Wabo - InfoMil

Download Report

Transcript Wabo - InfoMil

Rijkswaterstaat
Ministerie van Infrastructuur
en Milieu
Kenniscentrum InfoMil
Wabo
8 januari 2017
Inhoudsopgave
Wabo
Waterbeheerder als toezichthouder voor indirecte lozingen
Adviesrecht van de waterbeheerder
Zie Overheid.nl
Colofon
3
3
4
5
6
Wabo
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de omgevingsvergunning. De
omgevingsvergunning is de geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte,
natuur en milieu. De Wabo regelt de procedures voor onder andere de Wm-vergunningverlening. U vindt
hier de informatie over deze procedures. Inhoudelijk regelt de Wabo ondermeer de vergunningplicht
voor indirecte lozingen met daaraan gekoppeld een adviesrecht voor de waterbeheerder.
Waterbeheerder als toezichthouder voor indirecte lozingen
Met het van kracht worden van de Waterwet per 22 december 2009, is de waterbeheerder geen bevoegd
gezag meer voor indirecte lozingen. Lozingen op rioolstelsels, zowel vuilwaterriolen als
hemelwaterstelsels, vallen uitsluitend onder de Wm met bijbehorend bevoegd gezag. De Wabo (Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht) biedt echter de mogelijkheid dat de waterbeheerder ambtenaren
aanwijst als toezichthouder voor indirecte lozingen. De waterbeheerder is in dit geval de beheerder van
de RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie) of het oppervlaktewater waarop de lozing uitkomt.
Toezichthouder volgens de Wabo
Op grond van artikel 5.10, derde lid, Wabo kunnen ambtenaren worden aangewezen als toezichthouder
bij besluit van een met de uitvoering van de wet (Wabo) belast bestuursorgaan. Ingevolge artikel 2.26
Wabo hebben waterbeheerders een adviesrecht ten aanzien van indirecte lozingen en op grond van
artikel 5.20, derde lid, Wabo kan de waterbeheerder, in bepaalde gevallen, een bindend verzoek tot
handhaving doen bij het Wabo-bevoegd gezag. Dat betekent dat zij met de uitvoering van bepalingen
van de Wabo zijn belast, waardoor zij op grond van art. 5.10 lid 3, Wabo ambtenaren kunnen aanwijzen
als toezichthouder voor indirecte lozingen vanuit inrichtingen of mijnbouwwerken.
Toezicht versus handhaving
Waterbeheerders kunnen dus zelf ambtenaren aanwijzen als toezichthouder voor indirecte lozingen, die
verder geheel onder het Wm-bevoegd gezag staan. Waterbeheerders hebben in dat geval geen
sanctionerende bevoegdheden (oplegging van een last onder bestuursdwang, oplegging van een last
onder dwangsom of intrekking van een vergunning of ontheffing), daarvoor moet men het Wm-bevoegd
gezag inschakelen. In artikel 5.20, derde lid, Wabo is aangegegeven wanneer het Wm-bevoegd gezag
gehoor moet geven aan het verzoek van de waterbeheerder om sanctionerende op te treden. Dat is het
geval als:
•
•
de doelmatige werking van de RWZI wordt belemmerd, of
de grenswaarden voor de kwaliteit van het oppervlaktewater worden overschreden.
De formulering in de wet is zodanig dat de waterbeheerder goede argumenten moet hebben om zo'n
bindend verzoek tot handhaving te doen. Er moeten duidelijke aanwijzingen zijn dat de doelmatige
werking van de RWZI wordt belemmerd of de kwaliteit van het oppervlaktewater wordt aangetast. Enige
reden die het Wm-bevoegd gezag kan hebben om geen gehoor te geven aan dit bindend verzoek is het
belang van de bescherming van het milieu. Dat zou bijvoorbeeld kunnen, als door het accuut staken van
een lozing elders een nog groter milieuprobleem zou ontstaan.
