Verzekeringsbranche: Laat de kennis niet onbenut

Download Report

Transcript Verzekeringsbranche: Laat de kennis niet onbenut

Gastcolumn
Wat zijn daarvan de gevolgen?
‘De grootbanken zullen zich minder op hypotheken richten en bijvoorbeeld meer inzetten op
financiering van het midden­ en kleinbedrijf.
Dat levert een beter rendement, maar ook een
hoger risico. Terwijl de Nederlandse hypotheken
veilig zijn gebleken in de crisis, was de mkbfinanciering dat zeker niet. Als de crisis zich
herhaalt zal de schok dus door die verschuivingen versterkt worden. Dat is zeker ook een
systeemrisico. Obvion zal de financiering gaan
diversifiëren. In plaats van securitisaties kunnen
we bijvoorbeeld overgaan tot het financieren
met covered bonds. Maar voor covered bonds
is een bankvergunning nodig en die heeft
Obvion niet. Dat maakt het mitigeren van dit
risico niet eenvoudiger. Een bankvergunning
‘light’ voor financiële instellingen zonder
spaargeld van particulieren zou goed helpen,
maar die bestaat nog niet.’
Eigenlijk lossen we dus niet-bestaande
problemen op en creëren nieuwe?
‘Laat ik het zo zeggen: de enorme hoeveelheid regelgeving die op ons afkomt is voor een
belangrijk deel politiek ingegeven. We zitten
als financiële sector nog steeds een beetje
in het verdomhoekje, als schuldige aan de
crisis. Er zit wel een kern van waarheid in de
beschuldigingen, maar we moeten zorgen dat
we niet in een kramp schieten, dat we proberen
alle risico’s weg te reguleren. Dat leidt tot
schijnzekerheid. Ik vind het soms griezelig
om te zien dat zo zwaar wordt geleund op
afvinkbare lijstjes regels en modelleerbare
risico’s. Die maken het systeem volgens mij
zwakker en schakelen het gezond verstand uit.’
Een bank­
vergunning ‘light’
zou goed helpen
En er wordt nogal eens gemorreld aan hypo­
theekovereenkomsten. Leveren deze ge­
dwongen aanpassingen bijzondere risico’s op?
‘Dat is moeilijk te voorspellen. In principe is een
hypotheek een afspraak tussen een consument
en een geldverstrekker. De afgelopen jaren is
een aantal keren ingebroken op die afspraken.
Dat gebeurt vaak met goede redenen, maar
het is wel lastig. Neem bijvoorbeeld de rentemiddeling die iedere bank zou moeten aanbieden,
althans volgens de algemene teneur in media
en politiek. Rentemiddeling is echter een optie
die vooraf moet worden geprijsd bij het afsluiten
van een hypotheek. Als je dat achteraf en
onverwacht moet doen dan heeft een beperkt
aantal consumenten voordeel, maar gaat dat
ten koste van de geldverstrekker en overige
consumenten. En zo zijn er meer voorbeelden,
zoals boetevrij aflossen. Een contract geeft
risico’s voor beide partijen, maar de maatschappelijke tolerantie blijkt laag als het contract
nadelig uitpakt voor de consument. De macroeffecten van wat consumentenorganisaties
dan ad hoc willen veranderen zijn vaak groot.’
Welke kant moet de hypotheeksector op?
‘We moeten als sector, samen met de politiek,
kijken hoe we meer flexibiliteit kunnen aan­
brengen in een product dat voor 30 jaar wordt
vastgelegd. Het zou bijvoorbeeld mogelijk
moeten worden om een deel van de afgeloste
hypotheek in te zetten voor zorg of pensioen.
Een tweede belangrijke ontwikkeling is het meer
individualiseren van een hypotheek. We bieden
nu vooral ‘one­size­fits­all’­hypotheken aan.
Er is veel meer maatwerk mogelijk.
We zijn daarom een van de initiatiefnemers
van de zogenaamde ‘perspectiefverklaring’,
waarbij we vooral kijken naar het toekomstperspectief van de huizenkoper, op basis van
big data, in plaats van alleen naar historische
gegevens. De sector denkt dus graag mee over
hoe we dingen beter kunnen doen, maar dat
vraagt ook om maatschappelijk vertrouwen.
En daaraan moeten alle partijen hard werken.’
Verzekeringsbranche:
Laat de kennis
niet onbenut
Binnen de herverzekeringsindustrie bestaat een beperkt risico op
een sneeuwbaleffect, als een herverzekeraar in de problemen raakt.
Enerzijds komt dit door de toename van de transparantie sinds begin
