rapportage - Landelijke Cliëntenraad

Download Report

Transcript rapportage - Landelijke Cliëntenraad

RAPPORTAGE
Inventarisatie regionale cliëntenparticipatie
Stand van zaken en ondersteuningsmogelijkheden
Auteurs:
Drs. M. (Marije) Nool
Drs. M.I. (Marije) Winkeler
In opdracht van:
Landelijke Cliëntenraad
Datum:
15 februari 2017
1
INHOUD
INLEIDING
3
Aanleiding onderzoek
Werkwijze
Leeswijzer
3
3
5
STAND VAN ZAKEN REGIONALE CLIËNTENPARTICIPATIE
6
Regionale cliëntenparticipatie….
..wordt verschillend gedefinieerd
..kent geen eenduidige eigenaar
..vindt men belangrijk, maar over de invulling zijn de meningen verdeeld
..dient voor kwaliteitstoetsing en -verbetering van beleid en dienstverlening
..wordt idealiter op het niveau van adviseren vormgegeven
..volgens advies van de regio’s
6
6
6
7
7
7
7
REGIONALE CLIËNTENPARTICIPATIE IN BEELD IN 8 REGIO’S
8
Regio Zuid-Holland Centraal - Voornemen tot regionaal aanspreekpunt vanuit Werkbedrijf
Regio Groot-Amsterdam - Vakbonden als linking pin voor RCP
Regio Drenthe – Voorzittersoverleg als klankbord voor thema’s op niveau arbeidsmarktregio
Regio Groningen – Zoekende naar vorm en inrichting RCP
Regio Midden-Utrecht – Regionale raad met klankbord- en adviesfunctie
Regio Rijk van Nijmegen – Regio brede Kandidatenraad Werkbedrijf per verordening
Regio Zuid-Limburg – Eerst versterken van de lokale cliëntenparticipatie
Regio Achterhoek – Medezeggenschap bij zeggenschap, focus op lokale inspraak
8
9
10
11
12
13
14
15
INVULLING REGIONALE CLIËNTENPARTICIPATIE VARIEERT
16
Wat is (regionale) cliëntenparticipatie?
Waar vindt de regionale inspraak plaats?
Hoe en waarop vindt regionale inspraak plaats?
Wie heeft eigenaarschap over de regionale inspraak?
Wat valt nog meer op?
Kennis over de arbeidsmarktregio ontbreekt bij cliëntenraden
Diverstiteit van cliëntenraden in de regio
Cliëntenparticipatie op lokaal niveau vormt de basis
RCP moet toegevoegde waarde hebben
16
16
17
18
18
18
19
19
19
SUCCESFACTOREN & UITDAGINGEN
21
ONDERSTEUNINGSVRAGEN & AANBEVELINGEN
23
1.
2.
3.
4.
5.
Regionale kaart van cliëntenraden
Richtlijnen voor definitie en eigenaarschap van regionale cliëntenparticipatie
Fasering in het vormgeven van regionale cliëntenparticipatie
Ordening in taakstelling en prioritering
Regio specifieke ondersteuning – regionaal maatwerk
23
23
24
24
25
COLOFON
26
BIJLAGE: INVENTARISATIE DISTRICTSCLIËNTENRADEN UWV
27
2
INLEIDING
Aanleiding onderzoek
De Landelijke Cliëntenraad en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hechten waarde
aan de ontwikkeling van regionale cliëntenparticipatie (in het vervolg RCP) in de 35 arbeidsmarktregio’s. Er is geconstateerd dat die beoogde ontwikkeling nog niet optimaal verloopt. Cliëntenraden 1 lijken nog weinig betrokken bij afspraken op regionaal niveau en kunnen hierdoor mogelijk weinig
invloed uitoefenen op de vorming en kwaliteit van regionaal beleid en gezamenlijke dienstverlening.
Het doel van dit inventarisatieonderzoek is om te bezien hoe de cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio’s er momenteel uitziet en welke factoren een rol spelen of hebben gespeeld bij het ontwikkelen
van die cliëntenparticipatie. We onderzoeken ook de behoefte aan ondersteuning van de betrokken
partijen in de arbeidsmarktregio’s; cliëntenraden enerzijds, bestuurlijk verantwoordelijken2 anderzijds. Er
zijn twee hoofddoelen:
1. Onderzoeken of en hoe de cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio’s is opgezet en verloopt. En
welke succesfactoren en knelpunten naar voren komen.
2. In kaart brengen of en welke behoefte aan ondersteuning er bestaat bij de betrokken partijen.
De Landelijke Cliëntenraad kan van de uitkomsten uit dit onderzoek gebruik maken voor het ontwikkelen van een ondersteuningsprogramma op maat, die tegemoetkomt aan de vraag van de arbeidsmarktregio’s.
Werkwijze
Het inventarisatieonderzoek bestaat uit een aantal fases die borgen dat we op een efficiënte manier
toewerken naar het realiseren van deze twee hoofddoelen. In deze fases hebben we verschillende activiteiten ondernomen om op verschillende manieren en momenten gegevens te verzamelen (zie figuur
1).
Figuur 1: Overzicht fases en activiteiten inventarisatieonderzoek
1 In dit onderzoek bedoelen we met cliëntenraden de cliëntenraden die zich richten op de belangen van de doelgroep Participa-
tiewet en WSW (Gemeenten) en uitkeringsgerechtigden die door het het UWV-Werkbedrijf worden begeleid en daarbinnen in het
bijzonder de groep die onder de Banennafspraak valt. In sommige regio’s zitten de vertegenwoordigers van gemeenten in sociale
domeinraden of bredere participatieraden, indien zij betrokken worden ligt hun aandachtsgebied primair bij werk & inkomen.
2 De bestuurlijk verantwoordelijk in dit onderzoek omvatten: centrumgemeenten, UWV Werkbedrijf, werkgevers- en werknemersorga-
nisaties (minimaal deelnemende partijen van regionaal Werkbedrijf)
3
Fase 1: Voorbereiding en stand van zaken
Digitale enquête bij de regionaal Werkbedrijven
We hebben bij alle regionaal Werkbedrijven in de 35 arbeidsmarktregio’s een digitale enquête uitgezet,
waarbij we ons tot de wethouder van de centrumgemeente hebben gericht. Het doel van de enquête
is om de huidige staat van de RCP per regio vanuit het perspectief van het regionaal Werkbedrijf in
beeld te brengen. In totaal hebben we van 24 arbeidsmarktregio’s een ingevulde vragenlijst ontvangen, een respons van 69%.
Fase 2: Ontwikkeling en behoeften in kaart brengen
In de 2e fase richten we ons op het verdiepen en concretiseren van de verkregen informatie. We hebben uit de 24 arbeidsmarktregio’s een selectie gemaakt van 9 regio’s3 om verdiepend onderzoek uit te
voeren. Deze regio’s hebben we in eerste instantie opgedeeld in drie categorieën:
 Regio’s met een gekozen aanpak voor RCP: Midden-Utrecht, Rijk van Nijmegen, Drenthe
 Regio’s die op zoek zijn naar de invulling van RCP: Zuid-Holland Centraal, Food Valley, Zuid-Limburg
 Regio’s waar (bewust) geen sprake is van RCP: Achterhoek, Groningen, Groot-Amsterdam4
Groepsinterviews voorbeeldregio’s
Voor de groepsinterviews zijn circa 90 vertegenwoordigers van zowel cliëntenraden als overheidsorganisaties benaderd, waarvan 45 personen aanwezig zijn geweest bij een van de acht groepsinterviews
(een respons van 50%). In elk groepsinterview is van zowel de zijde van de cliëntenraad als de zijde van
de bestuurlijk verantwoordelijken minimaal 1 vertegenwoordiger afgevaardigd. De resultaten5 van de
groepsinterviews zijn verwerkt in deze rapportage en als verslag opgenomen in hoofdstuk 3. Regio Food
Valley heeft afgezien van deelname.
De groepsinterviews kennen de volgende opbouw:
Digitale enquête cliëntenraden
Bij de drie geselecteerde regio’s waar (bewust) geen sprake is van RCP hebben we ook de cliëntenraden door middel van een enquête bevraagd naar hun ervaringen. Het responspercentage bij deze enquête ligt op 90% (regio Achterhoek 2/2, regio Groningen 5/5, regio Groot-Amsterdam 2/3). De enquête
3 We noemen de geselecteerde arbeidsmarktregio’s vanaf nu regio’s.
4 Uit de eerste enquete bleek dat er in regio Groot-Amsterdam geen RCP was. Echter in een volgend stadium van het onderzoek
bleek na nadere informering uit andere bronnen dat er in deze regio wel sprake is van enige vorm van RCP.
5 Kanttekening: de resultaten van de groepsinterviews zijn enkel ingegeven door de participanten die hierbij aanwezig waren. In de
meeste regio’s betekent dat geen volledige vertegenwoordiging van alle betrokken partijen. Dit betekent dat de hoeveelheid participanten en de samenstelling van de groepsinterviews per regio ook erg verschillend zijn. Verschillen tussen regio’s en interpretatie
van de resultaten per regio zijn hiervan afhankelijk.
4
is alleen verstuurd naar de mensen die ingestemd hebben met het verzoek deel te nemen aan het
groepsinterview.
Individuele interviews
Om politieke invloeden en systeemfactoren mee te kunnen nemen hebben we ook de programmaraad en diverse wethouders benaderd voor een interview. Dit heeft geresulteerd in een totaal van 5
interviews met:
 Dick Schuur - Aanjager Programmaraad
 Wethouder Vliegenthart - Centrumgemeente Amsterdam, Regio Groot-Amsterdam
 Wethouder Pauwels - Gemeente de Wolden, Regio Drenthe
 Wethouder Langeveld - Centrumgemeente Doetinchem, Regio Achterhoek
 Wethouder de Beer - Centrumgemeente Heerlen, Regio Zuid-Limburg (schriftelijk)
Fase 3: Bevindingen toetsen en verifiëren
Ronde tafelbijeenkomst
Op 24 januari hebben we een ronde tafelbijeenkomst georganiseerd voor alle betrokkenen die hebben
bijgedragen aan het onderzoek. Ook zijn vertegenwoordigers van de Landelijke Cliëntenraad, de Programmaraad, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en andere geïnteresseerde regio’s
uitgenodigd. In totaal zijn er 37 mensen aanwezig geweest. Het doel van deze bijeenkomst is om:
 De voorlopige bevindingen te bespreken en te toetsen
 De aanbevelingen n.a.v. de onderzoeksvragen te verifiëren en proiriteren naar behoefte
 Te informeren en inspireren, onder andere door het bevragen van een specifiek samengesteld panel van vertegenwoordigers van alle betrokken partijen binnen dit onderzoek
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 vindt u een overzicht van de stand van zaken van RCP in de 24 geënquêteerde arbeidsmarktregio’s. In hoofdstuk 3 bieden we u een korte impressie van elk groepsinterview. Met deze beschrijvingen beogen we inzichtelijk te maken hoe RCP regio specifiek invulling heeft gekregen. In hoofdstuk 4
scheppen we een completer beeld van de situaties en perspectieven die we in de 8 regio’s tijdens het
groepsinterview hebben opgehaald. We besteden hierin ook aandacht aan de overeenkomsten en
verschillen tussen de regio’s en benoemen de belangrijkste factoren die ons zijn opgevallen. In hoofdstuk 5 nemen we u mee in de succesfactoren en uitdagingen die in de 8 regio’s voor of tijdens het ontwikkelen van RCP naar voren zijn gekomen. Tot slot benoemen we in hoofdstuk 6 aan de hand van de
opgehaalde ondersteuningsvragen en op basis van voorgaande constateringen, enkele concrete
aanbevelingen.
5
STAND VAN ZAKEN REGIONALE CLIËNTENPARTICIPATIE
In 24 van de 35 arbeidsmarktregio’s6 is de digitale enquête ingevuld, waarvan 75% van de geênqueteerde werkzaam is bij de centrumgemeente of het regionaal Werkbedrijf. De resultaten die we hier bespreken beantwoorden ten dele de 1e onderzoeksvraag en zijn gebaseerd op wat de
vertegenwoordigers van de arbeidsmarktregio’s hebben aangegeven en reflecteren hun perspectief
op de situatie in hun regio. De Cliëntenraden van UWV hebben gelijktijdig met dit onderzoek ook een
inventarisatie gedaan naar of cliëntenraden van gemeenten en UWV in de arbeidsmarktregio’s (al dan
niet) betrokken zijn bij een gezamenlijk regionaal aanspreekpunt. De belangrijkste bevindingen van dit
onderzoek zijn beschikbaar gesteld in de bijlage.
Regionale cliëntenparticipatie….
..wordt verschillend gedefinieerd
Van de 24 arbeidsmarktregio’s hebben 12 regio’s7 aangegeven dat er sprake is van RCP in hun regio
(zie tabel 1). De regio’s kijken echter heel verschillend aan tegen wat RCP inhoudt en wanneer daaraan wordt voldaan. Er is bijvoorbeeld sprake van RCP wanneer er een aanspreekpunt is benoemd vanuit het regionaal Werkbedrijf, wanneer cliëntenraden mee praten, wanneer er een regeling is opgesteld
of wanneer er een regionale raad is ingericht. Van de 12 regio’s die hebben aangegeven dat er geen
RCP is in hun regio wordt bijvoorbeeld benoemd: dat regionale vraagstukken lokaal geagendeerd worden, dat dit subregionaal ingericht is, dat voorzitters van cliëntenraden zelf een informeel regionaal
overleg zijn gestart, dat vertegenwoordigers van cliëntenraden als klankbordgroep worden geïnformeerd en geraapleegd door bestuurslid namens FNV. De constatering wanneer er sprake is van RCP
loopt sterk uiteen.
Sprake van RCP?
24 deelnemende arbeidsmarktregio’s
Amersfoort, Drechtsteden, Drenthe, Groot Amsterdam, Helmond-De Peel, Ijsselvechtstreek, Midden-Utrecht, NoordoostBrabant, Rijk van Nijmegen, Rivierenland, Stedendriehoek en
Noord-Veluwe, Zuid-Holland Centraal
Ja (12)
Achterhoek, Flevoland, Food Valley, Friesland, Groningen,
Haaglanden, Holland-Rijnland, Midden-Gelderland, NoordLimburg, Twente, Zeeland, Zuid-Limburg
Nee (12)
Enthousiast over RCP?8
Gemiddelde cijfer: 7,3
Gemiddelde cijfer: 6,0
Tabel 1. Deelnemende arbeidsmarktregio’s met kenmerken
..kent geen eenduidige eigenaar
Er is grote verscheidenheid over wie in de regio’s portefeuillehouder zijn op dit thema. In onderstaande
grafiek is te zien dat er in de regio’s verschillende keuzes worden gemaakt bij wie RCP belegd wordt. Of
dat deze keuze zelfs nog niet gemaakt is.
Bestuur regionaal Werkbedrijf
2
1
11
Geen aparte portefeuillehouder = niet regionaal geagendeerd
6
Algemeen directeur (RWB en/of GR)
Bestuurlijk verantwoordelijke (wethouder) & ambtelijk verantwoordelijke
Secretaris van het Werkbedrijf is aanspreekpunt
2
Nog onderwerp van gesprek
2
3
5
Intentie om bij bestuurlijke partners van vakbonden te beleggen
Leden van regionale stuurgroep (directeur W&I en manager UWV)
FNV en CNV
Grafiek 1. Portefeuillehouders RCP in de 24 arbeidsmarktregio’s
Niet deelnemende arbeidsmartkregio’s (11): Gooi- en Vechtstreek, Gorinchem, Midden-Brabant, Midden-Holland, Midden-Limburg,
Noord-Holland (noord), Rijnmond, West-Brabant, Zaanstreek/ Waterland, Zuid-Kennemerland, Zuidoost-Brabant.
7 Initieel waren dit eigenlijk 10 regio’s, maar de regio’s Groot Amsterdam en Noordoost-Brabant zijn hier toch bijgekomen. In een volgend stadium van het onderzoek bleek na nadere informering uit andere bronnen dat in deze regio’s wel sprake is van enige vorm
van RCP.
8 De regio’s zijn bevraagd op hoe enthousiast ze zijn over RCP in het algemeen.
6
6
..vindt men belangrijk, maar over de invulling zijn de meningen verdeeld
Alle respondenten vanuit de bestuurlijke organisaties geven aan RCP belangrijk te vinden. Maar in hun
toelichtingen wordt het algemene nut van cliëntenparticipatie vooral benadrukt. Over de behoefte
aan en invulling van cliëntenparticipatie op regionaal niveau zijn de meningen verdeeld. Waar de ene regio pleit
voor het actief betrekken van cliënten op alle niveau’s (lokaal, regionaal en landelijk), pleit de andere regio vooral
voor het informeren en aangehaakt houden van cliëntenraden op regionale vraagstukken. Een volgende regio
geeft aan dat cliëntenparticipatie zoals die nu georganiseerd is bij gemeenten, SW-bedrijven en UWV volstaat,
omdat in deze geledingen ook de daadwerkelijke besluitvorming plaatsvindt. Meerdere regio’s geven expliciet aan
cliëntenparticipatie op lokaal niveau belangrijker te vinden dan op arbeidsmarktregio niveau.
Grafiek 2. Mate waarin RCP belangrijk wordt bevonden
..dient voor kwaliteitstoetsing en -verbetering van beleid en dienstverlening
Dit wordt door een meerderheid van de regio’s als belangrijkste functie van cliëntenparticipatie gezien.
Daarnaast worden waarden genoemd als: het niet over maar met cliënten praten en het creëren van
draagvlak voor beleid.
..wordt idealiter op het niveau van adviseren vormgegeven
Cliëntenparticipatie kan volgens de Participatieladder9, een vaak gehanteerde indeling, in 6 niveau’s
worden onderscheiden (zie box). Van de 24 regio’s wordt door 13 regio’s aangegeven dat zij het niveau van adviseren nu al regionaal in de praktijk brengen of dit niveau het meest wenselijk vinden. Na
adviseren is raadplegen het meest genoemde huidige of wenselijke niveau van RCP.
1)
2)
3)
4)
5)
6)
Niveau’s Participatieladder
Informeren – cliënten wisselen ervaringen uit en informeren beleidsmakers, maar hebben geen inbreng in de beleidsontwikkeling
Raadplegen – cliënten zijn gesprekspartners in de beleidsontwikkeling, maar hun inbreng is niet bindend. De agenda
wordt door beleidsmakers bepaald
Adviseren – beleidsmakers en cliënten bepalen samen de agenda, de cliënten hebben en formele status aan de overlegtafel, maar hun inbreng is niet bindend
Coproduceren – cliënten en beleidsmakers bepalen samen de agenda en verbinden zich aan de resultaten van het
overleg
Meebeslissen – beleidsmakers laten agenda en beleid over aan cliënten en adviseren slechts
Zelfbeheer – cliënten nemen zelf initiatief om voorzieningen in eigen beheer tot stand te brengen. Politiek en bestuur
zijn hier niet bij betrokken.
..volgens advies van de regio’s
“Geen structuur maar een ontmoeting op
thema op vrijwillige basis. Netwerk waarbij
samenstelling kan variëren.”
(Beleidsadviseur Werkbedrijf / Regio
Noord-Limburg)
“Stel vooraf een goed reglement op en ben het eens over ieders rol. Dat is
het moeilijkste proces. Daarnaast blijft het moeilijk om te weten of de vertegenwoordiging wel goed is. Spreek ook hier uitgangspunten over af.”
(Directeur Concern Werkbedrijf / Regio Helmond-De Peel)
“Draagvlak en ankerpunten in de hele regio. Als er geen lokale vertegenwoordiger aan tafel kan zitten, dan moet er gezorgd worden voor heldere
werkafspraken en terugkoppeling. De regionale raad wordt gefinancierd uit
een tijdelijk budget. Zorg voor borging en structurele financiering.”
(Programmamanager Werkbedrijf / Regio Stedendriehoek en Noord-Veluwe)
“Sluit je aan bij de situatie in je arbeidsmarktregio. Vorm volgt inhoud.”
(Projectleider Werkbedrijf / Regio Holland-Rijnland)
9 Dossier: wat werkt bij cliëntenparticipatie. Movisie, 2016.
7
REGIONALE CLIËNTENPARTICIPATIE IN BEELD IN 8 REGIO’S
Regio Zuid-Holland Centraal - Voornemen tot regionaal aanspreekpunt vanuit Werkbedrijf
Aanwezige vertegenwoordigers
Cliëntenraad
1
1
1
Gemeente
5
Regionaal Werkbedrijf
& Centrum Gemeente
UWV-districtsraad
RCP in deze regio is:
Het voornemen om een informerend, faciliterend en interacterend aanspreekpunt vanuit het regionaal
Werkbedrijf te realiseren, waarbij 1 keer per halfjaar alle cliëntenraden worden bezocht en bevraagd.
En deze eventueel te betrekken bij activiteiten die worden ontplooid vanuit het werkgeversservicepunt
of het Werkbedrijf. Kenmerkend is ook:
 Het werkbedrijf heeft een ondersteunende en signalerende functie, hier wordt geen beleid ontwikkelt. Dit maakt de wijze waarop en onderwerpen waarbij cliëntenraden betrokken moeten worden
anders.
 De cliëntenraden zijn in diverse samenstellingen georganiseerd en kennen verschillende doelstellingen. Waar de een zich richt op beïnvloeding en medezeggenschap in vorming en evaluatie van
beleid, richt de ander zich op individuele belangenbehartiging.
Ondersteuningsvraag
De cliëntraden geven aan geen gezamenlijke basis te ervaren. Er zijn te veel verschillen tussen gemeenten, qua budget, mogelijkheden en bezetting. Het belang om regionale inspraak te organiseren ontbreekt hierdoor en de verdeeldheid en verschillende variaties van raden maken het überhaupt ingewikkeld op regionaal niveau iets af te stemmen. Er is wel behoefte
aan een regionaal platform van waaruit bijv. 5 regionale bijeenkomsten per jaar kunnen worden georganiseerd. Geïnspireerd op SPOC ZH (Stichting Provinciaal Overleg Cliëntenraden Zuidholland)


