Onderzoek inzake de fosfaatverwijdering uit afvalwater te Elburg en

Download Report

Transcript Onderzoek inzake de fosfaatverwijdering uit afvalwater te Elburg en

IR. R. KARPER, IR. A. H. DIRKZWAGER
Rapport no. 2van het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater, Voorburg
Onderzoek inzake de fosfaatverwijdering uit afvalwater
te Elburg en Harderwijk
Dit tweede rapport behandelt de fosfaat-reductie als
functie van de toegediende ijzerchloride dosering te
Elburg.
31
— X 15 X 1,8 = 8,8 mg. In het artikel „Fosfaatver95
wijdering uit afvalwater", H2O (4) 1971, nr. 4 is er reeds
op gewezen, dat uit laboratoriumonderzoek op het RIZA
verricht, bekend is dat in Elburg voor het verkrijgen
van een fosfaat-reductie van tenminste 85 % de toe te
voegen hoeveelheid ferrichloride meer dan 2 X de
stoechiometrische hoeveelheid moet bedragen, dat Wuhrmann stelt dat een overdosering van Fe(III) boven de
stoechiometrisch noodzakelijke hoeveelheid vereist is om
een goede vlok- en neerslagvorming van het slib te waarborgen, en dat Thomas beweert, dat de vereiste hoeveelheid ijzerchloride als gevolg van de fosfaatbindende
werking van het retourslib bij het „Eisen-RückschlammVerfahren" (Simultan-Verfahren) geringer kan zijn dan
de stoechiometrisch berekende hoeveelheid.
Voor Elburg werd de dosis Fe(III) vastgesteld op 20 mg
per liter afvalwater. Uit bedrijfstechnische overwegingen
is gekozen voor het gebruik van FeCl3 in een 41 gewichtsprocentige oplossing. Een dosering van 20 mg
Fe(III) per liter afvalwater komt overeen met
Ten aanzien van Harderwijk zal deze materie in een
afzonderlijke mededeling worden behandeld.
Ten einde in staat te zijn een mogelijke invloed van de
gedoseerde chemicaliën op de zuiveringstechnische werking van de installatie vast te stellen is voorafgaand
aan het eigenlijke onderzoek gedurende de maanden
oktober, november en december 1971 een bemonstering
van de onderscheidene zuiveringstrappen doorgevoerd.
De resultaten van deze monsterneming staan vermeld
in tabel I. In dit zelfde kader werd op 18 november en
13 december 1971 het actief-slib uit beide beluchtslib
tanks aan een hydrobiologisch onderzoek onderworpen.
De uitslag van dit onderzoek is in tabel II en in tabel III
opgenomen.
Per 1 januari 1973 waren op de installatie te Elburg
ongeveer 63.000 inwonerequivalenten, waarvan 27.000
inwoners aangesloten. De installatie is ontworpen voor
100.000 inwonerequivalenten, 36.350 inwoners en 63.650
industriële equivalenten.
Zoals in rapport no. 1 reeds is vermeld wordt te Elburg
ter verwijdering van het fosfaat aan het actiefslibproces
ijzerchloride toegevoegd. Voor de raming van de benodigde hoeveelheid FeCl» werd uitgegaan van een
fosfaatgehalte in het afvalwater van 15 mg/l, overeenkomstig het resultaat van een in 1970 doorgevoerde bemonstering van de zuiveringsinrichting.
De voor deze waarde stoechiometrisch vereiste hoeveelheid driewaardig ijzer bedraagt per liter afvalwater
162,2
100
= 145 mg FeCl 3 41 gew. % per
55,8
41
liter afvalwater. Deze waarde is in het eerste rapport
inzake de fosfaatverwijdering uit afvalwater te Elburg
en Harderwijk, H2O (6) 1973,nr. 5 reeds aangegeven.
De gemiddelde dagelijkse waterhoeveelheid bedroeg
over de periode van bemonstering in 1970, 13.875 m 3 .
Volgens bovenstaande beschouwing zou dagelijks
X 20 X
TABEL I
AFLOOP OXYDATIEBED
NA BEZ. .DEC.
DATUM
ao.D. C.O.D. tot.P ' C l " '
mg/l mg/l
5/6-10-Vl
30
95
6,4
104
7,5
25
1 3 5 24,6
82
18/19-10-71
35
1 5 0 2 8,5
87 i 7,4
28/29-10-71
15
1 6 0 1 7,6
103 ; 7,6
*f°~-7l
1/11
"
5
6/7-11->l
20
23,7 i 92
- —
95 28,3
(•
AFLOOP
zwstofgl-rast baz. 'index
mg/l
•/• m^l ml/g
13/14-10-71
90
AERATIETANK
7,3
7,8
BO.D CO.D. tot.P Fe3zodjFa3frttr
mg/l mg/l ' ©
mg/l : mg/1
®
0.12 0,12 !' 102 i 7,2
50
6,4
11
75
24,9
0,08 0,06
8 6 j 7.5
19
>96
10
80
28,0
0,20
0,17
63
19
>96
22,7
0,14
0,13
13
>96
22,4
0,11 0,10
10
>96
8,0
8
>96
7,5
40
146
1 7 1 8 ; 1 7,1
210
122
2 2 6 9 18.7
210
93
1 7 1 0 1 7,0 2 0 0
117
5
25
80
4
40
7
60
267
0,26 0,23
86
136
160
troeb.h meth.b
ur«n
mg/l
1 5 8 0 24,5 230
1 9 9 5 , 1 9,7
9
7,5
102
97
18
7,8
7,7
8,1
-
-
240
—
95
25 5
1 8,5
143 i 7,3
2 5 9 5 15,3
260
100
40
115
18,1
0,66 0,45
17/l8-11-"71
40
135
31,5
11 9
23 50 1 7,3
230
98
20
82
27,6
0,18 0,08 141
24/2541-71
19,120
21 8 0 22,3
270
124
9
75
17,6
0,42 0,18
127
7,8
25 6 0 22,4
2 6 0 101
12
60
20,2
0,49 0,40
110
87
7
35
18
0,09 0,11
109
7,8
4
45
10,2
0,05 0,09
66
7,7
5
55
6,0
0,08 0,08 121
7,9
6,8
9,9 1 27 ' 7,6
27/28-11-"71
11
12/13-12-71
_
13/14-12^71
20
16/17-12^71
15
100
24
8 0 11,2
14 0
6,9
8 0 14,2
—
7,5
1 7 2 5 25,7 ; 250 145
71
7,7
22 50 24,0 i 240 107
;
:
j
2 2 6 5 ! 28,5 ; 2 4 0 106
]
.
