Transcript kruisingen

Genetica
Vragen
Wat is een gen?
 Een rij van enkele honderden tot
duizenden baseparen in DNA dat codeert
voor een eiwit.
 Wat is een allel?
 Een of meerdere vormen van een gen.
(Meest voorkomende type van een gen
noemen we wildtype)

Vragen
Wat is haploied en diploied?
 Haploied:
Cel met van elk type chromosoom een
exemplaar
Diploied:
Cel met van elk type chromosoom twee
exemplaren

Vragen
Wat is homozygoot / heterozygoot?
 Homozygoot:
Zelfde allelen
Heterozygoot:
Verschillende allelen

Voorbeeld:
Chromosoom 3
?
Mendel
één kenmerk verschillend (monohybride)
Homozygote planten  F1
 Kruiste F1 nakomelingen  F2


Monohybride kruising

Schema op bord:



Monohybride
http://www.bioplek.org/animaties/erfelijkheid
sleer/animatie_erf1.swf
Recessief / dominant
Nakomelingen F1
Geslachtscellen?
Kruisingsschema
Monohybride

http://www.bioplek.org/animaties/erfelijk
heidsleer/Mendel.html
Vraag

Hoe liggen de verhoudingen in fenotype in
F2 als:
Mannetje x
Vrouwtje
Aa
x
aa
Vraag 7

In de afbeelding zijn
vier lichaamscellen
van verschillende
varkens schematisch
getekend. De genen
in de chromosomen
zijn aangegeven.
Vraag 7
Welk varken is
homozygoot voor de
eigenschap
opstaande oren?
 Welke varkens zijn
heterozygoot voor de
staartvorm?

Vraag 7
Is varken 4
homozygoot of
heterozygoot voor de
oorvorm?
 Het gen voor
hangende oren is
dominant over dat
voor opstaande oren.
Noteer voor elk varken
de vorm van de oren.

Vraag 7
Varken 2 blijkt een
krulstaart te hebben.
 Welk gen voor
staartvorm is
dominant?
 En welk gen is
recessief?

Vraag 7
Noteer welke
staartvorm de varkens
1, 3 en 4 hebben.
 Een ander varken
blijkt een rechte staart
te hebben. Is dit
varken homozygoot of
heterozygoot voor de
staartvorm?

Vraag 7
Een varken blijkt
hangende oren te
hebben.
 Kun je hieruit
afleiden of dit
varken homozygoot
of heterozygoot is
voor de oorvorm?

Vraag 7
Een varken blijkt
hangende oren te
hebben.
 Kun je hieruit
afleiden of dit
varken homozygoot
of heterozygoot is
voor de oorvorm?

Vraag 8

Geef de genotypen
van de vier varkens
met letters aan.
Gebruik daarbij Q
en q voor de
oorvorm en R en r
voor de staartvorm.
Intermediair fenotype
Film Mendel (2.30 - 4.45)
 Intermediaire fenotypes

Vraag 8

Bij kippen wordt de kleur
van de veren bepaald door
een gen voor witte veren
en een gen voor zwarte
veren. Een kip die
heterozygoot is voor deze
eigenschap heeft fijn
gespikkelde veren (een
zgn. `blauwe Andalusiër').
Vraag 8
Welk fenotype is
intermediair?
 Wat is bet genotype van
een kip met witte veren?
 En van een kip met zwarte
veren?
 En van een kip met fijn
gespikkelde veren?


Strokenpracticum eigenschappen 
bevruchting
Dihybride kruisingen
Gameten?
F1?
Gameten
Genotype
Fenotype
BBB
Wild type:
 Rode ogen
 Lange vleugels
 Lichtbruine lichaamskleur
 Mutant:
 Donkere lichaamskleur
 Korte vleugels
 Sepia ogen

Meerdere eigenschappen
Bekijk BBB: Meiose en genetica
 Bekijk 2 genen op verschillende
chromosomen (homozygoot)

Website

Gene machine