Transcript Reorganisatie Ministerie van Landbouw en Visserij

BOSHUISHOUDKUNDE
Reorganisatie Ministerie van Landbouw
en Visserij
[945.1: 945.4]
De minister van landbouw en visserij heeft besloten met ingang van 1 juli
1968 een wijziging te brengen in het deel van de o'!,dnisatie in het directoraatgeneraal van de Landbouw van zijn Ministerie, belast met de zorg voor en
het toezicht op het landbouwkundig onderzoek, de landbouwvoorlichting, het
Borgstellingsfonds voor de Landbouw en het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw, voorzover het de ontwikkeling van land- en tuinbouwbedrijven betreft 1 j.
De bestaande Hoofddirectie Landbouwvoorlichting en Onderzoek zal worden gesplitst in een Directie Bedrijfsantwikkeling en een Directie Landbouwkundig Onderzoek. Bij de Directie Bedrijfsontwikkeling zullen worden ondergebracht de huidige taken betreffende de land- en tuinbouwvoorlichting en
praktijkonderzoek, het Borgstellingsfonds en het ontwikkelingsdeel van het
O. en S·fonds. In de Directie Landbouwkundig Onderzoek worden de zorg
en het toezicht met betrekking tot het onderzoek geconcentreerd, dat op de
instituten van landbouwkundig onderzoek wordt uitgevoerd.
De bewindsman meent, dat op deze wijze de problematiek van de aanpassing van de bedrijven enerzijds en van de prioriteitsbepaling en de coördinatie in het onderzoek anderzijds, doeltreffender kan worden behandeld door
de bedrijfsontwikkeling en het onderzoek onder eigen leiding te stellen.
De minister is voornemens dr G. de Bakker, tot dusver algemeen directeur
der Hoofddirectie, te belasten met de leiding van de Directie Landbouwkundig Onderzoek en ir A. de Zeeuw met de leiding van de Directie Bedrijfsontwikkeling. Ir De Zeeuw zal als Directeur van de Tuinbouw worden opgevolgd door ir W. van Soest, Rijkstuinbouwconsulent te Naaldwijk, tevens
Directeur van het Proefstation voor de Groente- en Fruitteelt onder glas,
aldaar.
I) Wij hopen te gelegener tijd op dit bericht terug te komen. Red.