Persoonlijkheid

Download Report

Transcript Persoonlijkheid

Slide 1

PERSOONLIJKHEID

College 7
Inleiding psychologie
Agnes Schilder

1


Slide 2

2


Slide 3

E-dating
“ Geen mens lijkt op een ander. Het
wetenschappelijke PARSHIP-principe vergelijkt 30
wezenlijke persoonlijkheidskenmerken en stelt u
voor aan partners die optimaal bij u passen.”

Werkt het?
“Eén op de drie mensen die zich bij ons uitschrijven,
doet dat omdat hij of zij een partner gevonden heeft.”
3


Slide 4

Inhoud
 Wat is persoonlijkheid?

A. Gedrag vooral van binnenuit bepaald
1. Psychoanalyse
2. Humanistische psychologie
3. Trektheorieën en temperamenttheorie
B. Gedrag vooral bepaald door omgeving en
interactie persoon - omgeving
1. Cognitieve benadering
 Het meten van persoonlijkheid
 Persoonlijkheidsstoornissen
4


Slide 5

Eigenschappen
 Algemene neiging om andere volken,

groepen en individuen te beschrijven en te
beoordelen in termen van eigenschappen:







Friezen zijn stug
Italianen zijn opvliegend
Steven is creatief en een chaoot
Marie is extravert, stressbestendig en een
doorzetter
Albert is optimistisch, een flapuit en
zachtaardig
5


Slide 6

Persoonlijkheid, definities:


De psychologische kenmerken die een zekere
continuïteit verlenen aan het gedrag van een individu in
verschillende situaties en op verschillende momenten.
Zimbardo



Persoonlijkheid is te definiëren als de actieve groepering
of organisatie van iemands karaktertrekken en
gewoonten tot een kenmerkende manier waarop deze
op situaties en op anderen reageert. Heuvelman & Gutteling



Persoonlijkheid is een begrip, een veronderstelling
waarmee wij gedrag proberen te verklaren. Schreuder-Peters &
Boomkamp
6


Slide 7

Gemeenschappelijk:
 Stabiliteit: duurzaam
 Consistentie: in verschillende situaties


Slide 8

Persoonlijkheid

de (v.)

bron: Van Dale



De som van iemands hoedanigheden, eigenschappen en
karaktertrekken, waardoor hij tot een individu wordt.
synoniem: individualiteit, personaliteit



Iemand met een zeer persoonlijk karakter, iemand wiens
persoon op de voorgrond treedt
·een onaangename, sterke, grote, innemende persoonlijkheid



persoon van betekenis, iemand die ‘wat’ is
synoniem: personality, iemand

8


Slide 9

Andere begrippen
 die verwijzen naar de kenmerkende eigenschappen

of het unieke van een persoon:







Identiteit
Ik
Ego
(het) Zelf
Karakter
Temperament

 Overlap, soms synoniemen, afhankelijk van bijv. de

theoretische invalshoek, verschillend gedefinieerd.
9


Slide 10

Levenslooppsychologie (1) < = >
ontwikkelingspsychologie (2)
1. Ontwikkeling van de persoonlijkheid
èn
2. Overeenkomsten en verschillen tussen mensen
Ad 1. Algemene wetmatigheden:
Cognitieve -, morele -, psychosexuele- en
psychosociale ontwikkeling (Piaget, Freud, Kohlberg,
Erikson)
Ad 2. De ontwikkeling tot uniek individu:
persoonskenmerken / trekken
10


Slide 11

Vraag:

Waardoor wordt ons gedrag meer bepaald?



Door onze interne (karakter)eigenschappen?
Door de situatie / invloeden van buiten?
11


Slide 12

A. Meer van binnenuit
 De dispositiebenadering:





Mensen doen zoals ze doen omdat iets-vanbinnen hen daartoe aanzet.
Die interne structuur bestaat uit een
verzameling disposities of eigenschappen: ook
traits of trekken genoemd.
Drie invalshoeken nu:
Iets binnen het individu:




Psychoanalyse
Humanistische psychologie
Trektheorieën

driften
groeibehoeften
persoonlijkheidstrekken
12


Slide 13

Meer van binnenuit:

PSYCHOANALYSE



Strijd tussen Es, Ich en Über-Ich.
Taken Ich:

Contact onderhouden met de buitenwereld
 In toom houden van het Es
 Tevreden houden van het Über-Ich.




