Transcript Powerpoint

Methodiek van het vorming geven

15 oktober 2014 Ism Velt

Experiment: peer-to-peer

 Horizontaal  Iedereen inzetten volgens zijn talenten, intrinsieke motivatie  Samenwerken en meer bereiken dan wanneer lesgever alles alleen vertelt  Actieve burgers  nemen zelf heft in handen

Experiment: peer-to-peer

 Verwant met open source, crowdsourcing/funding, fab lab, stadslandbouw, samentuinen, ….

 Succes van tweedehands, AirBnB, repaircafé, ….

Tijdens de LES ervaring werk vormen inhoud Voor bereiding van de les

Uitstraling en houding: zelfvertrouwen, enthousiasme, optimisme, … Eigen visies op Eigen visies op natuur- en natuur- en milieubescherming g Docent Kennis en interesses … Visie op educatie en favoriete werkvormen

DE LESGEVER

Methodiek van het vorming geven

• Onderdelen van lesboom: – Wortels: uitgangspunt: lesgever (dag 1 en 2 (17/01)) – Stam: lesvoorbereiding: doelen, inhoud, werkvormen (rekening houdend met doelgroep en omgeving) (dag 1) – Kruin: lesgeven: interactie lesgever, groep en omgeving (dag 1 en 2)

Didactiek

• Programma dag 1: – Voor- en namiddag: DE STAM • • De doelgroep De lesomgeving • Doelen – Namiddag: DE KRUIN • • Hoe sta je voor een groep?

Werkvormen • De leerinhouden – De ideale lesgever

Didactiek • Programma dag 2: – Voor en na-middag: DE KRUIN • (mini) lessen

DE STAM: Doelgroepen

Doelgroepen: algemeen

• • • De lesgever moet zich aanpassen aan aan de doelgroep en NIET omgekeerd!!!

Aansluiten bij niveau (voorkennis, leeftijd) en interesses van publiek is de boodschap… …maar….

– Verschillen tussen groepen – Verschillen binnen groepen

Verschillen tussen groepen

• • • • • • Kinderen (verschil kleuters, 6 e lj) Jongeren (verschil klas, jeugdbeweging) Volwassenen (verschil KAV-afdeling, VELT-afdeling, personen met een handicap, kansarmen, enz.) Senioren (zie vorige) Gemengd publiek (grote flexibiliteit vereist, maar meestal niet van toepassing voor een binnenles) …

Groep 1

Verschillen tussen groepen

• Stelling 1: Lesgeven aan kinderen is gemakkelijker dan lesgeven aan volwassenen.

Verschillen tussen groepen

Stelling 2: Met volwassenen gebruik je beter geen actieve werkvormen zoals groepswerk en spel.

Verschillen tussen groepen

• Stelling 3: Femma-afdelingen zijn geen gemakkelijk publiek: de deelnemers zijn niet zo geïnteresseerd in de moestuin en ze komen vooral naar de activiteit voor het sociale contact met elkaar.

Verschillen tussen groepen

Stelling 4: Jongeren zijn de volwassenen van morgen. Besteed met hen veel aandacht aan de huidige milieuproblemen en manieren om het eigen gedrag te veranderen.

Verschillen tussen groepen

• Stelling 5: Senioren laat je best voldoende zitten op hun stoel en luisteren naar de lesgever.

• • • • • • •

Volwassenen

verwachten respect en duidelijke omkadering comfort en afspraken zorg dat je de verwachting van de groep kent doel van de activiteit duidelijk aangeven ingaan op gezamenlijke interesse vanuit vereniging geven veel krediet als ze zien dat je je best doet motiveer ook volwassenen om te zien, horen, ruiken, voelen en te proeven, kortom actief te leren

• • • •

Volwassenen

aandacht voor het milieuaspect maar niet moraliseren, objectieve informatie, groepsgesprek handelingsperspectief  milieuproblemen zijn uitdagingen waaraan iedereen kan meewerken  de toekomst is niet hopeloos

• • • • • • • •

Jongeren

zoekend

puberteit = onzekerheden  ruime interesse voor de buitenwereld neemt af  rust om met zichzelf bezig te zijn het sociale aspect is het belangrijkste voor hen eigen identiteit en identificatiefiguren, groepscultuur Kritiek op volwassenen Jongeren worden meer en meer zelf consument ! belang van educatie en informatie zoeken naar plaats in de maatschappij handelingsperspectief

Jongeren

• • • • • niet moraliseren, niet met schuldgevoelens opzadelen, dingen ter discussie stellen ‘objectieve informatie’ is belangrijk voorkennis toetsen voorbeeldfunctie overdaad schaadt

Senioren

• • • • • • ‘gepensioneerd zijn’  hulpbehoevend mensen met veel levenservaring  breed historisch perspectief  minder theorie, vertrekken vanuit concrete aangrijpingspunten vertellen zelf graag iets Ontspannen, genieten van het aanbod en van sociaal contact rustigere en actieve lesdelen afwisselen (zitplaatsen)

Verschillen binnen groepen

• Verschillen in voorkennis en visie Hoe ga je daar als lesgever mee om? • • • Verschillende brillen om naar moestuin te kijken Verschillende leerstijlen ….