.; ......
132
113
7,6
7,6
!
27/28-12-Î71
20
—
' — ' 250
5
—
Q)
OVEREENKOMEND
MET
[•
•
40
2 2 5 5 I 26,9 | 1 8 0 ! 80
11 8 , 2 8 164 ! 6,7
VERKLARING: CD ALS mq P O ^ " / l
©
212
>96
totaal P
©
354
VERS SLIJK
drrest 9 l 5
™ " PH
gew%
UITGEGIST
dnrestglrest
gew7. 7.
4,3
PH
6,9
JLIJK
vl.votz.alkal.
®:©
3,1
20,9 5,2
3 4 5 2627
738
3,5
24,2 5J3
3.8
41,2
7,0
343 3 4 6 0
345
3fl
22,7
6P
4.0 41,4
7,2
2 3 5 2635
-
1,9
22.0
5,9
4,3
41j6
6,9
235 3256
345
2,5
19.1
6,5
3.9 41,2
7,0
2 6 9 3265
8,7
24.1 ; 6,1
3,9 429
7,0
413 3588
-r '
90
12/13-11-71
10/11-12-71
SLIJKWATER
NA BEZ.DEC.
NABEZINKBASSIN
7,4
4-- 13,9
0,40 0,05 113 ,7,8
41 6
2,1
22,8 j 5,7
4.1
423
6,9
2 3 3 3367
>96
485
3,2
23.2 ' 6,1
1,8
41,5
6,9
213 3 4 8 5
-
>96
455
3,4
25,8
6p
1.2
4qs
8,9
295 2860
18
l>96
430
3,3
22,8
62
3,6
41,8
8,9
163 3 6 4 5
24
>56
226
1,3
267
8,1
4,5
40,8
7,0
423 3207
15
>96
154
2,9
45,5
63
2,9
40£
7,0
3 9 0 3878
17
>96
3,3
25,1 ! 56
3,1
41,2
7,0
428:3377
14
>96
406
3/6
243 | 5,9
3,6
4Q0
7,0
1 9 5 3357
>96
438
1,0
4 0 7 j 59
3
2 4P
6,9
240J4005
22
] 18
|> 5
3
i 50 ! 2 0 i 0,19 0,09 12 9 ! 7,6
mg
INFUSORIENAAROE / l
ALS mg AZIJNZUUR / kc
H20 (6) 1973, nr. 9
TABEL II
In de tabel zijn de in de monsters aangetroffen soorten, behorende
tot de microflora en -fauna, waargegeven met de frekwentie
per soort.
TABEL III
13 december 1971
Tanknr.
I
II
CYANOPHYTA
Oscillatoria sp.
EUGLENOPHYTA
Phacus acuminatus
Trachelomonas volvocina
+
= 1 X aangetroffen ;
++
= enige malen aangetroffen ;
+ + + = regelmatig gevonden.
CHRYSOPHYTA Diatomeae
Achnantes sp.
18 november 1971
Tanknr.
II
I
CYANOPHYTA
Oscillatoria sp.
++
CHRYSOPHYTA Diatomeae
Achnantes sp.
Nitzschia sp.
++
+
PROTOZOA Sarcodina
Amoeba guttata
A. Umax
A. velata
Diplophrys archeri
++
+
++
++
++
++
++
+
+++
++
+++
++
++
+
+++
++
+
++
++
++
++
++
++
++
++
++
++
ROTIFERA
Macrotrachela nana
Rotaria rotatoria
NEMATODA
ANNELIDA
Aelosoma hemprichii
Nais variabilis
+
+
+
PROTOZOA Sarcodina
Amoeba gracilis
A. guttula
A. vespertilio
Diplophrys archeri
++
++
++
++
PROTOZOA Ciliata
Aspidisca costata
A. lynceus
Chilodonella cucullulus
C. uncinata
Colpoda cucullus
Epistylis sp.
Euplotes patella
Hemiophrys fucidens
H. procera
Lionotus fasciola
Oxytricha saprobia
O. sp.
Paramaecium caudatum
Stentor coeruleus
Vorticella sp.
+
PROTOZOA Ciliata
Aspidisca costata
Epistylis sp.
Euplotes sp.
Lionotus fasciola
Vorticella sp.
Zoothamnion sp.