Doel - kennis & ervaring uitwisseling, benoemen & signaleren (regionale) problemen, discussies over wat wel/ niet werkt.
Agenda - alle onderwerpen binnen sociaal domein. Met aandacht voor scholing, bijv. ook over de Participatiewet.
Voorkeur voor de Landelijke Cliëntenraad als spreker.
8
Regio Groot-Amsterdam - Vakbonden als linking pin voor RCP
Aanwezige vertegenwoordigers
Cliëntenraad
2
2
(Centrum) Gemeente
UWV
1
1
Vakbond & Regionaal
Werkbedrijf
RCP in deze regio is:
Via de werknemersorganisaties (vakbonden FNV, CNV en VCP) geregeld. Zij treden in het bestuurlijk
overleg van het Werkbedrijf op als belangenbehartiger. Samen met alle cliëntenraden en UWV-districtsraad hebben zij een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Er zijn enkele bijeenkomsten per jaar om
kennis te delen en signalen en ervaringen uit te wisselen. De focus van het overleg ligt op de doelgroep
van de banenafspraak. Kenmerkend is ook:
 De aanwezige cliëntenraden benoemen dat ze zich voldoende vertegenwoordigd voelen in deze
indirecte vorm. Bovendien zien ze grote meerwaarde in de gezamenlijke bijeenkomsten.
 Dat louter de focus leggen op de doelgroep banenafspraak in dit regionaal overleg volgens de
cliëntenraden wellicht te beperkend is. Zij bedienen de totale populatie van uitkeringsgerechtigden
en hebben ook behoefte om op regionaal niveau te agenderen op onderwerpen als matching of
overdracht van cliënten tussen UWV en gemeenten.
Ondersteuningsvraag
In de bijeenkomst ontstaat consensus over een aantal zaken waarbij de regio ondersteuning zou kunnen gebruiken:

Voor de vakbonden administratieve ondersteuning om de randvoorwaarden te realiseren. Momenteel doen ze dit op
eigen kracht.

Bij de cliëntenraden is behoefte aan meer overzicht van de regio: regionale kaart met concrete contactgegevens en
duidelijkheid over aanspreekpunten bij Werkbedrijf of andere raden. Inzicht in welke mogelijkheden er zijn.

Cliëntenraden benoemen dat er vaak opvolging ontbreekt aan het scala aan initiatieven. Behoefte aan meer opvolging terugkoppeling, delen van successen.
9
Regio Drenthe – Voorzittersoverleg als klankbord voor thema’s op niveau arbeidsmarktregio
Aanwezige vertegenwoordigers
1
1
Arbeidsmarktregio
Cliëntenraad
2
Gemeente
RCP in deze regio is:
Vormgegeven via een voorzittersoverleg waarin de voorzitters van de zes cliëntenraden en een afgevaardigde van de UWV-districtsraad participeren. Dit voorzittersoverleg gaat opereren als klankbord
voor afspraken en beleidsvoorstellen en heeft een informele advies- en signaalfunctie richting de ambtelijke en bestuurlijke overleggen van de arbeidsmarktregio. De formele adviesfunctie van de cliëntenraden blijft op lokaal niveau georganiseerd. Kenmerkend is ook:
 Het regionaal Werkbedrijf maakt onderdeel uit van de arbeidsmarktregio en de RCP is als portefeuille belegd bij één van de wethouders in het arbeidsmarktregio overleg. Dit betekent dat het
voorzittersoverleg (namens de cliëntenraden) betrokken is bij arbeidsmarktregio brede onderwerpen, en de participatie zich dus niet ‘beperkt’ tot de doelgroep banenafspraak.
 De ‘regiogedachte’, waarbij het nemen van gezamenlijke verantwoordelijkheid, maar ook het verdelen van eigenaarschap door de regio gedragen wordt. Dit uit zich bijvoorbeeld in:
•
Kruisbestuiving - de regionale thema’s (bijv. cliëntenparticipatie, aanpak jeugdwerkloosheid of
werkgeversdienstverlening) zijn in portefeuilles over de zes wethouders verdeeld, maar de ambtelijke beleidsondersteuner op dat thema komt niet uit dezelfde gemeente
•
De bestuursvoorzitter van het regionaal Werkbedrijf is niet vanzelfsprekend de wethouder van
de centrumgemeente Emmen, deze rol is ingevuld door de wethouder van Hoogeveen.
Ondersteuningsvraag
In regio Drenthe wordt aangegeven dat ze goed op weg zijn en nu eigenlijk geen directe vraag hebben voor ondersteuning:
“laat het hier maar even gebeuren”. Er wordt wel genoemd dat er bij de lokale cliëntenraden nog te weinig kennis en bewustwording is over de regionale aanpak en structuren. De cliëntenraden moeten een beter idee krijgen over wat er gebeurt
in de regio, waarmee hun betrokkenheid ook kan toenemen. Maar dit is een proces wat moet groeien, door bijvoorbeeld
regelmatiger de agenda’s te delen en elkaar te informeren over wijzigingen en vorderingen in de regio.
10
Regio Groningen – Zoekende naar vorm en inrichting RCP
Aanwezige vertegenwoordigers
Cliëntenraad
2
4
2
UWV
UWV-districtsraad
RCP in deze regio is:
Nog niet gerealiseerd. Bij de oprichting van het regionaal Werkbedrijf is het niet ter sprake gekomen om
de cliëntenraden hierin mee te nemen. Er is tot op heden geen initiatief genomen om de cliëntenraden
inspraak te geven in regionale kwesties, het lijkt een diffuus proces. Vanuit de cliëntenraden is hier wel
naar geïnformeerd in bijvoorbeeld de eigen gemeente, maar een duidelijk aanspreekpunt of ingang
op regionaal niveau ontbreekt. Kenmerkend is ook:
 Dat de arbeidsmarktregio 27 gemeenten telt en hierdoor een grote versnippering van cliëntenraden. Dit maakt betrokkenheid en onderlinge afstemming ingewikkeld. Er bestaat een provinciaal
netwerk van cliëntenraden, waar een groot deel van de cliëntenraden uit de provincie Groningen
in vertegenwoordigd zijn.
 Het gebrek aan kennis over de regionale structuren en inrichting. De lokale cliëntenraden zijn niet
goed op de hoogte van wat er in de regio speelt, er zijn geen informatiestromen die hen van deze
kennis voorzien.
Ondersteuningsvraag
In deze regio loopt de behoefte aan ondersteuning zeer uiteen, op tal van onderwerpen. Er is behoefte aan:






