infosheet - Bouwend Nederland

Download Report

Transcript infosheet - Bouwend Nederland

Kie s vo or Bou wen
Wat wil
Bouwend Nederland?
Aanpassing van:
• De verplichte transitievergoeding in
de WWZ. Na een ontslagprocedure
via het UWV geen transitievergoeding.
• De ketenbepaling waardoor er tussen
opvolgende tijdelijke contracten
minstens zes maanden wachttijd zit;
dit is voor veel bedrijven een belemmering. Het risico dat werknemers
enkel drie maanden langer in de
WW zitten is reëel.
• De loondoorbetalingsplicht bij ziekte.
Die moet worden teruggebracht.
Een alternatief is een collectieve
basisverzekering voor alle werkenden
waarmee het risico beheersbaar wordt.
Interview met Maxime Verhagen
“In alle gesprekken die ik met onze leden heb over werkgeverschap, is één ding overduidelijk:
bouwers zouden het liefst met voornamelijk vast personeel werken.” Maxime Verhagen, voorzitter
van Bouwend Nederland, is er duidelijk over. Dus geen flex? “Natuurlijk blijft een flexibele schil
nodig, maar veel beperkter.”
“Die schil zou moeten bestaan uit – ook weer een
vaste groep – gespecialiseerde onderaannemers en
zzp-ers. Zo kan de bouwer kwaliteit leveren, mensen
opleiden en de bedrijfscultuur verankeren.”
Want er is werk genoeg in de bouw?
“Zeker als we kijken wat er in de komende jaren,
tientallen jaren zelfs, nog allemaal gebouwd,
aangelegd, onderhouden en gerenoveerd moet
worden, dan is duidelijk dat we als bouw weer veel
mensen blijvend aan ons willen binden. Dat is niet
altijd hetzelfde als ‘iedereen meteen een vaste
baan’. De laatste jaren is die vastigheid bovendien
eerder moeilijker dan makkelijker gemaakt. Het
in dienst nemen en/of houden van vast of zelfs
tijdelijk personeel brengt grotere financiële
risico’s met zich mee.”
Waar hebben we het dan over?
“Bijvoorbeeld de loondoorbetalingsplicht
bij ziekte plus de verantwoordelijkheid
(en financiële risico’s die daarbij
horen) voor tijdelijke werknemers die
ziek uit dienst gaan. Daarbij is er een
stijging van sociale premies en ook
kun je aansprakelijk zijn voor correcte
betaling van niet-eigen werknemers.
Dat zijn belangrijke ontwikkelingen.
Om nog te zwijgen van de verplichte
transitievergoeding bij ontslag en de
beperking voor het aanbieden van
opeenvolgende tijdelijke contracten.”
Vast of flex
“Werkgevers in de bouw- en infrasector willen
niets liever dan investeren in eigen personeel
vanwege vooral de binding met het bedrijf.
Maar we zien een tegengestelde beweging:
werkgevers vluchten in flex. Waarom? Alle
risico’s die ik net noemde zijn gekoppeld aan
het formele werkgeverschap. Maar bij flexarbeid
ligt dat werkgeverschap niet bij de inlener –
ofwel het bouwbedrijf – maar het bestaat
simpelweg niet of het ligt bij een andere partij.
Bijvoorbeeld het uitzendbureau.”
“Er is nu een stapel wetten en regels die werkgevers steeds weer verplichtingen oplegt. Als
je die nog niet aankunt, omdat je bijvoorbeeld
net een heel zware crisis hebt gehad, zoals in
de bouw, dan probeer je die grote stapel te
ontwijken. Voorspelbaar gevolg is dan: weer
meer nieuwe wetten en regels te maken. En
zo gaat het al een tijdje door.”
Hoe komen we hieruit? “Er moet weer
een gezonde balans komen tussen vast en flex.
Het werkgeverschap moet dus aantrekkelijker
worden gemaakt. Misschien wel door het sociale
stelsel te veranderen. Hoe dan ook, stop met
het hoger opstapelen van wetten en regels!”
“Eén ding staat voor Bouwend Nederland
vast: minder lastendruk betekent meer vaste
dienstverbanden. Dan wordt werkgeverschap
aantrekkelijker. Dat is uiteindelijk beter voor
ondernemers, werknemers én overheid.”