Groep 2

Gezonde voeding

Een voorbeeld: ieder zijn eigen beeld over voeding

Kosten besparen

Moestuin als sociaal gebeuren

Culinair

Ecologische voordelen

Helemaal geen interesse

Ontspanning

• • • • • • •

Met welke bril kijken mensen naar de moestuin?

Gezonde voeding Kosten besparen Sociaal aspect Culinaire Ecologisch aspect Helemaal geen interesse Ontspanning

Verschillen binnen groepen

• • Hoe leren mensen?

4 stadia in leercyclus (Kolb) – Concrete ervaringen – Observatie en reflectie – Verkennen van theorie (abstracte begripsvorming) – Actief uitproberen

Hoe leren mensen?

Hoe leren mensen: leerstijlen

Verschillen binnen groepen

• 4 voorkeuren van startstadium: – Denker: verkennen van theorie – Beslisser: actief experimenteren – Doener: concrete ervaring – Dromer: observatie en reflectie (synoniemen voor dromer: ontwerper, bezinner)

Hoe omgaan met leerstijlen tijdens je vorming?

Verschillende leerstijlen – Verschillende favoriete leeractiviteiten: – Denker: traditionele schoolse opzet: theorie – oefening - nabespreking – Beslisser: al doende leren oefenen op basis van tips – nabespreking - theorie – Doener: sprong in het diepe meteen oefenen – bespreking – theorie – toepassen in praktijk – Dromer: gebruik maken van eigen wijsheid ervaringen bespreken – theorie – demonstreren aan de hand van voorbeelden – inoefenen => VARIËREN, leerstijlen afwisselen !!!

DE STAM: doelstellingen Groep 3

Tijdens de LES ervaring werk vormen inhoud Voor bereiding van de les

Uitstraling en houding: zelfvertrouwen, enthousiasme, optimisme, … Eigen visies op Eigen visies op natuur- en natuur- en milieubescherming g Docent Kennis en interesses … Visie op educatie en favoriete werkvormen

DE LESGEVER

Doelstellingen

• • Algemeen doel: wat is mijn boodschap, wat wil ik bereiken?

Lesdoelen: soorten – Kennis – Houding – Vaardigheden

Doelstellingen

• Lesdoelen: functies – Reflectiemiddel – Motivatie – Richtinggevend bij keuze van inhouden – Richtinggevend bij keuze van werkvormen – Evaluatiemiddel – Communicatiemiddel  Uitgangspunt bij lesvoorbereiding

Doelstellingen: tips

• Lesdoelen formuleren: – Vertrek vanuit perspectief cursisten • De cursisten kunnen….

– Formuleer observeerbaar gedrag met behulp van actief werkwoord: • Kennis: aanduiden, opnoemen, vb’n geven • Vaardigheden: produceren, vaardig gebruiken • Houding: een voorbeeld zijn van,…

Doelstellingen

– Concretiseer de inhoud • Niet: inzien wat biologische landbouw is • Wel: kunnen aantonen wat het verschil is tussen biologische landbouw en gewone landbouw – Benoem middelen en/of voorwaarden – Formuleer enkelvoudige doelen • D.w.z. bevatten één handeling per doelstelling

Doelstellingen

• Goed of kan beter?

DE STAM: de lesomgeving

De lesomgeving

Waarmee moet je rekening houden bij het voorbereiden van je les/activeit? – Doelgroep : leeftijd, organisatie, aantal, ...

– Lesomgeving - Wanneer? - Duur van de activiteit - Waar?

- Welk materiaal is beschikbaar?

- Context: waarom vraagt men je? dagprogramma?

- ...

Je les hieraan aanpassen !!!

DE STAM: Leerinhouden

Leerinhouden

Theorie: doelen bepalen leerinhouden Praktijk: parallel proces • • Belang van goed inhouden kiezen: Inhoud sprokkelen: Wat kan ik vertellen?

Inhoud selecteren: wat zal ik vertellen?

Leerinhouden

• Inhoud ordenen : wanneer ga ik wat vertellen Start: INTRO?