Inzicht in de structuur van de regio (sociale kaart)
Informatiestromen  Het ontvangen, delen en kwijtkunnen van informatie (tevens vroegtijdig)
Ontmoeting tussen de verschillende raden – elkaar leren kennen
Bijeenkomsten om RCP vorm te gaan geven, door wensen te inventariseren en vorm te kiezen + juiste mensen aan tafel
Eigenaarschap – van de wethouder van de centrumgemeente
Scholing voor CR - er is een gebrek aan kennis, met name op het gebied van regionale kwesties en structuren
11
Regio Midden-Utrecht – Regionale raad met klankbord- en adviesfunctie
Aanwezige vertegenwoordigers
Cliëntenraad
1
2
1
Gemeente
UWV
1
UWV-districtsraad
RCP in deze regio is:
Een vertegenwoordiging van alle cliëntenraden (gemeente, UWV en SW) uit de regio in een centrale
raad: Cliëntenraad Utrechtse Werktafel (CrUW). De basis voor deze samenwerking is gelegd in een bijeenkomst met alle cliëntenraden, gefaciliteerd door bestuurlijk verantwoordelijken van het regionaal
Werkbedrijf. In deze bijeenkomst zijn de kaders van de Utrechtste Werktafel (regionaal Werkbedrijf) geschetst en zijn cliëntenraden opgeroepen met een gezamenlijk voorstel voor cliëntenparticip[atie te
komen. De CrUW heeft zijn eigen overleg en ook een gezamenlijk overleg met 2 afgevaardigden van
de stuurgroep Participatie (voorbereidende overhedentafel). De stuurgroep is de linking pin tussen de
CrUW en de Utrechtse Werktafel. De focus ligt in eerste instantie op het invullen en realiseren van de banenafspraak, maar de ambitie is om dit te verbreden naar thema’s die raken aan de inclusieve arbeidsmarkt. Kenmerkend is ook:
 Dat het oorspronkelijke idee was om een samenwerkingsconvenant te tekenen, maar men toch
heeft gekozen voor een samenwerking gebaseerd op een vertrouwensbasis. Er is sprake van wederzijdse facilitering, waarbij de CrUW een klankbord- en adviesfunctie heeft richting de Utrechtse
Werktafel (via de stuurgroep Participatie).
 Dat er al een regionale cliëntenraad bestond, al waren niet alle partijen hierin vertegenwoordigd.
Vanuit deze basis is gebouwd aan en gelobbyd voor een regio brede raad.
Ondersteuningsvraag
In deze regio wordt aangegeven dat er eigenlijk geen vraag is naar ondersteuning. Wel wordt benoemd dat deze regio,
evenals alle andere arbeidsmarktregio’s, profijt kan hebben van de signalerende rol van de Landelijke Cliëntenraad. Waarbij
zij knelpunten in regio’s en thema’s die spelen op regionaal niveau kunnen signaleren en hierop kunnen adviseren en informeren richting alle cliëntenraden. Ook lobbyen en terugkoppelen richting politiek Den Haag speelt hier een rol in. Daarnaast
wordt benoemd dat de aanjagers van de programmaraad hun ‘aanjagende’ rol beter zouden kunnen pakken, hier wordt
weinig van gemerkt.
12
Regio Rijk van Nijmegen – Regio brede Kandidatenraad Werkbedrijf per verordening
Aanwezige vertegenwoordigers
2
1
Cliëntenraad
Regionaal Werkbedrijf
& Centrum Gemeente
2
UWV
RCP in deze regio is:
Vormgegeven via een regionale kandidatenraad Werkbedrijf, die per regionale verordening is vastgesteld. De Kandidatenraad is samengesteld uit enerzijds vertegenwoordigers van cliëntenraden uit de 7
gemeenten, anderzijds directe doelgroep kandidaten vanuit UWV, SW en partijen die arbeidsmatige
dagbesteding aanbieden (max. 17 zetels). De Kandidatenraad adviseert de directie van het Werkbedrijf (en indirect de bestuurscommissie Werkbedrijf) over het regionale uitvoeringsbeleid van domein
Werk en daarmee dus ook direct op de dienstverlenging van het Werkbedrijf. Kenmerkend is ook:
 Dat het regionaal Werkbedrijf in deze regio een juridische en fysieke entiteit is en tevens uitvoeringsorganisatie op het domein werk. Dit centrale aanspreekpunt, waar tevens de dienstverlening
plaatsvindt biedt een bijna vanzelfsprekend kader om een kandidatenraad bij op te richten.
 De facilitering van de Kandidatenraad wordt direct voorzien uit de middelen van het Werkbedrijf.
Ondersteuningsvraag
Er is nog geen eenduidigheid in verwachtingen, opdracht, rol van enerzijds kandidatenraad en anderzijds Werkbedrijf. Wat is
of zou de taakstelling van de kandidatenraad moeten zijn? Waar kunnen zij zich primair op richten en wat zijn taken die bijvoorbeeld meer van secundair belang zijn of taken die de kandidatenraad zich eigenlijk helemaal niet moet aanmeten?
Waar ligt de focus? Voor verdere verduidelijking naar elkaar toe is verdere inzet nodig.
13
Regio Zuid-Limburg – Eerst versterken van de lokale cliëntenparticipatie
Aanwezige vertegenwoordigers
1
1
Cliëntenraad
Gemeente
1
1
UWV
UWV-districtsraad
RCP in deze regio is:
Er is een overleg tussen de verschillende cliëntenraden in de regio. Dit is vormgegeven in een overleg
waar ook het regionaal beleid geagendeerd is. Hierbij is echter geen verbinding met het UWV en het
regionaal Werkbedrijf. In de overgang naar de participatiewet zijn de WSW-raden amper betrokken geweest en op dit moment in slapende toestand. Er zijn eerdere pogingen geweest tot een breder overleg, maar met het wegvallen van de trekker daarvan zijn deze initiatieven gestaakt. De ervaring in deze
regio is dat de samenwerking erg persoonsafhankelijk is. Ook zijn er grote verschillen per gemeente.
Kenmerkend is ook:
 Dat er behoefte is aan inspraak op lokaal niveau, maar dat die behoefte erg wisselt tussen de verschillende gemeenten. In een aantal gemeenten is nog de ‘oude’ structuur van raden, terwijl er in
andere gemeenten gekozen is voor een bredere participatieraad.
 Er is nog geen discussie gevoerd over het nut van RCP tussen alle betrokken partijen.
Ondersteuningsvraag
In de regio Zuid-Limburg is er in eerste instantie behoefte aan het verstevigen van de lokale cliëntenparticipatie. Om regionaal
inspraak te kunnen hebben, moet op dit niveau de deskundigheid bevorderd worden. Er is behoefte aan een gerichte regionale opdracht om de RCP goed in te kunnen richten. Daarnaast wordt de vraag gesteld of de lokale cliëntenraden wel de
geschikte gesprekspartners zijn in de regio, zou dit niet kunnen worden ingevuld vanuit de Landelijke Cliëntenraad?
14
Regio Achterhoek – Medezeggenschap bij zeggenschap, focus op lokale inspraak
Aanwezige vertegenwoordigers
1
Cliëntenraad
2
Gemeente (AMR)
2
Regionaal Werkbedrijf
RCP in deze regio is:
Ingestoken als lokale aangelegenheid, waarbij de lokale cliëntenraden- en organisaties via de eigen
gemeenten aangehaakt blijven en bevraagd worden op het regionale beleid. Via bestuurlijke en ambtelijke overleggen van de regio gemeenten komen de regiovoorstellen weer terug bij iedere afzonderlijke gemeente en kan de cliëntenraad informeren en adviseren. De cliëntenraden zijn met ingang van
de participatiewet tijdig geïnformeerd over de regionale veranderingen en zowel bij hen als bij de gemeenten bleek geen behoefte te bestaan een overkoepelende raad te installeren. Het regionaal
Werkbedrijf in deze regio heeft twee taken: het geld voor de eigen inrichting goed besteden en het
marktbewerkingsplan opstellen. Op dit niveau is geen sprake van zeggenschap en is het dus ook niet
zinvol medezeggenschap hier te organiseren, zeggen beide partijen. Een mogelijke ambitie is om de
agenda van het regionaal Werkbedrijf één of twee keer per jaar actief te agenderen bij cliëntenraden
om te borgen dat de ontwikkelingen gevolgd worden, en hiervoor gezamenlijk bijeen te komen. De
UWV-districtsraad is door onderlinge geschillen momenteel ontbonden. Kenmerkend is ook:
 Dat er korte lijnen zijn tussen de betrokken cliëntenraden en de gemeenten, hoewel niet alle gemeenten betrokken zijn. Er wordt gehandeld in samenwerking en vertrouwen.
 Alles wat geïnstitutionaliseerd wordt in deze regio wordt met wantrouwen bekeken. Geen vaste
structuur: organiseer dat er iets gedaan moet worden, maar schrijf niet voor hoe. Dat bepalen de
cliëntenraden zelf
Ondersteuningsvraag
In de regio Achterhoek is er geen ondersteuningsvraag op het gebied van RCP. De belangen worden hen insziens opde door
hen gekozen wijze voldoende behartigd. De vragen die er zijn gaan over het versterken van de lokale raden en het vertegenwoordigen van de gehele doelgroep.
15
INVULLING REGIONALE CLIËNTENPARTICIPATIE VARIEERT
Na in 8 verschillende regio’s groepsinterviews te hebben afgenomen is duidelijk geworden dat de regio’s onderling sterk verschillen. We constateren dat de eigenheid van de regio’s leidend is geweest
voor de vorderingen en keuzes die zijn gemaakt over het informeren, faciliteren en inrichten van RCP. In
dit hoofdstuk belichten we de 1e onderzoeksvraag door een verdieping te bieden op hoe RCP in de
regio’s is opgezet en verloopt.
Wat is (regionale) cliëntenparticipatie?
Voor RCP überhaupt kan worden ingericht dient er bij betrokkenen eenduidigheid te zijn over wat cliëntenparticipatie precies is. De definitie van cliëntenparticipatie loopt tussen, maar ook binnen de regio’s
uiteen. Er zijn discussies gaande over of cliëntenparticipatie gaat over medezeggenschap op beleidsontwikkeling en/of op beleidsevaluatie (gericht op toetsen van de uitvoering), of zelfs over individuele
belangenbehartiging. En of, indien hier consensus over is bereikt, deze interpretatie van cliëntenparticipatie ook werkt of zou moeten gelden op regionaal niveau. Waar inspraak op bijvoorbeeld beleidsontwikkeling, advies over een verordening op gemeentelijk niveau vanzelfsprekend kan zijn, ligt dit op
regionaal niveau anders.
De regio’s zijn zoekende naar wat RCP in hun regio betekent en binnen welke kaders dit georganiseerd
kan en zou moeten worden. Er wordt benoemd dat de verwachtingen van zowel de cliëntraden als de
bestuurlijk verantwoordelijken niet helder zijn en dit maakt het moeilijk invulling te geven aan een passende en effectieve vorm van RCP. De regio’s bevinden zich op het vlak van RCP in verschillende stadia van communicatie en uitvoering van aanpak, die wel of niet gezamenlijk zijn gekozen en
ontwikkeld.
“In het Rijk van Nijmegen hebben we een regionale
kandidatenraad geïnstalleerd. Maar wat is hun fundamente opdracht? Dat blijft een zoektocht. Begeeft
hun inspraak zich op beleidsvorming of op de uitvoering van beleid? De focus moet denk ik liggen op het
toetsen van de uitvoering van beleid. Niet hoe het
wordt gedaan, maar hoe het werkt in de praktijk.
(UWV Werkbedrijf / Regio Rijk van Nijmegen)
“Signaleren doe je op gemeentelijk niveau, leg het daarna
op tafel bij bestuurders en de gemeenteraad. De kracht
van cliëntenparticipatie zit in het doorgeven van de stem
van cliënten en in het verkeer tussen wethouder en cliëntenraad, lokaal dus. Het kan helpen om te sparren op regionaal niveau.”
(Wethouder centrumgemeente / Regio Groot-Amsterdam)
Waar vindt de regionale inspraak plaats?
Gaandeweg het onderzoek werd ons duidelijk dat het per regio kan verschillen in welk gemeente overstijgende verband RCP zou kunnen plaatsvinden. Waar regio Drenthe RCP belegd in het arbeidsmarkt
regionale overleg, heeft regio Groot-Amsterdam dit bijvoorbeeld afgebakend tot (de taakstelling van)
het regionaal Werkbedrijf. Overeenstemmend is dat beide organen in veel regio’s zijn ingericht als netwerkorganisatie of overlegstructuur. Het ontbreken van een formele organisatiestructuur of een fysieke
en juridisch georganiseerde entiteit maakt het volgens de regio’s lastig te bepalen waar RCP precies op
kan aansluiten. Per regio wordt daar dan ook verschillend naar gekeken, maar wel volgens het principe: waar in het proces kan er het beste en effectiefste om en naar inspraak gevraagd worden? Het
aansluiten op de bestaande structuren lijkt een voorwaarde. In regio Rijk van Nijmegen is het regionaal
Werkbedrijf een fysieke entiteit die opereert als uitvoeringsorganisatie. Daar hebben ze dan ook onder
verordening een regionale Kandidatenraad opgericht, dit past bij hun context. In regio Drenthe is er
een regionaal georiënteerd voorzittersoverleg van de betrokken cliëntenraden, maar hier ligt geen formele basis onder, omdat dit ook niet ligt onder het arbeidsmarktregio overleg. Welke vorm van RCP ook
gekozen wordt, deze moet passend zijn in de bestaande structuur en organisatie van regionaal Werkbedrijf en/of arbeidsmarktregio. RCP is dus ook afhankelijk van hoe deze entiteiten zijn vormgegeven en
wat ze concreet omvatten. Cliëntenparticipatie volgt de structuur van de organisatie. De te bespreken
thema’s zijn de onderwerpen die cliënten raken op de agenda van het regionaal Werkbedrijf en arbeidsmarktoverleg (indien er een dergelijk overleg is)
16
“In de Achterhoek weten gemeenten en cliëntenraden elkaar goed te vinden. En is er een basis van vertrouwen dat belangrijke stukken geagendeerd worden, ook zonder dar er een formele RCP is. Cliënten moeten de ruimte vinden om op alle niveaus inspraak te hebben, zonder dat dat teveel in structuren gegoten wordt. De huidige informatiekanalen volstaan hierin.”
(Regionaal Werkbedrijf / Regio Achterhoek)
Hoe en waarop vindt regionale inspraak plaats?
Uit de digitale enquête komt naar voren dat het meeste gehanteerde en wenselijk geachte niveau10
van RCP is:
Adviseren: beleidsmakers en cliënten bepalen samen de agenda, de cliënten hebben een formele status aan de overlegtafel, maar hun inbreng is adviserend en niet bindend.
