Transcript Aanpak ZZS
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenniscentrum InfoMil Aanpak ZZS 8 januari 2017 Inhoudsopgave Aanpak ZZS Wanneer een ZZS? Bronaanpak Minimalisatie Continu verbeteren ZZS-beleid toepassen bij lozingen Colofon 3 3 5 6 7 8 11 Aanpak ZZS De aanpak van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) in water richt zich op het weren van ZZS uit de leefomgeving vanuit bestaande en nieuwe lozingen en kent de volgende 3 kernelementen: • • • Bronaanpak Minimalisatie Continue verbeteren. Deze komen achtereenvolgens als toetsstappen bij de beoordeling van een lozing aan bod. Het is een andere formulering van het eerder geldende algemene waterkwaliteitsbeleid. Het bevoegd gezag en bedrijven kunnen daarom ook gewoon verder gaan met hun huidige werkmethodes. Die zitten verwerkt in de Algemene BeoordelingsMethodiek (ABM) en het Handboek Immissietoets. Door bij directe en indirecte lozingen de ABM uit te voeren weten initiatiefnemer en bevoegd gezag dat een ZZS vrijkomt. Deze toetsing is nodig bij het opstellen van: • • een vergunning, of een maatwerkvoorschrift bij lozingen die vallen onder algemene regels, De aanpak is hieronder schematisch weergegeven. Wanneer een ZZS? Hoe weet je dat je te maken hebt met een Zeer Zorgwekkende Stof? Nu bestaan er bestaan diverse lijsten met stoffen die een ernstig risico voor de volksgezondheid vormen, die in het verleden doorlopen moesten worden. Deze lijsten vloeien voort uit Europese verplichtingen en internationale afspraken, zoals de GHS-Verordening, de POP-Verordening, de REACH-Verordening, de Kaderrichtlijn Water en het Aanpak ZZS Kenniscentrum InfoMil | 3 OSPAR-Verdrag. De verscheidenheid aan lijsten gaf veel onduidelijkheid. De aanpak van ZZS maakt hier een eind aan. Wanneer weet men dat er sprake is van een ZZS? Voor producenten van stoffen wordt meer inzicht verwacht dan van gebruikers van stoffen. Gewone gebruikers van stoffen krijgen een productveiligheidsblad. Op dit blad staat een CAS-nummer. Dat CASnummer bestaat omwille van de naamgeving van chemische stoffen: men gebruikt vaak verschillende namen voor dezelfde chemische stof. Het CAS-nummer staat in het productveiligheidsblad in het hoofdstuk Samenstelling / Informatie over de samenstellende delen. Als het vermelde CAS-nummer op de ZZS-lijst voorkomt (ctrl-F, casnummer invoeren en zoeken in lijst) heeft men te maken met ZZS. Voor 2016 werden hiervoor drie vragen gesteld. Namelijk de vraag of sprake was van een: 1. zwartelijst 2. carcinogeen 3. mutageen Vanaf 2016 is in de eerste plaats de vraag of een stof voorkomt op de ZZS-lijst. Deze lijst dekt min of meer dezelfde lading. Omdat de stoffen in één lijst staan is het overzichtelijker. Via het CAS-nummer lukt het ook sneller om te weten of de stof op de lijst voorkomt en dus of op grond van de ABM extra inspanning nodig is. NB: een stof die níet op de lijst voorkomt, kan tóch een ZZS zijn, als deze aan de Criteria van het RIVM voldoet. Het zoeken in de lijst is dus niet in alle gevallen voldoende om te concluderen of een stof een ZZS is. Aanpak ZZS Kenniscentrum InfoMil | 4 Bronaanpak Bronaanpak betekent: ZZS daar aanpakken waar ze ontstaan. Dit kan via substitutie en procesoptimalisatie, waar haalbaar en betaalbaar. Bij de bronaanpak maakt men gebruik van de Algemene BeoordelingsMethodiek (ABM). Uitfasering van stoffen via gebruiksverboden maakt geen onderdeel uit van de aanpak van ZZS in afvalwater; dat gebeurt alleen via het EU-spoor. Bronaanpak Vanwege de grote gevaren van ZZS is het wenselijk dat deze stoffen niet worden geloosd. Daarom wordt eerst gekeken naar de mogelijkheden