p 5.2 - akdc

Download Report

Transcript p 5.2 - akdc

Planning voor deze les:
Planning:
• Terugblik paragraaf 5.1
• Uitleg paragraaf 5.2: beheersing van conflicten
•
•
•
•
Molukken
Aceh [~Atjee~]
Problemen van een jonge staat
Centripetale/centrifugale krachten
• Oefenopdrachten hst 5
Terugblik paragraaf 5.1
• Etnische en culturele diversiteit
• Etnische groepen
• Rassen:
• Javanen (Mongoloïde – gele) ras.
• Provincie papoea (Negroide – zwarte) ras
• Sumatra (Europees – blanke) ras
• Zoveel volken op Indonesië, hoe komt dit?
• Chinezen als minderheidsgroep
• Grote afgunst maar wel belangrijk voor economie!
• Staat en godsdienst gescheiden in Indonesië (Seculier)
Zoveel volken, hoe
komt dit?
1. Homo Sapiens
2. Duizenden jaren
daarna, vele
migratiestromen
richting Indonesië
geweest.
3. Cultuurkenmerken
overnemen bv: van
Arabische
handelaren (islam)
4. Koloniale verleden
(christelijke religie)
Paragraaf 5.2 Beheersing van
conflicten
• Twee conflicten:
1.
2.
Molukken
Aceh
Molukken:
Gegevens Molukken
• 40% christen
• >50% moslim
• <5% boeddhisme/ hindoeïsme
• Conflict loopt sinds onafhankelijkheid in 1945
Geschiedenis conflict:
• Molukken strijden voor eigen staat (RMS = Republik Maluku
Seletan)
Strijd voor onafhankelijke staat noem je Separatisme (afscheiding)
• Begin conflict: onafhankelijkheidsoorlog Indonesië (vandaar veel
Molukkers in Nederland).
• In tussentijd word er in Nederland gestreden voor de eigen staat (dit
dmv kapingen en gijzelingsacties).
• In tussen blijven de spanningen op Molukken aanwezig wat leidt tot
het bloedige conflict van 1999-2002.
• Strijd tussen Christenen en Islamieten.
• Overwegend de christenen willen een eigen staat, maar de huidige
politiek van Jakarta is er op gericht om Islamieten voorrang te
geven op de goede (overheids)banen, om die drang te temmen.
• Ook steeds meer moslims op Molukken door oa Transmigratiebeleid;
daardoor vergrote invloed van Java op de situatie.
Aceh
• Eeuwenlang een opstandige provincie
• Streeft al lange tijd naar regionalisme (zekere vorm van autonomie)
of zelfs naar separatisme (onafhankelijkheid).
• Aceh word flink bevochten omdat er veel grondstoffen aanwezig zijn.
• Maar ook vanwege zijn gunstige ligging in de straat van Malakka.
• Na aftreden van Soeharto (dictatuur) in 1998 kwam er meer
decentralisatie van wetten. (Regio’s kregen meer macht).
• Hierdoor krijg je van regio tot regio andere wetten. (vergelijk VS)
• Atjeers streven naar islamitische staat.
• Er werd dan ook veelvuldig gevochten in Aceh.
• De oplossing werd gevonden in onverwachte hoek.
• Tsunami van 2004.
Problemen van een jonge staat
• Staat erg jong
• Nederlands-Indië pas officieel opgericht in jaren 20.
• Toentertijd 1 centraal gezag
• Na onafhankelijkheidsoorlog werden de rechten van
territoriale integriteit gerespecteerd.
• De bestaande grenzen worden de nieuwe grenzen van het land.
• Recht op zelfbeschikking
• Andere volken hebben recht om te bepalen tot welke staat ze
behoren!
• Hier kwam/komt weinig van terecht omdat Jakarta (lees:
Soerkarno/Soeharto) vele volken onderdrukt. (vergelijk ook
Rusland – Tsjetsjenie, abchazie etc).
•
Centripetale / Centrifugale
krachten
• Om te zorgen voor een eenheidsstaat (ter voorkoming van het
uiteenvallen van het land) zijn bindende krachten nodig.
De zogenaamde centripetale krachten.
• Eenheid kun je creëren door nation building/ natievorming.
• Bindende krachten zijn (nation building):
• Transmigratie
• Javanisering
• Bahasa Indonesia
• Sport
• Feestdagen
• Helden
• Tegenover centripetale krachten staan centrifugale krachten.
Krachten die je land uiteendrijven:
• Burgeroorlog
• Kloof arm en rijk
• Etc.
Een nieuwe weg?
• Sinds 1998 lijkt Indonesië democratischer te worden.
• Oost-Timor kreeg zelfbeschikkingsrecht en werd onafhankelijk.
• Weinig belang bij Oost-Timor omdat er toch geen grondstoffen zijn!
• Toch blijft Indonesië tegen problemen aanlopen, zoals de rol van
het leger.
• Wie is de baas van Indonesië:
De regering of het leger? (vergelijk opstand Egypte)
Voor nu:
• Maak oefenopdracht hst 5
• Maak opdrachten van paragraaf 5.2 (3 a 4 stuks!!)
• Opdracht 1 (alleen te maken met GB 53)
• Gebruik GB151C.
• In de legenda kun je lezen welke overheersende godsdienst
waar in Indonesië voorkomt. Beredeneer, gebruikmakend van
deze gegevens, waarom op Maluku (Zuidelijke Molukken)
meer religieuze conflicten voorkomen dan op Maluku Utara
(Noordelijke Molukken).
• Opdracht 2
• In Indonesië speelt een aantal territoriale conflicten.
• a. Welke geografische factor draagt eraan bij dat juist in dit
land zoveel territoriale conflicten voorkomen?
• b. Welke sociaal-culturele factor draagt eraan bij dat juist in dit
land zoveel territoriale conflicten voorkomen?
• Opdracht 3
• Bekijk de figuur en gebruik eventueel de GB. De spreiding van
de Chinezen in Indonesië over de eilanden is niet willekeurig
en hangt samen met de bestaansmiddelen waarmee de
Chinese bevolking zich van oudsher bezig houdt.
• a. Wat is het voornaamste bestaansmiddel van de Chinezen?
• b. Verklaar het verband tussen de spreiding van de Chinezen
en hun bestaansmiddelen.
•
•
•
•
Opdracht 4 (alleen te maken met GB 53)
Bekijk GB151C.
a. Welke twee gebieden hebben het hoogste aantal slachtoffers?
b. Eén van beide gebieden heeft een bijzondere positie in Indonesië.
Noem twee kenmerken van dit gebied die dit ondersteunen.
• c. De bijzondere positie van het gebied hangt samen met het
politieke geweld dat in deze regio voorkomt. Verklaar dit.
• Opdracht 5
• Over Indonesië wordt wel eens gezegd dat het land zich kenmerkt
door ‘eenheid in verscheidenheid’. Direct hiermee hangt samen dat
in Indonesië op veel plaatsen sprake is van een territoriaal conflict.
• a. Welke geografische factor zorgt ervoor dat juist in Indonesië
zoveel territoriale conflicten voorkomen?
• b. Gebruik (GB137) en (GB 146/147). Ook op het eiland Timor was
sprake van een territoriaal conflict. Bij dit conflict speelde het
koloniaal verleden een belangrijke rol. Leg dit uit.
• c. Noem een sociaal-cultureel kenmerk van Oost-Timor dat verband
houdt met het koloniaal verleden.
• d. De Indonesische regering heeft zich destijds krachtig verzet tegen
de onafhankelijkheidsstrijd van de Oost-Timorezen. Leg uit waarom
dit verzet zo hevig was.