Postfreudianen (zoals Horney, Adler en Erikson)
legden meer nadruk op afweermechanismen, de
ontwikkeling van het zelf of de identiteit en de
invloed van de maatschappelijke en sociale
omgeving.

Postfreudianen zagen dat anders…..

13


Slide 14

Persoonlijkheid volgens de Psychoanalyse


Slide 15

Meer van binnenuit:

HUMANISTISCHE PSYCHOLOGIE
1. Holistisch: de persoonlijkheid niet opdelen in stukjes of
trekken en de persoonlijkheid wordt niet bepaald door
onbewuste conflicten.
2. Luister naar de subjectieve ervaringen in het hier-ennu; belangrijk is hoe het individu zichzelf ziet.
3. Ieder mens heeft het in zich om tot persoonlijke groei
en zelfactualisering te komen; beperkingen worden
opgelegd door opvoeding, scholing en andere sociale
invloeden; maar als je bereid en in staat bent de
verantwoordelijkheid voor je eigen leven ter hand te
nemen, kun je die obstakels overwinnen.
15


Slide 16

Meer van binnenuit: TRAIT-BENADERING


Achter veel gedrag wordt een persoonseigenschap of trek (trait) verondersteld, bijv.
luiheid, verlegenheid of afgunst.



Trekken zijn stabiele
persoonlijkheidskenmerken die in verschillende
omstandigheden een leidraad vormen voor het
denken en handelen (en dus een voorspellende
waarde hebben).
16


Slide 17

Hoeveel en welke trekken zijn er?
 Eysenck kwam tot 2 fundamentele

dimensies:
1. Neurotisch-evenwichtig
2. Introvert-extravert

17


Slide 18

Theorieën
voor 1900

Hippocratus, Galenus

18


Slide 19

Meer van binnenuit
Illustratie Hippocrates’ temperamentenleer


http://www.youtube.com/watch?v=k7mEh53rTc0

1. sanguinisch (bloed)
2. cholerisch (gal)
3. melancholisch (zwarte gal)
4. flegmatisch (slijm)
19


Slide 20

Meer van binnenuit: Temperament
 Temperamenttheorie: je wordt geboren met

een aantal eigenschappen
 Het temperament bepaalt vooral de manier

waarop iemand iets doet (stijl i.p.v. inhoud)




Activiteit
Emotionaliteit
Sociabiliteit
20


Slide 21

Trekkenleer = dispositiebenadering
 Big Five (1981):
 Extraversie

Tegenpool: Introversie

 Vriendelijkheid

Tegenpool: Bazig, twistziek

 Zorgvuldigheid

Tegenpool: Gemakzuchtig, nonchalant

 Stabiliteit

Tegenpool: Paniekerig, overgevoelig

 Openheid

voor ervaringen Tegenpool: Conservatief

 Terminologie / naamgeving varieert !!

21


Slide 22

OCEAN
Wetenschappelijke namen voor Big 5 dimensies:

 openheid voor ervaringen

 consciëntieusheid
 extraversie
 altruïsme
 neuroticisme /emotionele instabiliteit


Slide 23

Meer van buitenaf
Omgeving en interactie persoon-omgeving


jaren ’60 en ’70: “alles-komt-van-buiten-standpunt”,
lijnrecht tegenover dispositiebenadering.



ontstond o.a. onder invloed van het behaviorisme
en inzichten zoals die uit het gehoorzaamheidsexperiment van Milgram naar voren kwamen.