om emissie te voorkomen door het aanpakken van de bron waaruit een ZZS vrijkomt. Bij bronaanpak ligt het accent op het voorkómen dat men bepaalde stoffen via afvalwater in het oppervlaktewater loost. Het gaat daarbij om het gebruik van stoffen (zoals ZZS) in het te beoordelen (productie)proces. Toepassen van alternatieve stoffen voor de gebruikte ZZS (substitutie) geniet de voorkeur. Dit kan echter niet altijd. In dat geval beoordeelt men in hoeverre het toelaatbaar is dat de gebruikte stof in het te lozen afvalwater terecht komt. Hierbij beoordeelt men de mogelijkheid van het aanpassen van de werkprocessen. Aanpassen van werkprocessen kan op verschillende manieren. Mogelijk kunnen ZZS-houdende eindproducten gerecycled worden in het primaire proces, in plaats van verbrand of gestort. Bijvoorbeeld: • terugwinnen van overgebleven ZZS tijdens het werkproces en zo de ZZS hergebruiken in het proces. Aanpak ZZS Kenniscentrum InfoMil | 5 • • • • het primaire werkproces zo aan te passen dat de hoeveelheden ZZS sterk verminderen. voorkomen dat ZZS niet meer in contact komen met te lozen proceswater. proceswater hergebruiken. proceswater reinigen van specifieke stoffen, waarna het opnieuw het primaire proces in kan. Het bevoegd gezag beoordeelt steeds of men ten minste de beste beschikbare technieken (BBT) toepast. Na het toepassen van de bronaanpak blijft over een geminimaliseerde: • • Afvalwaterstroom Milieubelastendheid van deze afvalwaterstroom. Als de bronaanpak onvoldoende resultaat oplevert, en er wel een duidelijke saneringsinspanning ligt op grond van de ABM, is minimalisatie van de ZZS-houdende lozing de volgende stap. Minimalisatie Voor Minimalisatie geldt het huidige beleid voor nazuivering voortzetten. Naast de bronaanpak, het primaire productieproces zelf, kan men de overgebleven restlozing aanpakken. Dit beschouwen we als de minimalisatie-stap. Bij de minimalisatie-stap beoordeelt het bevoegd gezag de noodzaak van het verder behandelen van de afvalwaterstroom. Technische ontwikkelingen van de BBT bepalen hier de mogelijke emissiebeperking. Zo probeert een lozer samen met het bevoegd gezag toe te werken naar zo laag mogelijke concentraties in het te lozen afvalwater. Bronaanpak en minimalisatie samen bepalen de met hulp van de ABM de saneringsinspanning. Na het toepassen van de minimalisatieaanpak blijft over een minimale afvalwaterstroom met een minimale milieubelastendheid. Op het uiteindelijk te lozen restwater past men het Handboek Imissietoets toe. Aanpak ZZS Kenniscentrum InfoMil | 6 Uit deze laatste toetsstap kan volgen dat het nodig is technieken toe te passen die meer bescherming bieden dan de BBT. Indien nodig beoordeelt het bevoegd gezag dan opnieuw de inspanningen bij de bronaanpak en bij de minimalisatieaanpak. Soms levert bronaanpak in combinatie met minimalisatie van de reststroom een nul-lozing van ZZS op. Dan is het einddoel bereikt. In het geval dat er nog steeds een lozing van ZZS plaatsvindt, ligt er dan nog wel een duidelijke saneringsinspanning op grond van de ABM. Continu verbeteren is dan de volgende stap. Continu verbeteren De kern van het continue verbeteren is informatieverstrekking in vijfjaarlijkse cycli. Het overgrote deel van de ZZS-lozingen is afkomstig van reeds bestaande lozingen. ZZS werden voorheen echter aangeduid als A-stoffen. Voor deze lozingen heeft het bevoegd gezag: • • • een vergunning verstrekt, een melding onder algemene regels ontvangen, en/of maatwerk toegepast onder algemene regels. Belangrijke pijler in de aanpak van ZZS, naast bronaanpak en minimalisatie, is het proces van continu verbeteren. Dit verplicht