BI – 1HV – BIOLOGIE VOOR JOU: THEMA 5

Download Report

Transcript BI – 1HV – BIOLOGIE VOOR JOU: THEMA 5

Proeftoets Haags Studiepunt
BI – 1HV – BIOLOGIE VOOR JOU: THEMA 5 STEVIGHEID EN
BEWEGING
1. Noem vier soorten beenverbindingen.
2. Noem drie typen gewrichten en geef van elk een voorbeeld.
3. Benoem de volgende onderdelen:
a
b
c
d
4. Noem de beenderen in het been.
5. Wat is een tennisarm?
6. Wat is het verschil tussen een kneuzing en een verzwikking?
7. Noem twee redenen waardoor een gewricht zo stevig is.
8. Wat zijn antagonisten?
Proeftoets Haags Studiepunt
BI – 1HV – BIOLOGIE VOOR JOU: THEMA 5 STEVIGHEID EN
BEWEGING – ANTWOORDEN
1. Vergroeid, door een naad, kraakbeen, door gewrichten.
2. - kogelgewricht: schouderblad en opperarmbeen
- schaniergewricht: vingerkootjes
- rolgewricht: spaakbeen en ellepijp
3a. kapselband
b. gewrichtsmeer
c. kraakbeen
d. gewrichtskom
4. Dijbeen, knieschijf, scheenbeen, kuitbeen, voetwortelbeentjes met hielbeen, middenvoetsbeentjes,
teenkootjes.
5. Ontsteking van aanhechtingsplaats van elleboogspier.
6. Een verzwikking is en kneuzing van een gewricht. Bij ernstige verzwikking kunnen je enkelbanden
scheuren. Een kneuzing is een beschadiging zonder scheuring.
7. –
8. Twee organen die samenwerken door het tegenovergestelde te doen.