lnternationale gegevensuitwisseling neemt hoge vlucht

Download Report

Transcript lnternationale gegevensuitwisseling neemt hoge vlucht

lnternationale gegevensuitwisseling neemt hoge vlucht
Auteurs: Gertjan Verachtert/Filip Smet
Editie: Fiscoloog 1391 p. 3
Publicatiedatum: 25 juni 20L4
Enkele jaren geleden stelde de OESO een nieuwe norm voor inzake fiscale informatie-uitwisseling 'op
verzoek' (norm van april 2OO9). Dit was het startpunt voor diverse initiatieven tot uitgebreide
internationale administratieve samenwerking, waarbij op korte termijn zeer veel werd gerealiseerd.
Recentelijk is men zich ook meer gaan toeleggen op het verbeteren van de 'automatische'
uitwisseling van (financiële) gegevens. Ook deze aanpak begint zijn vruchten af te werpen. Diverse,
verstrekkende instrumenten zullen, in de nabije toekomst, voorzien in een dergelijke
gegevensuitwisseling. Hierna volgt een overzicht van de meeste recente ontwikkelingen'
Ondertekening FATCA-akkoord België-VS
Op 23 apriljl. ondertekende België met de Verenigde Staten een akkoord over de we-derzijdse
automatische uitwisseling van financiële informatie (het zgn. 'FATCA'-akkoord). Op basis van dit
intergouvernementeel akkoord zullen Belgische financiële instellingen in de nabije toekomst aan de
Belgische fiscale Admi-nistratie moeten rapporteren over rekeningen aangehouden door
zogenaamde "US persons" en "Non-US Entities (gecontroleerd door US Persons)". Het
toepassingsgebied van het akkoord is ruim (zie ook Fisc. lnt. nr' 327,4l,.
'I
nte rg overnme
ntal agree
me
nt'
( lG
A)
De Amerikaanse 'FATCA'-wetgeving hield oorspronkelijk in dat elke buitenlandse financiële instelling
rechtstreeks informatie zou moeten overmaken aan de Amerikaanse fiscus, de lnternal Revenue
Service (lRS) (zoniet worden de inkomsten van Amerikaanse oorsprong die aan de instelling worden
betaald, onderworpen aan een Amerikaanse bronheffing van in principe 30%). Omwille van
efficiëntie- en privacyoverwegingen, opteren de VS intussen voor het sluiten van
intergouvernementele akkoorden met andere Staten. Er zijn twee modellen in werking. Het eerste
model impliceert dat financiële in-stellingen informatie verstrekken aan hun nationale fiscale
Administratie, die deze dan op haar beurt aan de IRS overmaakt. De FATCA-overeenkomst met België
is hierop gebaseerd. Enkele landen, zoals Zwitserland en Oostenrijk, opteerden voor een akkoord op
basis van het |GA-model 2, waarbij financiële instellingen de informatie rechtstreeks aan de
Amerikaanse IRS be-zorgen. De Zwitserse regering heeft evenwel het voornemen om met de VS te
onderhandelen teneinde de 'lGA-model 2'-overeenkomst te vervangen door een 'lGA-model 1'overeenkomst, zodat gegevensuitwisseling tussen de "bevoegde autoriteiten" van beide Staten
mogelijk wordt.
De ondertekening en uitvoering van het FATCA-akkoord tussen België en de VS zullen
tot gevolg
hebben dat Belgische financiële instellingen geacht worden "FATCA-Compliant" te zijn, waardoor ze
de voormelde Amerikaanse bronheffing van (in principe) 30 % op betalingen van Ameri-kaanse bron
vermijden.
Opdat de financiële instellingen in dit verband informatie aan de Belgische fiscus zouden kunnen
overmaken, moet het akkoord eerst nog in interne wetgeving worden omgezet' De federale
minis-terraad keurde in dit verband al een voorontwerp van wet goed (invoeging van art. 338ter in
het WIB tgg2'). De bevoegde autoriteiten van België en de VS zullen vervolgens nog een
samenwer-kingsovereenkomst afsluiten om de effectieve uitwisseling van deze informatie mogelijk
te maken. Het Verdrag van 25 januari 1988 inzake weder-zijdse administratieve bijstand in fiscale
aange-legenheden (Raad van Europa/OESO) zal als rechts-grond dienen voor een dergelijk akkoord.
Gelet op de draagwijdte van FATCA en de stand van zaken m.b.t. de uitvoering van het protocol van
Z01O bij het Verdrag van 25 januari 1988 (on-dertekend, maar niet geratificeerd door België), kan
niet worden uitgesloten dat het FATCA-akkoord tussen België en de VS verdere parlementaire
in-stemm¡ng behoeft, gelet op het legaliteitsbeginsel.