In de regio’s zien we echter een divers beeld terug. Afhankelijk van op welke plek en op welke wijze
RCP invulling krijgt, wordt ook het niveau van inspraak vormgegeven. In regio Achterhoek wordt RCP
lokaal afgehandeld en hier zoeken bestuurders en ambtenaren lokaal afstemming over regionale kwesties. In regio Zuid-Holland Centraal wordt er in het regionaal Werkbedrijf geen beleid ontwikkeld maar
worden er activiteiten ontplooit. De ambitie is ook op dat niveau de cliëntenraden te betrekken vanuit
een centraal aanspreekpunt van het regionaal Werkbedrijf. In regio Midden-Utrecht is er een regionale
cliëntenraad die voor het regionaal overleg met bestuurders zelfs met enkele afgevaardigden een gezamenlijk agendaoverleg voert. Deze keuzes hebben ook consequenties voor de onderwerpen waarop
invloed kan worden uitgeoefend, waarmee ook de positie en belangen voor cliënten in het geding
kunnen zijn. Zij hebben immers direct met bepaalde dienstverlening te maken en het resultaat van die
dienstverlening kan ook weer effect hebben op hun kans op werk. Wordt de RCP vanuit het regionaal
Werkbedrijf georganiseerd, dan kan de reikwijdte van onderwerpen zich beperken tot de specifieke
taakstelling van het regionaal Werkbedrijf. Vindt de RCP zijn ingang bij het arbeidsmarktregio overleg,
dan kan er - indien dit wenselijk wordt bevonden - een bredere focus worden gehanteerd (ook op regionale thema’s als bijvoorbeeld: matching, toetsen van de samenwerking tussen gemeenten en UWV of
jobcoaching). Van deze onderwerpen onderdervinden cliënten immers mogelijk ook de gevolgen.
“De focus ligt op de doelgroep banenafspraak en dit is wellicht te beperkend. Cliëntenraden bedienen de totale populatie van uitkeringsgerechtigden en hebben ook behoefte om op regionaal niveau te agenderen
op onderwerpen als matching of overdracht van cliënten tussen UWV en
gemeenten.”
(Cliëntenraad / Regio Groot-Amsterdam)
“De focus ligt in eerste instantie op het invullen en realiseren van de banenafspraak, maar de ambitie is om dit te
verbreden naar thema’s die raken aan de
inclusieve arbeidsmarkt.”
(Sociale dienst / Regio Midden-Utrecht)
Wanneer we de 8 regio’s bevragen over op welke thema’s de cliëntenraden kunnen meepraten varieert dit sterk. Ieder kiest zijn eigen speerpunten:
 Loonwaardesystematiek
 Marktbewerkingsplan
 Beschut werken
 Doelgroep banenafspraak
 Jobcoaching
 Inkomenstoets
 Aanvraag ESF-middelen
 Actieplan jeugdwerkloosheid
 Werkgeversdienstverlening
 Harmonisatie van instrumenten
 Infomatievoorziening voor burgers
 Actueel regio specifiek thema: uitkomsten van onderzoeken of evaluaties in de regio
10
Zie voor verdere toelichting over de verschillende niveau’s pagina 7 van dit rapport.
17
Het is niet duidelijk wat maakt dat het ene thema bij de ene regio meer speelt dan de ander. Er is geen
sprake van een uniforme ‘regionale agenda’. Ook het moment en de frequentie waarop cliëntenraden ‘regionaal’ betrokken worden en wat hun functie op dit niveau dan precies kan zijn, verschilt. Er
heerst geen helderheid over de taakstelling van cliëntenraden op regionaal niveau en waar ze zich op
moeten beroepen of rond moeten organiseren. Betreft hun functie slechts signaleren en toetsen van de
voortgang van regionale afspraken en/of verplichtingen? Of zitten ze ook op de ontwikkeling en/of
evaluatie van (regionaal) beleid? Is dat er en is dat überhaupt haalbaar? Vindt dit op een informele,
formele, ongevraagde of gevraagde wijze plaats? Allemaal actuele vragen die soms niet of slechts ten
dele beantwoord kunnen worden.
Wie heeft eigenaarschap over de regionale inspraak?
Waar in de ene regio helder geformuleerd is wie de ‘eigenaar’ is van RCP, ontbreekt in de andere regio
een verantwoordelijk aanspreekpunt. De wethouder van de centrumgemeente is wettelijk formeel verantwoordelijk voor het organiseren van RCP. Dit is niet bij iedereen bekend en lang niet iedere wethouder stuurt actief aan op het formuleren van ambities rondom het realiseren van RCP. Sommige
cliëntenraden benoemen dat ze überhaupt geen weet hadden van hun regionale verantwoordelijkheid en dus niet geïnformeerd zijn over de regionale veranderingen. Ook is niet altijd even duidelijk
waar ze terecht kunnen voor vragen of ondersteuning.
In de regio’s waar wel ambities zijn geformuleerd, in welke richting dan ook, wordt benadrukt dat de
bereidheid van twee kanten moet komen. Zowel de cliëntenraden als de bestuurlijk verantwoordelijken
moeten hun rol pakken in het bespreken en beslissen over opties voor RCP in de regio. Idealiter is of zijn
er regionale trekker(s) die eigenaarschap voelen voor het thema. Dit maakt dat er urgentie is en blijft
voor het agenderen van dit thema.
“Niemand weet hoe het zit en waar die moet zijn, er is
geen ingang of aanspreekpunt. Wij willen wel, maar
we weten niet waar te beginnen, met wie contact te
leggen.”
(Cliëntenraad / Regio Groningen)
“In de arbeidsmarktregio hebben wij de bestuurlijke taken
verdeeld, waarmee alle regio gemeenten een eigen portefeuille hebben. In deze vergadering dragen we als bestuurders die gezamenlijke verantwoordelijkheid, maar is er wel
één woordvoerder.”
(Wethouder gemeente / Regio Drenthe)
“Het regionaal Werkbedrijf kan cliëntenraden niet bereiken en andersom weten de cliëntenraden ook niet hoe ze in contact
kunnen komen met het regionaal Werkbedrijf. Dit wordt mede veroorzaakt door een grote hoeveelheid aan raden per gemeente, die niet altijd goed in beeld zijn. De samenwerking binnen de regio heeft een tijdje een impuls gehad doordat er
één persoon was die de kar op dat gebied trok. Dit was een echte verbinder. Met zijn vertrek, is ook de regionale samenwerking weer verminderd.”
(Regionaal Werkbedrijf / Regio Zuid-Limburg)
Wat valt nog meer op?
Kennis over de arbeidsmarktregio ontbreekt bij cliëntenraden
In verschillende regio’s blijken de lokale cliëntenraden onvoldoende geïnformeerd en/of geschoold
over de veranderingen in hun regio en zelfs het bestaan of de functie van het regionaal Werkbedrijf. De
lokale cliëntenraden kennen hun eigen arbeidsmarktregio niet en zijn onvoldoende op de hoogte van
bestaande structuren en instituten. Sommige cliëntenraden geven aan moeite te hebben om hierop
aan te sluiten, door o.a. de snelle veranderingen en het gebruik van een grote hoeveelheid afkortingen11. Voordat dit kennisniveau op orde is valt er volgens hen regionaal weinig te adviseren, het is een
‘ver van hun bed show’. Sommige sterk lokaal georiënteerde cliëntenraden zitten mogelijk helemaal
11 Naast het veelvuldig gebruik van afkortingen is ook de term Werkbedrijf verwarrend. Het regionaal Werkbedrijf en het UWV Werk-
bedrijf worden bijvoorbeeld door elkaar gehaald. Om deze reden korten wij in dit rapport het UWV-Werkbedrijf af tot UWV.
18
niet te wachten op een regionale taak. De betrokkenheid en motivatie voor inspraak op regionale
vraagstukken loopt bij cliëntenraden sterk uiteen. Ook is het maar de vraag of de zittende vertegenwoordiging bij cliëntenraden het abstractieniveau van enkele regionale vraagstukken wel voldoende
aankunnen.
Diverstiteit van cliëntenraden in de regio
Waar de ene gemeente zijn cliëntenraden tot één gezamenlijke raad heeft samengevoegd, werkt de
andere gemeente met aparte cliëntenraden per wet. In bijna alle regio’s zijn de cliëntenraden per gemeente anders samengesteld, mede omdat ze zijn ingericht naar de lokale wensen. De vormgeving
van de cliëntenparticipatie bij UWV is bovendien gebaseerd op een andere gebiedsindeling dan de 35
arbeidsmarktregio's. UWV kent (naast een centrale clientenraad) 11 districten en daar is de clientenparticipatie aan gekoppeld. Gevolg is dat de leden van deze districtsraden meestal in meerdere arbeidsmarktregio's actief moeten zijn. Zowel in het ophalen van de ervaringen van clienten per
arbeidsmarktregio als het samenwerken met de gemeentelijke clientenraden. Deze diversiteit maakt
verbinding op regionaal niveau ingewikkeld. De cliëntenraden zijn niet altijd op de hoogte van elkaars
bestaan of hun diversiteit zit samenwerking in de weg. Ook kan dit de verbinding op inhoud in de weg
zitten. Waar UWV-districtsraden en gemeentelijke cliëntenraden elkaar makkelijker kunnen vinden op
uitvoeringsniveau (wat gebeurt er met onze cliënten?), wordt dit lastiger bevonden op beleidsniveau
(welke kaders gelden er voor gemeenten en welke voor UWV?). De verhouding van UWV-districtraadsleden t.o.v. gemeentelijke cliëntenraadsleden in bijvoorbeeld een regionaal overlegorgaan is ongelijk, dit brengt het risico met zich mee dat de input en aandacht voor doelgroep en beleid hiermee
ook ongelijk is.
Cliëntenparticipatie op lokaal niveau vormt de basis
Bij vrijwel alle regio’s wordt aangekaart dat de primaire focus van cliëntenraden ligt op inspraak op lokaal niveau. Lokale cliëntenparticipatie blijft het uitgangspunt. Voor UWV-ciëntenraden geldt dat voor
hen het districtniveau van UWV uitgangspunt is. RCP heeft meerwaarde als die lokale kracht en de districtskracht van UWV regionaal kan verbinden, mits de gekozen vorm in dienst blijft staan van de situatie
en wensen op gemeentelijk en UWV-districtsniveau. Daar vindt de uitvoering plaats en daar blijft je
dichtbij de cliënt. Hoe blijft de cliënt anders zichtbaar op regionaal niveau, vragen sommige cliëntenraden zich af.
“Hoe sterk is de cliëntenparticipatie lokaal al geregeld? En welke vragen blijven dan
überhaupt nog over op regionaal niveau? Wat merkt een werkzoekende van regionaal beleid? Als je als werkzoekende zelf de dienstverlening lokaal ondergaat, ben
je ook beter in staat daarop te reageren. Dichterbij huis heb je meer mening. Laat
gemeenten ook niet weg komen met, ja dat is nou eenmaal (regionaal) afgesproken. De rollen moeten goed gespeeld worden, ook in de gemeente. Maak niet
weer een orgaan die ook over de gemeenten heen beslist. Dat is voor gemeenten
en cliëntenraden niet handig.”
(Aanjager Programmaraad)
“Heb respect voor de lokale
autonomie en zoek naar de
meerwaarde van cliëntenparticipatie op regionaal niveau.
Breng de stem van de cliënt
vooraan in het proces.”
(Cliëntenraad / Regio Drenthe)
RCP moet toegevoegde waarde hebben
Dit staat buiten kijf, alleen denken de regio’s anders over de toepassing van RCP. De keuze om RCP in
te richten en hoe dit te doen hang sterk samen met regionale kenmerken als de historie, geografische
afbakening, betrokkenheid en samenstelling van lokale cliëntenraden, inrichting regionaal Werkbedrijf
en de hoeveelheid gemeenten. Maar de algemene boodschap is: ga geen extra overlegorgaan of
regionale raad inrichten als de meerwaarde ervan niet gezien en gedragen wordt. Ook om institutionalisering te voorkomen. Kies dus voor een vorm die past in de regio én zijn functie vervult. De regio’s die
wel hebben gekozen voor een (afgeleide van) een regionale raad, benoemen de meerwaarde die zij
hierbij ervaren, in bijvoorbeeld:
 Ontlasten van de lokale cliëntenraden, regionale thema’s worden elders belegd
 Stem van de cliënt zit vooraan in het (regionale) besluitvormingsproces
 Uniformiteit in de regionale en lokale aanpak
19
Natuurlijk ervaren zij ook uitdagingen in hun aanpak, bijvoorbeeld bij de wisselwerking, rol- en taakverdeling tussen de regionale raad en lokale cliëntenraden.
“De cliëntenparticipatie is bij ons op lokaal niveau georganiseerd en dat lijkt gezien de schaal van de activiteiten op dit
moment te volstaan. De regionale activiteiten hebben met
name betrekking op het motiveren van werkgevers om werk te
maken van de banenafspraak.”
(Regionaal Werkbedrijf / Regio Zuid-Holland Centraal)
“Je moet je afvragen of met het democratisch systeem wat we hebben ingericht je cliëntenparticipatie niet al voldoende hebt georganiseerd. Met
medezeggenschap op het niveau waar de besluiten worden genomen.”
(Wethouder centrumgemeente – Regio Achterhoek)
20
SUCCESFACTOREN & UITDAGINGEN
In dit hoofdstuk staan we stil bij alle succesfactoren en uitdagingen die door de regio’s zijn aangedragen voor het ontwikkelen van RCP, het ontbreken hiervan
of het bewust kiezen voor een andere aanpak. Wat in de ene regio een succesfactor is, kan in een andere regio als uitdaging ervaren worden, dit is sterk context- en dus regio afhankelijk. Om deze reden hebben we ervoor gekozen de succesfactoren en uitdagingen per thema naast elkaar te zetten. Bij de indeling
hebben we geen rekening gehouden met specifieke situaties per regio. Een deel van de onderwerpen is dus niet op elke regio van toepassing. Dat is ook niet
onze bedoeling. Wij bepalen namelijk niet wat bruikbaar en realistisch is, dit bepalen de regio’s zelf.
Succesfactoren
Uitdagingen
Basis in de regio
Bestaand regionaal verband of overlegstructuur
Arbeidsmarktregio kent een kleine schaalgrootte (korte afstand, makkelijker contact)
Cliëntenraden in gemeente werken samen
Regionaal Werkbedrijf is een fysieke entiteit, die bereikbaar is
Bestaande korte lijnen tussen cliëntenraden en UWV-districtsraad
Deskundigheid van cliëntenraadsleden (ook op regionale thema’s)
Bestaande, herkenbare structuren die zich lenen voor (R)CP
Zichtbaarheid bestaande cliëntenraden in regio, men kent elkaar
Beleid en dienstverlening in regio op elkaar afgestemd – maakt RCP eenvoudiger