de lozer iedere vijf jaar te rapporteren aan het bevoegd gezag over: • • De getroffen maatregelen om de emissie van ZZS te verminderen, en De technieken die op de markt beschikbaar zijn gekomen om verdere invulling aan de minimalisatie te geven. Deze stap is, zoals de naam al zegt, een continu proces. De rapportage is géén momentopname van de Aanpak ZZS Kenniscentrum InfoMil | 7 stand van zaken vlak voor het verstrijken van de deadline. Het rapport moet inzicht verschaffen over alle ondernomen acties (inclusief resultaten) binnen de periode van 5 jaar. Als er nieuwe BBT haalbaar en betaalbaar zijn moet de lozer deze technieken toepassen. Bij continu verbeteren is fasering mogelijk, zodat bedrijven dit kunnen integreren in hun reguliere plando-check-act (PDCA) cyclus. Door de PDCA-systematiek ook te gaan toepassen op ZZS-emissies komt er meer aandacht voor het minimaliseren van de belasting van oppervlaktewater door ZZS. Vermindering kan op verschillende manieren. Denk aan mogelijkheden als: • • • Vervanging van een ZZS door een andere stof. Aanpassingen in het werkproces die leiden tot een vermindering van de eerder bestaande ZZSrestlozing. Aanpassingen in de end-of-life-cycle waardoor men de ZZS alsnog kan gebruiken in de in productieprocessen. De aanpak van emissies van ZZS naar lucht en water komen in lijn. Daarom is net als bij lucht gekozen voor een vijfjaarlijkse PDCA-cyclus waarin gestreefd wordt naar verdergaande emissiereductie. Het bevoegd gezag beoordeelt vervolgens of haalbaar en betaalbaar de ZZS-belasting van oppervlaktewater verder naar beneden kan. Door het actief verstrekken van informatie in een vijfjaarlijkse cyclus blijft de plicht bij het bedrijfsleven bestaan om continu te verbeteren op het gebied van ZZS. Dit is een impuls om versneld zo laag mogelijke concentraties ZZS in het oppervlaktewater te kunnen bereiken. Met de rapportage wordt de innovatie van de beste beschikbare technieken in de tijd en toepassing ervan in de praktijk zichtbaar. Dit biedt de industrie tevens de mogelijkheid om hiermee invulling te geven aan hun beleid van productstewardship. Continu verbeteren was voor de introductie van de ZZS-aanpak al een doelstelling van het milieubeleid, maar niet concreet uitgewerkt. Inmiddels is dit in de ABM concreet gemaakt voor ZZS-lozingen en is vastgelegd dat het bevoegd gezag dit als vergunningvoorschrift moet opnemen. Voor inrichtingen die onder algemene regels vallen geldt dat met ingang van de Omgevingswet deze rapportageverplichting in die algemene regels vastgelegd wordt. Tot die tijd geldt de continue verbetering niet voor algemeen geregelde lozingen van ZZS. ZZS-beleid toepassen bij lozingen De initiatiefnemer is bij de aanvraag verantwoordelijk voor de primaire stoftoetsing met de ABM. Dit is belangrijk, omdat de ABM de inspanning en het vereiste BBT-niveau bepaalt. Een bedrijf wil graag vooraf over die informatie beschikken. Het bevoegd gezag controleert vervolgens de gegevens die het bedrijf aanlevert met de systematiek uit de ABM en het Handboek immissietoets. Daarbij geeft het bevoegd gezag aan of er nog een extra inspanning nodig is om de lozing te beperken. Een bedrijf dat vervolgens de aanvraag doorzet, zonder de benodigde extra inspanning, kan een afgewezen aanvraag verwachten. Een aanvraag die niet voldoet aan BBT moet het bevoegd gezag namelijk afwijzen. Continu verbeteren is in de ABM concreet gemaakt voor ZZS-lozingen. De ABM geeft aan dat het bevoegd gezag dit als vergunningvoorschrift moet opnemen. Voor inrichtingen die onder algemene regels vallen geldt niet deze plicht tot continu verbeteren bij lozingen van