Bridge iedereen kan het leren Copyright, 2002 © Rob Roling Les 1 LES 1 • Theorie I • Spelen I • Theorie II • Spelen II • Theorie III • Spelen III 52

Download Report

Transcript Bridge iedereen kan het leren Copyright, 2002 © Rob Roling Les 1 LES 1 • Theorie I • Spelen I • Theorie II • Spelen II • Theorie III • Spelen III 52

Slide 1

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 2

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 3

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 4

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 5

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 6

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 7

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 8

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 9

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 10

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 11

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 12

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 13

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 14

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 15

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 16

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 17

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 18

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 19

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 20

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen


Slide 21

Bridge
iedereen
kan
het leren
Copyright, 2002 © Rob Roling

Les 1

LES 1
• Theorie I
• Spelen I

• Theorie II
• Spelen II

• Theorie III
• Spelen III

52 KAARTEN – 4 KLEUREN
2 LAGE
kleuren

13
ruiten



4
kleuren








13
klaveren



2 HOGE
kleuren

13
harten

13
schoppen

RANGVOLGORDE KAARTEN

Laag
in rang
2-3-4-5-6
7-8-9

Hoog
in rang
10-B-V-H-A
= plaatjes
of honneurs

DOEL IS SLAGEN MAKEN

In dit voorbeeld start
NOORD met  6

W

N
Z

O

BEKENNEN IS VERPLICHT

met de wijzers van de klok
mee legt OOST nu  3

W

N

Z

O

ALS JE NIET KUNT BEKENNEN,
DAN KAART VAN ANDERE KLEUR

daarna legt
ZUID
 Heer en

W

N

Z

O

MET EEN ANDERE KLEUR KUN JE
DE SLAG NIET WINNEN

WEST  Aas
W

N

Z

O

WINNAAR SPEELT VOLGENDE
KAART IN KLEUR NAAR KEUZE

WEST wint de slag met
 Aas
W

WEST mag nu de volgende
kaart voorspelen.

N

Z

O

SPELEN 1
DOEL: OEFENEN IN SLAGEN
MAKEN
• Schudden en geven
• Speler links van de gever mag
uitkomen
• (troef en partners blijven nog
even buiten beschouwing)

SPELEN MET EEN PARTNER

NOORD

WEST

OOST

Partners zijn :
NOORD EN ZUID

ZUID

WEST EN OOST

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
West en Oost hebben 8 slagen gewonnen,
zij leggen deze gewonnen kaarten
verticaal neer.

1

2 3

4

5 6 7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE
Noord en Zuid hebben 8 slagen verloren,
zij leggen deze verloren kaarten
horizontaal neer.

1

2

3

4

5

6

7

8

SLAGEN NIET OP EEN HOOPJE

Na afloop van het spel kan iedereen het
aantal winstslagen tellen.
Dat zijn de slagen die vertikaal neergelegd zijn.

1

2 3

4

5 6 7

8

TROEFKLEUR
ALLE KAARTEN VAN DIE KLEUR ZIJN
HOGER DAN WILLEKEURIG WELKE
KAART VAN EEN ANDERE KLEUR
• Mag alleen als niet kan worden bekend
• (Over-) Troeven is niet verplicht
• Volgorde hetzelfde als andere kleuren

SPELEN 2
DOEL: OEFENEN MET TROEFKLEUR
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)

DE DUMMY
DUMMY: PARTNER VAN DE LEIDER
• Dummy speelt niet mee, maar de leider
bepaalt welke kaart wordt gespeeld
• Legt zijn kaarten open op tafel direkt na
de uitkomst (van rechtertegenstander)
• Iedere speler kan dus zijn kaarten zien

DE DUMMY

SPELEN 3
DOEL: OEFENEN MET DUMMY
• (Troef normaal bepaald bij bieden)
• Nu echter door draaien van de eerste
kaart voor het geven
• Bij het draaien van een plaatje is de
speelsoort Sans Atout (geen troef)
• Leider is de gever en dummy zijn
partner

 V B 10 9 8 7 6
76
32
AH
AH
AH
AH
 V B 10 9 8 7 6

54

N

W

O
Z

32

5432
 V B 10 8
543

 V B 10 9 8
97654
2

HUISWERK
• Hoofdstuk 1
bestuderen
• Hoofdstuk 1
oefeningen maken
• Hoofdstuk 2
doorlezen