Uitstel van betaling en het eisen van zekerheid

Download Report

Transcript Uitstel van betaling en het eisen van zekerheid

An
belastingrecht
belastingrecht
Uitstel van betaling en het
eisen van zekerheid
Martin Lambregts
Recent verschenen berichten in de media dat ondernemers met
betalingsproblemen voor bijna € 1,6 miljard in het krijt
staan bij de fiscus doordat aan hen uitstel van betaling
is verleend.1 Hoewel de Belastingdienst vanwege
de economische crisis een soepeler uitstelbeleid hanteert, wordt een verzoek om uitstel
van betaling niet altijd toegewezen. Niet
zelden stuit een verzoek om uitstel af op
grond van het feit dat de belastingschuldige geen zekerheid stelt. Een
dergelijke eis kan echter niet zonder
meer door de Ontvanger gesteld
worden.
stuur en aldus onrechtmatig. Alvorens de
Ontvanger tot invordering kan overgaan,
zal hij derhalve de mate­riële verschuldigdheid van de betreffende aanslagen
dienen te beoordelen. Het is de Ontvanger niet toegestaan invorderingsmaatregelen te treffen ter zake van een aanslag
die vermoedelijk niet materieel verschuldigd is. Dit leidt ertoe dat de Ontvanger
zich niet achter de Inspecteur kan verschuilen met de stelling dat hij slechts
competent is voor de invordering en niet
voor de heffing.7 De Ontvanger is zodoende gehouden de aanslag ter zake
waarvan hij invorderingsmaatregelen wil
treffen, te onderwerpen aan een min of
meer marginale toets.
Uitstel van betaling en marginale
toetsing
De hiervoor aangehaalde passage uit de
parlementaire geschiedenis ziet weliswaar op de tenuitvoerlegging van dwangbevelen door de Ontvanger, doch zij
werpt haar schaduw
le toets onttrekken met de stelling dat
zulks pas aan de orde komt bij de tenuitvoerlegging van een dwangbevel.
An
2. Bij brief d.d. 3 april 2014 heeft staatssecretaris deze vragen beantwoord.
3. T. Tekstra in Het Financieele Dagblad van 7
mei 2014.
Niet alleen verhoudt een dergelijk standpunt zich slecht met de wetssystematiek,
ook een recente aanvulling op de LI 2008
benadrukt de verplichting van de Ontvanger om te toetsen of een aanslag in materiële zin verschuldigd kan worden geacht. Zo is bij besluit van 23 juni 2013 aan
artikel 1.1.5. LI 2008 toegevoegd dat,
4. In de Leidraad Invordering 2008 zijn de beleidsregels neergelegd waaraan de Ontvanger
zich bij de invordering van belastingschulden
dient te houden.
5. Onder andere artikel 25.1.3. LI 2008.
6. Kamerstukken II, 1987-1988, 20 588, nr. p 54.
7. J.J. Vetter, A.J. Tekstra, P.J. Wattel, Invordering van belastingen, Deventer: Kluwer 2012, p.
316 e.v.
‘Het is de Ontvanger niet
toegestaan invorderings­
maatregelen te treffen ter
zake van een aanslag die
vermoedelijk niet mate­
rieel verschuldigd is.’
8. Artikel 25.1.1. LI 2008 bepaalt dat gedurende
de behandeling van het verzoek om uitstel van
betaling de Ontvanger handelt overeenkomstig
het beleid dat wordt gevoerd als het verzoek is
toegewezen.
9. Op grond van artikel 25.2.5. LI 2008 kan de
Ontvanger ook ingeval van bezwaar tegen een
aanslag, onder omstandigheden, zekerheid verlangen.
waar het onherroepelijk geworden aanslagen betreft, de Ontvanger de materiële
verschuldigdheid heeft te toetsen indien
de belastingschuldige aannemelijk heeft
gemaakt dat er gegronde twijfels zijn bij
de verschuldigdheid van de aanslag. Het
spreekt vanzelf dat dergelijke twijfel temeer bestaat ingeval bezwaar of beroep
is ingesteld tegen een aanslag.9
Conclusie
N
aar aanleiding van het nieuws dat de
fiscus voor bijna € 1,6 miljard uitstel
van betaling heeft verleend aan ondernemers zijn Kamervragen gesteld aan staatssecretaris Wiebes over het uitstelbeleid dat
de Belastingdienst hanteert.2 Blijkbaar is
de indruk ontstaan dat uitstel van betaling
