Powerpoint - De Nieuwe Leescultuur

Download Report

Transcript Powerpoint - De Nieuwe Leescultuur


Het begrip jeugdliteratuur is breed, er is moeilijk een definitie van te
geven.

Heel eenvoudig: jeugdliteratuur is literatuur die gelezen wordt door
de jeugd. Meestal speciaal voor haar geschreven, soms ook niet.

Is er altijd jeugdliteratuur geweest? Zo niet, wanneer is ze dan wel
ontstaan?
Joosen & Vloeberghs (2008):
“Kinder- en jeugdliteratuur was er niet altijd. Kinder- en
jeugdliteratuur is er niet overal. Het bestaan van kinderliteratuur hangt
af van de mate waarin een cultuur kinderen als verschillend genoeg
van volwassenen beschouwt om ze van een eigen literatuur te
voorzien.”
De West-Europese jeugdliteratuur ontstaat pas in de 18de eeuw.
In de Nederlandstalige literatuur ligt die grens eind 18de eeuw, meer
specifiek in 1778, met het verschijnen van de dichtbundel Proeve
van kleine Gedigten voor kinderen van Hiëronymus van Alphen.
Proeve van kleine Gedigten voor kinderen is de eerste dichtbundel die
speciaal voor kinderen geschreven werd. Het is meteen ook het
eerste Nederlandstalige kinderboek. Het laat de gewijzigde kijk op
het kind zien.

Van de middeleeuwen tot de 18de eeuw: geen sprake van een
echte scheiding tussen de leefwereld van het kind en die van de
volwassene

Geen taboes

Nauwelijks een pedagogische visie

Geen aparte opvoeding

Geen boeken speciaal voor kinderen geschreven, tenzij
studieboekjes of boekjes van opvoedende aard

Voornamelijk een orale literatuur

Opkomst van de boekdrukkunst (15de eeuw)
◦ Meer boeken, vooral schoolboeken
◦ Hoofdzakelijk ridderromans, volksverhalen en fabels

De norm voor de komende eeuwen: een werk moest aangenaam
zijn om te lezen, het moest tot deugd aansporen
◦ Religieuze werken

Het volksboek

Gewijzigde economische situatie voor kinderen

De wereld van de volwassene en de wereld van het kind stilaan
gescheiden

De verlichting kijkt vooruit en is gebaseerd op de rede.

Ze is een cultuurfilosofische stroming met een specifiek kindbeeld.

Het eerste kinderboek verschijnt in 1762: Jean-Jacques Rousseau,
Émile, ou De l’éducation.

Het kind is niet langer een volwassene in het klein, maar voor het
eerst iemand met een eigen persoonlijkheid.

John Locke, Engelse filosoof:
Het kind is een onbeschreven blad dat opgevuld kan worden met kennis.
Het is de taak van de opvoeder het te beschrijven met wijze lessen. Niet
de opvoeding tot meer kennis is de belangrijkste opvoeding, maar de
zedelijke opvoeding, gebaseerd op overreding en zin voor eergevoel.

Duitsland: de filantropijnen, een groep pedagogen

Van Alphen, Kleine gedigten voor kinderen (1778): opvoedkundig;
kinderen leren graag en verlangen volwassen te worden

De romantiek kijkt achteruit en plaatst de verbeelding centraal.

Peter Pan (James Barries) wil niet naar school en wil kind blijven.

Kinderliteratuur, jeugdliteratuur, adolescentenliteratuur, Young
Adult, cross-over:
◦ Het zijn begrippen die we tegenkomen als we lezen over jeugdliteratuur.
◦ Verschillen ze veel van elkaar en is daar reden toe?
◦ Of is het verschil nogal kunstmatig?
a) Literaire teksten geschreven door jongeren
b) Literaire teksten geschreven voor jongeren
c) Literaire teksten gelezen door jongeren
Literair verwijst naar alles wat door lezers als literatuur kan worden
beschouwd, triviale teksten inbegrepen.
Jeugdliteratuur kan gebruikt worden als overkoepelende term voor
zowel kinderliteratuur als adolescentenliteratuur, maar het is beter
kinderliteratuur naast jeugdliteratuur te gebruiken.
Kinderliteratuur is de literatuur voor kinderen vanaf de peuterleeftijd
tot 11 à 12 jaar (puberteit).
Jeugdliteratuur is de literatuur van en voor de leeftijdsgroep van 12tot 16-jarigen.
Adolescentenliteratuur is literatuur voor 15-plussers.

