AK – 1HV – BUITENLAND: H1 BEVOLKING – REP – NH

Download Report

Transcript AK – 1HV – BUITENLAND: H1 BEVOLKING – REP – NH

Proeftoets Haags Studiepunt
AK – 1HV – BUITENLAND: H1 BEVOLKING – REP – NH
1a. Wat is bevolkingsspreiding?
b. Waarom leven er meer mensen langs de kust en langs rivieren dan in de bergen?
2. Een land, Verwegistan, heeft 4.667.402 inwoners en is 24.000 km2. Wat is de bevolkingsdichtheid?
3. Bekijk onderstaande bevolkingspiramide.
Bron 1; bevolkingspiramide Congo
a. Welke leeftijdsgroep hebben de meeste mensen in Congo?
b. Wonen er meer jongeren of ouderen in Congo?
c. Schets de vorm van de bevolkingspiramide voor Nederland.
4. Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei?
b. Waar is de bevolkingsgroei hoger, in Noord-Europa of in Zuid-Amerika?
c. Noem 2 redenen voor de stijgende bevolkingsgroei.
5. Hoe komt het dat de gemiddelde levensverwachting toeneemt?
6. Hoe komt het dat er in arme landen zoveel kinderen per gezin geboren worden?
7. In Verwegistan is het geboortecijfer in 2008 12 (per 1000 inwoners) en het sterftecijfer 9 (per duizend
inwoners). Een jaar later is het geboortecijfer 15 (per 1000 inwoners) en het sterftecijfer 13 (per duizend
inwoners). In welk jaar was de bevolkingsgroei het grootst?
8a. Wat is migratie?
b. Noem vier redenen voor migratie en geef bij elke reden minstens 1 voorbeeld.
Proeftoets Haags Studiepunt
9. Fernando van uit Mexico verhuisd naar de VS, hij is dus een ….migrant in de VS en een ….migrant in
Mexico.
10. Wat is het gevolg van mensen die hun land vertrekken (voor het land dat ze vertrekken)?
Proeftoets Haags Studiepunt
AK – 1HV – BUITENLAND: H1 BEVOLKING – ANTWOORDEN
1a. De manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is.
b. Langs de rivieren is het makkelijk om te leven: er zijn meer landbouw mogelijkheden, meer
mogelijkheden tot visserij, meer mogelijkheden tot handel, deze locaties liggen over het algemeen
centraler.
2. 4.667.402 : 24.000 = 194,48
3a. 0 - 4
b. jongeren
c. 2/3 van onder, 3/3 in het midden, 1/3 boven
4. Het verschil tussen geboorte en sterfte.
b. De groei vindt vooral plaats in arme landen, Zuid-Amerika dus.
c. - de gemiddelde levensverwachting is gestegen
- het aantal geboorten stijgt
5. De levensomstandigheden, zoals voedsel, onderdag en kleding zijn beter geworden. Ook de
gezondheidszorg is beter geworden: er sterven minder mensen aan allerlei ziektes.
6. - kinderen geven aanzien
- kinderen dragen bij aan het gezinsinkomen door te werken
- kinderen kunnen voor de ouders zorgen als die oud zijn
- er zijn te weinig voorbehoedsmiddelen of men wil ze niet gebruiken
- verlies van kinderen leidt vaak tot een reactie om nog meer kinderen te willen
7. 2008; bevolkingsgroei = 12 - 9 = 3
2009; bevolkingsgroei = 15 - 13 = 2
In 2008 is de bevolkingsgroei dus het grootst
8a. Het verhuizen naar een andere woonplaats. Als mensen besluiten om naar het buitenland te verhuizen
wordt gesproken van buitenlandse migratie.
b. - economische redenen: geen werk, arm bestaan.
- politieke redenen: oorlog, vervolging
- sociale redenen: als een lid van het gezin eerst gaat (door werk o.i.d.) en dan de rest volgt.
- ecologische redenen: natuurrampen, droogte
9. immigrant, emigrant
10. - jongen mensen trekken weg. Er blijven vooral oudere mensen achter.
- migranten sturen geld naar hun thuisland, waardoor er daar meer rijkdom ontstaat.
- veel migranten bouwen een tweede huis in hun herkomstland, vaak in hun oude woonplaats.