Mischel: kennis over de situatie is belangrijker voor
het voorspellen van gedrag dan kennis van
iemands persoonlijkheidstrekken!
Zimbardo p.506
23


Slide 24

De invloed van de cultuur
 Het concept persoonlijkheidstheorie is al een

westers concept
 Ons denkkader is individualistisch

24


Slide 25

ANNO 2012
 De cognitieve benadering heeft het

persoon-situatie-debat van zijn scherpe
kantjes ontdaan:




Gedrag vloeit niet voort uit de persoon OF de
omgeving, maar uit de wijze waarop een
persoon betekenis verleent aan zijn omgeving.
Dus gedrag wordt bepaald door de interactie
tussen situationele variabelen en
persoonsvariabelen.

25


Slide 26

ANNO 2012
 Persoonsvariabelen zijn in dit geval vooral cognitieve

processen:




Denkstijlen
(Cognitieve) schema’s
Verwachtingen

 In ambigue (niet-eenduidige) situaties hebben

persoonlijkheidskenmerken meer invloed; in andere
situaties vertonen reacties van mensen weinig
variatie.
 Copingstijl: de kenmerkende manier van problemen
aanpakken; heeft te maken met hoe men de situatie
inschat en verklaart (attribueert).
26


Slide 27

Het meten van de persoonlijkheid
 HET METEN VAN DE PERSOONLIJKHEID
 Het doen van voorspellingen over iemands gedrag
door verschillen tussen mensen in hun karakteristieke
manier van doen of denken te bepalen.
 Voorbeeld van een persoonlijkheidstest: NEO PI-R,
gebaseerd op de Big Five.


Projectieve tests (uit de psychodynamische hoek):
 TAT (Thematische Apperceptietest)
 Rorschach (Inktvlekken)

27


Slide 28

Rorschach test

28


Slide 29

TAT (projectieve test)

29


Slide 30

Kwaliteitscriteria van tests:
Uitgangspunten: empirisch-theoretische
onderbouwing
 Uitvoering: standaardsituatie
 Normering: goed vergelijkingsmateriaal
 Betrouwbaarheid: nauwkeurigheid van het
instrument
 Validiteit: meet de test wat hij moet meten?


30


Slide 31

Vervolg Meten van de persoonlijkheid
 Zelfrapportage is lang niet altijd even betrouwbaar.

Sociaal wenselijke antwoorden? Onrealistisch zelfbeeld?
 Vaak is de betrouwbaarheid / (predictieve) validiteit /

normering van persoonlijkheidstests beperkt.
COTAN (296 test, 1999): 9 % valide, 21% betrouwbaar!
 Fundamentele discussie: veel tests zouden gebaseerd

zijn op een verkeerde veronderstelling, nl. het bestaan
van een stabiele constellatie van eigenschappen.
31


Slide 32

Persoonlijkheidsstoornissen
 Sommige mensen raken door hun

persoonlijkheid voortdurend in de knoei of
bezorgen hun omgeving veel overlast.
 In de psychiatrie spreekt men van
persoonlijkheidsstoornissen.




Men onderscheidt de narcistische, theatrale,
antisociale, borderline, afhankelijke,
dwangmatige, vermijdende, paranoïde,
schizoïde en schizotypische persoonlijkheid.
De overgang van een normaal naar een
pathologische persoonlijkheid is geleidelijk.
32


Slide 33

Voorbeeld: narcistische
persoonlijkheidsstoornis

33


Slide 34

(Hoe) kunnen we het individu als geheel
begrijpen?
Wat maakt iemand tot een
uniek persoon?
 Genen
 Temperament

Daarnaast is ook kennis en
inzicht nodig m.b.t. meer
algemene wetmatigheden over
(ontwikkeling van) gedrag van
individuen.

 Psychische processen:

eigen dynamiek
 Omgeving




Sociale omgeving
Culturele omgeving
Situatie van het
moment

Zoals:
 Leren
 Ontwikkeling
 Denken en intelligentie
 Perceptie
 Bewustzijn
 Emotie en motivatie

34


Slide 35

Persoonlijkheid (Zimbardo p. 463)

Kernconcept
De persoonlijkheid wordt gevormd door de
gecombineerde krachten van biologische,
situationele, psychologische processen die
alle in een context van sociaal-culturele en
ontwikkelingsfactoren zijn ingebed.

35


Slide 36

Persoonlijkheid: wetenschap of stigma?

36