CHLOROPHYTA Chlorococcales
Ankistrodesmus falcatus
Pediastrum boryanum
Scenedesmus opoliensis
++
+
++
+++
+
++
+
++
++
+
++
++
+++
++
+
+
++
+
++
+
+
+++
PROTOZOA Suctoria
Tokophrya quadripartita
ROTIFERA
Macrotrachella nana
Rotaria rotatoria
NEMATODA
ANNELIDA
Aelosoma hemprichii
Nais variabilis
+++
++
++
++
++
+
++
++
++
++
+
TABEL IV
Proefperioden 1972
30/7—11/9
dosering
[1 FeCl 3 41 gew. %/uur]
totaal fosfaat influent *
[mg/l P 0 4 » - ]
totaal fosfaat afloop
oxydatiebed * [mg/l PO4 3 -]
reductie t.o.v. influent [%]
totaal fosfaat afloop nabezinktank [mg/l P 0 4 s - ]
reductie t.o.v. influent [%]
reductie t.o.v. afloop
oxyratiebed [%]
waterhoeveelheden per
etmaal ** [m3]
***
Fe(III) : P
***
* na bezinken en decanteren
*** laagste en hoogste waarden
H20 (6) 1973, nr. 9
19/9—9/10
12/10—9/11
1973
9/11—27/11 : 27/11—8/ 12 : 17/12—2/1
2/1—22/1
60
20
40
50
60
70
80
25,1
25,9
25,4
18,7
23,4
24,4
21,7
12,3
50
17,7
30
15,9
36
10,9
39
12,6
45
12,5
51
12,2
41
2,0
91
7,8
71
3,6
84
2,5
86
1,4
94
0,7
97
0,46
98
81
50
76
76
89
94
96
12.900
10.500
11.650
14.650
11.850
9.000
11.050
5.950—27.100 4.150—13.750 5.800—17.600 6.300—27.000 6.600—14.500 3.650—13.800' 5.200—13.900
8,2
2,0
3,8
5,8
6,8
12,7
10,6
2,4—28,4
0,8—5,0
1,9—10,0
2,0—12,7
3,7--13,2
4,1—42,0
4,4—23,9
** incl. recirculatie, indien aanwezig
213
13.875 X 145
X
ca. 1.400 liter ijzerchloride
1,45
1.000
41 gew. % per dag toegevoegd moeten worden. Het
soortelijk gewicht van het ijzerchloride is ongeveer 1,45.
Aangezien de aanvoer vijzel op de installatie te Elburg
24 uur per etmaal in werking is, kan de dosis FeCl3 41
gew. % op ongeveer 60 liter per uur worden gesteld.
In de periode waarop dit rapport betrekking heeft,
werd slechts tijdens de weekends effluent gerecirculeerd.
De doses ijzerchloride werden in een gelijkmatig over
het etmaal verdeelde hoeveelheid op het kopeinde van
de actief-slib tanks — verblijftijd ca. 25 minuten bij
maximale vijzelcapaciteit (1800 m 3 per uur) — aan het
waterslib mengsel toegevoegd (zie afb.).
g. Slijkwater.
één dag per week:
totaal fosfaat.
De monsterneming werd zoveel mogelijk proportioneel
uitgevoerd. De monsters, bestemd voor de fosfaatbepalingen werden in verband met de tijd die tussen
monsterneming en analyse verstreek met behulp van
chloroform geconserveerd. De overige monsters werden
zo nodig in de ijskast opgeslagen.
De resultaten met betrekking tot de reductie in totaal
fosfaat staan grafisch in de afb. 1 t / m 5 vermeld. De
afb. 6, 7 en 8 geven frequentieverdelingsdiagrammen,
die aan eerdergenoemde grafieken zijn ontleend.
Het totaal fosfaat werd bepaald overeenkomstig de
methode, die op bijlage 1 staat aangegeven.
Tabel IV geeft een samenvatting van de resultaten over
de verschillende proefperioden.
De eerste proefperiode is op 18-7-'72 gestart. Daar in
het algemeen in het begin van elke periode het proces
van fosfaatverwijdering zich moet aanpassen aan de
veranderde dosis ijzerchloride kunnen de data van de
in de tabel aangegeven proefperioden afwijken van de
in de grafieken opgenomen data.
Er wordt op gewezen dat deze data eveneens voor de
frequentieverdelingsdiagrammen zijn aangehouden.
De aangegeven waarden zijn de rekenkundig gemiddelden over de beschouwde perioden. De verhouding Fe
(III, in grammen) : P (in grammen) werd berekend op
basis van het totaal fosfaat afloop oxydatiebed (na
bezinken en decanteren).
Het bemonsteringsprogramma omvatte de volgende punten en analysen:
a. Influent na bezinken en decanteren.
dagelijks: totaal fosfaat;
één dag per week: BODs, COD, C l - en pH.
b. Afloop oxydatiebedden na bezinken en decanteren.
dagelijks: totaal fosfaat;
één dag per week: BOD5, COD, C l " en pH.
c. Aeratietank.
één dag per week:
zwevende stof, gloeirest,
bezinking en slibindex.
d. Afloop nabezinktank.
dagelijks: totaal fosfaat;
één dag per week:
BOD5, COD, Fe»+ als zodanig,
Fes+ na filtratie, C l - ,
pH, troebelheid en
de methylaehblauwproef.
e. Vers-slijk.
één dag per week:
droogrest, gloeirest en pH.
f. Uitgegist-slijk.
één dag per week:
droogrest, gloeirest, pH,
vluchtige vetzuren en alkaliteit.
214
De resultaten van de wekelijkse monsternemingen, die op
de werking van de rioolwaterzuiveringsinstallatie betrekking hebben, staan in tabel V vermeld.
De uitslag van een hydrobiologisch onderzoek naar
het actief-slib van de beide beluchtingstanks op 11 januari 1973 (dosering FeCl 3 41 gew. % = 2 X 40 l/uur)
is opgenomen in tabel VI.
Uit het verrichte onderzoek te Elburg zijn de volgende
conclusies te trekken:
— Het blijkt zeer wel mogelijk in Elburg met behulp
vaa het Simultan-Verfahren het gehalte aan fosfaat
in het afvalwater vergaand te reduceren (zie afb. 9).
