Diabetische voet, voorafgaandelijke opmerkingen

Download Report

Transcript Diabetische voet, voorafgaandelijke opmerkingen

DIABETISCHE VOET:
VOORAFGAANDELIJKE OPMERKINGEN
• Classificatie van diabetische voetulcera
De gebruikte classificatie is gebaseerd op het PEDIS systeem dat 4 parameters gebruikt: “perfusion, extension,
depth (diepte en mate van weefselverlies), infection, sensation”. Voor de behandeling zijn 3 elementen van belang: de mate waarin de huid betrokken is, de mate waarin de dieper gelegen weefsels betrokken zijn en de
aanwezigheid van een systemische inflammatoire respons.
o PEDIS graad 1: geen symptomen of tekens van infectie (ulcus zonder inflammatie). Wonden gekoloniseerd
door huidflora.
o PEDIS graad 2 infectie.
Infectie beperkt tot huid en subcutis (geen infectie van dieper gelegen weefsels, geen systemische
tekens of symptomen).
Aanwezigheid van minstens 2 van de volgende tekens: lokale zwelling of verharding, erythemateuze
zone van 0,5 tot 2 cm diameter rond het ulcus, lokale warmte, purulent secreet.
Andere oorzaken van huidinflammatie moeten worden uitgesloten (trauma, jicht, acute neuro-arthropathie van Charcot, fractuur, thrombose, veneuze stase, …).
o PEDIS graad 3 infectie.
Erythemateuze zone met een diameter van ≥ 2 cm plus hetzij:
1 van de tekens of symptomen van graad 2 (zwelling, warmte, afscheiding, ...).
een infectie die dieper gaat dan de huid en het onderhuidse weefsel (abces, osteomyelitis,
septische arthritis, fasciitis, …).
Geen tekens of symptomen van systemische inflammatoire respons.
o PEDIS graad 4 infectie: iedere voor het onderste lidmaat bedreigende infectie van de voet vergezeld van
≥ 2 tekens of symptomen van het systemische inflammatoire respons syndroom (SIRS).
• Behandelingsprincipes
o Multidisciplinaire benadering.
o Metabole controle van de diabetes.
o Wegname van alle druk op het ulcus: dragen van een verwijderbare contactgips, vermijden van het dragen
van gewichten.
o Eradicatie van de infectie (rekening houdend met voorafgaandelijke blootstelling aan antibiotica, de resultaten van de culturen en de gevoeligheidsbepalingen).
o Perifeer vaatlijden bij 2/3 van de patiënten: vroegtijdige evaluatie en, indien noodzakelijk en mogelijk, revascularisatie.
o Osteomyelitis.
De gouden standaard is de diagnose te baseren op de histologie en de cultuur van adequaat gepreleveerd bot.
Er bestaan geen precieze klinische of radiologische criteria voor de diagnose.
Verhoogd risico indien:
oppervlakte van het ulcus > 2 cm2.
botcontact met een metalen sonde mogelijk (gevoeligheid van 60%, specificiteit van 91%).
erythrocytaire sedimentatiesnelheid > 70 mm/uur.
afwijkingen op standaard rx.
MRI is de beste beeldvormingsmethode: een negatief resultaat vermindert de waarschijnlijkheid van
osteomyelitis (negatieve predictieve waarde > 90%).
Consensuscriteria voor de diagnose van osteomyelitis bij patiënten met een diabetische voet worden
momenteel geëvalueerd (worden momenteel alleen gebruikt voor onderzoeksdoeleinden).
o Extensieve cellulitis of sepsis: snelle chirurgische debridering om de osteomyelitis te behandelen (ook voor
cultuur en om necroserende fasciitis uit te sluiten).
o Agressieve behandeling (debridering + antibiotica + revascularisatiechirurgie) indien het onderste lidmaat
wordt bedreigd, vermindert de noodzaak van amputatie.
Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017