Deeltjesmodel oplossingen Kennis 1. a. Juist b. Juist c. Fout, – de deeltjes zijn identiek onafhankelijk van de fase.

Download Report

Transcript Deeltjesmodel oplossingen Kennis 1. a. Juist b. Juist c. Fout, – de deeltjes zijn identiek onafhankelijk van de fase.

Deeltjesmodel
oplossingen
Kennis
1.
a. Juist
b. Juist
c. Fout,
– de deeltjes zijn identiek onafhankelijk van de
fase. Alleen de onderlinge afstand
verschilt en de bewegingsenergie
Kennis
2.
toestand
beweging
afstand
krachten
vast
de deeltjes
trillen rond een
vast punt in
een rooster
zeer klein
zeer groot
vloeibaar
de deeltjes
rollen over
elkaar
iets groter dan
in vaste
toestand
minder groot
dan in vaste
toestand
zeer groot
bijna nul
gas
de deeltjes
vliegen met
grote snelheid
door elkaar
Kennis
kristalrooster wordt verbroken, de kracht tussen de
3. a. het
deeltjes wordt kleiner, ze gaan verder uit elkaar en rollen
over elkaar, ze bezitten nu meer bewegingsenergie. Om
de stof te smelten moetje die energie toevoegen onder de
vorm van warmte
b. de deeltjes verliezen energie en gaan dichter op elkaar
zitten. Er ontstaat opnieuw een rooster waarin ze op een
vaste plaats zitten, dicht op elkaar. De krachten tussen de
deeltjes zijn groot, ze bewegen nog enkel rond een
evenwichtsstand, ze trillen.
c. de deeltjes hebben zoveel energie kunnen opnemen dat
ze ontsnappen uit de vloeistof: ze trekken elkaar nog
nauwelijks aan en vliegen met grote snelheid. Ze vullen de
gehele ruimte al bewegend.
Kennis
4.
a. enkel de eerste uitspraak is juist: de
afstand tussen de deeltjes is groot
b. enkel de uitspraak 'de vorm is
onbepaald' is correct
c. alle uitspraken zijn correct
d. de uitspraak 'de vorm is bepaald' is fout,
de andere uitspraken zijn correct
Kennis
5.
In de ruimten tussen de deeltjes kunnen
geen andere deeltjes. Poriën zijn relatief
grote gaten in de stof waar andere
materiedeeltjes kunnen binnendringen zoals
gaten in een spons of in vloeipapier of in
krijt.
poriën
lege ruimtes tussen deeltjes
Kennis
6. uitspraak a is niet correct
Inzicht
7.
a. de stof is samendrukbaar omdat er lege
ruimten tussen de deeltjes zijn: de
deeltjes kunnen dichter op elkaar gedrukt
worden
b. de materie kan verdeeld worden in kleine
deeltjes - die kunnen zich mengen met de
deeltjes van een andere stof- we noemen
dat 'oplossen‘
c. in de materie kunnen grote openingen of
poriën zijn waarin deeltjes van een
andere stof kunnen zitten. Dat heet
Inzicht
8. figuur a
Inzicht
9.
In 1 dm3 water van 4 °C zitten meer deeltjes dan in
1 dm3 ijs waardoor de massa van 1 dm3 water
groter is dan van 1 dm3 ijs
(dat is een uitzondering in de natuur: van alle
andere stoffen is de massa van 1 dm3 vaste stof
groter dan van 1 dm3 vloeistof).
De massa van 1 dm3 waterdamp is zo klein omdat
er weinig deeltjes in 1 dm3 waterdamp zitten: ze
zitten zeer ver uiteen in de gasfase.
Inzicht
10. In een vloeistof en in een gas kunnen we
stoffen oplossen: de deeltjes kunnen
mengen. Dat is enkel mogelijk omdat ze niet
in contact aan elkaar vast zitten.
Voorbeeld: het mengen van ether met lucht
Voorbeeld: het mengen van zout met water
Inzicht
11. De parfumdeeltjes diffunderen door de lucht:
ze verspreiden zich in de ruimte zodat je ze
overal kan waarnemen.
Inzicht
12. a. Fout
b. Fout
c. Juist
d. Fout
Inzicht
13. antwoord c
Toepassen
14.
Toepassen
15. Deelbaarheid: het grafiet breekt in kleinere
deeltjes
Adhesie: de potlooddeeltjes blijven door
adhesiekrachten kleven aan het
papier.
Toepassen
16. Bij zand en water kan je de meetspuit niet
indrukken door uitoefenen van kracht: de
stoffen zijn te weinig samendrukbaar. De
deeltjes zitten dicht op elkaar.
Als je de meetspuit gevuld met lucht gaat
samendrukken gaat dat gemakkelijker: er is
veel meer ruimte tussen de deeltjes, je kan
ze gemakkelijk samendrukken.
Zelftest
17.
• De stof bestaat uit kleine deeltjes: zie foto's van
elektronenmicroscoop. De deeltjes van een stof zijn
identiek
• De deeltjes van de ene stof verschillen van die van een
andere: ze zijn typisch per stof
• De deeltjes bewegen: aan te tonen met proeven Brownse
beweging
• De bewegingsenergie neemt toe met de temperatuur: bij
het verwarmen kan een stof
• veranderen van fase
• Er bestaan cohesie en adhesiekrachten: vloeistof vormt druppels,
bepaalde stoffen kunnen door adhesie kleven aan een andere stof
• Tussen de deeltjes bestaan lege ruimten: aantonen met proeven van
samendrukbaarheid
Zelftest
18. Een gas condenseert tot vloeistof:
de deeltjes vulden eerst de volledige
ruimte (volume van het vat) maar
komen dichter op elkaar en nemen een
bepaald volume in en rollen over
elkaar.
Zelftest
19. Lucht is samendrukbaar, de band wordt
vervormd.
Zo worden de oneffenheden van de weg
opgevangen!
Zelftest
20. Plastic is niet poreus en neemt geen water
op.