De hoeveelheid totaal fosfaat in grammen per
inwonerequivalent per dag bedroeg te Elburg gedurende
de proefperioden gemiddeld 1,4 (0,4-4,2), uitgedrukt in
P; bij de vaststelling van dit getal werd de fosfaat
bijdrage door de overloop van slijkwater uit de gistingstanks niet in mindering gebracht. Met behulp van de
oxydatiebedden werd een totaal fosfaatreductie van
ongeveer 42 % verkregen. De fosfaat-reductie tengevolge
van het actief-slib proces was, zoals uit de bemonstering
gedurende de maanden oktober, november en december
1971 blijkt, van geringe betekenis (tabel I).De aanvankelijk
geraamde dosis ijzerchloride 41 gew. % van 60 l/uur
leverde bij een Fe(III) : P verhouding van 8,2 resp. 6,8
een totaal fosfaat-reductie van 91 % resp. 94 % ten
opzichte van het influent, en 81 % resp. 89 % ten opzichte van de afloop van de oxydatiebedden (beiden
na bezinken en decanteren) op.
H20 (6) 1973, nr. 9
4-- INFLUENT (INCL. RECIRO .GEMIDDELD:
-. NA BEZ » DEC.
H AFLOOP OXYDATIEBED
^ NA BEZ • DEC.
.GEMIDDELD:
| AFLOOP NABEZINKBASSIN .GEMIDDELD:
DOSIS FeCU 41gew.% : 2x301 per uur
mg/l
PO?"
Afb. 1.
Afb. 3. ».
Afb. 2.
] INFLUENT (INCL.RECIRC.)
I NA BEZ. • DEC.
AFLOOP OXYDATIEBED
NA BEZ. • DEC.
AFLOOP NABEZINKBASSIN
.GEMIDDELD:
n INFLUENT HNCLRECIRC.)
U NA BEZ. * DEC.
.GEMIDDELD :
CT AFLOOP OXYDATIEBED
o NA BEZ.* DEC.
.GEMIDDELD :
| AFLOOP NABEZINKBASSIN
.GEMIDDELD:
DOSIS FeCI 3 i l g e w . V t : 2»
.GEMIDDELD :
20 l per uur
.GEMIDDELD:
DOSIS FeCij 41gew 'U- -2*10.1 per uur
nWl
12-13-14-15-16-17-18-19-20-21-22-23-24-25-26-27-23-29-30-1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9
SEPTEMBER 1972
H20 (6) 1973, nr.9
OKTOBER 1972
&-10-11-12-13-14-15-16-17-18-19-20-21-22-23-24-25-26-27-28-29-30-31-1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 OKTOBER 1972
1972
l
215
n INFLUENT ( 1NCL. RECIRC.)
U NA BEZ. * DEC.
, GEMIDDELD:
RJ AFLOOP OXYDATIEBED
B NA BEZ. • DEC.
.GEMIDDELD:
| AFLOOP NABEZINKBASSIN
, GEMIDDELD :
mg/l
27-28-29-30 - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 | NOV. 1972
|
DECEMBER
10-11-12-13-14
19
Afb. 4.
Afb. 5.
n INFLUENT (INCL.RECIRC,)
U NA BEZ. • DEC.
GEM:--
n AFLOOP OXYDATIEBED
S NA BEZ • DEC.
GEM:
| AFLOOP NABEZINKBASSIN
GEM:
T>g/l
mB
/'_
PO3,
14-15-16-17-18-19-20-21-22-23-24-25-26-27-28-29-30-31-1- 2
DECEMBER
216
1972
|JANUARI 1973 |
DOSIS FeCl 3 i l gew. V.
,6
2-3-4-5-6-7-
- 9-10-11-12-13-14-15-16-17-18-19-20-21-22
JANUARI 1973
H20 (6) 1973, nr. 9
Uit periodiek verrichte analyses is gebleken, dat de
genoemde percentages door filtratie van het effluent
nog aanzienlijk verhoogd kunnen worden.
— De bewering van Thomas dat de vereiste hoeveelheid
ijzerchloride geringer kan zijn dan de stoechiometrisch berekende hoeveelheid, werd te Elburg niet bevestigd; om fosfaat-reducties van enige betekenis te verkrijgen dienen Fe (III, in grammen) : P (in grammen)
verhoudingen te worden aangehouden, die de waarde
van 1,8 aanzienlijk overschrijden.
— Gedurende de proefperioden werd ten opzichte van
de oorspronkelijke bemonstering in 1971 geen verslechtering van de BOD5 van het effluent geconstateerd.
Het zwevende stofgehalte in het effluent schommelde
tussen 5 en 21 mg per liter. De concentratie van Fe(III)
in de afloop varieerde van 0,09 tot 4,44 mg/l met een
uitschieter van 13,23 mg/l. Na filtratie bedroeg de
variatie van 0,06 tot 0,64 mg/l.
Bij de monsterneming van 1971 werden gehalten van
0,05-0,68, resp. van 0,05-0,45 mg Fe(III) per liter
gevonden. Het Fe(III) werd bepaald met behulp van de
atoomadsorptiespectrofotometer. Het aantal analyses
over de verschillende afzonderlijke proefperioden wordt
te gering geacht om per periode gehalten op te geven.
Alhoewel er een duidelijke stijging in de Fe(llI)-concentratie is waar te nemen, lijkt deze verhoging op het
eerste gezicht voor lozing op het oppervlaktewater wel
aanvaardbaar.
— De toevoeging van ijzerchloride aan de actief-slib
tanks leidt tot een toeneming van de gloeirest van het
actief-slib. Uit de tabellen valt af te leiden, dat de oorspronkelijke gloeirest, 15,3-28,5% (gemiddeld 21,5%)
door de dosering van het ijzerchloride toeneemt tot
33,2 -61,2 % (gemiddeld 47,8 % ) .
Het aantal soorten behorende tot de microflora en -fauna
in de actief-slib tanks lijkt als gevolg van de dosering
van ijzerchloride te worden gereduceerd.
