GroepsgedragHvH - van de Sande in lezingen

Download Report

Transcript GroepsgedragHvH - van de Sande in lezingen

GROEPSGEDRAG in
hVh
POLITIE ALMERE
16 JUNI 2010
WWW.VANDESANDEINLEZINGEN.NL
vier eeuwen rellen
Rellen in Holland. 1600-1775
Aantal rellen per 5 jaar
Rellen in Holland. 1600-1785
Aantal rellen per 5 jaar
25
20
15
10
5
0
1608 1618 1628 1638 1648 1658 1668 1678 1688 1698 1708 1718 1728 1738 1748 1758 1768 1778
Bron: Dekker, 1982.
Rellen in Frankrijk. 1830-1960
Aantal rellen per 5 jaar
CULTUUR VAN HET VOETBAL
• AGONISTISCHE SYMBOLIEK
•
•
•
•
•
•
Mannelijkheid/heldendom
Roofridders (Marsh e.a)
Heraldiek
Burcht/Kasteel
Voetbal als oorlog
Aanvalluh!
CULTUUR VAN HET VOETBAL
• STATUS SYMBOLIEK
•
•
•
•
•
Hierarchie
Stoerheid
Winnen
Rijkdom/Pronken
Merk-symboliek
CULTUUR VAN HET VOETBAL
• MANNELIJKHEIDS SYMBOLIEK
•
•
•
•
•
•
•
Eenheid/Kameraadschap
Echtheid/Directheid
Ongekunsteldheid
Kinderlijkheid
“Dapperheid”
Eenzame strijders
Lower Class
Psychologische verklaringen
• Eigenschappen versus processen
• Man, 20 jaar, kok, L/Hstatus, opleiding, attitudes
• Conflict: Streven naar respect (durven), vriendschap (imitatie)
• Individuen versus groepen
• Geschiedenis van geweld & recidive. Duel. Idiosyncr. norm
• Tijdelijke groep. Groepsnorm. Groepscultuur. Doel kicken.
• Formeel versus informeel
• Allen gelijk, peergroep. Groepscode en symbolen
• Dominantiehiërarchie, vriendengroep, affecten
• Van buitenaf versus van binnenuit bezien
• Voetbalvandalen, snuivende macho’s, kansarmen
• Hooligans, stoere helden, altijd rijk want solidair
Plezier in rellen en doden
Jonge mannen zijn explosief
Testosteron
Crimineel gedrag
10
20
30
40
50
60
70
80
groepsdynamica
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Sociale facilitatie > arousal versterkt dominante respons
Arousal > alert, ongevoelig v. pijn & straf, kokervisie
Invloedsverdeling in groepen > informeel leiderschap
Machtsbronnen > 6 soorten
Macht vs regels > Persoonlijk vs. Onpersoonlijk
Territoria > markeren, verdedigen en aanvallen
Conformiteit aan normen > groepscultuur,roofridders,oorlog
Sociale identiteit > normen variëren per groep/per gelegenh.
Groepscohesie > stijgt onder druk, als vriendschap ervaren
Groupthink > cohesie, strak leiderschap, crisis> dom
Groepsconflict > escalatie, extreem geweld, wij/zij
‘Oergroep’ als basis voor groeperingsvormen
© 2006 JP van de Sande RuG
COMMUNE
FAMILIE
VRIENDENGROEP
COMMUNITY
GODSDIENST
OERGROEP
STAM
CLAN
STADSTAAT
VOLK
JACHTOORLOGSGROEP
NATIE
TAALGEMEENSCHAP
LEGER
HIERARCHISCHE
ORGANISATIE
AMBACHTGROEP
BEDRIJFSORGANISATIE
BESTUUR
AMBTELIJKEORGANISATIE
BENDE
PROJECT
HOOLIGANISME
Groepsdynamica toegepast op de overheid
Vredesorganisatie en Oorlogsorganisatie
1. Opleidingen lang
2. Selectie op bestuurlijke
capaciteiten
3. Carrière gebaseerd op
foutvermijding
4. Doelen langere termijn
5. Democratische instelling en
leiderschap
6. Zorg voor correcte
procedures
7. Sancties voor relatief kleine
afwijkingen
8. Rivaliteit tussen diensten
9. Professionalisering
10. Preparatie
1. Opleidingen kort
2. Selectie op inspiratie en
enthousiasme
3. Carrière gebaseerd op
prestaties
4. Doelen korte termijn
5. Autoritaire instelling en
leiderschap
6. “Cutting the red tape”
7. Polarisatie in sancties
8. Overkoepelend doel reduceert
rivaliteit
9. Improvisatie
10. Veerkracht
Twee soorten dominantie (Kalma, 1992)
KERNGROEP
S
T
A
T
U
S