In de periode dat de Waterwet van kracht was maar de Wabo nog niet bood de Wm in artikel 18.4, derde
lid (versie 30-9-2010), een soortgelijke bepaling als artikel 5.10, derde lid, Wabo. Hierdoor konden ook in
deze periode waterbeheerders worden aangewezen als toezichthouder voor indirecte lozingen.
Wabo
Kenniscentrum InfoMil | 3
Er bestaat natuurlijk ook de mogelijkheid dat gemeente of provincie ambtenaren van een
waterbeheerder benoemd als BOA (buitengewoon opsporingsambtenaar) op grond van de Wabo.
Procedureel functioneren deze ambtenaren dan onder het bevoegd gezag dat deze ambtenaren heeft
benoemd.
Adviesrecht van de waterbeheerder
Op grond van artikel 2.26 Wabo moet het bevoegd gezag de waterbeheerder, zijnde de beheerder van de
RWZI of het oppervlaktewater waarop de lozing uitkomt, bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning
in de gelegenheid stellen advies uit te brengen. Dit adviesrecht van de waterbeheerder beperkt zich tot
de categorie volgens artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo: het oprichten, het veranderen of het
inwerking hebben van een inrichting of een mijnbouwwerk. Op grond van art. 2.26, eerste lid, moet het
daarnaast gaan om lozen in een rioolstelsel (vuilwaterriool of hemelwaterstelsel).
•
•
•
•
•
•
Twee soorten advies
Uitstel Wabo
Adviesrecht tussen Wabo-overheden
Formeel adviesrecht en samenwerking
Verklaring van geen bedenkingen (vvgb)
Voorbeeld
Twee soorten advies
Bij het adviesrecht van de waterbeheerder bij omgevingsvergunning zijn twee situaties te onderscheiden:
•
•
De waterbeheerder brengt een advies uit dat het bevoegd gezag betrekt bij de besluitvorming over
de vergunningaanvraag (artikel 2.26, eerste lid Wabo. Het bevoegd gezag kan van dit advies
afwijken.
De waterbeheerder brengt een bindend advies uit waar het bevoegd gezag naar moet handelen
(artikel 2.26, tweede lid). Het bindend karakter van dit advies is vastgelegd in artikel 2.14, eerste
lid, onderdeel c, onder 5° Wabo. De waterbeheerder mag alleen een bindend advies uitbrengen,
wanneer de doelmatige werking van de RWZI zou worden belemmerd of de
kwaliteitsdoelstellingen van het oppervlaktewater zouden worden overschreden. Dit advies kan
zelfs inhouden dat de vergunning moet worden geweigerd.
De formulering van de wet is dusdanig dat het bevoegd gezag wel verplicht is het advies over te nemen
(artikel 2.14, lid 1, onder c): ".... neemt in ieder geval in acht ....". Het bevoegd gezag is echter niet
verplicht het advies over te nemen, wanneer niet wordt voldaan aan de andere toetsingsgronden van
artikel 2.14 of artikel 2.22. Het Wabo-bevoegd gezag zal dan dus moeten beargumenteren waarom het
advies niet wordt overgenomen.
De situatie dat het Wabo-bevoegd gezag het niet eens is met het advies van de waterbeheerder, maar dat
op grond van artikel 2.14 en 2.20 niet kan beargumenteren, kan/mag eigenlijk niet voorkomen. In het
kader van behoorlijk bestuur mag van de bestuursorganen verwacht worden dat ze tot een gezamenlijk
standpunt komen.
Uitstel Wabo
Tot het van kracht worden van de Wabo was artikel 2.26, eerste en tweede lid opgenomen in de
Invoeringwet Waterwet als artikel 2.25a, dus de bepaling was direct van kracht toen de Waterwet in
werking was getreden.
