pps hfd 4 warmte - Zwin College Oostburg

Download Report

Transcript pps hfd 4 warmte - Zwin College Oostburg

Warmtebronnen
 Als
je iets wil verwarmen heb je een
warmtebron nodig.
 Een
8-4-2015
warmtebron levert warmte
1
Voorbeelden warmtebronnen
 Cv-ketel
 Gasfornuis
 Strijkijzer
 Koffiezetapparaat
8-4-2015
2
Warmtebronnen verbruiken:
 Chemische
energie
of
 Elektrische
8-4-2015
energie
3
Chemische energie
 Dit
is de energie die
in brandstoffen zit
8-4-2015
4
Voorbeelden van brandstoffen
(chemische energie)
 Gas
 Olie
 Kolen
 Hout
8-4-2015
5
Elektrische energie wordt geleverd
door bijvoorbeeld:
 Stopcontact
 Batterij
 Accu
 Dynamo
 zonnecel
8-4-2015
6
Gasverbruik
 Het
gasverbruik in
huis wordt gemeten
door de gasmeter.
 De gasmeter zit in
de meterkast.
8-4-2015
7
De cv-installatie
8-4-2015
8
De cv-installatie
8-4-2015
9
De cv-installatie
 Warmtewisselaar
 Pomp
 Expansievat
 Radiatoren
8-4-2015
10
Verbranding in cv-ketel




Ethaan wordt als aardgas voornamelijk gebruikt
voor verwarming door verbranding.
Ethaan is onder normale omstandigheden een
kleur- en reukloos gas. Het is naast methaan een
bestandeel van aardgas.
Het verbrandt onder ideale omstandigheden met
zuurstof tot kooldioxide en water.
2 C2H6 + 7 O2 → 4 CO2 + 6 H2O
8-4-2015
11
Bij verbranding van gas ontstaan
verbrandingsgassen.
 Waterdamp
(H2O)
 Koolstofdioxide
8-4-2015
(CO2)
12
Aantonen waterdamp
 Laten
8-4-2015
condenseren
13
Aantonen koolstofdioxide
 Met
kalkwater
 Kalkwater is helder, maar wordt
troebel als er koolstofdioxide bijkomt
8-4-2015
14
Volledige verbranding aardgas
 Bij
volledige verbranding ontstaat
alleen waterdamp en koolstofdioxide.
 Deze
8-4-2015
gassen zijn ongevaarlijk.
15
Onvolledige verbranding
 Bij
een onvolledige verbranding
wordt er niet genoeg zuurstof (O2)
toegevoerd.
 In
dat geval ontstaat er geen
koolstofdioxide, maar roet en
koolstofmono-oxide (CO).
8-4-2015
16
Koolstofmono-oxide
 koolstofmono-oxide
wordt ook wel
koolmonoxide of kolendamp
genoemd.
 koolstofmono-oxide kun je niet zien
of ruiken.
 koolstofmono-oxide
is een zeer giftig gas.
8-4-2015
17
Warmte transport
 Door
geleiding
 Door
stroming
 Door
straling
8-4-2015
18
Geleiding
 Bij
geleiding verplaatst de warmte
zich door een stof.
Bijvoorbeeld het staal van een
radiator.
8-4-2015
19
Goede warmtegeleiders
 Alle
metalen, zoals:
Aluminium
 IJzer
 Koper

8-4-2015
20
Slechte warmtegeleiders
 Vloeistoffen
 Gassen
 Kunststoffen
 Hout
8-4-2015
21
Stroming
 Bij
stroming verplaatst de warmte
zich samen met de stof (bijvoorbeeld
lucht of water).
 De
warmte verplaatst zich altijd van
de plaats met de hoogst temperatuur
naar de plaats met de laagste
temperatuur.
8-4-2015
22
Stroming in lucht
 Als
lucht warm wordt, zet de lucht
uit.
 De warme lucht wordt daardoor
lichter.
 De “lichte” warme lucht stijgt
omhoog.
8-4-2015
23
Straling
 Bij
straling verplaatst de warmte zich
zonder tussenstof.
 De zon straalt in alle richtingen licht
uit. Het zonlicht vervoert zo de
warmte van de zon naar de aarde.
Dit is straling.
8-4-2015
24
Uitzenden en absorberen
 Een
voorwerp kan warmte afstaan
door straling uit te zenden.
 Een
voorwerp kan warmte opnemen
door straling te absorberen.
8-4-2015
25
Uitzenden en absorberen Straling
 Lichte,
glanzende voorwerpen
absorberen maar weinig warmte: het
grootste deel van straling wordt
teruggekaatst.
 Donkere,
doffe voorwerpen
absorberen veel warmte.
8-4-2015
26