Training Differentiëren

Download Report

Transcript Training Differentiëren

Differentiëren in de les
Nederlands
13 november 2013
Programma
• Wat is differentiëren?
• Hoe kun je differentiëren? Verschillende
differentiatieniveaus
• Aan de slag..
Leervragen
• Hoe kan ik differentiëren zodat alle leerlingen
bereikt worden en het voor mij leuk blijft?
• Twee niveaus (2+3, 3+4) in één groep: hoe ga
je daarmee om zonder dat het je veel extra tijd
kost?
• Hoe kan ik mijn lessen efficiënter/ effectiever
maken?
• Hoe kan ik aan de exameneisen voldoen binnen
de gestelde urennorm? Kan differentiatie hierbij
helpen?
Differentiatie
“Differentiatie is een georganiseerde maar
flexibele manier om pro-actief het onderwijs
(lesgeven en leren) aan te passen om in te spelen
op waar leerlingen zijn, en ze te helpen maximaal
te groeien”
(Tomlinson, 1999)
Differentiatie
“Het positief en planmatig omgaan met verschillen
tussen leerlingen met het oog op het grootst
mogelijk leerrendement voor elke leerling”
Let op:
Differentiatie betekent niet dat je voor elke
leerling specifieke taken bedenkt.
Verschuiving
Traditioneel onderwijs en directe instructie
Communicatief en constructivistisch onderwijs
Extern en interne differentiatie
• Extern: Via de organisatie, het rooster
• Intern: Binnen de klas/groep
Vraag 1: hoe verschillen leerlingen?

Leerstijl
o
o
o


Tempo
Niveau
o
o

taalniveau
moeilijkheidsgraad
Begeleidingsvorm
o
o
o

leerstijl
aanbiedingsvorm
groepsvorm
mate van sturing
soort en mate van instructie
Soort en vorm feedback
Interesse
o
o
o
persoonlijkheid
belangstelling
culturele veronderstelling
(Leerdoel/leerwens)
Vraag 2: Hoe kan ik differentiëren?




Wat is mijn rol als docent?
Welke materialen gebruik ik?
Welke werkvorm gebruik ik?
Hoe organiseer ik dit?
Leerstijl
Niveau
Taalniveau
• 1F, 2F, 3F, 4F
• Verschil per vaardigheid: schrijven, lezen,
spreken, gesprekken voeren, luisteren
• Moedertaal
Groepsvorm en aanbiedingsvorm
• Groepsvorm: zelfstandig, groepswerk,
tweetallen, klassikaal
• Aanbiedingsvorm: schriftelijk, mondeling,
beeldmateriaal, digitaal
Moeilijkheidsgraad
• Voorkennis
• Cognitieve capaciteiten
Uitdaging voor iedere leerling
Tempo
• Snelle versus langzamere leerling
“Onderste 10% van een groep heeft 2,5 tot 6 keer
meer tijd nodig dan de bovenste 10%”
Vernooy, 2006
Begeleidingsvorm
• Mate van instructie:
Direct & expliciet
• Mate van sturing:
Zelfstandig
‘ontdekken’
-
• Vorm feedback:
Direct
Direct na uiting
Positief
-
Impliciet & indirect
intensief begeleiden
indirect
uitgesteld
correctief
De vorm van feedback
• Heeft de leerling de constructie waarin hij/zij
een fout maakt eerder aangeboden gekregen?
• Sluit de manier van feedback aan bij het
taalniveau?
• Realieert de leerling het verschil tussen wat
hijzelf zegt en het model van de docent?
(Kuiken,2010)
Persoonlijkheid/culturele
veronderstellingen
•
•
•
•
•
•
Verlegen
Dapper
Zelfverzekerd
Onzeker
Dominant
Angstig
Taalego (Douglas Brown, 2007)
Eigen lespraktijk
• Verschillen tussen leerlingen: op welk niveau
differentieër je?
• Rol als docent
• Materialen/instrumenten
• Werkvorm
• Organisatie
Differentiëren op taalniveau
4 tips:
1.
2.
3.
4.
Lezen:
Luisteren:
Gesprekken:
Schrijven:
vragen maken
voorspellen
placemat
kernwoorden