Wabo
Kenniscentrum InfoMil | 4
Adviesrecht tussen Wabo-overheden
Bij vergunningplichtige situaties zal de provincie in veel gevallen het bevoegd gezag zijn voor Wminrichtingen; in uitzonderingsgevallen de Minister van VROM (defensie-inrichtingen) of de Minister van
EZ (mijnbouwwerken). Voor deze instanties is het van belang dat naast het advies van de waterbeheerder
ook het advies van de betrokken gemeente wordt meegenomen. Dit adviesrecht van de gemeente is
geborgd via artikel 2.26, derde lid Wabo. De gemeente heeft onder andere als beheerder van de riolering
het regionale afvalwaterbeleid vastgelegd in het gemeentelijk rioleringplan (GRP). Hierin is in grote
lijnen aangegeven hoe bepaalde afvalwaterstromen bij voorkeur worden afgevoerd.
Formeel adviesrecht en samenwerking
Er is dus geen formeel adviesrecht van de waterbeheerder bij het opstellen van maatwerkvoorschriften
voor indirecte lozingen in het kader van het Activiteitenbesluit, Besluit lozen buiten inrichtingen en het
Besluit lozing afvalwater huishoudens. Ook in deze gevallen is het, gezien de gemeenschappelijke
belangen, echter nuttig dat het bevoegd gezag contact houdt met de waterbeheerder over de invulling
van de voorschriften en de wijze waarop daar in de handhaving mee om wordt gegaan. Artikel 3.8
Waterwet zet hiertoe aan.
Verklaring van geen bedenkingen (vvgb)
Voor een aantal categorieën van inrichtingen moet gedeputeerde staten van de provincie waar de
inrichting is gelegen op grond van artikel 2.27 Wabo een verklaring van geen bedenkingen geven
alvorens door de gemeente een omgevingsvergunning kan worden verleend. Dit betreft bijvoorbeeld
voorheen provinciale niet-IPPC en niet BRZO-inrichtingen, zoals bepaald in artikel 6.7 van het Besluitomgevingsrecht, dat daarvoor verwijst naar bijlage I, onderdeel C van dat Besluit. Een onderdeel hiervan
betreft de voorschriften voor de indirecte lozingen.
Ten aanzien van de indirecte lozingen kan de gemeente in dat geval dus twee zwaarwegende adviezen
krijgen: het advies van de waterbeheerder op grond van artikel 2.26, tweede lid Wabo en de verklaring
van geen bedenkingen (vvgb) van de provincie. Hoe de gemeente hiermee om moet gaan wordt
toegelicht in de notitie: Verklaring van geen bedenkingen ivm lozingsvoorschriften (docx, 17 kB).
Voorbeeld
Voor een vergunningplichtige inrichting type C betekent dit dat de waterbeheerder adviesrecht heeft
aangaande de lozingsvoorschriften (bij lozing in de riolering) in de vergunning, maar niet over de
lozingsvoorschriften, en de eventueel daaraan gekoppelde maatwerkvoorschriften, op grond van
hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit.
Bijvoorbeeld een metaalbewerkingsbedrijf type C. De lozing op het riool ten gevolge van de activiteit
metaalbewerking wordt geregeld in de vergunning, dus de waterbeheerder heeft hierop adviesrecht.
Tevens worden er maatwerkvoorschriften gesteld aan het afstromend hemelwater (niet afkomstig van
een bodembeschermde voorziening) bij lozing in het hemelwaterriool. Hierop heeft de waterbeerder
geen adviesrecht, want het is geen onderdeel van de omgevingsvergunning.
Zie Overheid.nl
•
•
Wabo
Wettekst
Vindplaats memorie van toelichting
Kenniscentrum InfoMil | 5
Colofon
URL: http://www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/handboek-water/wetgeving/wabo/
Datum: 8 januari 2017
Dit is een publicatie van:
Kenniscentrum InfoMil
www.infomil.nl
Post
Kenniscentrum InfoMil
Postbus 7007
2280 KA Rijswijk
Bezoek
Kenniscentrum InfoMil
Lange Kleiweg 34
Rijswijk
Kenniscentrum InfoMil is onderdeel van Rijkswaterstaat Leefomgeving van Rijkswaterstaat, de
uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Meer over Rijkswaterstaat Leefomgeving vindt u op www.rws. ( #1)nl/leefomgeving.
Meer over Rijkswaterstaat vindt u op www.rws.nl