jaren 90 naar aanleiding van aanvullende regelgeving voor de herverzekeringsbranche. Deze regelgeving was een reactie op het bijna
omvallen van het instituut Lloyds of London als gevolg van de LMX
spiral (London Market Excess of Loss spiral). Het fenomeen waarbij
de oorspronkelijke verzekeraar zichzelf ook weer herverzekerde.
Anderzijds komt dit door de overmatige kapitaalcapaciteit in de
herverzekeringsindustrie. Op dit moment is wereldwijd 585 miljard
dollar beschikbaar voor herverzekeringsdekking. Als het worst-casescenario optreedt, vereist dat maximaal 300 miljard dollar van de
beschikbare dekking. Maar dan moet écht alles wereldwijd in brand
gaan, instorten en overstromen. Kortom, de herverzekeringsmarkt
zal niet zo snel kantelen. Een schadelast van circa 100 miljard dollar
zal wel een effect hebben op de premie bij het vernieuwen van de
herverzekeringscontracten in de geraakte landen.
De financiële positie van de herverzekeraars biedt dus de mogelijkheid
om de dekking uit te breiden. Dit zou de enorme maatschappelijke
effecten van orkanen en tsunami’s kunnen verminderen, omdat
nu in sommige gevallen slechts sprake is van 10 tot 15 procent
verzekerde schade bij dergelijke rampen. De economische schade
is zo vele malen hoger. Het verleden leert echter dat verzekeraars
eerder de verzekeringsdekking beperken dan uitbreiden na een
catastrofe. Deze risicoaverse houding van verzekeraars staat haaks
op hun functie om juist de risico’s bij particulieren en bedrijven
weg te nemen.
Om op verantwoorde wijze nieuwe verzekeringsdekkingen aan te
bieden, moeten de verzekeraars met de herverzekeringsindustrie
om tafel gaan. Wereldwijd is ontzettend veel data, kennis en kunde
beschikbaar over de onderliggende risico’s. Herverzekeraars kunnen
de internationale kennis en data inbrengen en ondersteuning bieden
bij de tarifering met behulp van de ontwikkelde modellen voor onder
20 | Klantinterview
Gastcolumn
Bob Reichenfeld, Chief Executive
Officer van Aon Benfield.
andere het bepalen van het overstromingsrisico. Toch zijn verzekeraars
huiverig om als eerste de stap richting het verzekeren van overstromingen te zetten en is dit in Nederland sinds 1953 in beginsel
niet meer te verzekeren voor property.
Uiteraard brengen de onderliggende modellen risico’s met zich mee.
De catastrofemodellen zijn vaak op dezelfde data gebaseerd en de
wettelijke kapitaalvereiste voor gebeurtenissen die zich eens in de
200 jaar voordoen, lijkt arbitrair gekozen. De Solvency II-modellen
zouden het korte termijn denken en handelen ongewild beïnvloeden,
waardoor dekkingen of soms gehele portefeuilles worden afgestoten.
Deze aanpassingen zijn niet goed voor het imago van de branche
als geheel.
Een wezenlijk verbeterpunt dat veel van de bovenstaande issues
raakt, is de bemensing binnen de verzekeringsbranche. Ik ben ervan
overtuigd dat een verzekeraar niet alleen kan worden geleid door
financiële mensen. Grote behoefte bestaat aan mensen met de juiste
verzekeringsbagage. Dat begint al heel basaal bij het adequaat
kunnen beoordelen van de risico’s die de verzekeraar wil overnemen
tot aan de beoordeling van de accumulatie van risico’s in de portefeuille.
De echt noodzakelijke verzekeringskennis dreigt inmiddels uit de
industrie weg te lopen. Dit vereist absoluut actie.
De herverzekeringsmarkt heeft in de enkele honderden jaren van
haar bestaan bewezen robuust en flexibel te zijn. De toename aan
marktpartijen in de herverzekeringsbranche en de introductie van
herverzekeringsbeleggingen hebben een positief drukkend effect op
de prijs van herverzekeringen.
Op het gebied van innovatie lopen herverzekeraars voor op de
verzekeringsindustrie. Hierbij valt te denken aan het onderzoek naar
cyber risicodekking. Mijn oproep aan verzekeraars is dan ook: maak
gebruik van wat wereldwijd al bekend is! Catastrofes beperken zich
namelijk niet tot de landsgrenzen.
Systeemrisico | 21