– Interest (trek de aandacht van het publiek) – Need (wat zullen ze krijgen aan info) – Time (wat ga je doen en hoe lang duurt het) – Respons (wat zijn de verwachtingen van het publiek) – Objective (wat wil je bereiken met je verhaal; kan ook achteraf verteld worden)

Leerinhouden

• Inhoud ordenen : wanneer ga ik wat vertellen – Middengedeelte:

verschillende werkvormen gebruiken!

• Goed structureren • Voldoende illustreren • Voortdurend evalueren, herhalen en samenvatten – Slot: met welke boodschap wil ik de mensen naar huis sturen?

DE STAM: werkvormen Groep 4

Werkvormen

• 7 groepen werkvormen – Monoloog – Dialoog – Groepsgesprek – Demonstratie – Opdracht en groepswerk – Belevingsmoment – Spel

Werkvormen - Monoloog

Gids: vertelt Deelnemers: luisteren = klassieke leersituaties, uiteenzetting, presentatie, tv-journaal, verhaal, inleiding

Werkvormen - Dialoog

Gids: vragen stellen (open en gesloten) Deelnemers: waarnemen, nadenken, antwoorden, vragen stellen = vragen stellen die tot doel hebben mensen te laten waarnemen, zelf verder te denken, conclusies te trekken, aan te sluiten bij wat ze al weten

Werkvormen - Groepsgesprek Gids: gedachtewisseling tot stand brengen door stelling of om mening te vragen, discussie Deelnemers: verschillende visies in gesprek = vragen naar de visie van de deelnemers, zoeken naar betekenis en consensus

Werkvormen Demonstratie

Gids: ahv materiaal laten zien hoe iets werkt Deelnemers: toekijken = levend of dood materiaal (diertjes, compostvat, afval, …) of illustratie (foto, tekening), iets voordoen

Werkvormen - Opdracht

Gids: aan het werk zetten, opdrachten uitleggen en begeleiden (inleiding, begeleiding, afsluiting) Deelnemers: opdracht uitvoeren = kan variëren van iets heel korts tot iets uitgebreider, individueel of in groepen

Werkvormen - Belevingsmoment Gids: materiaal voorzien, opdracht geven en ruimte laten Deelnemers: onbevangen waarnemen, zintuigen gebruiken = de deelnemers zelf iets laten ervaren zonder er een opdracht bij te geven, hen te laten experimenteren

Werkvormen - Spel

Gids: spel inleiden en begeleiden, synthese, boodschap Deelnemers: deelnemen = van heel kort (iets zoeken, nadoen, …) tot uitgebreid; vaak klassieke spelen in een natuureducatief jasje

Werkvormen: opdracht

- Maak groepen van 3 - Bereid een les van 3-5 min rond de moestuin voor waar verschillende werkvormen aan bod komen

Werkvormen

• Keuze wordt bepaald door: – Doel: draagt de werkvorm bij tot je doel? – Doelgroep: past de werkvorm bij je publiek? – Situatie: omgeving, tijd, grootte van de groep, sfeer, enz. – Lesgever: zie je de werkvorm zitten?

DE KRUIN: Lesgeven zelf Groep 5

Tijdens de LES ervaring werk vormen inhoud Voor bereiding van de les

Uitstraling en houding: zelfvertrouwen, enthousiasme, optimisme, … Eigen visies op Eigen visies op natuur- en natuur- en milieubescherming g Docent Kennis en interesses … Visie op educatie en favoriete werkvormen

DE LESGEVER

De ideale lesgever

• Opdracht: wat zijn kenmerken van een goede lesgever en of les?

Uitstraling en houding: zelfvertrouwen, enthousiasme, optimisme, … Eigen visies op natuur en milieubescherming … Visie op educatie en favoriete werkvorm en Kennis en interess es

Tijdens de LES ervaring werk vormen inhoud Voor bereiding van de les

Uitstraling en houding: zelfvertrouwen, enthousiasme, optimisme, … Eigen visies op Eigen visies op natuur- en natuur- en milieubescherming g Docent Kennis en interesses … Visie op educatie en favoriete werkvormen

DE LESGEVER

1. Spreken voor Groepen

• • • • • Oogcontact Timing en tempo Territoriumgedrag en tics Beweeg (zuinig) Ondersteun je verhaal

1. Spreken voor groepen

• • • • Ademhaling en taalgebruik Stemvolume Klare taal en stopwoorden Intonatie en dramatiek

2. Tips bij het lesgeven

• • • • • Inrichting van de ruimte Plaats van het publiek Plaats van de spreker Gebruik actieve en appelerende taal Illustreer je verhaal

2. Tips bij het lesgeven

• • • • Ijsbrekers en lichtpuntjes Houding Moeilijke situaties Standpunten en argumenten