ZZS. De verwachting is dat met ingang van de Omgevingswet het continu verbeteren ook voor de niet vergunningplichtige activiteiten zal gelden. Aanpak ZZS Kenniscentrum InfoMil | 8 Algemene regels Voor lozingen die onder algemene regels vallen, is de inzet dat de verplichting tot continu verbeteren in de toekomst ook in die algemene regels komt te liggen. Aanpassen van algemene regels gebeurt door het Rijk. De lopende vormgeving onder de Omgevingswet voor 2018 is de eerste mogelijkheid voor het vastleggen van deze verplichting. De algemene lozingsregels zullen zoveel mogelijk aansluiten bij de ZZSaanpak van lucht. Tot de verplichting is opgenomen heeft het bevoegd gezag alleen de bestaande mogelijkheden die de algemene regels bieden. Alleen tijdens een controle en op initiatief van een bedrijf kan het bevoegd gezag nu constateren dat een bedrijf een ZZS gebruikt. Dit kan eventueel na aanleiding van een melding of een verzoek om verruimend maatwerk. De normale contactmomenten met bedrijven vormen het moment om een ZZS-lozing te bespreken. In deze gesprekken kan het bevoegd gezag wijzen op de wens ZZS-lozingen actief te verminderen. Tegelijk kan het de mogelijkheden met het bedrijf bekijken. Deze beoordeling vindt plaats met toepassing van de ABM en het Handboek Immissietoets. Met maatwerk kan het bevoegd gezag de lozings-, of gebruiksvoorschriften vervolgens aanscherpen en deze afspraken vastleggen. Het werken met metalen is een voorbeeld van activiteiten waarbij mogelijke ZZS-lozingen plaatsvinden die nu niet bekend zijn. Vergunning Bij vergunningplichtige activiteiten levert een bedrijf informatie aan met hulp van de ABM. Dit maakt duidelijk of het bedrijf een ZZS gebruikt. Het bevoegd gezag moet op grond van de ABM voor vergunningplichtige lozingen zelf in de vergunning een voorschrift opnemen voor continu verbeteren. Dit geldt voor directe en indirecte lozingen. Het aanvragen van een wijzing van een vergunning biedt de mogelijkheid het ZZS-beleid te Aanpak ZZS Kenniscentrum InfoMil | 9 implementeren. Hetzelfde geldt voor ambtshalve wijzigingen, al dan niet via een revisievergunning. Het bevoegd gezag voor de lozing kan op dat moment de ABM in die situaties toepassen. Het bedrijf wordt via de nieuwe vergunningvoorschriften verplicht om continu te verbeteren. Zo is het bedrijf verplicht om elke vijf jaar te rapporteren welke inspanning het bedrijf geleverd heeft om de lozing van ZZS verder te weren. Hierbij rapporteert het bedrijf welke bron- en minimalisatiemaatregelen zijn onderzocht. Aansluiting op de cyclus voor luchtemissies ligt voor de hand, evenals aansluiten op de reguliere plan-do-check–act-cyclus van een bedrijf. Het bedrijf levert dus de informatie aan. Op basis hiervan kan het bevoegd gezag van de directe of indirecte lozing een risicogestuurde inschatting maken. De immissietoets speelt hierin ook een rol. Voor IPPC-bedrijven geldt overigens dat na aanpassing van de BBT-conclusies het bevoegd gezag een vergunning altijd al aan BBT moet aanpassen. Aanpak ZZS Kenniscentrum InfoMil | 10 Colofon URL: http://www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/handboek-water/thema's/zzs/aanpak-zzs/ Datum: 8 januari 2017 Dit is een publicatie van: Kenniscentrum InfoMil www.infomil.nl Post Kenniscentrum InfoMil Postbus 7007 2280 KA Rijswijk Bezoek Kenniscentrum InfoMil Lange Kleiweg 34 Rijswijk Kenniscentrum InfoMil is onderdeel van Rijkswaterstaat Leefomgeving van Rijkswaterstaat, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Meer over Rijkswaterstaat Leefomgeving vindt u op www.rws. ( #1)nl/leefomgeving. Meer over Rijkswaterstaat vindt u op www.rws.nl