Geen regionale overlegstructuur of een scala aan regionale verbanden
Arbeidsmarktregio kent een grote schaalgrootte (grote afstand, moeilijker contact)
Cliëntenraden in gemeente werken niet goed samen of de diversiteit is groot
Regionaal Werkbedrijf is een netwerk, zonder ‘organisatiestructuur’
UWV-districtsraad en cliëntenraden hebben onderling geen contact
Cliëntenraadsleden onvoldoende deskundig (focus op lokale thema’s)
Bestaande structuren lenen zich niet voor RCP
Cliëntenraden zijn onvoldoende bekend met elkaars bestaan
Beleid en dienstverlening in regio niet op elkaar afgestemd – maakt gemeente overstijgende cliëntenparticipatie ingewikkeld
Regionaal Werkbedrijf die initiatief neemt tot RCP en dit ook faciliteert
Regionaal denken vanuit centrumgemeente
Cliëntenraden worden lokaal en in regio erkent in positie en rol
Gedeelde opinie, geloof dat RCP meerwaarde heeft
Regio vindt RCP belangrijk, pakt rol en eigenaarschap
Lokale kracht van cliëntenraden leidt tot regionale verbinding en invloed
Betrokken partijen (willen) werken aan wederzijds vertrouwen, nemen elkaar serieus
Openstaan voor en omarmen van nieuwe vormen en structuren
Mindset van cliëntenraden lokaal en regionaal gericht