Afb. 6.
AANTAL KEREN
AANTAL KEREN
h n i ï l ÏÏÎ-
fl
0 - 2 - 4 - 6 -8-10-12-14-16-16-20-22-24-26-28-30-32-34-36-38-40-42-.44
-O-
^~~
0 - 2 - 4 - 6 - 8 - 1 0 - 1 2 - 1 4 -16-18-20-22-24-26-28-30-32-34-36-38-40-42-44
mg/l
P0 3"
4
AANTAL KEREN
AANTAL KEREN
AFLOOP
0XYDATIEBED
AFLOOP
m
mg/l
0 - 2 - 4 - 6 - 8 -10-12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34-36-38-40-42-44
AANTAL KEREN
PO'"
OXYDANEBEO
i l l '
0 - 2 - 4 - 6 - 8 -10-12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34-36-38-40-42-44
p 0 3U
AANTAL KEREN
AFLOOP
NA8EZINKBASSIN
AFLOOP
NABEZINKBASSIN
13 12 -
mg/l
I I I I I ! I I I I I I I I ] ! I !
0 - 2 - 4 - 6 - 8 -10-12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32 -34-36-38-40-42-44
DOSERING FeCI 3 : 2x30 1per uur PERIODE
H20 (6) 1973, nr. 9
30 juli / 1 1 september 1972
i — i — m — i — i — i — i — i — i — i — i — i — i — i — r - P O^
0 - 2 4 - 6 - 8 -1O-12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34-36-38-40-42-44
DOSERING FeCl . 2x101 per uur
**
PERIODE «september / 9oktober 1972
217
INFLUENT (INCL.RECiRC.)
NA BEZ.* DEC
DATUM
BOD'COD Cf
m g / l mgƒI m g / l
17/18-7-72
175
3 6 0 ! 133
18/19-7-72
155 : 2 8 5 I 102
pH
AFLOOP OXYDATIEBED
NA BEZ * D E C
B.O.D CO.D. C f '
m g / l mg/l m g / l
7,6
3 5 : 1 1 0
147
7,6
45
140
1 00
P H
7,8
7,5
AERATIETANK
Mi
ml/l
K w s t o l gl r a s t
mg/l
•/.
AFLOOP
index
mi/g
B O D . CO.D
mg/l mg/l
193 0
20.7
230
119
25
70
234 0
18,7
220
94
20
50
0,12
0,07
20,1
0.06
365
15
>96
373
8.0
13
>96
37 3
0,1 1 . 1 3 5
8,1
-- • - ~ f
2 , 3 8 ' 0 , 0 6 1 2 1 : 7.8
11
>96
30
>96
16
>96
18
535
151 . 7.4
25
100
11 4
7,5
25 5 0
27 0
106
10
45
0.09
130
265
106
7,8
18
85
134
7,8
2928
23,3
30 0
102
9
30
0,31
24/25-7-72
170
320
99
7,4
25
75
92
7,5
291 6
43.5
350
121
30
65
25/26-7-72
190
290
55
7,5
25
175
85
7.8
2478
46,5
320
133
27/28-7-72
185
80
30/31-7-72
53
11 0 ! 98
^ -«
80
1/2 - 8 - 7 2
175
32 5
f
7,2
30
85
71
15
150
5
50
7,5
119
31 5 ! 4 8
t
7,4
7,2
2302
44,0
230
100
8
40
51
7,2
3106
42,4
380
123
15
45
75
7.3
3746
44.2
370
100
4
35
4
25
16
75
109
7,4
3792
48,1
640
168
15
85
54
7,4
3308
55,2
640
194
6
45
1651
463
160
97
20
35
2/3-8-72
8/9-8-72
9/10-8-72
170
125
3 4 0 ! 7 4 ' 7.3
250
95
265
15/16-8-72
126
20
7.5
13
1/9
'*
5/6-9-72
- - -r -J
|
6 0 1 4 0 i 11 6 ; 7.3
20/21-9-72
88
116
20
75
88
16
70
123
95
110
350
1 1 2 j 7,2
18
120
2 5 0 i 8 2 ! 7,4
16
1
25 5 ! 1 4 0
7.5
|_._
I.
- ... -
75
1 5 5 '101
28/29-9-72
95
255
112
3/4-10-72
185
345
86
7,2
11/12-IO-72 1 4 5
310
;
97
17/18-10-72 1 5 5
340;
82
23/24-10-72 1 3 5
28 0 ! 1 2 5
14 i
139
2535
53.6
270
107
8
30
7,6
2 5 2 6 ; 59,8
360
144
3
30
7.7
2910 '43,4
300
103
4
30
7,9
7,1
25
100
30
120
7.2
25
110
7.1
1 8 1 95
2 3 4 0 ' 46,6
420
-
21 0
91
7,7
1 3 2 1 7,5
84
7.6
9 3 . 7,6
86
-f
-
5/6-11-72
131
330
8,9
1 13
7
65
380
7,5
'• 7 5
90
2 3 8 0 i 55.2
7,9
70 ' 94
20
10
7,6
8.0
107
0 . 9 2 , 0,1 1 1 2 9 ! 7, 7
|.