Hoofdlijnen von het okkoord
De belangrijkste punten van het akkoord van 23 april2OL4 kunnen als volgt worden samengevat,
* De regeling
definitie is ruim en omvat
banken, makelaars, beleggingsfondsen, verzekeringsmaatschappijen, private-equity fondsen, enz. ln
het akkoord worden enkele entiteiten vrijgesteld van de FATCA-verplichtingen' Het gaat om
overheidsorganen, internationale organisaties, en de NBB. Ook bepaalde pensioenfondsen worden
als vrijgestelde entiteit aangemerkt, vanuit de overweging dat het belastingontduikingsrisico hier
beperkt is. Verder worden bepaal-de entiteiten beschouwd als "deemed compliant" (zodat ook zij
zijn vrijgesteld van de FATCA-verplichtingen). ln de relatie tussen België en de VS betreft het onder
meer financiële instellingen met een beperkte (lokale) afzetmarkt, ondernemingen die
kredietkaarten uitvaardiE۔, ...
is van toepassing op Belgische "financiële instellingen". De
Noteer voor de volledigheid dat bepaalde holdingondernemingen en financieringscentra werkzaam
buiten de financiële sector, op basis van Notice 201-0-60 (uitgevaardigd door de IRS) buiten het
toepassingsgebied van FATCA blijven.
* De uit te wisselen informatie slaat voor Bel-gische instellingen op allerlei gegevens aangaande
financial accounts aangehouden door US persons of door een US owned foreign entity (inkomsten,
rekeninggegevens, inclusief rekeningtegoeden, ...). Omgekeerd hoeft de Amerikaanse fiscus op basis
van het huidige akkoord geen informatie betreffende rekeningtegoeden uit te wisselen met de
van
Belgische fiscus. Het akkoord houdt niettemin een voornemen in om de wederzijdse uitwisseling
(art.
6.L).
informatie op een 'gelijk niveau'te brengen
* Om te bepalen wat US reportable financial accounts zijn (dus rekeningen waaromtrent informatie
moet worden verstrekt), worden ruime identificatieverplichtingen opgelegd aan de Belgische
financiële instellingen. Kort gesteld, moeten zij op zoek gaan naar US indicia (geboorteplaats,
verblijfsad res, telefoonnummers, ...) binnen hun klantenbestanden.
jaarlijks
De Belgische Administratie zal de van de financiële instellingen verkregen informatie
uitwisselen met de VS, telkens uiterlijk vóór het verstrijken van de negende maand na het
kalenderjaar waarop de gegevens betrekking hebben. De eerste rapportering wordt beoogd vanaf
*
uiterlijk september 2015 en heeft betrekking op 2014.
anderzalin de nabije toekomstverdui-delijktworden in een circulaire die de FoD Financiën
momenteel aan het voorbereiden is in samenspraak met vertegenwoordigers van de financiële
sector (Febelfin, Beama, Assuralia).
Een en
Common reporting standard (OESO)
Op 6 meijl. namen 47 Staten (waaronder België) een gezamenlijke verklaring aan, om in de nabije
toe-komst over te gaan tot een uitgebreid systeem van 'automatische' uitwisseling van informatie op
wederzijdse basis. Opvallende ondertekenaars van het akkoord zijn onder meer Zwitserland en
Singapore.
De uitwisseling van informatie zal gebaseerd zijn op een unieke standaard op het gebied van
automatische gegevensuitwisseling, de zogenaamde Common Reporting Standard (CRS) ontwikkeld
door de OESO. Het initiatief komt er nadat 5 lidstaten (Frankrijk, Duitsland, ltalië, Spanje en het
Verenigd Koninkrijk) in april 20L3 onderling afspraken een regeling uit te werken gelijkaardig aan de
Amerikaanse FATCA. Dit voornemen kreeg het afgelopen jaar navolging van zo'n 40 andere "early
adaptors", waaronder ook Liechtenstein (dat hiertoe op 21 november jl. het voormelde Verdrag van
25 januari 1988 goedkeurde), het Eiland Man, Guernsey, Jersey, de Britse Maagdeneilanden, ...
De unieke standaard op het gebied van automatische gegevensuitwisseling valt uiteen in twee
onderdelen : (1) een modelovereenkomst waarin de regels voor uitwisseling van informatie tussen
bevoegde autoriteiten opgenomen worden, en (2) de CRS waarin rapporterings- en due-diligence
verplichtingen van toepassing op financiële in-stellingen opgenomen zijn.
De werkwijze is zeer gelijkaardig aan de FATCA-wetgeving, die als katalysator voor de unieke
standaard gewerkt heeft. Ook de uit te wisselen informatie stemt in ruime mate overeen met de
onder FATCA uit te wisselen informatie (specifieke us-elementen werden uiteraard niet opgenomen
in de
CRS).
zoals bij
De modelovereenkomst voor uitwisseling van informatie tussen bevoegde autor¡teiten kan,
CRS zelf
De
1988.
van
Europa
van
Raad
FATCA, worden uitgevaardigd op basis van het Verdrag van de
niet
zal moeten worden omgezet ¡n nationale wetgeving. Een specifieke tijdslijn is in dit verband
voorzien.
