Thomas van Aquino

Download Report

Transcript Thomas van Aquino

Thomas van Aquino
De Filosoos
zaterdag 19 november 2011 door Sander
Thomas van Aquino zegt:
De objecten van de menselijke kennis zijn geproportioneerd aan
de verschillende graden van de kennende vermogens. Hoe
minder het kennende vermogen met het stoffelijke lichaam is
verbonden, hoe minder het corresponderende object in de stof
bestaat. Het menselijk verstand neemt een plaats in tussen het
zintuigelijke vermogen (dat in de lichamelijke organen bestaat) en
het verstand van engelen, dat puur onstoffelijk is.
Zo dus niet!
De tijd: 13e eeuw

(eind van) Hoge middeleeuwen

Feodale heersers

Kruistochten

Paus (Gregorius IX)
vs Duitse keizer (Frederik II)

Dzjengis Khan valt Midden-Oosten binnen
Katholieke Kerk



Inquisitie
Franciscus van Assisi (1181-1226)
Dominicus (1170 – 1221)
Bouw van kathedralen: Keulen, Parijs, Reims, Siena
Universiteiten

12e eeuw eerste universiteiten in Europa
(Bologna, Parijs, Oxford)

Studies:
Medicijnen, Burgerlijk Recht, Kerkelijk Recht en Theologie
Scholastiek


Trivium:
Grammatica, dialectica en retorica
Quadrivium:
Aritmetica, geometrica, astronomia
en musica
Scholastiek - Dialectiek

Redeneren in tegenstellingen
op basis van gezaghebbende teksten (Bijbel)

Vraag → Stellingen → Tegenwerpingen → Antwoord

Doel: vinden van God

Heilige drie-eenheid

Plato vs Aristoteles
Dominicanen

Dominicus (1170 – 1221)

Orthodox en bedelorde

Vanaf 1259: veel gericht op studie

Met Franciscanen actief in Inquisitie

Aquino is een dominicaan

Synthese Aristoteles en Christus
Córdoba

Reconquista: In 1236 veroverde Ferdinand III van Castilië
Córdoba met zijn bibliotheek van ca. 400.000 werken
waaronder veel werk van Aristoteles
De filosofische voorgangers
Plato
Aristoteles
Plotinus
Augustinus
Averroës
Thomas van Aquino
Averroës

1126 – 1198

Commentator van Aristoteles


Waarheid kan bereikt worden door
filosofie (Aristoteles) of godsdienst (Islam)
De persoonlijke ziel is sterfelijk,
het (onpersoonlijke) intellect (de nous) is onsterfelijk
Thomas van Aquino

Aquino 1225 – Fossanova 1274 (beide tussen Rome en Napels)

Bracht zijn leven door in universiteiten en kloosters
in Parijs en andere steden in Frankrijk en Italië

Theoloog & filosoof

In 1323 heilig verklaard

Gezaghebbende filosoof van Katholieke Kerk

per decreet Leo XIII in 1879

dus ook zijn interpretatie van Aristoteles
Opvattingen



Twee wegen naar God:

Geloof en openbaring

Verstand en zintuiglijke waarneming
Geen conflict tussen geloof en verstand:

Bestaan van God

Ethische vragen
Hierarchie in schepping:
Mineraal, plant, dier, mens, engelen, God
Opvattingen



Twee wegen naar God:

Geloof en openbaring

Verstand en zintuiglijke waarneming
Geen conflict tussen geloof en verstand:

Bestaan van God

Ethische vragen
Hierarchie in schepping:
Mineraal, plant, dier, mens, engelen, God
Ordeningen

Rationeel, logisch, deductief systeem

Kosmologie:

zeven sferen en zeven planeten, twee (of drie) hemelen

de vier elementen (aarde, water, lucht en vuur)

de cirkelvormige beweging van de hemellichamen (die wijst op
hun volmaaktheid)

de tegenstrijdige beweging van de dingen op de (onvolmaakte)
aarde (aarde en water van boven naar beneden, vuur en lucht
van beneden naar boven)
Werken van Aquino

Veel werken o.a.:

bijbelcommentaren

toelichtingen op geschriften van Aristoteles

Summa contra gentiles (Tegen de heidenen, 1258/1259–1264),
een apologetisch werk tegen de heidenen

Summa theologiae (1266-1273), zijn hoofdwerk

preken

quaestiones
Summa theologiae




Eerste deel: Gods bestaan en aard, dat is de Eeuwige wet; De
schepping van de wereld; engelen; De aard van de mens.
Eerste deel van het tweede deel: Algemene principes van de
moraal (met een theorie over de natuurwet).
Tweede deel van deel twee: De bijzondere moraal, inhoudende
de individuele deugden en zonden.
Derde deel: De persoon en het werk van Christus, dat is de
Menselijke wet; de sacramenten; het einde van de wereld.
5 Godsbewijzen (uit Summa)
1. Er moet een oorzaak zijn voor alle veranderingen. De eerste beweger is God.
2. Oorzaken komen altijd voor in series, er moet een eerste oorzaak zijn, anders
zou er geen serie kunnen ontstaan
3. Dingen in de wereld komen en verdwijnen. Iets kan niet uit niets voorkomen.
Er moet dus iets zijn dat altijd bestaan heeft.
4. Variant op het ontologische argument van Anselmus:
Dingen komen in diverse kwaliteiten voor. Er moet een volledig ‘goed’ ding
zijn dat alle andere dingen goed maakt: God.
5. Gebaseerd op het concept ‘telos’ of ‘doel’ van Aristoteles:
Alle dingen streven naar een ultieme bedoeling of verwezenlijking. Er is een
geest die het doel stelt: God
De aard van God
1. God is niet samengesteld (geen delen)
2. God is perfect
3. God is oneindig
4. God is onveranderlijk
5. God is één (geen varianten)
uitspraken




“Er is niets in het intellect dat niet eerst in de zintuigen was.”
“Theologie is de meest beschouwende wetenschap, omdat
haar kennis goddelijk en dus onfeilbaar is en omdat haar stof
veel meer waarde heeft en het menselijk verstand overstijgt.”
“Het grootste geluk van alle, het opperste goed, bestaat daar in,
dat we Gods aangezicht zullen zien.”
“Het contemplatieve (klooster)leven is grootser dan het actieve
leven. Nog grootser is hete contemplatieve leven dat anderen
roept tot een contemplatief leven en hen de vruchten van
contemplatie laat ervaren.
Diversen


De ziel is onsterfelijk.
De ziel wordt voor ieder mens opnieuw geschapen en niet
overgedragen


Hoe wordt de erfzonde dan doorgegeven?
Het uiteindelijke geluk van de mens is de contemplatie van
God. In het hiernamaals van aangezicht tot aangezicht.

Het kwaad is onbedoeld en heeft een oorzaak die goed is.

Het gebed is nuttig, al is de Voorzienigheid onveranderlijk
Nou, vooruit dan maar!
Thomas van Aquino zegt:
De objecten van de menselijke kennis zijn geproportioneerd aan
de verschillende graden van de kennende vermogens. Hoe
minder het kennende vermogen met het stoffelijke lichaam is
verbonden, hoe minder het corresponderende object in de stof
bestaat. Het menselijk verstand neemt een plaats in tussen het
zintuigelijke vermogen (dat in de lichamelijke organen bestaat) en
het verstand van engelen, dat puur onstoffelijk is.