Analyse inspectierapporten door De Morgen - Zorgnet

Download Report

Transcript Analyse inspectierapporten door De Morgen - Zorgnet

Analyse inspectierapporten door De Morgen: kritische bedenkingen Zorgnet-Icuro bij de
gehanteerde methodologie
Vanaf 20 februari 2017 publiceert de krant De Morgen een grote artikelenreeks over de
residentiële psychiatrie in Vlaanderen. De krant baseert haar analyse onder meer op de
auditrapporten van de Vlaamse Zorginspectie. Op basis van de rapporten van Zorginspectie
stelde de Morgen per zorgvoorziening een rapport op in een vast sjabloon, waarbij sommige
stukken uit de rapporten worden geciteerd. De verslagen van Zorginspectie en de eigen
rapporten van de Morgen zijn gepubliceerd op www.demorgen.be. De voorzieningen kregen de
kans vooraf op hun individueel rapport te reageren (weliswaar beperkt in omvang).
In wat volgt formuleert Zorgnet-Icuro een aantal kritische bedenkingen bij deze methodologie.
Deze worden telkens geïllustreerd met reacties die onze voorzieningen aan de journalisten
hebben geformuleerd op het door hen verwerkte individuele rapport.
De journalisten van De Morgen hebben bij Zorginspectie in het kader van de openbaarheid van
bestuur per voorziening het meest recente auditverslag opgevraagd van alle Vlaamse PAAZdiensten, PZ en PVT. De oudste auditverslagen dateren van 2008 en de meest recente van 2016.
Een tijdsverschil van 8 jaar is een erg lange periode – zeker in een tijd waarin in de zorg veel
verandert – om zinvolle vergelijkingen tussen voorzieningen te kunnen maken. Het optellen van
het aantal tekortkomingen en non-conformiteiten over de verschillende voorzieningen is
appelen met peren vergelijken en geeft dan ook een heel vertekend beeld van de huidige
realiteit.
Bovendien zijn de meeste algemene ziekenhuizen, waartoe de PAAZ-diensten behoren, en ook
een aantal psychiatrische ziekenhuizen in de afgelopen jaren vrijwillig gestart met het behalen
van een internationaal erkende en gevalideerde accreditatie voor kwaliteit van zorg en
patiëntveiligheid. Dit wordt niet meegenomen in de analyse van het “groot psychiatrierapport”.
“In oktober 2016 kregen wij een JCI-audit en werd ook PAAZ grondig doorgelicht. GZA
ziekenhuizen (met inbegrip van PAAZ Sint-Vincentius) heeft op basis van deze uitgebreide
audit de JCI-accreditatie bekomen. We willen hier toch stevig de aandacht op vestigen
want merken op dat de inhoud van uw rapport (op basis van oktober 2010) voor een
groot stuk achterhaald is.”
In de analyse van de auditrapporten werd geen rekening gehouden met het verbetertraject dat
een ziekenhuis dient te lopen na een ziekenhuisbrede audit en dat terug te vinden is in de
opvolgingsverslagen. De meeste non-conformiteiten en tekortkomingen werden binnen de
gestelde termijnen van de Vlaamse overheid weggewerkt. Verschillende opvolgingsverslagen
tonen aan dat de voorzieningen de ziekenhuisbrede audit hebben aangegrepen om de
verschillende non-conformiteiten en tekortkomingen te remediëren.
“De Zorginspectie somt veel sterke punten op. Het Opvolgingsverslag 2016 beklemtoont
dat Kliniek Sint-Jozef Pittem de audit heeft aangegrepen om nog verder te verbeteren.
Resultaat: alle werkpunten zijn weggewerkt.”
“Elk inspectierapport is voor ons een kans om te verbeteren. Enerzijds zijn de sterke
punten die gerapporteerd worden een erkenning voor de inzet en betrokkenheid van onze
medewerkers; zij werken motiverend en inspirerend. Anderzijds worden de
tekortkomingen vertaald in concrete verbeterprojecten en zijn zo handvaten voor betere
en veiligere zorg.”
Door enkel te focussen op de auditverslagen is er onvoldoende rekening gehouden met de
wijzigende context. Het GGZ-landschap is de laatste jaren ingrijpend veranderd. Men krijgt
hierdoor als lezer een sterk voorbijgestreefd beeld van de geestelijke gezondheidszorg en
creëert de indruk dat er weinig evolueert in de zorg. Niets is minder waar. De sector is
momenteel sterk in transitie: er wordt samengewerkt in netwerken, er is een toename van de
zorg in de thuissituatie, terwijl de personen in de psychiatrische ziekenhuizen gemiddeld een
zwaarder zorgprofiel hebben. Tegelijkertijd worden besparingsmaatregelen doorgevoerd die de
sector voor bijkomende uitdagingen stelt om een hoog kwalitatief zorgniveau te blijven
waarborgen en de veiligheid van de patiënten en onze medewerkers te garanderen.
“Ons ziekenhuis evolueert voortdurend: (ver-)nieuwbouw wordt gerealiseerd,
beleidsvisies worden uitgewerkt rekening houdend met de maatschappelijke evoluties
(fixatiebeleid, euthanasie, suïcidepreventie, risicobehandeling,…), projecten worden