Regionaal Werkbedrijf waar geen initiatief of facilitering van uitgaat
Centrumgemeente focust op lokale praktijk van W&I
Cliëntenraden worden (regionaal) niet voldoende erkent in positie en rol
Opinies over meerwaarde RCP lopen uiteen
Regio vindt RCP (niet) belangrijk, niemand pakt rol of eigenaarschap
Lokale kracht cliëntenraden biedt geen basis voor regionale vraagstukken
Betrokken partijen hebben onvoldoende vertrouwen in elkaar
Niet willen loslaten of afwijken van bestaande vormen en structuren
Mindset van cliëntenraden sterk lokaal gericht
Pro activiteit in de regio
Cliëntenraden zoeken elkaar proactief op in de regio
Regionaal Werkbedrijf informeert en betrekt de cliëntenraden
Regionale trekker die actief invulling geeft aan zijn/haar rol



Cliëntenraden focussen op hun eigen lokale bezigheden
Regionaal Werkbedrijf informeert en betrekt de cliëntenraden niet
Ontbreken van regionale kartrekker
Houding in de regio
21
Alle relevante partijen zijn betrokken (lobbyen)
Continuïteit in betrokkenen RCP
Samenwerking zoeken met elkaar, dit proces durven aangaan
Cliëntenraden handelen proactief in kennisvergaring over regionale vraagstukken
Vroegtijdig signaleren van knelpunten op regionaal niveau (stem v/d cliënt vooraan
in het proces)
Regionale beleidsstukken worden tijdig aan CR geleverd (ruim voor verwachte reactie)
Helderheid & afspraken in de regio
Er is een helder aanspreekpunt
Linking pin (regionale coördinator) die overzicht houdt, agenda’s afstemt en voortgang bewaakt
Heldere taakstelling en koers van RCP
Betrokken partijen hebben inzicht in elkaars rollen, taken en verantwoordelijkheden
Betrokken partijen dragen agendapunten aan (in een passende context)
Afvaardiging van betrokken partijen bereidt agenda voor regionaal overleg voor





Niet alle partijen doen mee of willen meedoen
(Snel) verloop in betrokkenen RCP
Focus op eigen stem en belang, what’s in it for me?
Cliëntenraden zijn afwachtend t.o.v. informatie over regionale vraagstukken
Knelpunten op lokaal niveau signaleren (stem v/d cliënt achteraan in het proces)

Regionale beleidsstukken worden kort voor verwachte reactie van CR aangeleverd


Het is onduidelijk wie het aanspreekpunt is, waar de ‘ingang’ is
Ontbreken van tussenpersoon die regie heeft over proces


Portefeuille en koers van RCP is niet zichtbaar
Betrokken partijen hebben geen inzicht in elkaars rollen, taken en verantwoordelijkheden
Gestructureerde agenda ontbreekt of één betrokken partij bepaalt de agenda
Geen agendavoorbereiding voor regionaal overleg


22
ONDERSTEUNINGSVRAGEN & AANBEVELINGEN
Wij constateren dat de invulling van RCP sterk uiteen loopt, geen regio heeft dit hetzelfde georganiseerd. Dit betekent dat hun ondersteuningsvragen ook sterk van aard verschillen. Sommige regio’s zijn
op zoek naar handvatten voor de inrichting van RCP in hun regio. Andere regio’s willen helderheid over
opdracht, verwachtingen en rol van de betrokken partijen of richtlijnen over waar de focus van hun regionale raad kan of moet liggen. De 2e onderzoeksvraag, waarin we de behoefte naar ondersteuning
van de betrokken partijen in kaart brengen, is daardoor niet eenduidig te beantwoorden. Een deel van
de ondersteuningsvragen zijn regio specifiek, maar sommige zijn op meerdere regio’s van toepassing.
We hebben de ondersteuningsvragen terug kunnen brengen naar 5 categorieën.
Categorieën
Ondersteuningsvragen
1. Kennen van de regio
Welke cliëntenraden zijn er in onze regio? Wie zijn de bestuurlijk verantwoordelijken?
2. Definiëring RCP
Wat is regionale cliëntenparticipatie? Waar moet het aan voldoen en wie is eigenaar?
3. Organiseren van RCP
Welke vorm of structuur van RCP is passend in onze regio? Waar te beginnen of waar
aan te scherpen?
4. Taakstelling en
thema’s RCP
Welke regionale thema’s horen thuis in RCP? Wie is verantwoordelijk voor welke taken?
5. Regio specifiek
Hoe kunnen we de regio leren kennen (elkaar en de structuren?) Hoe kunnen we van
elkaar leren? Hoe en waar kunnen we terecht met aangeven van onze behoeftes en
ondersteuningsvragen?
We doen een 5-tal aanbevelingen, gebaseerd op bovenstaande categorieën, die we zo hebben geformuleerd dat ze van toepassing kunnen zijn op alle regio’s (en dus losstaan van keuzes en structuren
in regio’s). Een ondersteuningsprogramma op maat bestaat idealiter uit een generiek en een specifiek
gedeelte, dit laatste kan per regio invulling krijgen. De eerste 4 aanbevelingen zijn dan ook generiek, bij
de laatste aanbeveling behandelen we diverse opties afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte.
1.
Regionale kaart van cliëntenraden
Maak per regio inzichtelijk welke cliëntenraden er zijn en wie per raad het aanspreekpunt is. In verschillende regio’s is aangegeven dat de cliëntenraden niet op de hoogte zijn van elkaars bestaan
en ook niet weten waar en hoe ze elkaar kunnen vinden. Met regionale kaarten van de betreffende cliëntenraden, inclusief contactgegevens, kan dit voorkomen worden. Indien mogelijk kan
dit uitgebreid worden met duidelijkheid over aanspreekpunten bij de overheidsorganisaties uit de
regio. Dit maakt het voor cliëntenraden (en centrumgemeente) makkelijker:
 Om binnen de regio contact met elkaar op te nemen
 Om netwerkmogelijkheden te benutten
 Om uitwisseling van kennis en ervaring van cliëntenraden tussen regio’s te bevorderen
2.
Richtlijnen voor definitie en eigenaarschap van regionale cliëntenparticipatie
Regio’s worstelen met wat RCP is of zou kunnen zijn en wie eigenaar is van het organiseren van
RCP. Schep hier duidelijkheid over door kaders aan te bieden, waarbinnen de regio’s hun eigen
keuzes kunnen maken. Deze ontbreken nu en dit maakt dat regio’s blijven zoeken en schuiven omdat er geen richtlijnen of spelregels zijn waar ze zich aan kunnen binden. Een begin kan worden gemaakt door in de regio’s de volgende vragen te beantwoorden:
 Wat is cliëntenparticipatie?
 Welke thema’s worden regionaal besproken (rol en taken werkbedrijf, samenwerking in de arbeidsmarktregio)
 Welke regionale thema’s zijn belangrijk voor cliënten en daarmee voor RCP?
Waarna de regio’s aan de slag kunnen met de volgende vragen:
 Wanneer is er in onze regio sprake van RCP?
•
Minimale voorwaarden waaraan kan worden voldaan
23

•
Benodigde deskundigheid
•
Waar is RCPeen goed middel voor?
•
Stip op de horizon – waar doen we het eigenlijk voor?
Wie is of kan eigenaar zijn van het faciliteren van RCP?
•
Formele verantwoordelijkheid bij wethouder centrumgemeente
•
Opties bieden voor invulling van eigenaarsrol
Opties voor invulling van rol
RCP is eigenlijk een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bestuurlijk verantwoordelijken binnen de arbeidsmarktregio of het
regionaal Werkbedrijf. Dit kan worden vormgegeven door:
3.

