Transcript Pijn in de praktijk, Bas Bertina en Dik Snijdelaar, anesthesiologen
Pijn in de praktijk
Clinic 2010 Bas Bertina Dik Snijdelaar
• Nociceptieve pijn (Bas) • Neuropathische pijn (Dik) • discussie
Nociceptieve pijn
Van begin tot einde Bas Bertina
• Nociceptie, mechanismen • Middelen bij nociceptieve pijn – – PCM NSDAID’s – Opioiden – Co-medicatie • Voorschrijven
Definitie
• Pijn is een onplezierige
sensorische
en/of emotionele ervaring veroorzaakt door feitelijke of mogelijke
weefselschade
of die beschreven wordt in termen van weefselbeschadiging
Nociceptie = pijngewaarwording
• • • Niet: overstimulatie van andere receptoren (tast, warmte) Wel: stimulatie van aparte receptoren: nociceptoren 2 typen: – A-delta vezels (gemyeliniseerd): • snelle, scherpe pijn – c-vezels (ongemyeliniseerd): • tragere, langer durende, brandende pijn • Nociceptoren hebben diverse modulerende receptoren op het celmembraan
Nociceptie - perifeer
Nociceptie - centraal
Pijnmodulatie: descenderende mechanismen
Pijnbehandeling
Pijnpoli ZGV Pijnladder WHO
paracetamol
• • Analgetisch – Verhoging pijndrempel – Mogelijk via NO-pathway-reming via diverse receptoren, o.a. NMDA en substance-P – Remming van COX-gemedieerde thromboxane-productie door thrombocyten – Remming van de uptake van endocannabinoiden uit de extracellulaire ruimte (geeft ook anxiolyse (in muizen)) anti-pyrretisch: – Blokkeert aanmaak en release van prostaglandinen in CZS Zeer effectief als co-medicatie
NSAID’s - werking
COX-2 NSAID’s: werking
• COX1: • productie van PG’s met algemene “huishoudfuncties” (cytoprotectief) • remming van COX-1 leidt tot vermindering autoregulatie van de nierperfusie, schade aan het maagdarmslijmvlies en verminderde thrombocyten aggregatie • COX2: • normaal slechts in bepaalde weefsels (hersenen, reproductieve organen en nieren) en in lage concentraties aanwezig • tijdens ontstekingsprocessen verhoging concentratie met factor 10 tot 80 hierdoor aangezet door met name cytokinenen
NSAID’s
• • Keuze: primair niet selectief: naproxen, ibuprofen, diclofenac, indomethacine Combinatie met PCM effectief • Bij chronisch gebruik altijd icm maagbescherming!
• Cave bijwerkingen: gastro-intestinaal, renaal, cardiaal • * werking ASA minder goed bij gelijktijdige inname * • Op indicatie COX-2 remmer
Opioiden
???
Definities
• Opium = sap van de papaver • Opiaten = stoffen afgeleid van opium • Morfinemimetica = potente morfine-achtige stoffen • Opioiden = alle stoffen welke zich binden aan opioidreceptoren en een agonistische werking uitoefenen
Opioiden - werking
• Stimuleren supraspinaal neuronen in het peri-aquaductale grijs en de nucleus reticularis paragigantocellularis, die projecteren naar de nucleus raphe magnus • Descenderende banen uit de middenhersenen oefenen op spinaal niveau een sterk inhiberend effect uit op pijn transmissie in de dorsale hoorn (gemedieerd door o.a. 5-HT, enkefalines en noradrenaline) • Opioiden remmen pijntransmissie ook door directe effecten in de dorsale hoorn, en door remming van excitatie van perifere afferente nociceptieve neuronen.
Aangrijpingspunten opioiden
Partiele en volledige agonisten
opioiden: volledige agonisten
• Morfine retard / MS Contin • • Oxycodon 5,10,20,40,80 mg tab Hydromorfon (Palladon) SR 4,8,16,24 mg • Fentanyl pleisters • • • • • • • Morfine (morfine drank 1mg/ml, 5mg/ml; Oramorf 2 mg/ml of 20 mg/ml Oxynorm caps 5,10,20; drank 10 mg/ml Hydromorfon (Palladon) IR 1,3 en 2,6 mg; Methadon drank, tabletten (Nicomorfine supp 10 mg) Fentanyl transmucosaal Remifentanil (partus)
partiele agonisten
• Pentazocine (Fortral) caps 50 mg • • • Pentazocine (Fortral) inj vloeistof sc/im 45 mg/1,5 ml Pethidinehydrochloride 50 mg/ml Tramadol (retard) tabletten) • • Tramadol druppels (Dextropropoxyfeen (Depronal) caps gereg fg 150 mg) • Buprenorfine ( Temgesic 0,2, Transtec 35-70; BuTrans 5, 10, 20) • Piritramide (Dipidolor)
Equianalgetische doses
Opioid Buprenorfine Codeine Dextropropoxyfeen Fentanyl hydromorfon methadon
Morfine
Oxycodon Pethidine Pentazocine tramadol E.A. dosis parenteraal 0.3-0.6mg
0.1 mg 5 mg
10 mg
75-100 mg 45-60 mg 100 mg E.A. dosis oraal 0.4 mg 120 mg 300-450mg 4-8 mg 5 mg
20mg, ret 30 mg
13.4-30 mg 225-300 mg 180-240 mg 100-150 mg
Bijwerkingen
• • • Ademhalingsdepressie: – dosisafhankelijk – – direct inhiberend op ademhalingscentrum verminderde gevoeligheid voor CO2 – afname frequentie gecompenseerd door toename in ademteugvolume Cardiovasculaire effecten: – Bradycardie (behalve pethidine) – negatief inotroop effect – vasodilatatie (morfine) CZS: – verlagen CBF en ICP – spierrigiditeit – miosis
Buprenorfine en ademhalingsdepressie
Bijwerkingen
• • • Gastro-intestinaal: – vertraagde maagontlediging – afgenomen peristaltiek – verhoogde rusttonus darm – spasme sfincter van Oddi Emetische effecten: – stimulatie chemoreceptor-triggerzone – remming braakcentrum medulla Effecten op de blaas: – versterking detrusor spier – tonusverhoging van de sfincterspier
• • Voorschrijven: kortwerkend en langwerkend langwerkend preparaat voor basale pijnstilling Kortwerkend preparaat opioid voor doorbraakpijn (rescue): – Bij voorkeur zelfde middel – 5-15% van equi-analgetische dagdosis trage opioid per gift – Bij te frequente behoefte (>4dd) basale analgesie verbeteren
Voorschrijven: patientgericht
• Milde vs ernstige pijn: keuze middel en dosering • Benigne vs maligne • Analgesie vs palliatie • • Toedieningsweg: oraal, transdermaal, transmucosaal, subcutaan, i.v., epiduraal, spinaal Dosering titreren • Opioid-rotatie
Voorschrijven: co-analgetica
• PCM • NSAID’s • Gericht op neuropathische pijn
Voorschrijven: co-medicatie
• Laxantia • Anti-emetica • Amfetaminen • Spasmolytica • sedativa
Voorschrijven: combinatiepreparaten • Nadeel: prijs, gefixeerde verhouding • Voordeel: gebruiksgemak, placebo-effect • Zaldiar • Targinact (Oxycodon met naloxon)
Behandeling: multimodaal
Dik