Erfelijkheid

Download Report

Transcript Erfelijkheid

Erfelijkheid
KK II
Weet je het nog ??




Erfelijke factoren liggen op chromosomen
Deel van vader / deel van moeder
39 paar (38 paar en 1 geslachtsbepalend)
Ongeveer 30.000 “genenparen”
 38 paar bevatten elk evenveel chromosomen (stel)
 Elk paar heeft dan 2,5 % van de erfelijke informatie
 Dus ongeveer 770 genenparen per chromosoom
 Blijven bij elkaar bij delen en splitsen
 Meiose (reductiedeling / vorming
geslachtcellen 78  2 x 39)
 Mitose (verdubbeling / ontwikkeling)
Weet je het nog ??
 Meiose
 Mitose
Weet je het nog ??




Dominant K
Recessief k
Intermediair
Onvolkomen dominant
 M=Kleurverdunning en m
 M zichtbaar, maar m ook
 Homozygoot / fokzuiver / KK / kk
 Heterozygoot / fokonzuiver
Weet je het nog ??
 Mendel
 1e wet : uniformiteitregel
 2e wet : Splitsingsregel
 2e wet : Onafhankelijkheidsregel
KK II
 Geslachtsbepaling
 Reu XY
 Heterogametisch
 Y genetisch (bijna) leeg
 X geslachtskoppeling
 Teef XX
XX XX
 Homogametisch
 Geslachtsgebonden
 Bloederziekte
 X-chromosoom PRA Husky
 Meer bij reu als bij teef?
 Geslachtsbeperkt
 Melkgift
 Kryptorchide
XY XY
Geslachtsgebonden





XX = Gezonde teef
Xx = Draagster
xx = Lijdster
XY = Gezonde reu
xY = Lijder
Factorenkoppeling





Onafhankelijk  afhankelijk
Op een “chromosoom” samen over (dus niet echt onafhankelijk)
Echt onafhankelijk als niet op een chromosoom
Zichtbaar in combinatie met onzichtbaar
Voorbeelden






Naaktheid / gebit !
Wervelkolom / nieren / hart !
Zwaarte hond / PRA ?
Ooglidstructuur / vorm v. hoofd / oogkasvorm / diepte oogkas !
Homozygoot MM geeft vaak blindheid / doof
Onderzoek :
Welke dieren zijn ziek?
Welke ziekten hebben zij?
Hoe is de erfelijkheid van deze ziekten?
Is de erfelijke koppeling aan positieve kenmerken?
Is er sprake van toevallige koppeling?
Hoe is de erfelijke samenstelling van het ras?
Crossing over
 Eigenschappen die normaal op 1
chromosoom liggen
 Tijdens de eerste meiotische deling (als
tegen middenvlak aan gaan liggen)
 Breuken in DNA strengen
 Regelmatig gebeuren
Polymerie










Niet alle eigenschappen door EEN gen
Genen  Allel (of twee genen / plaatsen chrom)
Ieder locus (hokje) door gen/allel bezet
Beeld dat elke locus slechts twee allelen kent onjuist / in principe
kan ontelbare allelen op locus
Hetzelfde gen kan vaker muteren (gen met heel andere
fenotypische / fysiologische werking)  zie ook enzymen die nodig
zijn om 1 werkzame stof te maken
Indien meer genen op zelfde plaats dan multiple allelen
Multiple allelen
Onderlinge relaties tussen allelen (in hoeverre dominant over elkaar
Gen-combinaties in meervoud
Loci krijgen een naam : A- B- E-
Epistasie/Hypostasie/Kryp
tomerie
 Epistasis = doen stilstaan
 Bepaalde factor belet andere factoren tot uiting te
komen
 Hypostasie = onderdrukte gen
 Kort en Lang niet tot uiting als RUW
 RUW is epistatisch over Kort en Lang
 Kort en Lang hypostatisch over RUW
 Kryptomerie
 Als bepaalde factoren niet tot uitdrukking komen bij
afwezigheid van bepaalde factor
Haren en vacht




Theorie Little / Seiferle
Groot aantal genen
Grote interactie tussen de genen
Genotype en milieu grote relatie
 Bv. Voeding VIT B
 Klimaat (warm / koud)


Geen absolute epistasie en dominantie tussen KH, RH en LH
Bv. Kruising tussen RH en KH teckel  RH teckel, maar geringer RH


Ruw, Hard is onvolledig dominant over Zacht H
Hardheid mogelijk bepaald door zelfde genen als RH, KH, LH (kan ook
ander gen, gekoppeld met deze)
Recht haar dominant over Gegolfd en gekruld haar (mdv lengte haren
verandert / bobtail, collie). Kruising Border/Pointer  KH Poin
Staartbevedering dominant t.o.v. niet bevederd


Kaaklengte
 Lengte boven en onderkaak
onafhankelijk
 Normale lengte dominant over abnormaal
 Multiple allelen of modifiers (vormen van
gebitstand)
Oren








1937 (Iljin)
Ha = Halfstaande oren (Terriers)
H = hangende oren (Brakken)
H = staande oren (Duitse Herders)
HH x hh = halfstaand (intermediair dus)
Rozenoor is een apart gen
Ook enkele modifiers
Kleinere oren onvolkomen dominant t.o.v.
groter oren
Beenlengte





Prof. Hagedoorn
Meerdere genen
KB x NB = 25 % KB 25 % NB 50 % Tussen
Beenlengte dus intermediair
Proef: Schotse Terr x Teckel geeft F1 KB. Bij
F2 enkele pups NB
Beenlengte
 A = Kortbenigheid
 a = normale beenlengte (tevens
hypostatisch t.o.v. B)
 B = Kortbenigheid
 b = normale beenlengte, tevens
hypostatisch t.o.v. A)
Wederzijde epistastie
 Schot  AAbb
 Teckel  aaBB
 F2




¾ A x ¾ B = 9/16 AB (Kortbenig)
¾ A x ¼ bb = 3/16 Abb (Kortbenig)
¼ aa x ¾ B = 3/16 aa.B (Kortbenig)
¼ aa x ¼ bb = 1/16 aa.bb (normaal benig)