Protocol Dyslexie

Download Report

Transcript Protocol Dyslexie

Dyslexie protocol Talentstad Beroepscollege
Het dyslexie protocol is een handreiking voor leerkrachten, remedial teachers, logopedisten en
andere leesspecialisten in het onderwijs. Het doel van het protocol is om leerlingen met (dreigende)
leesproblemen zo goed mogelijk te begeleiden. In dit protocol is ook de wettelijke regelgeving met
betrekking tot examinering meegenomen.
In de vereiste dyslexieverklaring staan voor elke leerling afspraken/ adviezen genoemd, bijvoorbeeld:
• vergroot letterbeeld
• gebruik regelkaarten
• gebruik hulpmiddelen (koptelefoon, laptop, Daisyspeler, etc.)
• computergebruik
• tekst naar spraaksoftware (Kurzweil, Sprint, etc.)
• voorlezen
Indien het gaat om een dyslexieverklaring die in het basisonderwijs is afgegeven, kan het zijn dat
genoemde adviezen niet meer passen bij de huidige behoefte van de leerling. In dat geval is het zeer
raadzaam om te overleggen met de leerling.
Afspraken met docenten
1- Er zijn altijd genoeg vergrote exemplaren (A3) van een proefwerk aanwezig. Ook kan het
proefwerk in een groter lettertype aangeleverd worden, bijvoorbeeld Arial 14. Leerlingen
hebben dan geen grote A3 bladen op hun bureau en zijn geen uitzondering op de rest van de
klas. Op de lijst ‘Dyslectische leerlingen’ is te zien hoeveel dyslectische leerlingen er in een
klas zitten.
N.B: Niet alle dyslectische leerlingen vinden het prettig om met een vergroot
exemplaar te werken.
2- De dyslectische leerling heeft recht op extra tijd bij het maken van toetsen. Het uitgangspunt
is 20% extra tijd, hetzelfde percentage als op het eindexamen. Wanneer dit niet mogelijk is
omdat de leerling naar de volgende les moet, kan de toets ingekort worden of een afspraak
op een ander tijdstip met de leerling gemaakt worden voor het afmaken van de toets.
3- Wanneer bij een toets de spelling niet van belang is, wordt niet naar de spelling gekeken,
maar naar de inhoud van het antwoord. Zo kunnen bij grammatica alleen de grammaticale
uitgangen beoordeeld worden, ongeacht de spelling.
4- Wanneer bij een toets de spelling wèl van belang is, wordt gezorgd voor een aangepaste
beoordeling. Hierover zijn binnen de sectie afspraken gemaakt, die voor iedereen inzichtelijk
en helder zijn (bijvoorbeeld wanneer spellingsfouten voor de helft meetellen wanneer er
echt op spelling beoordeeld wordt).
5- De dyslectische leerling moet op de hoogte zijn van de beoordelingregels. De docent meldt
de regels aan de leerling wanneer de toets opgegeven wordt.
6- Indien nodig vindt een mondelinge overhoring plaats in plaats van een schriftelijke, of wordt
de leerling om een mondelinge toelichting gevraagd.
7- Wanneer de leerling regels moet kunnen toepassen, kan hem de mogelijkheid worden
geboden om een regelkaartje te gebruiken vanuit de RT. Hierop staan bijvoorbeeld bepaalde
spellingsregels. De leerling moet ze zelf goed kunnen toepassen.
8- Vanuit de dyslexieverklaring heeft de leerling recht op gebruik van extra hulpmiddelen zoals:
•
Daisyspeler (gesproken teksten, wordt vooral thuis gebruikt).
•
Gebruik van (eigen) laptop in de les, uiteraard in goed overleg met de
betreffende docent. Hiertoe is wel eenduidigheid in afspraken gewenst over
bijvoorbeeld spellingscontrole.
•
Tekst omzetten naar spraakprogramma. Dit vereist wel digitaal aangeleverde
proefwerken.
9- Voor specifieke compensaties kunnen de docenten de dyslexieverklaringen van de leerlingen
raadplegen.
10- Docenten zijn terughoudend met het geven van leesbeurten (of in overleg met de leerling).
11- Aantekeningen op het bord worden eventueel uitgeprint voor dyslectische leerlingen.
Afwijkende wijze van examineren
1. De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk
aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval
bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo
spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie (melding is voldoende).
2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van
de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat:
a.
er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of
orthopedagoog is opgesteld,
b.
de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval
kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het
centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en