Is dat onderscheid alleen gebaseerd op leeftijd of is er meer?

Aan de definitie toevoegen:
◦
◦
◦
◦
◦
meestal met een jongere als hoofdpersonage
meestal geschreven door volwassenen
vaak geïllustreerd, vertaald, gelezen en gerecenseerd door volwassenen
verkocht door volwassenen
vaak gekocht door volwassenen

Waarom?

De rol van de illustrator en/of de vertaler is van groot belang.

De rol van de volwassene als lezer en koper

De rol van de uitgevers en verkopers
◦ belangrijke rol van volwassene
◦ dubbel publiek: dubbele geadresseerdheid
◦ verschillende kindvoorstellingen
◦ Een kinderboek is waardeloos zonder mooie prenten.
◦ Een goed kinderboek dat niet vertaald kan worden, blijft beperkt in
oplage.
◦ De volwassene kan een ouder zijn, een leraar die een boek kiest voor de
klas, een uitgever, een recensent, een bibliothecaris, een
boekenverkoper.
◦ Hij is een pedagogische bemiddelaar.
◦ Jury’s bepalen voor een groot deel welke boeken gekocht zullen worden.
◦ Het zijn de volwassenen die er alle belang bij hebben dat het juiste boek
bij de juiste lezer terechtkomt.
De volwassene is wel degelijk belangrijk.
◦ Hij heeft meer te vertellen dan ons eigenlijk lief is.
◦ Vooral uit praktische overwegingen wordt een collectie onderverdeeld in
boeken voor kleuters, beginnende lezers, 8 plus, 10 plus, 12 plus, 14
plus en ouder.
Het is best moeilijk en ook niet per se noodzakelijk om boeken op
basis van de omslag in een leeftijdscategorie onder te brengen.

Uitreiking Libris Woutertje Pieterse Prijs 1991:
◦ Voor het kinderboek bestaat geen bovengrens in leeftijd zomin als er
voor literatuur een ondergrens valt aan te wijzen … Niet wij moeten naar
hen toe, zij moeten naar ons.
◦ Dit boek overschrijdt niet alleen de leeftijdsgrenzen, maar ook de
grenzen tussen beeld, tekst en vormgeving.

Deze twee citaten illustreren de gewijzigde visie op literatuur:
jeugdliteratuur moet naast volwassenenliteratuur geplaatst worden.

Wanneer hoort een boek tot de jeugdliteratuur en wanneer tot de
volwassenenliteratuur?

Is er wel een grens tussen kinderliteratuur en jeugdliteratuur, tussen
jeugdliteratuur en adolescentenliteratuur, en tussen
adolescentenliteratuur en volwassenenliteratuur?

Als dat al zo is, door wie wordt die grens dan wel bepaald?

De meeste aandacht krijgt de adolescentenliteratuur.
Terminologie:

Er is veel aandacht voor jongerenliteratuur, wat tot uiting komt in
verschillende termen voor soorten jongerenliteratuur:
◦ adolescentenliteratuur
◦ Young Adult of YA-literatuur
◦ cross-over

Wat betekenen ze precies?

