe A, Roberts G. Clin Exp Allergy 2011;41:1256-62.
1Roberts G. JACI 2006;117:263-8. 2Zielen S. JACI 2010;126:942-9.
3Bufe A. Allergy 2004;59:498-504. 4Novembre E. JACI 2004;114:851=7.
Effectiviteit Immunotherapie
latere studies – kinderen astma - gras
• eff en veiligh SCIT kind seasonal asthma (SA)
• n=39, 3-16 jr SA (+AR), min 200ug ICS
• RDBPC: gras IT (Alutard) vs histamine, 2
seizoenen
• resultaten: Asthma Med Score 2e seizoen resp/
1.0-0.5 en 1.5-1.0 (p=0.04), ook sign reductie
huid/conj/ bronch reactie op allergeen.
Roberts G. J Allergy Clin Immunol 2006;117;263-8.
Immunotherapie
latere studies - kinderen astma – HDM
•
•
•
•
65 kind 6-17 jr stabiel astma, HDM sens
run-in 5 maanden FP
interventie: RCT, SCIT-HDM+FP 2 jr vs FP
uitkomst: IG FP 330-152ug; plac 290-206 +
Δocht PEF l/min (296-351 vs 315-345 L/min)
Zielen S. J Allergy Clin Immunol 2010;126:942-9.
Effectiviteit Immunotherapie
latere studies – andere effecten
• effect IT ook op Q of L en schoolprestaties1
• effect op zorgconsumptie: afname (aantal
polikliniekbezoeken [25%], aantal opnames
[66%]) en op gezondheidszorgkosten
(bv apotheekclaims [afname tot 80%])2
1Bufe
79
A. Clin Exp Allergy 2011;41:125-62. Calderon MA.
Cochr Database Syst Rev 2007;24:CD001936.
2Hankin CS. J Allergy Clin Immunol 2008;121:227-232.
Hankin CS. Ann Asthma Allergy Immunol 2010;104:7985.
IT bij kinderen met AR voorkomt
astma ?
Jacobsen L. Allergy 2007;62:943–8.
Syst Rev SCIT kinderen, n=31
vanaf 2006 – wordt vervolgd…
• Gras IT: SMS<, conj prov test, HPT, BHR< [+]
• HDM: SMS<, SHE bezoek en HPT< [+]; effect
op longfunctie [ ]
• pollen SCIT voorkomt astma [ ]
• SCIT effect aanw >7jaar na IT [ ]
• SCIT voorkomt nieuwe sensibilisatie [ ]
Larenas-Linneman DES. Ann Allergy Asthma Immunol
2011;107:407-16.
SCIT vs SLIT?
pragmatisch: SLITtablet = SCIT
• syst rev: SCIT en SLIT effectief, geen duidelijk
verschil, trend naar meer effect bij SCIT, zowel
op symptomen als op afname medicatiegebruik1
• directe vergelijking moeilijk, wel 2 studies2, maar
met methodologische tekortkomingen (resp.
lage n en open studies)
1Dretzke
J. (UK) J Allergy Clin Immunol 2013;131:1361-6. 2Kinchi MS.
Allergy 2004;59:45-53. 2Eifan AO. Clin Exp Allergy 2010;4:922-32.
SLIT kinderen
grastablet
•
•
•
•
•
veiligheid en effectiviteit SLIT
n=253 5-16 jr, grass-AR astma,
RDBPC trial, start 8-23 wk voor t/m het seizoen
resultaten: ARsympt 24%<, AR R/ 34%<.
AE (bijw): licht (orale jeuk) bij 40/3; ernstig mn
bij 1 pt in Grazax-groep: 3 maal toenemend, o.a.
zwellinglip, en tong, blaar lip, kortademigheid; 6
(4/2) kinderen gestopt:
Bufe A. J Allergy Clin Imunol 2009;123:167-73.
Immunotherapie Voedselallergie,
Eczeem en Astma ? - afwachten
• voedselallergie - alleen in onderzoekssetting ivm
bijwerkingen
• eczeem – studies van onvoldoende kwaliteit
• astma - resultaten nog onduidelijk/onvoldoende;
alleen ikm hooikoorts
Cox L. Allergen Immunotherapy. First, 2nd and 3rd update. Ann
AllergyAsthma Immunol 2003; JACI 2007,2010.
84
Conclusie: doen!
85