PERIFERE LEDEN

INCLUSION
Formele vs Informele hierarchie
Macht wordt gegeven
• Geboorte of opleiding helpen, maar geen garantie
• Vertrouwen en evaluatie van gedrag (vaak prestaties, nog
vaker foutvermijding) vormen het draaipunt
• Vandaar belang van sociaal netwerk (de Waal, 1982)
• Coalities vormen de motor van evaluaties en
daarmee van statustoekenning
• Het is dus je netwerk dat je macht geeft
• Meeste mensen zijn onrealistisch optimistisch
• Ook familieleden en vrienden beoordelen gedrag
onrealistisch optimistisch
• Ze proberen dit optimisme te beschermen tot het niet
meer kan. Dan laten vallen en machtswisseling
De basis van macht French & Raven (1958)
• Macht moet ergens op berusten. Machtsbronnen:
–
–
–
–
–
–
Beloning
Straf
Identificatie
Autoriteit
Expertise
Informatie
Economie
> transactioneel leiderschap
Relatie
> transformationeel leiderschap
Kennis
> staffuncties
• De bronnen van macht liggen bij de behoeften van O.
• Omdat deze behoeften aan gewenning onderhevig zijn, kan
macht slijten
• Macht is, door de gelijktijdige werking van bronnen, altijd
wederzijds (macht en tegenmacht: The balance of Power)
IDENTITEIT & GEDRAG
• Meeste gedrag is gewoontegedrag.Je bent je gewoontes
• “Resistance to change”
• Gedrag wordt gestuurd door normen
– Injunctief, descriptief en idiosyncratisch
• Normen ontleend aan (sociale) identiteit
• Groepen daarom belangrijk
• Identiteit geeft identificatie
•
•
•
•
Groep waarmee men zich identificeert wordt vertrouwd
Outgroup wordt gewantrouwd
Ingroup: allen verschillend, moreel en viriel superieur
Outgroup: allen hetzelfde, moreel en viriel inferieur
Intergroepsconflict
C
EXT.ATTRIBUTIE
MISPERCEPTIE
COMPETITIE
O
RECIPROCITEIT
N
F
MACHTS
TACTIEKEN
MOREEL
L
I
C
CATEGORISATIE
IN- OUT BIAS
STEREOTYPEN
T
(DIABOLISERING)
C
O
N
F
L
VIRIEL
I
COMMITMENT
C
COHESIE
IN-G-COOPERATIE
AROUSAL
T
Door conflict wederzijds vijandbeeld
© 2006 JP van de Sande RuG
VRIEND
MENS
VERZETSSTRIJDER
HELD
WIJ
goed
dapper
sterk
taai
VIJAND
ROBOT
TERRORIST
GEK of ROEKELOZE
ZIJ
slecht
laf
zwak MAAR GEVAARLIJK
koppig
Het conflict kent TRAAGHEID (Chaos model)
S
T
E
R
K
T
E
A
G
R
E
S
S
I
E
NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
REMMENDE EN STUWENDE KRACHTEN
bij HOOLIGANS
NEGATIVISME
VERVELING
M
A
T
E
MACHTSSTREVEN
PSYCHOPATHOLOGIE
MINDERWAARDIGHEID
NARCISME
GEAMUSEERD ZIJN
HEBBEN VAN EEN POSITIE
v
a
n
VERKEERDE VRIENDEN
WEERSPANNIGHEID
RESPECT VOOR DE WET
CONFORMISME
JUISTE VRIENDEN
G
E
W
E
L
D
ANGSTIGHEID
ZELFRESPECT
EMPATHIE
Territoria
© 2006 JP van de Sande RuG
• Middel om resources van het terrein te verdelen
• Lijkt in functie op Dominantiehierarchie
– P is dominant in eigen territorium en submissief in dat van ander
•
•
•
•
•
•
•
Grenzen territorium worden gemarkeerd
Niet-soortgenoten worden makkelijk toegelaten
Territoria zijn beste gekend door de ‘eigenaar’
Eigenaar kan individu of groep zijn
Territoria kunnen tijdelijk of permanent zijn
Bendevorming en territoria gaan hand in hand
Gebruik territorium om criminaliteit te bestrijden
(Newman, Defensible space, 1972)
TENSLOTTE
EN ZO ZOU IK NOG WEL
UREN DOOR KUNNEN GAAN