Transcript Kassa

Kassawerkzaamheden

Niveau 4 Kerntaak 3 Blz. 5

Introductie

• • • Een gemotiveerde medewerker?

De 25....

De verkeerde rij

Kassainstrucitie

• Gaan over: - Afrekenen met familie, kennissen, vrienden - Verantwoordelijkheid voor de kluis - Aansprakelijk voor de sleutel (correcties) - Controleren van briefgeld, zegelboekjes, waardebonnen - Vreemde valuta - Russttijden - Wisselgeld - Foutaanslagen - Onjuiste prijzen - Diefstal - Verlaten van de kassa - Afromen van geldbedragen - Garantie en service - Inschakelen van andere medewerkers bij grote drukte - Aannemen van interne en externe telefoongesprekken

Gebruiksklaar maken van het afrekenpunt

• • • • • • • • • Opgeruimd Toonbankdislplays gevuld (impulsaankopen) Hulpmiddelen klaar leggen (tassen, inpakpapier, pen, schaar, rekenmachine, bonrollen Stoel goed zijn ingesteld Eventueel prijzen wijzigen in de kassa Geld lade in kassa doen + voldoende wisselgeld in la Zegeltjes en waardebonnen bijvullen Eventueel datum en tijd op de kassa goedzetten Check of de kassa het doet + betaalautomaat

Orde en netheid bij het afrekenpunt

• Kans op derving kleiner wanneer afrekenpunt netjes en schoon is • Check - voldoende inpakpapier - Bonrollen voldoende - Presentatie in orde - Schoon en opgeruimd

Soorten afrekensystemen

• • Elektronische kassa: eenvoudige kassa, gebruik in kleinere winkels Computerkassa - Scanningkassa (streepjescode) - De kassa met PLU-code

Codes

• EAN code= Streepjes code • (European Article Numbering) OCR-schrift = Optical characte Recognition

• •

Zelfscanning

Voordeel: klant hoeft niet in de rij te staan om af te rekenen, Klant kan zijn boodschappen gelijk in de tas stoppen Risico:Klanten gaan onbetaald de winkel verlaten Dus: controles uitvoeren

Kassa met een weegschaal

• • • Voor wichtartikelen (artikelen die de klant zelf moet wegen) Weegschaal word regelmatig gecontroleerd dit ivm de ijkwet. Dit controleren wordt ijken genoemt Voorverpakte wicht artikelen kun je herkennen aan de streepjescode en begint dan met 23 ipv 87

POS en POP

POS = Point of sale. Hierin kan je precies zien wat op voorraad is en wat er is verkocht.

• POP = Point of payment = Betaalautomaat.

Met POS en POP kun je de Gehele geld en goederenstroom beheren

Functies van de kassa

• • • • • • Bewaarfunctie Controlefunctie Informatiefunctie Registratiefunctie Telfunctie Beheerfunctie (alleen bij de computerkassa)

Bewaarfunctie

• • • Geld Waardebonnen, zegelbonnen Wisselgeld Geld gekopt in de kassala bewaren!

- Op dezelfde manier en op de zelfde plaats in de massa lade bewaren

Afromen

• Het teveel aan grootgeld in de afroombox (cashbox, veiligheidsbox) doen.

Informatiefunctie

• Op de kassabon is erg veel informatie te vinden!

- Datum - Tijdstip - Verkoper - Artikelen - Winkelgegeven - Kassanummer Deze informatie is voor de klant

• Informatie voor de winkel - Welke artikelen worden er het meeste verkocht - Moet de voorraad aangevuld worden - Hoeveel klanten zijn er geweest (betalende) - Wanneer was het erg druk

X-bon en Z-bon

• • X-bon = tussenstand van de dag Z-bon = eindstand van de dag. Alles staat nu weer op 0

Beheerfunctie

• • • Managementinformatie = omzet en winst Voorraadbeheer = besteladvieslijsten Verkoopprijsbepaling = winst per artikel, prijs van de artikelen veranderingen in het assortiment

Bediening van het afrekensysteem

• • • Cijfertoetsen Groepentoetsen Functietoetsen