Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse jongeren’ Over daderschap, slachtofferschap, de invloed van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk Diederik Cops Leuvens Instituut voor Criminologie Introductie  De aantrekkelijkheid.

Download Report

Transcript Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse jongeren’ Over daderschap, slachtofferschap, de invloed van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk Diederik Cops Leuvens Instituut voor Criminologie Introductie  De aantrekkelijkheid.

Slide 1

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 2

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 3

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 4

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 5

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 6

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 7

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 8

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 9

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 10

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 11

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 12

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 13

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 14

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 15

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 16

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 17

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 18

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19


Slide 19

Delinquent gedrag bij Antwerpse en Gentse
jongeren’
Over daderschap, slachtofferschap, de invloed
van ‘slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk
Diederik Cops
Leuvens Instituut voor Criminologie

Introductie


De aantrekkelijkheid van ‘jongerencriminaliteit’



Schuchtere pogingen tot meer kwantitatieve onderbouwing, vaak
in tegenstelling tot berichtgeving over individuele zaken




‘De nieuwe jeugdcrimineel: 14, Antwerps en gewelddadig?’ (Scoyer,
2009)

Groepsdruk en ‘slechte vrienden als ‘usual suspects’ in de
verklaring van delinquent gedrag bij jongeren



Jeugddelinquentie ≈ groepsgedrag
Loutere vaststelling verband, weinig aandacht voor complexe relaties
tussen vrienden, vriendschapsrelaties en delinquent gedrag

2

Inhoud


Jeugddelinquentie gemeten: (on)mogelijke opdracht?



Jeugddelinquentie in Antwerpen en Gent: prevalentie,
delinquentiegraad en evolutie naar leeftijd



‘Slechte vrienden’ en ‘negatieve groepsdruk’: aard en omvang



Delinquente vrienden en delinquent gedrag: bufferende
effecten van vriendschapsrelaties, individuele attitudes en
kwaliteit van sociale banden (?)



Implicaties en conclusies

3

Jeugddelinquentie in Gent & Antwerpen
 ‘Jeugddelinquentie’ gemeten: (on)mogelijk?
 Historisch gebrek aan goede en betrouwbare cijfers op
verschillende officiële niveaus (politie, parket, jeugdrechtbank,
uitvoering van maatregelen)
 Voorzichtig optimisme
 Inherente beperkingen van officiële statistieken

 De JOP-monitor als zelfrapportage instrument. Voor- en nadelen
in de identificatie van (jeugd)delinquentie
4

De prevalentie van delinquentie
70

60
50

Antwerpse jongeren
Gentse jongeren
Brusselse jongeren

40
30

20
10
0

5

Delinquentiegraad
Delinquentiegraad bij Antwerpse, Gentse en Brusselse jongeren (met
zwartrijden en spijbelen) in percentages
Antwerpen

Gent

Brussel

Geen delicten

58.7 (25.2)

59.3 (24.1)

50.4 (18.0)

Één delicttype

18.1 (28.6)

20.4 (30.4)

22.1 (26.8)

Twee delicttypes

10.7 (20.8)

10.2 (21.8)

11.6 (21.2)

Drie delicttypes

5.5 (10.5)

5.5 (10.6)

6.8 (13.8)

Vier delicttypes

3.1 (5.6)

2.2 (5.8)

3.2 (8.0)

Meer dan vier
delicttypes

3.8 (9.4)

2.4 (7.5)

5.9 (12.2)
6

Delinquentieprevalentie naar leeftijd

7

De prevalentie van slachtofferschap

8

Slachtofferschap naar leeftijd

9

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente vrienden
 meest voorkomend: ‘spijbelen’ (65,2%), ‘winkeldiefstal’
(44,6%) en ‘vandalisme’ (40,3%)
 ‘slechts’ 22% heeft geen vrienden die één van de bevraagde
feiten heeft gepleegd
 Weinig verschil tussen jongens en meisjes (20.6% versus
24.6%)
 Sterke toename met de leeftijd: 13 jaar 41%, 15 jaar 28% en 19
jaar 15,2%
10

‘Slechte vrienden’ en negatieve groepsdruk


Delinquente groepsprocessen
 Sterkere neiging tot delinquent gedrag met vrienden (28,5%
akkoord)
 Loyaliteit naar de peergroep & Bescherming tegen politie
(31,9% zegt tegen de politie te liegen om vrienden te
beschermen)



Negatieve groepsdruk = relatief beperkt
 Kleine minderheid geeft aan soms dingen te moeten doen
die ze eigenlijk niet willen (5.1% akkoord)
 Meeste jongeren geven aan dat hun vrienden het oké
11
vinden als ze iets niet durven/willen doen (70,7% akkoord)

Groepsprocessen naar leeftijd & geslacht

12

Een beter inzicht in de complexe relatie
tussen vrienden en delinquentie…

Delinquente
vrienden

Delinquentie






Negatieve groepsdruk
Delinquente groepsprocessen
Tolerantie t.a.v. delinquentie
Relatie met ouders
13

Rechtstreekse effecten op delictfrequentie
Negatieve groepsdruk

+
Delinquente
groepsprocessen

Delinquente
vrienden
Delinquentietolerantie
Relatie met ouders

+++
++++

Delinquentie

+++

14

Interactie- en modererende effecten
Twee effecten significant en betekenisvol in de verklaring van
delinquentie (de andere twee niet)
 Delinquente vrienden * delinquente groepsprocessen
 Invloed van delinquente vrienden op het eigen delinquente gedrag is
groter naarmate er binnen de vriendengroep een sterke tolerantie
bestaat (en omgekeerd)
 Delinquente vrienden * delinquentietolerantie

 Hoe minder tolerant jongeren zijn ten aanzien van delinquent
gedrag, hoe minder sterk de invloed van het hebben van delinquente
15
vrienden op het eigen delinquente gedrag is (en omgekeerd)

Wat kunnen we hier nu mee?


Omvang van delinquentie bij Gentse en Antwerpse jongeren






Grensoverschrijdend gedrag als ‘normaal’ fenomeen bij adolescenten
Aandeel ‘veelplegers’ beperkt
Beperkte evolutie doorheen de leeftijd

Delinquente vrienden: ‘normaliteit’ van delinquentie



geen homogene vriendengroepen op vlak van delinquent gedrag
Beperkte omvang van negatieve groepsdruk binnen vriendengroep,
wel sterkere aanwezigheid van meer impliciete processen ‘ter
bevordering’ van delinquent gedrag
16

Wat kunnen we hier nu mee? (2)
 Sterke relatie tussen delinquent gedrag van vrienden en het
eigen delinquent gedrag bij (Gentse en Antwerpse) jongeren
De reductie van de tijd die jongeren met elkaar kunnen
doorbrengen meer beperken en controleren (?)
 Remedie erger dan de kwaal
• Geen automatische relatie tussen beiden
• Meer aandacht voor de tussenliggende mechanismen een
meer wenselijke optie
• Ontkennen/negeren van de vele positieve aspecten van
17
ongecontroleerde vrije tijdsbesteding

Besluit
 De complexiteit van het fenomeen (jeugd)delinquentie: nood aan
(meer) nuance en voorzichtigheid bij het gebruik en de
interpretatie van de ‘naakte cijfers’
Belang en meerwaarde van de JOP-monitor
 Ander beeld over de omvang en
jeugddelinquentie

de

aard

van

 beter en dieper inzicht in de mechanismen en processen die
tot delinquent gedrag leiden
18

Tot slot

Vragen of opmerkingen?

19