vrij eenvoudig door de Belastingdienst
wordt verleend zonder dat daaraan al te
veel voorwaarden worden gesteld. Volgens
sommigen is de fiscus door zijn uitstelbeleid zelfs in het vaarwater van financiers
van bedrijven terecht gekomen.3
Wat hier ook van zij, aan uitstel van betaling verbindt de Leidraad Invordering
2008 (LI 2008)4 een aantal voorwaarden,
22
www.accountancynieuws.nl
022-023_AN17_ART03.indd Alle pagina's
wat er in bepaalde gevallen toe leidt dat
een verzoek om uitstel wordt afgewezen,
ook sinds het uitstelbeleid is versoepeld
vanwege de economische crisis. Een van
de meest voorkomende voorwaarden is
dat de belastingschuldige zekerheid stelt
voor de belastingschuld waarvoor hij uitstel van betaling vraagt.5 Ingeval van ondernemers moet die zekerheid in beginsel
gelijk zijn aan de hoogte van de belastingschuld waarvoor uitstel wordt verzocht
(artikel 25.6.2. LI 2008). Het is echter de
vraag of de Ontvanger zekerheid kan eisen
op het moment dat er ­twijfel bestaat over
de materiële ver­schuldigdheid van de belastingaanslag waarvoor uitstel van betaling wordt ­verzocht.
Accountancynieuws 10 oktober 2014 nr 17
Invordering en marginale toetsing
Uit de parlementaire geschiedenis bij artikel 17 Invorderingswet 1990 blijkt dat
het de bedoeling van de wetgever is geweest dat een belastingschuldige in verzet kan komen tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel dat betrekking
heeft op een aanslag die weliswaar in formele zin op de juiste wijze is vastgesteld,
doch ten aanzien waarvan ‘op zijn minst
twijfel mogelijk is of die aanslag wel in
overeenstemming is met de materiële belastingschuld’.6 Is dergelijke twijfel aanwezig, dan kan de Ontvanger niet in redelijkheid overgaan tot invordering
aangezien dit in strijd zou zijn met de algemene beginselen van behoorlijk be10 oktober 2014
nr 17 Accountancynieuws
vooruit naar het
moment waarop de Ontvanger een verzoek om uitstel van betaling
beoordeelt. Bij afwijzing van dat verzoek
herleeft immers de mogelijkheid voor de
Ontvanger om invorderingsmaatregelen
te treffen.8 Zoals gezegd zal hij echter
niet tot daadwerkelijke invordering over
kunnen gaan wanneer twijfel bestaat
over de materiële juistheid van de betreffende aanslag. De Ontvanger ontkomt er
dus niet aan de materiële verschuldigdheid van een aanslag te toetsen.
Het ligt daarom in de rede dat de Ontvanger reeds bij het beoordelen van een verzoek om uitstel van betaling de aanslag
onderwerpt aan een marginale toets.
Wanneer de belastingschuldige gemotiveerd stelt dat er twijfel bestaat over de
materiële verschuldigdheid van de aanslag waarvoor uitstel wordt verzocht, kan
de Ontvanger zich niet aan een marginaAccountancynieuws 10 oktober 2014 nr 17
De kennelijke bedoeling van de wetgever
is dat geen invorderingsmaatregelen
worden getroffen ter zake van een aanslag waarvan de materiële verschuldigdheid op zijn minst kan worden betwijfeld. Daarom is de Ontvanger gehouden
de aanslag, weliswaar marginaal, op zijn
materiële juistheid te toetsen alvorens hij
invorderingsmaatregelen kan treffen. Bij
afwijzing van een verzoek om uitstel van
betaling komen die invorderingsmaatregelen binnen het bereik van de Ontvanger. Daarom zal de Ontvanger een verzoek niet zonder meer af kunnen wijzen
op grond van het feit dat geen zekerheid
wordt gesteld, indien de belastingschuldige aannemelijk maakt dat de materiële
verschuldigdheid van de aanslag kan
worden betwijfeld. An
Noten
1. Onder andere in Het Financieele Dagblad van
10 april 2014.
10 oktober 2014
Martin Lambregts is werkzaam als fiscaal
­advocaat bij Wintertaling advocaten &
­notarissen te Amsterdam.
nr 17 Accountancynieuws
www.accountancynieuws.nl
23
15-10-14 15:59