L- - \
1,93 ! 0,1 4 : 11 3
7,4
4,44
0,38 ;
2.99
0,3 2 1 0 2 ' 7 , 6
2,07
0,2 8 1 6 8
3.1 5
0,64
2,82
2 8 8 0 i 53,4
7,7
70 |130
; 7,5
7,3
7,3
85
1 55
11/12-9-72 1 3 0
95
110
7.0
21/22-8-72
27/28-8-7:
115
1 09
8,0
! - r -J
30
7.6
6 8 | 7,3
7,5
11 5
0,2 1
98
7,3
3,14
0,41
147
2.70
0,48
140
0,75
0,2 0 1 4 6
7.7
7,7
7,9
133
0,21
0.83
0,2 8 1 5 4
9,1
1 5 3 ' 7,8
7,0
35,5
5,9
3,9
39,2
7,1
225
2,4
39,7
7,0
1,6
38,8
7,3
113
33 5 0
21
>96
2 64
3.5
32,6
6,3
3,6
39,9 ' 7.2
109
3360
34
>96
269
6,3
46,8
6,5
3,9 . 3 6 , 7
30
>96
6.7
54,3
6.5
39
>96
>96
21 5
2,1
i 456
7,1
3,8
196
2902
>96
1 75
2.9
i 440
6,6
3,7 ! 36,0
7.1
105
3235
22
> 9 6
1 21
2,7
43.2
8.3
3.7 ; 3 9 . 2 ' 7,1
150
3018
24
>96
1 06
4,8
47,4
6,4
3,8
17
>96
6,5
4.2 j 4 3 . 2
7,3
-
J2747
6,6
4.5
43,8
7,0
215
2550
7,0
.4,0
47,6
7.0
169
3700
6,3
4.7 , 43,6
7.1
109
3302
7.9
18
>96
55
1,01
0,35
139
115
1,73
0 , 45
98
1,2 2
0,07
120
4,31
0,39 ' 1 1 6
55
2,09 ; 0,28
165
124
7,4
3242
34,7
280
86
10
16
S5
108
7,8
2674
44*
280
105
10
1,38
-
>96
1 0,3
0,9
25,6 I 5,3
5.6
47,3
7,0
204
3829
>96
3 7,0
6.1
46,0
5.7
47,0
7,2
502
.3750
7.7
19
>96
2 3,0
2,4
3 0 3 i 5,9
5.7
4Q.3
7,1
350 ,4046
7,6
17
>96
5 7,2
3,1
32,1 ' 7,2
6,3
46,3
7,1
241
7.7
23
>96
57,4
3,3
32,1 ' 7,0
6,3
45,5
7,0
170
;
21
>96
66
2,2
366
6£
7,2
51,2
7,2
216
;34!0
120
>96
36
5,5
1
45J8
6,9
7,2
51,6
7,3
241
4595
24
>96
77
3.7
• 43,1 ; 6,7
7,1
5 0 , 0 | 7,1
67
2,6
, 4 0 f i , 6,7
7,3
49,6
0,1 7 : 1 3 6 ; 8,1
105
69
7.0
20 !
85
73
7,4
2058
220
105
24
95
3,23
0 , 0 8 ! 95
104
7,6
15
65
90
7,9
273 0 4 6 , 7
320
119
a
20
2,29
0,08 ! 14 0
28/29-11-72 1 0 0
1 95
140
7.5
20
85
136
7,7
25 4 0
600
430i 169
8
35
1,2 8
0,10
136
7,9
33
i>96
240
139
6.8
20
-
131
7,7
1938
453
350I184
!
-
1 0 2 ' 7,6
4 1 6 4 . 40.7
400i
28
2,1 3
0,18
183
7,7
37
10
45
2,18
0,3 5
103
7,9
31
182
7,9
24
0,53 . 1 7 3
7,6
35
115
140
7.5
17
. 95
129
7,7
3084
51,2
400
130
4
30
1,54 ' 0 , 4 9
160
330
125
7,1
30
14 0
12 8
7,6
3170
50,5
560
175
7
50
1,49
1 2 0 ! 1 0 6 ! 7,8.
2494
-
4 50
180
10
45
1 1 0 : 9 3
3230
61,2
940
294
7
20
460
172
5
30
565
186
3
30
2/3-I-73
220
460
1 0 4 i 7,2
140
235
93 [ 7,4
17/18-1-73
130
255
9 3 I 7,3
17
8 0 ; 1 1 5 ; 7, 5
2670
- j -
11
1 1 0 j 1 2 2 ! 8.0
3040
40
7.6
-
:
-
1,1 6
VERKLARING. ©
;
>96
L
i>96
5,6
2.6
437
7,1
7,2
78
3,2
34,1
6,4
7,1
6,3
>96
45
3,0
! 39,1
6,9
>96
55
3,3
42,1
70
0,45
7,9
7,1
4510
4200
7,0
266
2684
7,1
25 0
41 1 0
223
4160
7,0 ! 4 9 , 9
51,2 . 7,0
7,1
265
4065
3254
3 6
3,8
' 36,8
7,4
7,0 ' 51,2
7,1
214
>96
34
op
' 44,3j 7 5
7 , 8 ! 51,9
7,2
65
11
>96
33
2,8
; 42/5
7,2 j 5 C 6
7,1
13
>96
26
- I-
7.5
7.7
3735
294
>96
t
177
50,9
! 51,1
:
3315
134
11
1,22 | 0 , 4 0 ^ 7 9 1 7,7
r
4 66
7,9
165
0 , 5 9 ' 0 , 0 7 . 1 4 4 1 7.7
:
21/22-1-73
7,9
9
27/26-12-72
IO/1I-I-73
7,4
96
17/18-12-72
2480
17
1 70
100
35.4
86
-•
70
20
2,0
4 3 , 4 ! 7,1
- i-
-
7,2
4264
4703
3905
ALS m g P O 4 / 1
(2)
OVEREENKOMEND
MET
©
ALS m g
R / kg
AZUNZUL
mg
NFUSORIENA ARDE
/'
TABEL V
Afb. 9.
TABEL VI
11 januari 1973
Tanknr.
I
II
CHLOROPHYTA (groenwieren)
groene draadwier
PROTOZONA Rhizopoda
Amoeba limax
Diplophrys archeri
PROTOZOA Ciliata (trilhaardiertjes)
Aspilisca costata
Chilodonella uncinata
Epistylis sp.