Alle betrokken partijen evenredig te belasten, waarmee het eigenaarschap wordt verdeeld. Dit kan door de verantwoordelijkheid voor RCP bijvoorbeeld per jaar of wenselijke periode te rouleren.

Gezamenlijk te bepalen wie van de betrokken partijen deze portefeuille op zich neemt, waarmee continuïteit en affiniteit kan worden versterkt.
Fasering in het vormgeven van regionale cliëntenparticipatie
De regio’s (en vooral de cliëntenraden) zijn op zoek naar houvast en praktische ondersteuning om
RCP in een vorm of structuur te kunnen gieten die voor hen en de regio passend is. Maar vragen
zich ook af waar ze kunnen beginnen of waar ze effectiviteit kunnen behalen (hun inbreng er toe
bijdraagt dat de cliënt er beter van wordt). Regio’s missen grip op de regionale structuren en de
optionele paden die ze met elkaar kunnen bewandelen. Onderscheid verschillende fases die regio’s kunnen doorlopen en maak hiermee inzichtelijk welke stappen achtereenvolgens kunnen worden gezet. Geef ook voorbeelden van hoe het proces binnen elke fase kan worden vormgegeven,
biedt verschillende opties. Dan kan elke regio zijn eigen stappen of onderdeel uit een route kiezen
die van toepassing of wenselijk is op de speficieke context in deze regio. Op deze manier kunnen
ook ‘best practices’ van regio’s ter inspiratie dienen aan zoekende regio’s of er kan kruisbestuiving
tussen regio’s ontstaan. Houdt er rekening mee dat een goede lokale georganiseerde structuur
voorwaardelijk lijkt voor inbedding van cliëntenparticipatie op (sub)regionaal niveau.
1.
2.
4.
Voorbeeld van fase 1 met 2 optionele routes
Fase 1: initiatieffase
Cliëntenraden uit de regio zoeken elkaar pro-actief op om elkaar eerst te leren kennen  verkennen gezamenlijk de
situatie in de regio  brainstormen over wat RCP voor hen is en welke structuur hier voor hen bij past  zoeken contact
met bestuurlijk verantwoordelijke of aanspreekpunt van de centrumgemeente met hun voorstel van RCP
Bestuurlijk overleg van het regionaal Werkbedrijf zet RCP op de agenda  Maken afspraken over eigenaarschap 
Eigenaar levert informatie aan alle cliëntenraden in de regio over regionale structuren/ veranderingen en taakstelling
vorming van RCP  Cliëntenraden worden uitgenodigd tot gezamenlijke besluitvorming over invulling van RCP, wordt
informeel of formeel vastgelegd
Ordening in taakstelling en prioritering
Biedt inzicht in de taakstelling en thema’s die leidend zijn voor RCP. Er is in veel regio’s geen eenduidigheid over de opdracht en taken van enerzijds de cliëntenraden en anderzijds de bestuurlijk verantwoordelijken. Wie is waar verantwoordelijk voor? Wat is precies de regionale opdracht? De
regio’s zijn daarnaast zoekende naar hoe ze een prioritering kunnen aanbrengen in de door hun
geconstateerde taken en thema’s. Wat heeft op regionaal niveau voorrang, waar ligt het zwaartepunt van inspraak op regionaal niveau? Welke thema’s zijn regionaal geagendeerd en horen thuis
in RCP? Een manier om hier samen achter te komen is door een ‘customer journey’, oftewel klantreis te doorlopen.
24
Customer Journey - Klanttreis
Stel de klant centraal en daarmee de reis die de klant kan afleggen, gebruik deze als leidraad voor RCP.



