Transcript p 3.2 (2)

Indonesië
Planning voor deze les:
• Uitleg restant paragraaf 3.2
• Zelfstandig werken hst 3 (nakijken hst 2)
Terugblik p3.1:
• Primaire sector:
• Boskap
•
Exportvalorisatie
• Mijnbouw
•
Joint ventures
• Planten
•
•
•
•
Plantagelandbouw
Rijstbouw
Agrarische transitie
Rurale differentiatie
• Terugblik p3.2:
• Secundaire sector:
• Importsubstitutie
• Na 1980 2 belangrijke ontwikkelingen:
•
Autarkie
•
•
zelfvoorzienend naar openmarkt economie (exportgerichtheid)
Exportvalorisatie
•
Gebeurd vaak in EPZ
• Export processing zones (vrijhandelszone)
• Asian crisis (1997-1998)
• Gastarbeiders (legaal-illegaal)
• Nog vragen hierover of andere zaken?
Tertiaire sector: Dienstensector
• Dienstensector: levert producten die niet tastbaar zijn, zoals
horeca, handel, transport, zorg, overheid. Er worden 2 soorten
diensten onderscheiden:
• Tertiare sector: Commerciele diensten, die berusten op het
maken van winst (bijv banken, hotels, sportscholen etc).
• Quartaire sector: Maatschappelijke diensten: geen
winstoogmerk, scholen en overheid.
• Tertiaire sector in indonesie:
• Economisch niet erg productief, in maatschappelijke opzicht wel
productief
(houdt veel mensen aan het werk bij overheid en veel mensen
aan het werk in de informele dienstensector).
• Er is een groot verschil tussen de formele sector en informele
sector (vluchtsector/scharreleconomie).
Formele sector
•
•
•
•
Werkende staan geregistreerd bij de overheid.
De bedrijven betalen belastingen
Formele sector mondiaal georienteerd
Bevinden zich in het centraal zakendistrict (CBD)
• Werken bij de overheid in ontwikkelingslanden een groot
voordeel: extra inkomen dmv smeergeld (corruptie)
Informele sector
• Informele sector/vluchtsector/scharreleconomie
• Niet geregistreerd, geen boekhouding en geen belasting betaald.
• Vooral na de Asian crisis flink gegroeid (maar was altijd al groot).
• Puur ter overleving
• Van de buitenkant lijkt Indonesië een moderne samenleving, maar kijk je
verder dan zie je een samenleving waarin traditie en adat (normen en
waarden) centraal staan.
Je kunt dus spreken van een fragmentarische modernisering.
• Open werkeloosheid (zoals we hier kennen  sociale voorzieningen)
In Indonesië verborgen werkeloosheid (daarom vluchtsector).
• Hoe meer mensen in de informele sector gaan werken, daalt het
inkomen van de werkers.  Wet van verminderde meeropbrengsten
Vb1: 10 werkers = 100 euro  10 euro/pp
Vb2: 15 werkers = 135 euro  9 euro/pp
Vb3: 20 werkers = 100 euro  5 euro/pp
Dit proces minder met meer, heet ook wel involutie (teruggang) en zo
creëer je shared poverty.
Toerisme
• Enorme deviezenstroom (buitenlands geld [dat heeft vaste en
sterke waarde, willen ze graag hebben]).
• Dus je ziet ook veel mensen uit de informele sector hier, die iets
op het strand proberen te verkopen etc.
• Waarom komen toeristen naar indonesie? Wat zijn
pullfactoren?
• Zon, zee en gouden stranden
• Indrukwekkend landschap (vulkanen, sawa’s).
• Rijke cultuur (tempels)
• Minpunten?
• Terrorisme (Aanslag bali 2002)
• Etnische spanningen
• (armoede)
Armoede in Indonesië, wat valt
je op ?
Indonesië
• Binnen Indonesië komen centrum-periferietegenstellingen voor.
• Politieke en economische machtsongelijkheid
• Lokaal schaalniveau: Jakarta CBD – Kampongs
• Nationaal schaalniveau: Java – buitengewesten
• Door transmigratie is de zogenaamde Javanisering ontstaan.
• In het leger, politiemacht en openbaar bestuur zijn Javanen
oververtegenwoordigd. (niet alleen op Java maar op heel Indonesië).
• Buitengewesten voelen zich daardoor overheerst door de Javanen,
terwijl het minimumloon per provincie niet veel verschilt van elkaar.
• De regionale ongelijkheid ontstaan door:
•
•
•
•
Scheve verdeling van de bevolking
Ongelijke spreiding vruchtbare bodems en delfstoffen
Koloniale verleden
Verschillen etniciteit en religie
• (MOGELIJK, niet zeker): Tegenstellingen Centrum-Periferie nemen
langzamerhand af door toegenomen autonomie per provincie.
Volgende les:
• Paragraaf 3.2
• Werk aan opdrachten Hst 3 en/of nakijken Hst 2
• Kortom: Fijn weekend allemaal! :D