opgestart (o.a. inzet van ervaringsdeskundigen en vrijwilligers, expliciteren van
governance-principes, …) en de participatie in netwerken neemt toe.”
Een ander belangrijke opmerking bestaat in het spanningsveld tussen de onderzoeksvragen van
de journalisten en het referentiekader dat door de Zorginspectie wordt gehanteerd bij de audits.
De journalisten van De Morgen zijn op zoek gegaan naar antwoorden op vragen waaronder de
effectiviteit van de aangeboden behandelingen, de beschikbare middelen in de ggz,
overmedicalisering, … Dit zijn weliswaar belangrijke maatschappelijke vragen maar waarop geen
of onvoldoende antwoorden kan gevonden worden in de auditrapporten omdat die gewoonweg
niet door Zorginspectie bevraagd werden. Het is dan ook belangrijk om in de voorstelling van het
algemene rapport van De Morgen dit duidelijk te stellen. We ondersteunen dan ook
onderstaande suggestie van één van onze leden.
“We vinden het gebruik van de vraagtekens in het rapport misleidend. Volgens de
legende betekent het vraagteken ‘onduidelijk/geen informatie’, hetgeen suggereert dat
de door het inspectieverslag en/of de voorziening verstrekte informatie onduidelijk is, of
dat de voorziening geen informatie heeft gegeven. In realiteit hebben wij over deze items
geen onderzoeksvragen ontvangen. De juiste legende zou dus volgens ons eerder zijn
‘niet onderzocht’”.
Tot slot is het niet duidelijk hoe de onderzoeksjournalisten de auditverslagen gehanteerd en
geïnterpreteerd hebben om te komen tot een “groot psychiatrierapport”.
Het basisreferentiekader dat de auditcommissies gebruikt bestaat uit ongeveer 1000
aandachtspunten ingedeeld volgens een aantal modules en submodules. De elementen die de
journalisten opnemen in het individuele rapport zijn versnipperd en worden vaak uit de context
gehaald, waardoor non-conformiteiten en tekortkomingen die benoemd werden in “het groot
psychiatrierapport” niet altijd overeenkomen met de vaststellingen uit de oorspronkelijke
auditrapporten.
Bovendien stellen we ons de vraag in welke mate de doorsnee-burger in staat zal zijn om bij een
dergelijke hoeveelheid van items, een goede inschatting te maken van de globale kwaliteit van
een zorgvoorziening. De modale lezer dreigt immers door de bomen het bos niet meer te zien.
Met andere woorden, zelfs indien de krant alle basisrapporten en opvolgingsrapporten zal
publiceren op haar website, zal de modale lezer zich vooral baseren op de verwerking van het
individuele rapport en de persberichten.
“Niet alle sterke punten van het inspectieverslag zijn terug te vinden in het rapport van
De Morgen. Het is niet duidelijk op basis van welke criteria zij bepaalde sterke punten al
dan niet vermelden in hun rapport.”
“We merken op dat De Morgen voor haar psychiatrierapport uit volledige
inspectieverslagen een thematische selectie maakte en hierin eigen evaluatiecriteria
toepaste. Nuances uit de feitelijke inspectieverslagen, nuttig voor de lezer in het maken
van zijn of haar eindoordeel, vallen hierdoor jammer genoeg weg.”
“Op basis van vaak oude inspectierapporten, worden deelaspecten uit het totale verslag
gelicht. Hierdoor dreigt een vertekend beeld te ontstaan over de geleverde kwaliteit en
het voldoen aan de normen binnen het ziekenhuis. In tegenstelling tot wat de beperkte
publicatie misschien doet vermoeden, hebben de meeste opmerkingen immers
betrekking op een specifiek onderdeel van de totale werking en zijn zelden
ziekenhuisbreed van toepassing.
Toegang tot zorg, het effectief gebruik maken van het zorgaanbod en de kwaliteit van het
zorgaanbod zijn mee bepalend voor het niveau van de geestelijke gezondheid van de bevolking
van een land. De residentiële psychiatrische zorg is weliswaar een belangrijk onderdeel van het
zorgaanbod maar het functioneren ervan wordt mede bepaald door het beschikbare aanbod in
de ambulante en semi-ambulante zorg in de diverse netwerken. We hopen dan ook dat hun
werking niet wordt geïsoleerd in het maatschappelijk debat maar wordt gesitueerd binnen het
bredere kader van geestelijke gezondheidszorg.
De auditrapporten van Zorginspectie zijn ontegenspreklijk een basis voor bijsturingen en
verbetertrajecten in de voorzieningen. Ze zijn echter slechts een momentopname zijn van een
sector die continu in beweging is. Wij hopen ook dat de lezer een correct en genuanceerd beeld
zal krijgen van de geestelijke gezondheidszorg waarbij de focus van de gepubliceerde uittreksels
uit de inspectieverslagen geen afbreuk zal doen aan de motivatie van onze medewerkers die zich
dagdagelijks inzetten voor de patiënten, noch aan de beeldvorming en de vele initiatieven die
het stigma rond geestelijke gezondheid proberen te doorbreken.