Vorticella sp.
Zoothamnion sp.
ROTIFERA (raderdiertjes)
Rotaria rotatoria
NEMATODA
Nematoden spp.
218
100
* na bezinken en decanteren
90't; 80
1 70H
•
2 60
0 50
++
+
++
++
++
++
++
1o A0
- 30
++
++
++
++
- • tav. het influent
-+ tav. de atloop oxydatie*
bedden
20
10
Fe(m,in grammen)
P(atloop oxydatiebedden,in grammen)
11 12
++
++
++
++
—
37
7.6
7,9
70
12/13-12-72
2,3
39.4 1 7,1
I --
12 2
45
•
35
0,1 9
50
-
-
24
0.91
5
-
7,2
•
30
9
3330
2 79
10
103
3160
>96
| 40,1
129
115
>96
2,5
360
7,0
25
3.1
350
39,4
50
55
41,6
4,4
6,5
6,5
3 5,4
44,2
7,1
25,5
>96
2780
40,0
3.7
>96
3383
3,6
2 9 0
21
5
31 6 0
>96
7,5
22
2765
185
6,3
7.6
88
7,1
27,5
13 3
72
40,7
26,7
14 4
220
4,1
3,0
0,58
285
6.0
4.4
2,14
33.2
115
265
7
30,7
7,1
298
35
3065
40,4
6,0
7
3225
© I®
3,7
5,9
10
1.02 . 0 , 3 6
vi.vetiJ alkal
19,2
! 423
t
! 41,3
7,8
SLIJK
pH
1 6,8
45
3 6 '• 7,3
18,5
dr rwstglrsst
gov***. %
1.1
19/20-11-7;
210
2,7
UITGEGIST
pH
— — i - ~
75
1.24
VERS SLIJK
dr.r«st|glrast'
2.6
12/13-11-72
4 / 5 -12-72
totaal P
>96
180
7,3
troffûhmetfi.h
(D
ur«n
p^
19
19/20-7-72
1 0 5 | 210 ! 9 3
Cl
mg/l
128
2O/2I-7-72
26/27-7-72
SLIJKWATER
NA BEZ <• DEC
NABEZINKBASSIN
F« zodFe fjltr
mg/l mg/l
@ @ ©@) @
®
®
liter ijzerchloride 41 gew."/. per uur
H20 (6) 1973, nr. 9
AANTAL
AANTAL KEREN
KEREN
INFLUENT
7 6
5 -
3 2
0-2-4-6-8
_ n _ "BA
PO 3 -
-10-12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34-36-38
AANTAL KEREN
AANTAL
AFLOOP
n
Ü!?A-
P
" /,
KEREN
OXYDATIEBED
0 - 2 - 4 - 6-8-10-12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34-35-38
AANTAL
n
0-2-4-6-8-10-12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34-36-38
AFLOOP
OXYDATIEBED
2
1 -
mg/l
fl
por
-[—I—I—l—I—I—l—I—l—I—r-
0 - 2 - 4 - 6 - 8-10-12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34-36-38
KEREN
AANTAL
mg/l
PO 3 -
KEREN
15 AFLOOP
14 -
NABEZINKBASSIN
AFLOOP
NABEZINKBASSIN
13 12 11 10 -
10
9 -
9 -
8 7 6 5 4 3 2 1 C
h,
- -<: -( - 8 -10-
mg/l
12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34-36-33
DOSERING FeCl 3 : 2 x 2 0 1 per uur
PO 3 -
PERIODE 12oktober/9november 1972
vv
Tig/l
i—i—i—i—i—i—i—i—i—i—i—i—i—i—r
0 - 2 - 4 - 6 - 8 - 1 0 - 1 2 - 1 4 - 1 6 -18-20-22-24-26-28-30-32-34-36-38
DOSERING F e C l j : 2x251per uur
p n
™
PERIODE 9november/27november 1972
Afb. 7.
— De gloeirest van het verse slijk schommelde tussen
25,6 en 54,3 % (gemiddeld 40,3 %). Bij de monsterneming in 1971 werd een spreiding van 19,1 tot 45,5 %
(gemiddeld 26,0 %) gevonden.
Deze toeneming vindt men in mindere mate terug bij
het uitgegiste slijk. Een aanzienlijke verhoging van het
drogestofgehalte van het uitgegiste slijk wordt geconstateerd.
Opmerkelijk is de daling van het totaal fosfaat-gehalte
in het slijkwater; de vrees voor het vrijkomen van fosfaat
bij het gistingsproces blijkt ongegrond. Het Fe(III)gehalte in het slijkwater schommelde van 10,3 -37,3 mg/l,
met de hoogste waarden bij de maximale chemicaliedosering; de Fe(III)-concentraties, na filtratie, varieerden
van 0,3 tot 14,4 mg/I.
Gedurende de periode van het onderzoek werd geen
verstoring van het gistingsproces geconstateerd.
— Voor een goede bedrijfsvoering was alleen in de
weekends circulatie van effluent over de continufilters
H20 (6) 1973, nr.9
noodzakelijk. Hierdoor is het niet mogelijk thans een
uitspraak te doen ten aanzien van een eventuele beïnvloeding van het biologisch gebeuren in de filters door
het gedoseerde ijzerchloride.
— De te investeren kosten voor de installatie voor
fosfaatverwijdering te Elburg, zoals deze in het
eerste rapport over het onderzoek inzake de fosfaatverwijdering uit afvalwater te Elburg en te Harderwijk
staat beschreven, zijn te stellen op ca. ƒ53.000,— incl.
BTW.
Aangezien vele werkzaamheden in eigen beheer werden
uitgevoerd, waardoor de te investeren kosten aanzienlijk
beperkt konden worden, geeft het aangegeven bedrag
voor praktijkomstandigheden een te geflatteerd beeld.