Zwitserland : einde bankgeheim
tot rui-mere
De recente evoluties impliceren dat enkele traditionele 'safe-havens' genoodzaakt zijn
voormelde
het
20L3
L5
oktober
op
Zwitserland
administratieve samenwerking. Vooreerst heeft
Verdrag van 25 januari l-988 over wederzijdse administratieve bijstand inzake fiscale
tot de
aangelegenheden ondertekend. Dit was overigens ook noodzakelijk om te kunnen toetreden
voormelde CRS-gegevensuitwisseling'
het bankgeheim
Sinds de wijziging bij een Protocol van 2010, voorziet dit Verdrag er expliciet in dat
Dit houdt in dat
weigeren.
te
informatie
van
niet langer kan worden ingeroepen om de uitwisseling
het
Zwitserland ten aanzien van de medeverdragslanden (waaronder Belgiê, zij het dat België
protocol van 2010 nog niet geratificeerd heeft) afstand heeft gedaan van het bankgeheim. Een en
ook
ander moet nog wel worden omgezet in interne Zwitserse wetgeving' Daarbij zal mogelijk
om
verzoeken
rekening worden gehouden met traditionele Zwitserse bezwaren, die o.m. slaan op
informatie op grond van gestolen bankgegevens.
Noteer dat België en Zwitserland op 10 april2OL4 een Avenant bij hun dubbelbelastingverdrag
(dat voorzag in zeer
hebben ondertekend, dat de tekst van het bestaande artikel 27 van het verdrag
die op de
bepaling,
nieuwe
een
restrictieve mogelijkheden tot gegevensuitwisseling) vervangt door
expliciet zal
leest geschoeid is van de huidige oESo-standaard. Dit betekent dat ook in dit verband
worden bepaald dat uitwisseling van naarverwachting relevante gegevens niet mag worden
geweigerd omwille van het feit dat ze berusten bij een bank of een financiële instelling' De
inwerkingtreding van dit Avenant is nog onbekend (zie ook Fisc. lnt' nr' 365,4l''
Luxemburg : bijkomende transparantie
Ook in Luxemburg hebben zich in de voorbije periode enkele belangrijke evoluties voorgedaan, die
ongetwijfeld eveneens voor vele Belgische belastingplichtigen relevant zullen zijn.
* Vooreerst viel het Luxemburgse verzet tegen de uitgebreide Spaarrichtlijn recentelijk weg (Fisc., nr
l-381 , p, 4 en Fisc., nr. L383 , p. 13).
* Verder is de nieuwe Europese Bijstandsricht-lijn 20tL/16/EU recentelijk omgezet in het
Luxemburgs recht (zie over deze Richtlijn o.m. Fisc., nr.1240, p. 1" en Fisc., nr. 1356 , p' 10). Op het
vlak van uitwisseling van gegevens op verzoek heeft dit tot gevolg dat Luxemburg niet langer een
dergelijke uitwisseling kan weigeren louter en alleen omdat die gegevens zich zouden bevinden bij
een bank of financiële instelling (art. 19, (2) Luxemburgse wet van 29 maart 2013). Uiteraard gelden
wel de klassieke beperkingen op de uitwisseling, zoals bijvoorbeeld het verbod op 'fishing
expeditions'.
Ook de regeling inzake de automatische uitwisseling van gegevens van de voormelde Richt-lijn is
omgezet in Luxemburgs recht (wet van 31 maart 2014). Ter herinnering, de Richtlijn voorziet in een
automatische gegevensuitwisseling m.b.t. vijf inkomsten- en vermogenscategorieën (nl.inkomen uit
een dienstbetrekking; tantièmes en presentiegelden; levensverzekeringsproducten; pensioenen; en
eigendom/inkomen van onroerende goederen), in de mate dat deze gegevens beschikbaar zijn voor
de lidstaat in kwestie. Luxemburg zal vanaf 1- januari 2014 automatisch gegevens uitwisselen
aangaande drie van deze categorieën : inkomen uit een dienstbetrekking, tantièmes en
presentiegelden, en pen-sioenen. Het zal dus voorlopig niet automatisch overgaan tot uitwisseling
van gegevens inzake levensverzekeringsproducten en onroerende inkomsten. Deze informatie zal
mogelijk wel 'op verzoek' kunnen worden opgevraagd (cf. supra).
Ten slotte moet nog worden gewezen op de "meest begunstigde natie"-clausule in de Richtlijn
ZOI¡/16/EU (op basis daarvan kan een lidstaat die een verder reikende samenwerking overeenkomt
met een derde land, deze samenwerking niet weigeren aan een andere lidstaat). Op basis van deze
clausule zou de Belgische fiscus ten gepaste tijde dezelfde informatie-uitwisseling kunnen eisen als
deze die Luxemburg heeft beloofd aan de VS onder FATCA (akkoord met de VS daterend van 28
maart 201.4).
Besluit
De internationale samenwerking op het gebied van fiscale transparantie en vermijding van
belastingontwijking is zeer uitgebreid. Op initiatief van de OESO en de Verenigde Staten zijn enorme
gang
stappen genomen, die enkele jaren geleden nog ondenkbaar leken. Deze evolutie is nu in volle
op het vlak van automatische gegevensuitwisseling. Dit roept op zijn beurt weer vele vragen'op, zoals
deze naar de kwalificatie van intergouvernementele akkoorden en de bescherming van de privacy
van de belastingbetaler.