Wanneer wordt of werd iemand “cliënt”? Begint zijn reis bij het UWV, de gemeente of het sociaal Werkbedrijf?
Welke stappen worden gezet, welke instanties zijn betrokken en hoe wordt de reis vervolgd?
Welke beslissingen worden er tijdens deze reis genomen en op grond van welke regelingen/afspraken? Waar zijn deze
regelingen en afspraken gemaakt?
Daarmee wordt inzichtelijk waar en waarom er invloed van cliënten moet zijn. Het uitvoeren van de klantreis doet een beroep op alle cliëntenraden en kan een basis bieden om met elkaar om de tafel te gaan.
5.
Regio specifieke ondersteuning – regionaal maatwerk
Sommige ondersteuningsvragen zijn regio specifiek en niet te vangen in een generieke ondersteuningsmethode. Omdat er ook vraag is naar ondersteunend maatwerk per regio, waar wordt ingespeeld op de specifieke arbeidsmarktcontext en de status quo waar de betrokken partijen zich met
elkaar in bevinden, geven we hier enkele voorbeelden.
 Organiseer regiobijeenkomsten, waarin invulling afhankelijk is van doelstelling:
•
•
•
Activeren van de regio: organiseer een ‘aftrap’ als eerste stap in het ontwikkelen van RCP,
nodig alle cliëntenraden (met werk en inkomen in hun aandachtsgebied) en bestuurlijk verantwoordelijken (regionaal Werkbedrijf: UWV, centrumgemeente & sociale partners) uit en
laat ze kennismaken met elkaar en de regio (de centrumgemeente kan dit bijvoorbeeld
initiëren). Maak inzichtelijk wat het regionaal Werkbedrijf doet, welke regionale thema’s
worden opgepakt en hoe er wordt samengewerkt in de regio. Cliëntenraden kunnen zich
op basis van deze informatie beraden of en hoe RCP vormgegeven kan worden, gelet op
de vormgeving van de regionale samenwerking en het Regionale werkbedrijf.
Informeren of scholen: er is behoefte aan meer scholing over regionale structuren en
thema’s , maar ook de Participatiewet en de interpretatie en effecten daarvan
Kennisuitwisseling tussen regio’s: laat regio’s elkaar ondersteunen, inspireren en informeren.
 Stem behoefte aan informatievoorziening en type informatie af met achterban:
•
•
•
Biedt regio’s adviesgesprekken aan, zodat cliëntenraden (of bestuurlijk verantwoordelijken)
in gesprek kunnen gaan over hun specifieke ondersteuningsvragen. Hierdoor voelen cliëntenraden zich gezien en gehoord en wordt hun deskundigheid bevorderd
Creëer ruimte voor agendering, zodat cliëntenraden in de regio’s zelf initiatief kunnen nemen tot het stellen van vragen, aandragen van knelpunten en aangeven van behoeften.
En op welke manier ze hier graag bij ondersteund willen worden
Organiseer themabijeenkomsten over thema’s die door cliëntenraden zijn aangedragen.
Besteed hierin ook aandacht aan de opvolging van deze bijeenkomsten, wat wordt er
mee gedaan of wat voor vervolg willen we hier met elkaar aan geven? Maak het bijvoorbeeld mogelijk met elkaar successen te kunnen delen.
25
COLOFON
Aanwezigen groepsinterviews
Zuid-Holland Centraal
Anna Hooijenga - Secretaris Werkbedrijf & beleidsmedewerker gemeente Zoetermeer
Constant Lindeman - Cliëntenraad/ begeleidingscommissie Zoetermeer
Erris Oskam - Voorzitter cliëntenraad/ begeleidingscommissie Zoetermeer
Gino Langer - Participatieraad Leidschendam-Voorburg & klankbordgroep 3 gemeenten
Jacqueline Dekker-Palm - UWV-Districtsraad lid
Laura Maliepaard - Beleidsmedewerker gemeente Leidschendam-Voorburg
Marjan van Kesteren - Participatieraad Leidschendam-Voorburg
Rob Heufke Kantelaar - Cliëntenraad sociale zaken Leidschendam-Voorburg
Groot-Amsterdam
Bert de Pijper - CNV-vertegenwoordiger
Brigitte Ran - Voorzitter cliëntenraad Diemen
Fons de Vries - Duo-voorzitter Participatieraad Amsterdam
Henny Siwabessy - FNV regio coördinator & bestuurder Werkbedrijf Groot-Amsterdam
Parmelia Hussain - Beleidsadviseur cliëntenparticipatie
Sven Daverveldt - Regionaal beleidsadviseur UWV
Drenthe
Alice Uineken - Regionale programmamanager arbeidsmarktregio
Henk Aasman - Cliëntenraad participatie en WSW de Wolden
Job Wolters - Ambtelijk trekker & beleidsmedewerker gemeente Borger-Odoorn
Wim Helder - Voorzitter cliëntenraad Emmen & voorzitter voorzittersoverleg cliëntenraden arbeidsmarktregio
Groningen
André Kurvers - Voorzitter WSW-raad Novatec
Astrid Kramer - Regiomanager WERKbedrijf UWV
Bé Bultena - Secretaris provinciaal netwerk cliëntenraden sociale zekerheid Groningen (+ lokale cliëntenraad)
Corrie Overbeeke - Voorzitter cliëntenraad Assen
Eko Steen - Adviseur cliëntenparticipatie UWV
Hilda Siertsema - UWV-districtsraad lid
Janny Bolhuis - Voorzitter provinciaal netwerk cliëntenraden sociale zekerheid Groningen (+ lokale cliëntenraad)
Wilfred Kats - UWV-districtsraad lid
Midden-Utrecht
Anton van der Vorst - Voorzitter decentrale cliëntenraad UWV Utrecht & Flevoland & cliëntenraad Utrechtse Werktafel
Bianca Rams - Cliëntenraad Utrecht & cliëntenraad Utrechtse Werktafel
Margot de Geest - Regiomanager WERKbedrijf UWV & stuurgroep participatie arbeidsmarktregio
Rob Esser - Directeur werk en inkomen Lekstroom & stuurgroep participatie arbeidsmarktregio
Wim Verhaak - Cliëntenraad werk en inkomen Lekstroom & cliëntenraad Utrechtse Werktafel
Rijk van Nijmegen
Anne van den Ende – Beleidsadviseur/ projectleider werkbedrijf Rijk van Nijmegen
Ben Penterman - Beleidsadviseur/projectleider werkbedrijf Rijk van Nijmegen
Hans Hautvast - Voorzitter kandidatenraad
Marian eijkemans - Regiomanager WERKbedrijf UWV
Peter Raijmann - Adviseur cliëntenparticipatie UWV
Zuid-Limburg
Manuel Stoffels - Regiomanager WERKbedrijf UWV
Lisette van de Gazelle - Beleidsmedewerker cluster sociale zaken Sittard-Geleen
Oebele de Vries - Voorzitter UWV-districtsraad
Herman Langeveld - Voorzitter adviesraad MO Heerlen
Achterhoek
Alphons Olthof - Voorzitter cliëntenraad sociale dienst Oost Achterhoek (3 gemeenten)
Gilles Gerth - Projectleider/ coördinator regionaal werkbedrijf
Joost Ruizendaal - Beleidsmedewerker sociale dienst Oost Achterhoek
Leen van der Heiden - Voorzitter sociale raad Doetinchem
Petra Helming - Beleidsmedewerker werk & inkomen & Regionaal coördinator P-wet (vanuit gemeente)
26
BIJLAGE: INVENTARISATIE DISTRICTSCLIËNTENRADEN UWV
Samenvatting en bevindingen onderzoek cliëntenparticipatie bij gezamenlijke dienstverlening Gemeenten en UWV door cliëntenraden UWV
De cliëntenparticipatie van UWV is georganiseerd in elf districtsraden en een centrale cliëntenraad. Als
het gaat om cliëntenparticipatie in de arbeidsmarktregio dan is dit een van de aandachtsgebieden
van de districtsraden.
Deze districtsraden zijn:
DHL
Den Haag & Leiden
GA
Groot Amsterdam
GMZ
Gelderland Midden & Zuid
LB
Limburg
MOB
Midden & Oost Brabant
NHN
Noord Holland Noord
NRD
Noord
OGN
Overijssel & Gelderland Noord
RMD
Rijnmond
UF
Utrecht & Flevoland
WBZ
West Brabant & Zeeland
Betrokkenheid 11 Districtsraden
 4 Districtsraden (NRD, NHN, UF en GA) geven aan dat er informatie over de gezamenlijke dienstverlening van Gemeenten en UWV, gericht op de Arbeidsmarktregio, met hen is gedeeld.
 5 Districtsraden (NRD, NHN, UL, GA en LB) geven aan dat er informatie over de ontwikkelingen bij
het Regionaal Werkbedrijf met hen is gedeeld.
 3 Districtsraden (NRD, OGN en GA) hadden de brief van de staatsecretaris en de voorzitter van de
LCR voor de inventarisatie al gelezen.
 4 Districtsraden (GA, NRD, OGN en UF) waren voorafgaand aan de inventarisatie op de hoogte
van het bestaan van de website www.samenvoordeklant.nl.
35 Arbeidsmarktregio’s
 Bij 10 Arbeidsmarktregio’s is er sprake van gezamenlijke Cliëntenparticipatie binnen de grenzen van
de eigen arbeidsmarktregio.
 Dit betreft de volgende arbeidsmarktregio’s: Drenthe, Steden driehoek Noord West Veluwe, Rijk van
Nijmegen, Midden Utrecht, Amersfoort, Flevoland, Noord Holland Noord, Midden Brabant, Helmond
de Peel, Noord Oost Brabant.
 Bij 25 Arbeidsmarktregio’s is geen gezamenlijk cliëntenparticipatie, waar ook een cliëntenraadslid
van UWV aan deelneemt.
Bij 1 van de 35 Arbeidsmarktregio’s sluit een raadslid aan bij een overleg in een andere arbeidsmarktregio, dit valt buiten het bereik van het onderzoek.
Hieronder treft u een uitwerking aan van de aangetroffen gezamenlijke overlegstructuren.
10 x gezamenlijke cliëntenparticipatie
Overlegvorm:
 Bij 1 Arbeidsmarktregio gaat het om een bestaand UWV-overleg, waar gemeentelijke cliëntenraadsleden, bij aangesloten zijn. Dit betreft Flevoland
 Bij 2 Arbeidsmarktregio’s gaat het om een bestaand Gemeentelijk-overleg van een Gemeentelijke
cliëntenraad, waar de raadsleden van UWV bij aangesloten zijn. Dit betreft: Midden Brabant en
Helmond de Peel
27
 Bij 7 Arbeidsmarktregio’s gaat het om een nieuwe overlegvorm van cliëntenraadsleden gemeenten en cliëntenraadsleden UWV, gericht op de dienstverlening (Arbeidsmarktregio en Regionaal
Werkbedrijf) van gemeenten en UWV samen. Dit betreft: Noord Oost Brabant, Drenthe, Stedendriehoek Noordwest Veluwe, Noord Holland Noord, Midden Utrecht, Amersfoort, Rijk van Nijmegen.
Netwerk
 Bij 5 Arbeidsmarktregio’s is een volledig netwerk van alle raden o.b.v. e-mailadressen beschikbaar.
Dit betreft: Drenthe, Stedendriehoek Noordwest Veluwe, Midden Utrecht, Midden Brabant, Helmond de Peel.
 Bij 5 Arbeidsmarktregio’s is een gedeeltelijk netwerk o.b.v. e-mailadressen deelnemers beschikbaar.
Dit betreft: Amersfoort, Flevoland, Noord Holland Noord, Rijk van Nijmegen, Noord Oost Brabant;
 Bij 25 Arbeidsmarktregio’s is geen netwerk cliëntenraden beschikbaar
Gesprekspartner gezamenlijk overleg AMR en Regionaal werkbedrijf
 Bij 6 Arbeidsmarktregio’s is een Gesprekspartner betrokken. (Bij 2 Arbeidsmarktregio’s is een beleidsmedewerker actief). Dit betreft: Drenthe, Midden Utrecht Stedendriehok Noordwest Veluwe, Rijk
van Nijmegen. Bij Noord Holland Noord en Helmond de Peel is een beleidsmedewerker actief.
Gesprekspartner met ‘Mandaat’ bestuurlijk overleg
 Bij 2 Arbeidsmarktregio’s is een portefeuillehouder benoemd om namens het bestuurlijk overleg gesprekspartner te zijn voor de gezamenlijke cliëntenraden. Dit betreft: Drenthe, Stedendriehoek
Noordwest Veluwe
Samenwerking bestuurlijk overleg en betrokken raadsleden
 Bij 2 Arbeidsmarktregio’s zijn er samenwerkingsafspraken tussen het bestuurlijk overleg en de gezamenlijke cliëntenraadsleden gemaakt. Dit betreft: Drenthe en Stedendriehoek Noordwest Veluwe
Invloedgunning gezamenlijke dienstverlening
 Bij 2 Arbeidsmarktregio’s zijn er afspraken gemaakt over de wijze waarop de gezamenlijke deelnemers worden geïnformeerd en over de wijze waarop zij gezamenlijk invloed kunnen nemen. Dit betreft Drenthe en Stedendriehoek Noordwest Veluwe
 Bij 1 Arbeidsmarktregio zijn geen afspraken gemaakt maar wordt er wel materiaal voorgelegd en
mogen de deelnemers daar vervolgens op reageren. Dit betreft Midden Utrecht
Opmerkingen over belemmeringen (respondenten)
 Netwerk: Het is onduidelijk welke gemeentelijke cliëntenraden er zijn. Het netwerk van betrokken
cliëntenraden is onvoldoende in beeld. Partijen kunnen elkaar niet makkelijk bereiken. Er zijn nogal
wat gemeenten, het zou dus een hele klus zijn om contact te onderhouden met al de cliëntenraden van alle gemeenten.
 Samenwerking: Een deel van de raden doet nu nog niet mee. Een enkele keer is een vraag geweest van een andere cliëntenraad, tot op heden zijn er geen raakvlakken gevonden voor samenwerking. Wat betreft de gemeentes is bij onze cliëntenraad niets bekend over enige communicatie.
De samenwerking gaat uiterst moeizaam omdat met name de verschillende gemeenten hun eigen
belangen hebben. De deelnemende raadsleden komen voor de eigen klantgroepen op. Het gaat
vooral over dienstverlening gemeenten. Deel van de gemeentelijke raden willen niet deelnemen.
 Startfase: Het overleg is net gestart. Voorzitter moet nog worden gekozen. Convenant afgeblazen.
Er zijn praktische werkafspraken gemaakt. Er ontbreekt een duidelijke overlegstructuur. Onafhankelijk voorzitter heeft nauwelijks kontakten met de leiding van het Regionaal Werkbedrijf.
 Informeren: We worden niet geïnformeerd over het regionale werkbedrijf. Geen vaste gesprekspartner.
 Invloed: Bespreken en afbakenen van (informele) bevoegdheden klankbordgroep voorzitters t.o.v.
formele bevoegdheden cliëntenraden in de arbeidsmarktregio bleek nodig.
28
Beeldvorming
Raden weten onvoldoende wat er van hen wordt verwacht. Aandacht en energie van raadsleden
wordt grotendeels in het eigen raadswerk gestoken. De meeste raden weten niet precies hoe de gezamenlijke dienstverlening van Gemeenten en UWV er precies uitziet. De Burgers/cliënten die de gezamenlijke dienstverlening (zouden moeten) afnemen zijn bij de meeste cliëntenraden niet in beeld.
De Arbeidsmarktregio’s en de Regionale Werkbedrijven hebben (nog) geen digitaal kanaal waar benodigde informatie op 1 centrale plek wordt aangeboden en dus makkelijk te vinden is. De toegangspoort tot de dienstverlening voor Burgers en de (wettelijke) vertegenwoordigers is lastig te vinden.
Voor het opzetten van een vorm van gezamenlijke cliëntenparticipatie is een gesprekspartner en informatie over de dienstverlening en over de veranderingen nodig. Het opzetten van een werkbare (slagvaardige) samenwerkingsvorm tussen bestuurders en alle betrokken raden blijkt een flinke puzzel (Door
onder andere: groot aantal betrokken partijen, vindbaarheid, aantal deelnemers, werkafspraken maken). Noodzaak en meerwaarde cliëntenparticipatie rondom de gezamenlijke dienstverlening gericht
op de Arbeidsmarktregio en op het Regionaal Werkbedrijf wordt nog niet (in)gezien.
“Managers van Gemeenten, Managers van UWV en leden van cliëntenraden weten geen van allen of cliëntenparticipatie
überhaupt nodig is binnen de Arbeidsmarktregio’s. Terwijl daar op dit moment wel veel beslissingen genomen worden o.a.
over hoe en welke cliënten naar werk worden begeleid, hoe die matches tot stand komen en ook over de begeleiding
daarna.”
Centrale Cliëntenraad UWV
www.clientenraad-uwv.nl
29