Nieuwe pensioenregels in 2015 ABP-pensioenregeling

Download Report

Transcript Nieuwe pensioenregels in 2015 ABP-pensioenregeling

Aan het personeel ressorterend onder de
SOVON
22 oktober 2014
Nieuwe pensioenregels in 2015
Inleiding
De Tweede Kamer heeft ingestemd met de nieuwe regels voor pensioenfondsen. Als ook de Eerste
Kamer met het voorstel akkoord gaat, gelden de nieuwe regels vanaf 1 januari 2015. De wijzigingen
moeten zorgen voor stabielere pensioenen en pensioenpremies en een eerlijkere verdeling van de
kosten en baten over de generaties. Maar wat gaat dit concreet betekenen voor u?
Uw pensioen wordt stabieler
De nieuwe pensioenregels zorgen voor meer stabiliteit. Wanneer het tijdelijk slechter gaat op de
financiële markten, heeft dat niet direct gevolgen voor uw pensioen. Pas wanneer de financiële
situatie van een pensioenfonds 5 jaar onvoldoende is (dekkingsgraad lager dan 104,2%), moet een
pensioenfonds overgaan tot het verlagen van de pensioenen. Deze verlaging mag dan over maximaal
10 jaar worden gespreid. De kans dat ABP uw (opgebouwde) pensioen plotseling en fors moeten
verlagen, wordt dus kleiner.
Indexatie wordt lastiger
De nieuwe regels maken het lastiger om de pensioenen mee te laten groeien met de lonen, zelfs als
de financiële situatie van ABP verbetert. Ook het inhalen van gemiste indexaties wordt lastiger. Ook
zonder de nieuwe regels was de verwachting al dat ABP de komende jaren uw (opgebouwde)
pensioen niet volledig kan laten meegroeien met de lonen. Maar de nieuwe regels maken indexatie
nog lastiger. ABP schat in dat dit op termijn (over een periode van 15 jaar) een negatief effect op
de pensioenen heeft van ruim 3%. Voor een gemiddeld ABP-pensioen van € 700,- netto per maand
betekent dat enkele tientjes minder per maand.
Waardeoverdracht wordt makkelijker
Het wordt makkelijker het pensioen mee te nemen naar een ander pensioenfonds. Met de nieuwe
regels wordt het altijd mogelijk om uw pensioenkapitaal over te dragen aan een ander
pensioenfonds. Nu is het nog zo dat iemand die van baan (en daarmee pensioenfonds) verandert,
binnen zes maanden waardeoverdracht moet aanvragen.
ABP-pensioenregeling
Inleiding
Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers (de ‘sociale partners’) zijn in de Pensioenkamer
een onderhandelingsresultaat overeengekomen over de nieuwe pensioenregeling. Dit wordt eind
oktober voorgelegd aan hun achterban. Na instemming gelden de veranderingen vanaf 1 januari
2015.
Uw opbouwpercentage wordt verlaagd
Vanaf 2015 wordt het opbouwpercentage verlaagd. Dit geldt voor uw ouderdoms- en
nabestaandenpensioen. Vanaf 2015 gelden er in de ABP-regeling twee opbouwpercentages. Welke
voor u geldt, is afhankelijk van uw salaris. Er is voor een opdeling in salarisgroepen gekozen omdat
op die manier de pensioenopbouw in de 2 groepen zo hoog mogelijk wordt.
Het opbouwpercentage wordt vanaf 2015 inkomensafhankelijk. Het opbouwpercentage geeft het
stukje pensioen weer dat u jaarlijks opbouwt. De hoogte van dit percentage wordt dus vanaf 2015
afhankelijk van uw inkomen.
1