Adolescentenliteratuur

Young Adultliteratuur

Youth literature

De initiatieroman

Cross-overliteratuur
NUR 284: fictie kinder- en
jeugdboeken, 13 tot 15 jaar
NUR 302: literaire fictie
algemeen, vertaalde
literaire roman, novelle

De adolescentenroman of Young Adultroman is niet zo nieuw als de
benaming laat vermoeden. Het genre gaat terug op drie literaire
modellen:
◦ de schelmenroman
◦ de bildungsroman
◦ de initiatieroman

Allemaal hebben ze een reismotief en bijna altijd een mannelijk
hoofdpersonage.
De oudste voorloper van de adolescentenroman is de schelmenroman
of picareske roman:
◦
◦
◦
◦
populair in de 16de en 17de eeuw
bekendste werk: La vida de Lazarillo de Tormes uit 1554
Tijl Uilenspiegel (Charles De Coster)
nadruk op avontuur

De robinsonade is genoemd naar Robinson Crusoe (1719) van
Daniel Defoe

De nadruk ligt op avontuur.

Er is een sterk didactische ondertoon.

In het Duitse taalgebied ontstaan op het einde van de 18de eeuw

Soorten: bildungsroman, ontwikkelingsroman en desillusionsroman

Opvoeding en karakterontwikkeling van het hoofdpersonage

Nadruk op lichamelijke en geestelijke groei van het kind tot volwassene
◦
◦
◦
◦

Goethe, Wilhelm Meisters Lehrjahre (1795-1796)
Charles Dickens, David Copperfield (1849-1850)
Frederik van Eeden, De kleine Johannes (1887)
Raymond Brulez, André Terval (1930)
Desillusionsroman: de held keert zich ontgoocheld van de wereld af
◦ Goethe, Die Leiden des jungen Werthers (1774)

Oorsprong in Amerika

Enkele voorlopers van onze hedendaagse initiatieromans:
◦
◦
◦
◦
◦

Mark Twain, Huckleberry Finn (1884)
Herman Melville, Moby Dick (1851)
F. Scott Fitzgerald, The Side of Paradise (1920)
Ernest Hemingway, The Sun also Rises (1926)
J.D. Salinger, The Catcher in Rye (1951)
De structuur van een initiatieroman is driedelig: het hoofdpersonage
verlaat zijn oude levensfase om over te gaan naar en in te treden in
een nieuwe leeftijdsfase. Dat weerspiegelt zich in het verhaal
meestal in een reis met een vertrek, een verblijf in een andere
omgeving en een terugkeer. De inwijding vindt plaats in een korte
tijdsspanne en heeft vaak een crisiskarakter.

Geen vrouwelijke hoofdpersonages, behalve in:
- Jane Austen, Pride and Prejudice (1813)
- Emily Brontë , Wuthering Heights (1813)
- Charlotte Brontë, Jane Eyre (1847)
Deze werken worden nog altijd gelezen en ook regelmatig verfilmd.

De eerste Nederlandstalige brievenroman en is tegelijk een echte
adolescentenroman. De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart
(1782) van Betje Wolff en Aagje Deken is de eerste
Nederlandstalige brievenroman en is tegelijk een echte
adolescentenroman.

Zij gelden als voorloper voor de typische meisjesboeken van Louisa
May Alcott (Little Women, 1868), Tine van Berken, Top Naeff
(Schoolidyllen) en Cissy van Marxveldt.

‘Meisjesboeken’ domineren in de 20ste eeuw een hele tijd de
adolescentenroman.

Pas vanaf de jaren zestig en zeventig zijn er weer meer mannelijke
hoofdpersonages.

In de jaren zeventig doen de zogenaamde probleemboeken hun
intrede.

Door de kritiek die ontstaat op die probleemboeken ontstaat de
‘meer literaire’ adolescentenroman.
Drie wijzigingen die de adolescentenroman heeft doorgemaakt:

Individualiteit

zelfverwezenlijking en zelfschepping

liminaliteit
(Joosen & Vloeberghs, 2008)
bildungsroman & initiatieroman
stilistische en inhoudelijke evolutie
adolescentenroman
De vraag is niet meer “Is dit een jeugd- of een volwassenenboek?”,
maar “Is dit een goed boek?”
YOUNG ADULT
een aparte kast met volwassenenliteratuur die jongeren aanspreekt,
én adolescentenliteratuur waar die jongeren zich nog niet te oud voor
voelen en die ook volwassenen aanspreekt