— De jaarlijkse kosten van het ijzerchloride bedragen
bij een dosis van 60 liter per uur ongeveer ƒ174.600,—
(incl. 1 6 % BTW). Voor Elburg betekent dat een jaarlijkse last van ± ƒ 2,75 per inwoner-equivalent.
De bruikbaarheid van andere chemicaliën (Fe(II), Al(III),
219
AANTAL KEREN
AANTAL KEREN
AANTAL
KEREN
INFLUENT
n
H
0 - 2 - 4 - 6 - 8 - 1 0 - 1 2 - 1 4 - 1 6 18"20 22-24-2628- 30 32 34
AANTAL
- 10-12-14-16-18-20-22-24-26-26-30-32 34
KEREN
1 1 1 1 1
-16-18-20-22-24 26-28-30'3
AFLOOP
AFLOOP OXYDATIEBED
OXYDATIEBED
r-lM
-2 - 4 - 6 - 8 - B-1
-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34 ™ £
AANTAL KEREN
1-20-22-24• 26•28-30-32-34
AANTAL KEREN
AFLOOP
NABEZINKBASSIN
0 - 2 - 4 - 6 - 8 - 10-12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34
0 ,
0 - 2 - 4 - 6 - 8 - 10-12-14-16-18-20-22-24-26-28-30-32-34
OOSERING FeCI 3 :2»30 1 per uur PERIODE 27nowrntsr /Bdacember1972J j 00SERIN8 FeClgi2x351 paruur PERIODE 17decemper1972/ 2januari 1973 |
mg^
3-22-2426-26-30-32-34
O 2 •) 6 - 6 - 10 12-1
AANTAL
AFLOOP NABEZINKBASSIN
p
mg/l
PO 3-
AANTAL KEREN
AANTAL KEREN
AFLOOP OXYDATIEBED
M Mi
mg/t
PO 3"
KEREN
AFLOOP
NABEZINKBASSIN
i- 20-22-24-26-28-30-32-34
mg/l
PO 3 -
| DOSERING FeCl 3 :2»tO 1par uur PERIODE 2jarHjari / 2 1 januari 1973
Afb. 8.
AVR) voor de fosfaatverwijdering werd niet onderzocht; alvorens tot aanwending van een produkt over
te gaan dient een onderzoek te worden ingesteld naar de
schadelijkheid van het produkt voor het zuiveringsproces
en voor het oppervlaktewater (zware metalen, toxische
stoffen e.d.).
Het onderzoek te Elburg zal worden voortgezet bij een
continue dosering van 60 liter/uur FeCl3 41 gew. %
(ca. 90 % reduktie van totaal fosfaat). Hiermede wordt
onder meer beoogd een inzicht te verkrijgen in de problematiek rond de slibverwerking (hoeveelheid, ontwaterbaarheid, meerdere kosten).
wordt van dit mengsel de extinctie bij 700nm bepaald tegen een
blanco met gedestilleerd water en de gebruikte chemicaliën en
reagentia.
Bijlage:
III Fosfaatreagens:
— Meng 100 ml van oplossing I met 50 ml van oplossing II.
— Los hierin 845 mg ascorbinezuur 100% in op en vul aan
tot 200 ml.
Bepaling totaal fosfaat
De methodiek is gebaseerd op het ontstaan van een blauwgekleurde verbinding, wanneer heteropolymolybdeen fosforzuur,
gevormd uit orthofosfaationen en ammoniummolybdaat in zuur
milieu, wordt gereduceerd. De extinctie gemeten bij 100 nm, is
een maat voor de hoeveelheid fosfaat. Als reductiemiddel dient
ascorbinezuur met een antimoonverbinding als katalysator.
Voor de bepaling van het totaal fosfaatgehalte worden eerst in
het watermonster (van 50 ml) de aanwezige i'osfaatverbindingen
omgezet in orthofosfaat door koken onder terugvloeiing gedurende
30 minuten met 1mlzwavelzuur, 18m en 400mgkaliumoxodisulfaat (kaliumpersulfaat).
Na afkoeling en neutralisatie met natronloog 2 m tegen phenolphtaleïen is het watermonster gereed voor de eigenlijke bepaling.
Na overbrengen van het geneutraliseerde monster in een maatkolf van200ml wordt hieruit 40 ml gepipetteerd in een maatkolf
van 50 ml, waaraan vervolgens 10 ml vers bereid fosfaatreagens
wordt toegevoegd. Na tenminste 12 en ten hoogste 20 minuten
220
Reagentia:
1 Ammoniummolybdaatoplossing:
Voeg aan ca. 500 ml water voorzichtig 112 ml zwavelzuur
18m toe ; koel af.
Los 9,6 g (NH 4 ) 8 M o 7 0 2 4 .4H 2 0 op in ca. 200ml water.
Voeg de oplossingen samen en vul aan tot 1 1.
II Antimoonoplossing:
—• Los 220 mg kaliumantimonyltartraat, K(SbO)C4H4O- . 5H 2 0
op in water en vul aan tot 500 ml.
Opmerkingen:
—• Oplossingen I en II zijn in het donker bewaard enkele
maanden houdbaar.
— Oplossing III moet steeds vers worden bereid.
—• Het gebruik vanrfwfc&e/gedestilleerdwater voor het maken
van de oplossingen en verdunningen wordt ten sterkste
aanbevolen.
— Aan de reinheid van het glaswerk dient bijzondere aandacht
te worden besteed.
— Voor het opstellen van de ijkgrafiek wordt 1,433g KH2PO4
opgelost in water in een maatkolf van 1 1 en vervolgens
aangevuld tot 1 1.
— Uitgaande van deze standaardoplossing wordt voor een serie
verdunningen de extinctie bepaald.
H20 (6) 1973, nr. 9