c.
een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder
a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt
gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de
begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring (ondertekent door GZpsycholoog of orthopedagoog). Soms is aanvulling nodig als onvoldoende faciliteiten
vermeld zijn.
3. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal
afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een
kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes
jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal
is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op:
a.
het vak Nederlandse taal en literatuur;
b.
het vak Nederlandse taal;
c.
enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende
betekenis is.
4. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het
centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het
centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het
gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal.
5. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
Regeling toegestane hulpmiddelen examens vmbo 2011
Toegestane hulpmiddelen
1 Formules wiskunde
Bij de exameneenheid Meetkunde van het centraal examen wiskunde in BB, KB en GL/TL
moet de kandidaat enkele oppervlakte- en inhoudsformules kunnen toepassen, de kandidaat
hoeft deze formules echter niet te kennen (zie de syllabus). Bij de examens BB worden de
formules vermeld in het examen bij de opgave(n) waarvoor en indien zij relevant zijn. De
kandidaat moet eenvoudige meetkundige berekeningen (zoals de oppervlakte in een
rechthoekige driehoek) ook kunnen uitvoeren zonder de bijgeleverde formule. Bij de
examens KB en GL/TL worden alle formules opgesomd in één tabel in het examen.
2 Computer
Bij alle schriftelijke examens is de computer toegestaan als schrijfgerei. De school kan dat
toestaan voor alle kandidaten, kan het ook toestaan voor speciale groepen kandidaten,
bijvoorbeeld de dyslectische kandidaten.
Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt, is het van belang dat kandidaten geen
toegang hebben tot verboden hulpmiddelen, zoals een digitale atlas of een digitaal
woordenboek, en moet ook onder andere de opslag (bijvoorbeeld uitprinten) worden
geregeld. Op www.cevo.nl staan aanwijzingen voor scholen die de computer als schrijfgerei
willen inzetten.
Bij gebruik van de computer als schrijfgerei hoeft de spellingscontrole niet te worden
uitgeschakeld.
De computer kan tenslotte worden gebruikt als hulpmiddel voor kandidaten met een
beperking; bijvoorbeeld voor audio (Daisy of spraaksynthese), of voor vergroting 'op maat’
van de pdf van het examen op het beeldscherm.
Ook dan mag de kandidaat geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen.
Bij elke inzet van de computer geldt tevens onverkort de lijst van toegestane hulpmiddelen.
Met andere woorden: ook naast een computerexamen of voor een kandidaat die schrijft op
de computer, is bijvoorbeeld een (papieren) woordenboek toegestaan.
3 Aanpassing voor kandidaten met een beperking
Dit overzicht regelt niet de toegestane hulpmiddelen voor kandidaten met een beperking.
Daarover beslist de directeur aan de hand van het deskundigenrapport omtrent de beperking
van de kandidaat. Als bijvoorbeeld de kandidaat recht heeft op audio, dan is een hulpmiddel
dat voor de audio zorgt (daisyspeler, computer) een toegestaan hulpmiddel, waarbij niettoegestane hulpmiddelen zoals een digitaal woordenboek ontoegankelijk moeten zijn
gemaakt.
Het is mogelijk dat er spanning is tussen de toegestane hulpmiddelen en wat voor de
kandidaat op grond van zijn beperking gewenst is. In dat geval verstaat de directeur zich met
de inspectie.
4 Noodzakelijk of toegestaan?
De lijst geeft een opsomming van de toegestane hulpmiddelen. Een kandidaat die bij een vak
een voor dat vak toegestaan hulpmiddel gebruikt, is niet in overtreding. Een kandidaat die
zonder het hulpmiddel aan het examen wenst deel te nemen, mag echter niet op grond van
het ontbreken van het hulpmiddel de toegang worden ontzegd. De mate waarin een
toegestaan hulpmiddel ook noodzakelijk is, varieert tussen vakken, hulpmiddelen en
kandidaten.
De kandidaat dient zelf de toegestane hulpmiddelen mee te nemen naar het examen.