Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk

Download Report

Transcript Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk

Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk

Deze folder is bestemd voor zorgverleners die tijdens hun werk prik- of spatletsel oplopen. In deze folder leest u algemene informatie over prik- of spatletsel en over de vervolgstappen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Wat is een prik– of spatletsel?

Een prik– of spatletsel is een type letsel waarbij de zorgverlener het risico loopt op besmetting met een bloedoverdraagbare aandoening zoals hepatitis B, Hepatitis C of HIV.

Het gaat hierbij om prik-, spat-, snij-, of bijtongevallen. Dit hoeft niet te gaan om direct bloedcontact door een prik- of snijongeval, maar kan ook ongevallen betreffen waarbij slijmvlies of niet-intacte huid in contact komt met besmet bloed (spat- of bijtverwondingen).

Na een prik- of spatletsel

Wat gebeurt er wanneer u zich op de Spoedeisende Hulp meldt na een prik- of spatletsel?

• Wij vragen u een meldingsformulier in te vullen. Hierin worden uw gegevens genoteerd, worden de aard van het letsel en de omstandigheden waaronder het letsel is ontstaan genoteerd en wordt gevraagd naar uw vaccinatiestatus betreffende hepatitis B. Ook willen wij de bron van het prik- of spatletsel van u weten.

• De arts maakt een inschatting van het besmettingsrisico: is er geen risico, een laag risico of hoog risico. Dit gebeurt op basis van het soort accident, uw hepatitis B immuunstatus, de serostatus van de bron (is de bron HIV, hepatitis B of hepatitis C drager?). Als de serostatus van de bron niet bekend • is, maken wij via een schema een inschatting van de besmettingsrisico’s.

Er worden diverse maatregelen overwogen, zoals bloedafname bij u, zo mogelijk bloedafname bij de bron, zo nodig vaccinaties of medicatie (bij hoog risico op HIV besmetting) of doorverwijzing naar internist of infectioloog.

2

Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk

Wat zijn de mogelijke gevolgen van een prik- of spatletsel?

Het feitelijke overdrachtsrisico van zowel hepatitis B, hepatitis C en HIV is afhankelijk van het soort contact, zoals bijvoorbeeld naaldverwonding, bijtverwonding of onbeschermde geslachtsgemeenschap als ook de hoeveelheid virus in het bloed van de bron.

Hepatitis B

Hepatitis B kan een ontsteking van de lever veroorzaken, chronische hepatitis B kan leiden tot levercirrose en geeft een verhoogd risico op leverkanker. Als u in contact komt met materiaal van een bron die bekend is met hepatitis B is de kans dat u hierdoor besmet wordt 25 procent.

Besmetting

Besmetting kan plaats vinden door: • prikken aan scherpe voorwerpen zoals naalden • snijden aan chirurgisch instrumentarium • bijtwonden • spatten op slijmvliezen (oog of mond)

Preventie en behandeling

• Preventieve bescherming door middel van een volledige vaccinatie. • Zorgmedewerkers worden in principe allemaal gevaccineerd.

Indien uw vaccinatiestatus niet bekend of onduidelijk is, krijgt u een immunoglobuline injectie. Het is van belang dat deze injectie binnen 48 uur na het ontstaan van het letsel wordt toegediend. Na deze immunoglobuline injectie is het raadzaam om binnen vier dagen te starten met de volledige hepatitis B vaccinatie.

3

Hepatitis C

Hepatitis C kan een leverontsteking veroorzaken, chronische hepatitis C kan leiden tot levercirrose en kan een verhoogde kans op leverkanker geven. Als u in contact komt met materiaal van een bron die bekend is met Hepatitis C is de kans dat u hierdoor besmet wordt ongeveer 2 procent.

Besmetting

Besmetting kan plaats vinden door: een prik-, snij-, spatletsel en/ of bijtwond waarbij een aanzienlijke overdracht van bloed plaatsvindt

Preventie en behandeling

• Preventieve vaccinatie tegen hepatitis C is niet mogelijk.

• Indien er een kans bestaat dat u besmet bent geraakt met het hepatitis C virus, nemen we bloed bij u af om te kijken of de ziekte zich bij u ontwikkelt. Indien dit het geval is begint de arts mogelijk met het inzetten van een therapie. Deze is per persoon verschillend.

HIV

Is een virus dat de eigen afweer tegen ziekteverwekkers verzwakt. Iemand met een HIV-infectie wordt op den duur makkelijker vatbaar voor infecties. Als u in contact komt met materiaal van een bron die bekend is met HIV is de kans dat u hierdoor besmet wordt ongeveer 0,3 procent.

Besmetting

Besmetting kan plaats vinden door: • een prik-, snij- of spatletsel • een bijtwond

4

Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk

Preventie en behandeling

• Preventieve vaccinatie bij HIV is niet mogelijk.

• Behandeling binnen enkele uren na het incident met HIV remmers (Post Expositie Profylaxe, ofwel PEP) kan de kans op een HIV infectie verminderen. • PEP bestaat uit een combinatie van medicatie die gedurende vier weken volgens een strak schema moeten worden ingenomen. De middelen • kunnen bijwerkingen als misselijkheid, hoofdpijn, buikpijn en diarree veroorzaken. Wanneer u met een PEP-kuur begint wordt u verder doorverwezen naar een internist en naar een HIV-verpleegkundige. U wordt dan verder poliklinisch • • vervolgd.

Wanneer u niet met een PEP kuur begint wordt er na drie en zes maanden anti-HIV bepaald door middel van een bloedafname.

Wanneer u een hoogrisico accident heeft gehad en indien de bron positief of onbekend is, loopt u (wanneer u geïnfecteerd blijkt te zijn met HIV) het risico op werkgerelateerde of seksuele overdracht van het HIV-virus aan anderen.

Contact

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u contact opnemen met de afdeling Infectiepreventie. Infectiepreventie is van maandag tot en met vrijdag van 8.00 - 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer: 088 - 005 7215.

5

6

Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk

7

Bij Rijnstate kunt u telefonisch en voor de meeste specialismen via www.rijnstate.nl uw afspraak maken.

Rijnstate, uw ziekenhuis in de regio Arnhem, Rheden en De Liemers.

@rijnstate facebook.com/rijnstate

Rijnstate

Postbus 9555 6800 TA Arnhem T 088 - 005 8888 E [email protected]

www.rijnstate.nl