Bij een voltijd salaris tot ongeveer € 37.000* bruto per jaar bouwt u 1,701% pensioen op.
De franchise bedraagt ongeveer € 10.000.
Bij een voltijd salaris vanaf ongeveer € 37.000* bruto per jaar bouwt u 1,875% pensioen op.
De franchise bedraagt ongeveer € 12.500.
* De pensioenopbouw is gebaseerd op uw voltijd salaris. Het salaris wordt elk jaar opnieuw
berekend (peildatum 1 januari). De genoemde bedragen zijn indicaties. ABP maakt aan het einde
van het jaar bekend wat de salarisgrens en de franchises zijn. De franchise is het premievrije deel
van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt. Dat hoeft ook niet. Want over dit deel van het
salaris ontvangt u AOW.
Pensioenregeling sluit aan op AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd is verhoogd en wordt de komende jaren verder verhoogd. Vanaf 2015 sluit de
pensioenregeling aan op de AOW-leeftijd.
De leeftijd waarop uw pensioenuitkering ingaat, verandert. Dit was voorheen de eerste dag van de
maand waarop u 65 jaar wordt. Vanaf 1 januari 2015 is dit de AOW-leeftijd. U kunt er wel voor
kiezen om uw pensioen eerder in te laten gaan.
We leven en werken langer. Daarom is de leeftijdgrens waarop u uiterlijk kunt stoppen met werken
verhoogd. Vanaf 1 januari 2015 kunt u nog steeds vanaf 60 jaar uw pensioen in laten gaan. Wel is de
maximaal toegestane leeftijd verhoogd: uw AOW-leeftijd plus 5 jaar. Als de AOW-leeftijd dus in de
toekomst stijgt naar 67 jaar, kunt u tot uw 72ste uw pensioen uitstellen.
Uw nabestaandenpensioen wordt verhoogd
De opbouw van uw nabestaandenpensioen gaat vanaf 2015 omhoog. Ontvangt u op dit moment
nabestaandenpensioen? Dan verandert er niets voor u. Bouwt u pensioen op, dan wordt het
nabestaandenpensioen (dat bij overlijden na 67 jaar wordt uitgekeerd) vanaf 1 januari 2015
verhoogd van ongeveer 35% naar 50%. En vanaf 2016 wordt het nabestaandenpensioen verder
verhoogd naar 70%. Indien u minder dan ongeveer € 30.000,- verdient, wordt hierop een
uitzondering gemaakt. Dan wordt het nabestaandenpensioen (dat bij overlijden voor/na 67 jaar
wordt uitgekeerd), vanaf 2015 in één keer verhoogd van 35% naar 70%.
Op het moment dat u met pensioen gaat, kunt ervoor kiezen om uw eigen pensioen te verhogen met
uw nabestaandenpensioen. Dit kan helemaal of voor een gedeelte.
Voorwaardelijk pensioen
Een groot aantal deelnemers dat pensioen opbouwt onder de regeling ABP KeuzePensioen, heeft
recht op voorwaardelijk pensioen. Dit voorwaardelijk pensioen wordt verlaagd in de lijn met de
verlaging van het ouderdomspensioen. Ook gaat per 1 januari 2015 de rekenleeftijd van deze
voorwaardelijke rechten van 65 jaar naar 67 jaar, zoals dat eerder al gebeurde bij het
ouderdomspensioen. Hebt u recht op voorwaardelijk pensioen? Dan wordt u hierover persoonlijk
geïnformeerd.
Premie
Over de exacte hoogte van de pensioenpremie voor 2015 kan ABP op dit moment nog geen
uitspraken doen. Eind november kent ABP alle cijfers en stelt het bestuur de premie vast. Het
verantwoordingsorgaan brengt hierover vervolgens een advies uit.
U betaalt niet over uw volledige salaris premie, maar over een deel daarvan. De sociale partners
bepalen het deel van het salaris waarover geen premie wordt berekend (dit heet franchise voor
premieafdracht). Dit deel wordt per 2015 voor alle inkomensgroepen verhoogd van € 11.150,- naar
ongeveer € 12.500,-. Dat betekent dat het deel van uw salaris waarover u premie af moet dragen,
lager wordt.
2