Transcript PowerPoint

In stappen naar de
innerlijke structuur
Index
• Waarom een duidelijke structuur?
• Wat gaat er vaak mis?
• Fases van structurering
– Fase 1: Maak een tekstplan voor je structuur en vul deze in
– Fase 2: Schrijf een eerste versie
– Fase 3: Controleer de structuur
• Samenvatting checklist ‘goede structuur’
Waarom een duidelijke structuur?
Door een logische en goed overdachte structuur komt de inhoud die je wilt
vertellen het beste ‘binnen’ bij de lezer!
Wat gaat er vaak mis?
• Vaak staan er stukken tekst in een werkstuk die niet aan het hoofdthema
verbonden kunnen worden. Let op: relevantie van tekst wordt bepaald
door de hoofd- en deelvragen!
• Vaak is er weinig inhoudelijke samenhang tussen de alinea´s
Fase 1: Maak een tekstplan voor je
structuur en vul deze in
1. Bepaal het hoofdthema van het stuk dat je gaat schrijven
2. Noteer de belangrijkste vragen
3. Beschrijf kort de antwoorden
4. Werk de antwoorden verder uit
5. Controleer de samenhangen
Zelf aan de slag? Zie: Hand-out 1: ‘Hoe maak ik een tekstplan?’
Fase 2: De 1e versie schrijven (1)
Nadat je een tekstplan hebt gemaakt kun je beginnen aan de 1e versie van
je tekst Hierbij is één ding belangrijk: doorschrijven.
• Zet een wekker (op 15 – 20 minuten)
• stop niet met schrijven voordat deze gaat
Fase 2: De 1e versie schrijven (2)
Waarom doorschrijven?
• Je produceert meer
• Je verwerkt de inhoud goed
• Teksten worden beter gestructureerd
• Schrijven is leuker
• Je kunt straks met meer afstand naar je tekst kijken
• Je verliest weinig tijd als het toch niet in orde lijkt
Zelf aan de slag? Zie Hand-out 2: ‘Hoe schrijf ik een snelle eerste versie?’
Fase 3: De structuur controleren
• De structuur van een tekstdeel zelf snel en eenvoudig controleren? Doe de
arceer-oefening: arceer per alinea de kernzin en check of deze verwijst
naar het thema en of volgorde logisch is.
• De structuur in de hele tekst controleren? Stel de controlevragen van de
volgende slides.
Zelf aan de slag? Zie Hand-out 3: ‘Hoe structureer ik mijn tekst?’ en Hand-out
4: ‘Welke controlevragen kan ik stellen?’
Structuur controleren met vragen (1)
Stel controlevragen over de indeling:
• Heb je een consequente lay-out gemaakt die de indeling goed zichtbaar
maakt?
• Is het een logische indeling?
– Staat alles bij elkaar wat bij elkaar hoort?
– Gaat elke alinea over slechts één thema?
– Gaat alles in de alinea over dat thema?
Structuur controleren met vragen (2)
Stel controlevragen over de inleiding:
• Geeft de inleiding aan wat het hoofdthema van de tekst is?
• Geeft de inleiding aan wat de volgorde is waarin de diverse elementen
besproken worden?
• Klopt dat met hoe de tekst werkelijk in elkaar zit?
Structuur controleren met vragen (3)
Stel controlevragen over titels, introducties en kernzinnen:
• Geven de titels goed weer waar de tekst over gaat?
• Begint je tekst/paragraaf met een toelichting op de structuur?
• Bevat elke alinea een (en ook maar één) kernzin?
• Werk je de onderdelen in dezelfde volgorde uit als je ze aankondigt?
Gebruik je ook dezelfde woorden?
Structuur controleren met vragen (4)
Stel controlevragen over de verbanden in je tekst
•
Zijn de verbanden tussen alle zinnen en alinea’s geëxpliciteerd met
signaalformuleringen?
•
Is er schematische overlap tussen alle opeenvolgende zinnen?
•
Bij alle verwijzingen: is in de voorgaande zin het begrip genoemd
waarnaar verwezen wordt; is er geen misverstand mogelijk waarnaar
verwezen wordt?
Structuur controleren met vragen (5)
Stel controlevragen over alinea’s:
• Gaat elke alinea over het hoofdthema, de hoofdvraag of de eindconclusie
van het fragment (al dan niet via subthema´s of subvragen)?
• Is van elke alinea duidelijk via welke vraag die samenhangt met het
hoofdthema?
• Is van elke alinea duidelijk wat die te maken heeft met de andere alinea´s?
Structuur controleren met vragen (6)
Stel controlevragen over de volgorde en rangorde:
• Volgt uitleg of definitie direct op het noemen van het begrip of
verschijnsel dat uitgelegd moet worden?
• Staan onderwerpen niet verspreid door de tekst?
• Gaan vooronderstellingen voorafgaan aan stellingen?
• Is er een verschil aangebracht tussen hoofd- en bijzaken?
• Is steeds duidelijk te zien of elementen nevengeschikt zijn (dan kun
je ze optellen) of ondergeschikt?
Samenvatting checklist ‘goede
structuur’
• Verbind alles aan de hoofdvraag
• Zorg dat er een verband is tussen de alinea´s onderling
• Lukt dat niet, probeer een nieuw schema te maken en kijk of je dan de
onderdelen met elkaar kunt verbinden
• Soms is het beter bepaalde stukken opnieuw te plannen en te schrijven
• Soms is het nodig om tekstelementen te schrappen omdat ze nergens bij
passen
• Zet alles dat bij elkaar hoort bij elkaar: alles over één thema bij elkaar; alle
antwoorden op één vraag bij elkaar
• Geef noodzakelijke voorinformatie vooraf
Zelf aan de slag?
Check ook de hand-outs van deze module om zelf aan de slag te gaan:
Hand-out 1: ‘Hoe maak ik een tekstplan?’
Hand-out 2: ‘Hoe schrijf ik een snelle eerste versie?’
Hand-out 3: ‘Hoe structureer ik mijn tekst?’
Hand-out 4: ‘Welke controlevragen kan ik stellen?’
Bronvermelding
Boeken:
Dirven, J. en Haag, E. (2008), Schrijven in stappen, handboek voor de verslaglegging van literatuuronderzoek,
LEMMA uitgeverij
Jong, de J. (2011), Handboek academisch schrijven, in stappen naar een essay, paper of scriptie, Uitgeverij
Coutinho
Websites:
Adolescent Literacy: een website waarin theoretische achtergrond over effectieve structurering wordt gegeven
(in het Engels): http://www.adlit.org/strategies/23336/
RUG Groningen: een website met algemene tips over structurering van een tekst:
http://www.rug.nl/education/other-study-opportunities/hcv/schriftelijke-vaardigheden/voor-studenten/