Kwetsbaarheid bij ouderen frailty Zorgbehoevende ouderen Tine Obin De concepten  Frailty  aan leeftijd geassocieerde kwetsbaarheid  Ouder worden: kans op krijgen chronische ziekten neemt toe,

Download Report

Transcript Kwetsbaarheid bij ouderen frailty Zorgbehoevende ouderen Tine Obin De concepten  Frailty  aan leeftijd geassocieerde kwetsbaarheid  Ouder worden: kans op krijgen chronische ziekten neemt toe,

Kwetsbaarheid bij ouderen

frailty Zorgbehoevende ouderen Tine Obin

De concepten

 Frailty  aan leeftijd geassocieerde kwetsbaarheid  Ouder worden: kans op krijgen chronische ziekten neemt toe, loopt parallel aan afname capaciteit orgaansystemen  Verouderingsproces verloopt bij iedere persoon anders  Variatie binnen groep ouderen van dezelfde leeftijd voor een deel te verklaren aan hand van begrip frailty  Het begrip frailty verklaart waarom sommige ouderen somatische en psychiatrische aandoeningen op het zelfde moment hebben

Kwetsbaarheid en leeftijd

 Kwetsbaarheid  Wanneer gekoppeld aan veroudering  frailty  Verbrugge: ’Frailty is syndroom waarbij verschillende gebieden van functioneren slechter worden met stijgen van leeftijd.’  Comorbiditeit  gelijktijdig aanwezig zijn van twee of meer medische diagnoses bij dezelfde persoon  Ruim twee derde van de +65 jaar : twee of meer ziekten, + 80 jaar driekwart  Algemene kwetsbaarheid neemt toe tijdens verouderen  Verouderingsproces vindt op verschillende wijze en met een verschillende snelheid plaats, waardoor verschillen tussen mensen bij veroudering eerder groter dan kleiner worden

Frailty, comorbiditeit en disability

 Tijdens proces van veroudering neemt functie van verschillende organen sterk af  frailty  niet gekoppeld aan één systeem ,er zijn altijd meerdere systemen bij betrokken (zowel biologische als psychologische)  Fried : duidelijk verband tussen frailty, comorbiditeit en disability  Disability  duidt op de gevolgen van een ziekte voor het dagelijks functioneren. Het omvat functies die nodig zijn voor de zelfzorg en het zelfstandig kunnen leven, alsook het vermogen om activiteiten uit te voeren die belangrijk zijn voor de kwaliteit van leven.  Mede afhankelijk van de sociaaleconomische status en het aanpassingsvermogen van de persoon en van de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg  Disability wordt geassocieerd met hogere mortaliteit, grotere kans op opname in ziekenhuis of verpleeghuis en hogere gezondheidszorgkosten

Frailty of leeftijd, wat geeft meeste info?

 kunnen vasthouden van hoge kwaliteit van leven ondanks veroudering veel te maken met beschikken over adaptieve vaardigheden? Ze zijn nodig om zoveel mogelijk bronnen van welbevinden te gebruiken en in stand te houden = self-management abilities (SMA’s)  De 6 kern-SMA’s : zelfmanager, positief denken, multifunctionaliteit, variatie in bronnen van welbevinden, initiatief nemen en investeren in de toekomst. (Steverink en Lindenberg)  Frailty werd onderzocht in een eenvoudige vragenlijst, de GFI, hierbij werden de SMA’s bevraagd 

onderzoek toonde aan dat leeftijd, in tegenstelling tot frailty, geen goede voorspeller is van deze SMA’s

Voorbeeld van een GFI

mobiliteit kunt u zonder enige hulp van iemand anders zelfstandig deze taken uitvoeren (gebruikmaken van hulpmiddelen als stok, rollator of rolstoel geldt als zelfstandig)?

1. boodschappen doen 2. buitenshuis rondlopen (rondom huis of naar de buren) 3. aan- en uitkleden 4. toiletbezoek lichamelijke fitheid 5. welk rapportcijfer geeft u zichzelf voor uw lichamelijke fitheid? (1 staat voor heel slecht en 10 staat voor uitstekend)

ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee 1-10

visus 6. ondervindt u problemen in het dagelijks leven door slecht zien?

gehoor 7. ondervindt u problemen in het dagelijks leven door slecht horen?

ja/nee ja/nee

Relatie tussen frailty en zorgcomplexiteit

 Voor organiseren zorg is het belangrijk patiënten die complexe zorg nodig hebben, te identificeren.  INTERMED-methode: Door een interview inzicht verkrijgen in de behoeften die de oudere persoon nodig heeft en/of de gezondheidsrisico’s die de persoon loopt. (Is de zorg complex of niet?) 

Voor de gezondheidszorg is het dus relevant om een onderscheid te maken tussen ouderen die niet kwetsbaar zijn en ook geen comorbiditeit of disability hebben, ouderen die verhoogd kwetsbaar zijn maar geen of een enkelvoudige zorgvraag hebben en kwetsbare ouderen met comorbiditeit en complexe zorgvragen.

Bron

Slaets, J.P.J. (2006). Kwetsbaarheid bij ouderen: frailty. Bijblijven, volume 22, 3-12.